Bad News From The Netherlands


Bad News From The Netherlands

De 'bad news from the Netherlands'-blog publiceert 5 dagen per week ware berichten in het Engels die een negatief beeld over Nederland geven. Het is een simpele techniek die laat zien hoe je imago's creëert over een onderwerp waar buitenlandse lezers nauwelijks iets over weten. Het idee achter de blog is om door het in het absurde doorvoeren van eenzijdige berichtgeving manipulaties door de media aan de kaak te stellen. Het nieuws op de "bad news from the Netherlands"-blog komt vrijwel geheel uit de grote Nederlandse dagbladen. De berichten vertellen over het falen van de Nederlandse regering, militairen, politie, justitie, en andere autoriteiten alsmede instellingen. Ze beschrijven discriminatie en geweld.

De blog is een reactie op de jarenlange negatieve gemanipuleerde berichtgeving van ondere andere leidende Nederlandse media over Israel.
Vele kranten en blogs in de wereld hebben over de enkele maanden oude 'bad news from the Netherlands'-blog geschreven in een aantal talen. Miljoenen mensen hebben er dus van gehoord. Er zijn ondertussen 10 soortgelijke blogs op het web over landen zoals Engeland, Zweden, Finland, België, en Frankrijk. Dit hele blog-gebeuren kost nauwelijks geld, en wekt fundamentele twijfel op aan de manier waarop de zogenaamde kwaliteitsmedia" berichten.

Vergelijk:

Bad News From Sweden

Bad News From Belgium

Bad News From CanadaBad News From France

Bad News From NorwayBad News From Finland

Bad News From England

Handicap


Help_kop

Handicap

Ik loop de snackbar op het plein binnen. De Egyptenaar begroet mij met meer enthousiasme dan gewoonlijk.
Hè, hè,” zegt hij, “daar ben je eindelijk!" Ik zie de opluchting op zijn gezicht.
Daar kijk ik van op want zoveel verdient hij – gelukkig maar - nu ook weer niet aan mij, en hoewel we altijd wat te kletsen hebben, het is mij volkomen onduidelijk waar ik deze uitbundige begroeting aan te danken heb.
Ja,” zegt hij lachend, “ik wilde je al maanden iets vragen maar je kwam maar niet!
Dat klopt, ik had me namelijk voorgenomen geen gefrituurde calorieën meer te eten want je kunt dat niet altijd ongestraft blijven doen. Maar goed, op deze informatie zit hij natuurlijk niet te wachten, dus ik vraag hem wat er is.
Hij vertelt me dat een goede vriend van hem, een Marokkaan, op zoek is naar een lerares Nederlands die bijles kan geven aan zijn zoontje. De moeder is een Egyptische en vooral de vader spreekt goed Nederlands, die heeft een eigen zaak en geld speelt geen rol.

De vader spreekt heel goed Nederlands,” herhaalt de Egyptenaar die een jaar of dertig in Nederland woont (Hij heeft nog bij een 'Wimpie' gewerkt in de Kalverstraat.) en nog steeds een kromprater is, dus hoeveel waarde ik aan deze mededeling mag hechten, valt moeilijk in te schatten.

Hoe oud is dat zoontje?” vraag ik.
Vier.”
Vier!?”, roep ik verbaasd uit. “Hoe kan een kind van vier nu bijles nodig hebben? Het zit amper op school!
De Egyptenaar heeft ondertussen de patat in het vet gegooid, het duurste en beste vet, heeft hij mij al eens verzekerd, dat hij altijd op tijd ververst. En zo hoort het ook.
Het zit zo,” legt hij uit. “De ouders willen dat hun zoontje goed Nederlands leert spreken, ze zijn bang dat hij een achterstand oploopt want in de klas spelen ze nu alleen maar. Begrijp je? Ze maken zich zorgen. Ze willen daarom dat hij nu al bijles van een Nederlandse lerares krijgt zodat hij goed Nederlands kan leren, dat vinden ze heel belangrijk maar ze kunnen niemand vinden en omdat ik jou ken, heb ik ze beloofd dat ik het jou zal vragen. Wacht, ik zal hem meteen even bellen, dan kun je met hem spreken.”
Hij loopt naar de telefoon.
Nee!” roep ik. “Niet doen, ik weet helemaal niet of ik hem kan helpen, want ik werk niet met kinderen maar met volwassenen.

De Egyptenaar kijkt me teleurgesteld aan. Hij begrijpt het niet, je bent een lerares Nederlands of je bent het niet, lijkt hij te denken. Waarom wil ik hem niet helpen? En wat ik heb gezegd, is niet helemaal waar, ik heb wel degelijk privéles gegeven aan jonge kinderen van allochtone (niet in Nederland geboren) ouders en nog niet eens zo lang geleden. Maar dat waren kinderen van 11 of 12 jaar die in de laatste klas van de Basisschool zaten. Dat waren slimme kinderen die normaal gesproken zo naar het VWO kunnen doorstromen ware het niet dat de Cito-toets feilloos zou aantonen dat ze op het onderdeel taal, met name de spelling, alarmerend laag scoren. Zo laag, dat het advies om naar een VMBO-school te gaan voor de hand liggender is, als ze de basisschool al kunnen verlaten. De ouders van deze kinderen – bijna altijd hoogopgeleid - hebben er dus wel wat voor over om hun kind snel van deze taalhandicap af te helpen want de school faalt hierin.

Via via zijn ze bij mij terecht gekomen en ik moet zeggen dat het bijzonder verfrissend is om af en toe zo'n kind een half jaar (1 uur per week) te begeleiden. Het zijn intelligente, vaak eigenwijze kinderen die ook ambitieus genoeg zijn om de vrije woensdagmiddag op te offeren voor een succesvollere toekomst. Dat heeft een prettige samenwerking opgeleverd en met die Cito-toets is het in deze gevallen altijd goed gekomen.
Maar een kind van vier jaar! Wat moet ik in godsnaam aan een kind van vier jaar leren? Ik zie het niet voor me, maar de Egyptenaar heeft zo alle hoop op mij gevestigd, dat ik hem beloof zijn vriend, de Marokkaan, te bellen. Wie weet schiet mij naderhand nog iemand te binnen die uitkomst kan bieden al acht ik die kans gering.
Echt doen hoor, echt bellen!” roept mijn patatboer me nog na als ik zijn zaak verlaat met een extra gevulde zak patat in mijn hand.

Dat heb ik later ook gedaan, waarbij ik al snel constateerde dat dat “heel goede Nederlands” van de Marokkaanse vader te sterk was uitgedrukt. Hij sprak gewoon slecht Nederlands. Deze ouders, geen van beiden hier geboren, zijn duidelijk niet in staat hun kind de Nederlandse taal bij te brengen terwijl zij weten dat dat belangrijk is voor de toekomst van hun kind. Ik begrijp goed waarom ze zich zorgen maken. De kans dat hun zoon een (taal)handicap voor de rest van zijn leven als Nederlander oploopt, is heel aannemelijk. Maar ik kan dit gezin niet helpen met het geven van 'bijles' en ik ken ook niemand die dat wel kan. Het kind moet tijdens de opvoeding Nederlands kunnen horen, leren en daarna dromen. De enige oplossing die ik kan bedenken is dat de vrouw van de Marokkaan ook gaat werken en dat de ouders van het door de moeder verdiende extra geld een Nederlandse 'oppas-oma' (zolang de voorraad strekt) 'huren' die hun kind na schooltijd een woordje Nederlands bijbrengt.

Ik vraag me af of Aboutaleb, staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid én verklaard voorstander van tweetalig onderwijs voor allochtonen dit voor ogen heeft. Want hoeveel van die ouders beseffen dat hun kind het risico loopt taalgehandicapt door het leven te moeten gaan? Althans in Nederland. In ieder geval zolang Nederlands de voertaal blijft. En hoeveel van hen die het wel beseffen kunnen het zich veroorloven hun kind op tijd het extra onderwijs/de extra aandacht te geven om te redden wat er nog te redden valt?

Om over de koning van Marokko (en de Turkse premier) nog maar te zwijgen.

Annelies van der Veer

Reacties: Handicap

Het slechte voorbeeld Ahmed Marcouch

18_handen_schudden_1_klein

Het slechte voorbeeld Ahmed Marcouch

Het grote voorbeeld Ahmed Marcouch’ luidde de kop boven een artikel dat ik in oktober 2007 op deze website plaatste. Ik prees de PvdA-voorzitter van het Amsterdamse stadsdeel Slotervaart voor zijn doortastende optreden na de rellen rond de dood van Bilal B. (de messentrekker die twee agenten van het bureau Slotervaart levensgevaarlijk verwondde) en voor het feit dat hij de problemen in zijn prachtwijk duidelijk durfde te benoemen.

In een tweede weblog (17 januari 2008) vergeleek ik Marcouch met de vroegere PvdA-coryfee Jan Schaefer. Beide gezagsdragers belichamen het oude ideaal van socialistische zelfverheffing: afkomstig uit een eenvoudig milieu zijn ze door zelfstudie en hard werken naar voren gekomen. Marcouch komt van heel ver. Hij kwam hier als analfabeet uit Marokko en leerde zichzelf Nederlands lezen en schrijven.

Mijn benaming ‘de nieuwe Jan Schaefer’ had ook een ironische ondertoon, die aan sommige lezers is ontgaan: Juist door het volslagen gebrek aan aansluiting met ‘de gewone man’ heeft de PvdA de neiging om de schaarse volkse types in haar gelederen op het schild te verheffen en als heilige te vereren.

Aanleiding tot het tweede artikel was een groot interview met Marcouch in De Pers. Daarin zette hij zijn idealen over zelfverheffing nog eens uiteen. Het zijn idealen die volgens mij het wezen waren van het vroege socialisme en in de loop der tijden zijn verkwanseld door de moderne sociaal-democratie. Marcouch: “Ik zeg tegen mensen: er is maar één werkelijkheid, en dat is dat je moet blokken, goede cijfers halen, solliciteren en aan het werk. Dat is hard. Want het liefst willen ze horen dat iedereen werkloos is omdat alle bedrijven discrimineren.”

Overigens zette ik in beide lovende artikelen enkele kanttekeningen bij het optreden van de orthodoxe moslim Marcouch. Voor hij de lokale politiek inging viel hij als bestuurder van de moskeevereniging UMMAO de Rotterdamse wethouder Marco Pastors aan wegens negatieve uitlatingen over Marokkaanse jongeren. Achteraf bleek dat Marcouch zelf bijna gelijkluidende uitlatingen had gedaan als Pastors.

Marcouch is daarnaast een bewonderaar van de omstreden moslimgeleerde Youssef el Qaradawi, een vooraanstaande leider van de Moslim Broederschap. Deze Egyptenaar geldt als ‘gematigd conservatief’, hoewel hij bijvoorbeeld zelfmoordaanslagen op Israëlische burgerdoelen goedkeurt, een fatwa heeft afgekondigd tegen het spelletje pokemon, islamitische straffen tegen homo’s verdedigt en het niet zo nauw neemt met democratische waarden. Marcouch, aldus het interview in De Pers, ziet El Qaradawi nog wel als een autoriteit, maar geeft aan hem niet meer blind te volgen.

Marcouch wordt niet alleen binnen zijn partij de hoogte in geprezen. Ook islamcritici als Afshin Ellian en Paul Cliteur zijn zeer positief over de voorzitter van het stadsdeel Slotervaart, dat geldt als een van de lastigste prachtwijken van Nederland. Ga er maar eens aan staan in deze bestuurlijk moeilijke omgeving!

Alle waardering neemt niet weg dat voor de veelgeprezen Marcouch hetzelfde geldt als voor alle andere gezagsdragers in Nederland: ze zijn verplicht om de seculiere waarden van onze samenleving te verdedigen tegen uitingen van religieuze intolerantie. Op dat punt laat het PvdA-wonderkind het de afgelopen tijd afweten.

Daar was allereerst het optreden van Marcouch in het discussieprogramma Buitenhof bij een debat over de hoofddoek bij de politie. De PvdA’er stond daar niet op de bres voor de scheiding van kerk en staat, maar verdedigde juist de komst van gehoofddoekte agentes. Zwak was het argument waarmee Marcouch de hoofddoek verdedigde: Door een verbod werden moslima’s volgens hem uitgesloten van het politiewerk. De orthodoxe Marcouch maakte daarmee de hoofddoek tot norm voor moslimvrouwen, en ging er volkomen aan voorbij dat heel wat moslima’s zonder hoofdbedekking door het leven gaan.

Ook in het debat over de vraag of ambtenaren en straatcoaches mogen weigeren vrouwen de hand te schudden kiest Marcouch tegen de scheiding van kerk en staat en vóór het vergoelijken van religieuze intolerantie. In dit geval volgt hij het slechte voorbeeld van burgemeester Job Cohen, die voorop loopt bij het goedpraten van religieus geïnspireerde discriminatie van vrouwen. Zelfs minister Ella Vogelaar is het dit keer niet eens met de steun van Cohen en Marcouch aan orthodoxe moslims, die volgens Cohen ‘effectief’ en ‘respectvol’ zijn en daarom de Nederlandse fatsoensregels niet hoeven na te leven. De website Hoeiboei noteerde vier recente uitspraken van Marcouch, die van Vogelaar niet gepikt zouden worden, maar die de allochtone politicus kan doen zonder al te veel kritiek te ontvangen.

In de deelraad van Amsterdam-Slotervaart hebben drie moedige PvdA-raadsleden een motie ingediend tegen het handenschudstandpunt van Marcouch. Het Parool bracht gedetailleerd verslag uit van het debat. Dissident Clyde Moerlie: “De PvdA-minister van Integratie en de PvdA-Kamerfractie vinden het weigeren van een hand onacceptabel. Als je een landelijke enquête zou houden onder PvdA’ers zou dat ook de uitkomst zijn. Het is eigenlijk de verantwoordelijkheid van de PvdA-fractie in de gemeenteraad om de burgemeester terug te fluiten, maar die houdt siësta of zo. Daarom komen wij met deze motie.”

Het is ontmoedigend te lezen hoe weinig steun Moerlie kreeg van zijn partijgenoten in Slotervaart en met wat voor drogargumenten de PvdA-meerderheid Marcouch en Cohen blijft volgen. Marcouch kwam net als in de hoofddoekkwestie met de vraag of je orthodoxe moslims wilt insluiten of uitsluiten, en beriep zich op de vrijheid van godsdienst.

Mijn antwoord op de vraag van Marcouh: Niemand sluit orthodoxe moslims uit. Ze sluiten zichzelf uit door zich niet aan Nederlandse omgangsvormen te houden. Bij de overheid hebben ze met deze instelling niets te zoeken. Door toe te geven aan de orthodoxe straatcoaches staan Cohen en Marcouch het begin van seksuele apartheid toe. ‘Waar gaat het eigenlijk over?’ is een veelgehoorde vraag in dit debat, gesteld door mensen die niet beseffen wat er op het spel staat. Mijn antwoord: Het gaat om een fundamentele kwestie. De burgemeester en de stadsdeelvoorzitter geven in feite aan de normen van de sharia belangrijker te vinden dan de normen van onze seculiere samenleving.

Dat brengt ons bij een gewetensvraag aan de PvdA. Stel: de denkbeeldige partijgenoot Arie Marcus, ouderling van de Gereformeerde Gemeente in Kesteren, in het hart van de Gelderse bible belt, treedt daadkrachtig op tegen de plaatselijke hangjongeren. Marcus durft deze crimineeltjes zonder blikken en blozen voor ‘tuig’ uit te maken. Maar hij probeert ze tevens met hulp van de kerk weer op het rechte pad te brengen. Arie Marcus is fel gekant tegen de Sinterklaasintocht (“een roomse heilige”), verkondigt dat getrouwde vrouwen niet mogen werken, ijvert voor de sluiting op zondag van het plaatselijke zwembad, en zegt zijn inspiratie te vinden bij de reformatorische geleerde Jodocus van Lodenstein. Zou de Partij van de Arbeid deze Arie Marcus net zo innig omarmen als Ahmed Marcouch?

Carel Brendel

Carel Brendel is auteur van Het verraaad van links
Poshlost_top

Poshlost (II)

Enkele jaren geleden maakte ik dankbaar gebruik van het Russische woord poshlost zoals mij dit bekend was van de schrijver Nabokov, om precies te zijn uit het interview met hem in The Paris Review van 1967, opgenomen in de interviewbundel Strong Opinions (voor wie dat boek ergens aantreft: twijfel geen moment en koop het!). Ik wendde mij tot deze term naar aanleiding van de 'Auschwitz' poster-actie van de NS, waarin een link werd gelegd tussen de Jodenvervolging en de huidige kritiek op de intolerante en extreme kanten van de Islam. Voor een beter begrip verwijs ik naar het stuk zelf, maar graag herhaal ik de omschrijving van poshlost die Nabokov hanteert:

'Poshlust, or in a better transliteration, poshlost, has many nuances, [...]. Corn trash, vulgar clichés, Philistinism in all its phases, imitations of imitations, bogus profundities, crude, moronic, and dishonest pseudo-literature - these are obvious examples. Now, if we want to pin down poshlost in contemporary writing, we must look for it in Freudian symbolism, moth-eaten mythologies, social comment, humanistic messages, political allegories, overconcern with class or race, and the journalistic generalities we all know. [...] Poshlost speaks in such concepts as "America is no better than Russia" or "We all share in Germany's guilt."' [Strong Opinions, blz.101]

Nabokov gebruikt het begrip voor zowel literatuur als voor meer algemene uitlatingen betreffende maatschappij en politiek. Waar het de literatuur betreft deel ik zijn mening niet altijd - wat uiteraard losstaat van mijn diepe bewondering voor een van de grootste schrijvers van de 20e eeuw - maar dat neemt niet weg dat het woord voor mijn eigen gebruik uitermate bruikbaar is gebleken. Ik hanteer het woord regelmatig in dialoog met mijzelf, als ik iets lees, zie of hoor. Maar meestal heeft dat betrekking op die tweede toepassing: poshlost als ontmaskering van een zogenaamd diepzinnige uitlating die niets anders is dan een cliché, een banaliteit verpakt als een origineel denkbeeld, een weinig verholen onkunde waar het op werkelijk intellect aankomt.

Voor alles is poshlost als begrip uitermate handig om het kaf van het koren te scheiden en om de verschrikkelijke nivellering tegen te gaan waarvan we de laatste decennia getuige zijn.
Een voorbeeld van poshlost noemde ik reeds aan het begin naar aanleiding van mijn eerdere stuk: de neiging om alle islam-kritiek op één lijn te stellen met de Jodenvervolging tussen 1933 en 1945. Maar er zijn legio voorbeelden, die lopen van het meest banale tot uitspraken van intelligente mensen van wie je beter zou verwachten. Om bij het banale te beginnen: Tijdens mijn jaren als docent Nederlands als Tweede Taal - de boeken NT2 zijn doortrokken van een politieke correctheid waar je helemaal wee van wordt - trof ik in het hoofdstuk over de passieve vorm als een van de voorbeeldzinnen: 'Ook in Nederland worden kleine kinderen in de gevangenis gezet'. Ongelooflijk maar waar. Veel vaker worden we getrakteerd op diepzinnig bedoelde opmerkingen die Bush en Blair op één lijn stellen met Bin Laden, Ahamadinejad en Saddam Hoessein. Ik denk niet dat Nederland hierin veel verschilt van Australië of andere westerse landen. Zo zei een van mijn toenmalige collega's enkele jaren geleden dat hij 'heel wat meer achting had voor de leiders in het Midden-Oosten dan voor de leiders van de VS'. Onnodig te zeggen dat een dergelijke platitude a] niet nader werd toegelicht en b] alom met instemming werd begroet.

De afgelopen week raakte ik in hevige discussie met de voorzitter van mijn plaatselijke filosofieclub die in een flink staaltje fisking bij hoog en bij laag (en ondanks kritiek van meerdere kanten) bleef volhouden dat alle ellende in het Midden-Ooosten wordt veroorzaakt door 'christelijk en joods fundamentalisme'. En dat uit de mond van een Universiteitsdocent filosofie, zegt natuurlijk helemaal niets, ik weet het.

Maar het komt ook van hogerop. Zo treffen we poshlost aan bij een gerespecteerde organisatie als Amnesty International, waar men nog niet zo lang geleden Guantanamo Bay vergeleek met de Gulags onder Stalin. Verplichte cursus Gulag van Anne Applebaum zou ik zo zeggen. Een ander voorbeeld is de voormalige Australische premier Paul Keating die zijn opvolger en grote vijand John Howard vergeleek met Hitler, dit puur vanwege het vreemdelingenbeleid. Zelfs de inmiddels al jaren in Australië woonachtige Nobelprijswinnaar J.M. Coetzee maakte een flinke uitglijder toen hij het anti-terrorisme beleid van John Howard enkele jaren terug vergeleek met het Zuid-Afrika ten tijde van de apartheid. Met name dat laatste ervaarde ik als een grote deceptie want ik heb veel bewondering voor de schrijver van Disgrace en voor de intelligente persoon Coetzee die ik in interviews heb aangetroffen. Alle 'schrijvers' en 'intellectuelen' die een directe parallel trekken tussen de nazi's en het Israelische optreden tegenover de palestijnen laat ik maar buiten beschouwing, want voor je het weet is het eind zoek.

De teneur van dit alles is natuurlijk dat we vooral continu naar onszelf moeten kijken en ons in een niet-aflatend schuldbesef moeten wentelen. Erger: we dienen terwijl we dit doen vooral de ogen te sluiten voor ongewenste praktijken, niet alleen elders in de wereld maar vooral onder onze eigen neus, dit alles onder dat aan poshlost onderhevige begrip 'de multiculturele samenleving'.

Ik schreef ooit een stuk getiteld Superieure beschaving. Naast veel bijval word je op zo'n stuk uiteraard aangevallen want volgens velen hebben wij niets om ons superieur over te voelen. En precies daar begint alle ellende. Ik zal de laatste zijn om te beweren dat de westerse maatschappij in zijn algemeenheid zonder gebreken is, verre daarvan. We hebben met zijn allen altijd nog te leren. Maar als het op de som der delen aankomt is de westerse maatschappij superieur aan andere samenlevingen. Ik vind het een teken van beschaving dat je iemand niet direct ophangt als deze persoon een - door beide partijen gewenste - sexuele handeling begaat waar jij het niet mee eens bent (dat feit op zich alleen al!) of wanneer deze persoon een in jouw ogen beledigende opmerking maakt over de hogere macht waar jij toevallig wel, maar anderen in het geheel niet in geloven. Om over de aberraties van de Communistische paradijzen nog maar te zwijgen, waar het 'beledigen' van de zonder enige uitzondering aan grootheidswaanzin lijdende 'grote leiders' het risico inhoudt van een jarenlange opsluiting, van China en Noord-Korea tot het zo vertroetelde Cuba.

Ondanks alle gebreken is onze westerse samenleving de beste die er op de wereld te vinden is. Ik sta er niet vaak genoeg bij stil, maar ik ben uitermate dankbaar dat ik in een land leef waar de autoriteiten mij met rust laten waar het de invulling van mijn leven betreft, in alle opzichten. Niet vreemd dat wereldwijd zo'n beetje iedereen droomt van een vrij bestaan in het Westen. Het ergste van alles is natuurlijk dat de nivellering die door de wijdverbreide poshlost wordt aangewakkerd al diegenen die het wereldwijd wat slechter hebben getroffen geen stap dichter bij een beter bestaan brengt; wij zijn tenslotte net zo erg als de rest, dus de angel om verbeteringen aan te brengen wordt weggenomen. Ik ga hier geen harde uitspraken doen maar een goede verstaander heeft maar een half woord nodig. En ik hoop dat de lezer het met mij eens is dat de conclusie die daaruit kan worden getrokken een uitermate trieste is.

Lees hier deel 1: Poshlost

Kees Bakhuyzen

Lieve Tiny en Simon,



V., 21 mei 1971

Lieve Tiny en Simon,

Eergistermiddag teruggekeerd in het Vaderland, was ik te moe om je te schrijven, en moest ik volstaan met het op de post doen van de reeds in Frankrijk vervaardigde brief. Gaarne verneem ik, wat je van mijn welgemeende poging tot een bijdrage aan je levenswerk denkt.

Morgenochtend word ik om 8 (acht) uur opgehaald. Niet door de Ophaaldienst, hoewel die al vaak gevaarlijjk dicht in de buurt is geweest, maar door mijn makelaar, die Huize 'Het Gras' en het Zomerpaleis met mij gaat bekijken. Eigenlijk heb ik nergens veel zin in. Maar je moet wel.

Kunstbroeder, ik wil dat je je eigen over de Dood absoluut geen kopzorg maakt. Dat heeft totaal geen nut. God roept je, maar je hoort Hem niet, want je slaapt. En God vraagt aan de Engel, die de zaak in handen heeft: 'Hoe zit dat?' En de Engel antwoordt: 'Koning der Eeuwen, U hebt goed roepen. Hij slaapt de slaap van de rechtvaardige happer.' En God zegt: 'Neem hem maar zo mede, slapend en al. Maak hem maar niet wakker.'

Wat jij aan die meiden vindt, in al die handgeknoopte divankleden en tafelkleden, waar jij op straat naar kijkt, dat begrijp ik weer niet. Ik kan het niet goed navoelen, bedoel ik. Ik kan wel zien, dat een vrouw mooi is, en ik krijg wel eens zoiets als een lichamelijke begeerte, maar dat echte diepe verlangen, dat wanhopige, verlatene noodlot, dat men verliefdheid of zelfs Liefde noemt, dat ken ik geloof ik niet jegens vrouwen. Veel andere mannen kennen dat wel, heb ik bemerkt. Het vervelende is, dat je het zo vaak moet uitleggen en verdedigen. Vroeger vooral. Nu niet meer. Het is alles eender, volgens mij. Het is alles heel goed, of heel slecht. Vermoedelijk is het heel slecht: alles is bezoedeld en zondig, behalve als het verlost wordt door Gods genade. Matig tot stevig gedronken vanmiddag. In Vino Veritas. Ja jongen, ik ben op een echte school geweest. Als ik naar de Hogere Textiel School was gegaan, dan was alles anders gelopen. Dan had ik die meiden in die beddespreien nagekeken op straat. Ik moet de makelaar vanavond om 9 uur opbellen, om te horen of zijn vader al dood is. Is die dood, dan gaat de reis morgen niet door. Je weet niet, wat je wensen moet. Ik bedoel: ik ken die vader helemaal niet. Heel veel liefs van je goeddeels uitgevloerde kunstbroeder.Gerard

Uit: De Taal Der Liefde - Gerard Kornelis van het Reve
Athenaeum - Polak & Van Gennep
Amsterdam
1972
Joopdenuyl_2

Een bruin vlekje op de Heilige Joop

Tijdens het eerste kabinet-Den Uyl (1973-1977) ging het hardnekkige gerucht dat de premier in het diepste geheim een kapitale villa bezat over de Belgische grens. Het was een brisant gerucht, want de PvdA-leider zou zich daarmee hebben gevoegd bij het groeiende legioen van belastingontduikers.

Nijvere journalisten speurden de complete grensstreek af op zoek naar het riante optrekje van de socialist uit Amsterdam-Buitenveldert. Tussen Wuustwezel en Maaseik vonden ze talloze door Nederlanders bewoonde herenhuizen en kasteeltjes, maar steeds woonde onze premier in het volgende dorp. Onnodig te zeggen dat de villa van Den Uyl nooit is gevonden. Ze is
opgenomen in de canon van Nederlandse broodje-aapverhalen.


Den Uyl koesterde ondertussen een geheimpje dat in de jaren 70 misschien nog wel voor meer deining zou hebben gezorgd dan een Belgische villa. De Partij van de Arbeid kreeg in die tijd een toestroom van jonge leden, naoorlogse verzetshelden voor wie de Tweede Wereldoorlog de maat van alle dingen was. Mensen uit oudere generaties werden beoordeeld en veroordeeld op grond van hun goede of foute gedrag tijdens de oorlog en ook wel wegens hun instelling voor de oorlog.

NAVO-topman en voormalig minister van Buitenlandse Zaken Joseph Luns (KVP) bijvoorbeeld werd pijnlijk met zijn vooroorlogsverleden geconfronteerd. In 1979 maakte historicus dr. Loe de Jong bekend dat de oud-diplomaat en politicus in zijn studententijd, van 1933 tot 1936, lid was geweest van de Nationaal-Socialistische Beweging van ir. Anton Mussert. Deze onthulling zou Luns waarschijnlijk de kop hebben gekost als secretaris-generaal van de NAVO. Om zich te redden liet Joseph zijn broer Huib Luns opdraaien voor het omstreden lidmaatschap.

In dezelfde tijd dat de katholieke student Joseph Luns nominaal lid was van de Mussert-partij schreef de gereformeerde scholier Joop den Uyl bewonderende opstellen over de nieuwe orde in Duitsland. In haar vandaag verschenen biografie Joop den Uyl 1917-1987. Dromer en doordouwer (Uitg. Balans) onthult Anet Bleich de jeugdige sympathieën van de latere premier. De Duitsers waren volgens hem een ‘herboren, zelfbewust volk’ dat in ‘eensgezindheid om den Führer (was) geschaard’. “Idealisten moeten we worden, mensen die (zonder loon!) goed en bloed voor hun volksgemeenschap, hun vaderland over hebben.”

Wat zouden de politieke tegenstanders van Den Uyl hebben gesmuld als deze teksten in de jaren 60 of 70 boven water waren gekomen. Neem Hendrik Koekoek, leider van de Boerenpartij, die in 1966 zelf in de problemen kwam door de benoeming van de foute ir. Hendrik Adams tot BP-senator. Koekoek verweerde zich door politici van andere partijen ten onrechte te beschuldigen. Van de jeugdzonde van Den Uyl wist hij echter niets. Zoals ook de aanmelding bij de Germaansche SS van CDA-voorman Wim Aantjes hem was ontgaan, hoewel deze affaire zich vlak bij Koekoeks geboortedorp Hollandscheveld had afgespeeld.

Met Anet Bleich ben ik het eens dat Den Uyls bewondering voor Hitler-Duitsland een jeugdzonde is. Kort na mei 1940 - terwijl veel Nederlanders nog dachten en hoopten dat het met de Duitse bezetting zou loslopen - keerde hij zich tegen anti-joodse maatregelen. Verderop in de oorlog ging de latere premier schrijven voor illegale verzetskranten, zodat hij zijn naïviteit uit de jaren 30 ruimschoots goedmaakte.

In de eerste berichten over de biografie lees ik niets over de eerste 15 jaar na de oorlog. Den Uyl
was in het begin van de Koude Oorlog een hartstochtelijke bestrijder van het communisme, zoals de meeste sociaal-democraten uit die tijd. Als woordvoerder van de PvdA verdedigde hij in 1955 het ontslag van 61 stakende werknemers van de gemeente Amsterdam. Het was een vurig
raadsdebat, waarin communisten en socialisten lijnrecht tegenover elkaar stonden. De plompe retoriek van de Koude Oorlog vulde de raadzaal van het hoofdstedelijke stadhuis.


De PvdA en de bevriende vakbeweging NVV maakten zich destijds ernstig zorgen over de ijzeren greep, die de communisten hadden op het lokale overheidspersoneel. De gemeente Amsterdam schakelde het leger in om een ‘wilde’ staking van trambestuurders, stadsreinigers en andere werknemers te breken. Om een voorbeeld te stellen werden 61 stakers ontslagen, vooraanstaande communisten - onder wie de bekende Februaristaker Dirk van Nimwegen - maar ook meelopers van wie niemand wist wat ze eigenlijk hadden gedaan. Eindelijk werd er hard opgetreden tegen de duistere, doorMoskou gestuurde antidemocratische krachten, juichte desocialistische partijkrant Het Vrije Volk.

Opvallend achteraf was de gebrekkige bewijsvoering. Van verzetsheld Van Nimwegen wist zijn directeur alleen te melden dat hij ‘een slechte invloed’ had op zijn collega’s, maar voorbeelden daarvan had hij er niet bijgeleverd. Voor het magazine van Vrij Nederland maakte ik een
reconstructie van deze staking (De stakers van 1955, 1 juni 1985). Bijna alle betrokkenen spraken vrijuit over hun rol in 1955. Opvallend echter was dat PvdA-leider Den Uyl, een van de drijvende krachten achter de onterechte ontslagen, niet thuis gaf. “De heer Den Uyl houdt niet historische exercities”, liet zijn woordvoerder weten.


Al met al ben ik benieuwd naar wat ex-communiste Anet Bleich van deze onbekende episode uit het leven van Joop den Uyl heeft gemaakt. Nieuwsgierig ben ik ook naar meer details over de ommezwaai van Den Uyl (sinds 1967 fractieleider in de Tweede Kamer) na het roemruchte partijcongres van 1969. Dat congres is vooral in de herinnering blijven hangen door de triomfantelijk ‘berendans’ van Nieuw-Linkser André van der Louw.

Den Uyl, voortkomend uit het oude als verstard en stoffig beschouwde partijestablishment, ziet aanvankelijkhelemaal niets in Nieuw Links, dat van de erkenning van de Duitse Democratische Republiek een belangrijk punt heeft gemaakt. Op het PvdA-congres van 1969 wordt een anti-KVP-motie aangenomen, die de verhoudingen met de vroegere regeringspartner op scherp zet. Bovendien stijgt het aantal Nieuw-Linksers in het partijbestuur nog verder.

Met name de oud-premier Willem Drees (de vader van de AOW) maakt zich ernstig zorgen over de radicalisering van de partij. Hij krijgt in eerste instantie de steun van Den Uyl. Het geschiedenisprogramma Andere Tijden wijdde in maart 2004 een uitzending aan dit onderwerp. Drees was verontwaardigdover het verloop van het congres en veronderstelde dat Van der Louwen zijn medestanders de zaak hadden gemanipuleerd.

Andere Tijden: “Ook Den Uyl heeft zijn twijfels en hij vraagt een paar dagen later aan Drees steun voor het bijeenroepen van een nieuw buitengewoon congres. Drees wil niets liever en in een interview in de NRC doet hij alvast een voorzet: hij spreekt van een volledige impasse in de partij en over de wenselijkheid een nieuw congres bijeen te roepen. De volgende dag, 12 maart, herhaalt hij de boodschap nog eens voor de VARA-televisie: hij heeft geen vertrouwen meer in het nieuwe partijbestuur en Nieuw Links moet als partij binnen de partij verdwijnen. Een vergadering van het partijbestuur besluit korte tijd daarna echter iets anders: er komt geen nieuw congres en openlijkwordt betreurd dat Drees en Mansholt (oud-minister van Landbouw eneveneens zeer prominent partijlid, CB) op eigen houtje uitlatingen van nogal defaitistische aard hebben gedaan. Drees en Mansholt blijven alleen met hun oproep, Den Uyl houdt zich gedeisd. NieuwLinks heeft nu werkelijk gezegevierd.”

Dankzij deze ommezwaai kan de voormalige communistenvreter Den Uyl uitgroeien tot de charismatische PvdA-leider, die het samenraapsel van radicale nieuwkomers en trouwe oudgedienden weer tot één geheel weet te smeden. Vier jaar later is Den Uyl de leider van het meest linkse kabinet uit de Nederlandse geschiedenis en acht jaar later bezorgt ‘Ome Joop’ de PvdA een ongekende verkiezingsoverwinning. Dat tweede kabinet-Den Uyl komt er niet - met dank aan radikalinski Piet Reckman uit Odijk. De eisen van de PvdA-partijraad zijn onverteerbaar voor het CDA. Van Agt en Wiegel weten elkaar daarop snel te vinden.

Den Uyl komt in 1981 onder Van Agt nog acht maanden terug als minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, maar dit vechtkabinet ploft na acht maanden uit elkaar. De glans is er af voor Den Uyl. Het tijdperk van Wim Kok breekt aan.

Of je van hem houdt of niet, Den Uyl heeft een groot stempel gezet op de naoorlogse politiek. Op zijn conto staat ook de redding van de monarchie, die in 1976 wankelde als gevolg van de Lockheed-affaire. In haar boek onthult Bleich dat Den Uyl een tweede smeergeldaffaire rond prins Bernhard in de doofpot heeft gestopt. Zo voorkwam de premier een strafrechtelijke vervolging van de prins, die weer tot het aftreden van koningin Juliana zou hebben geleid. ‘Premier Den Uyl redde troon Beatrix’ kopt De Volkskrant van 21 februari.

De opvallende toenadering tussen het Oranjehuis en de linkse politiek van na 1980 wordt veelal
toegeschreven aan prins Claus, die door zijn betrokkenheid bij thema’s als ontwikkelingshulp werd omarmd in progressieve kringen. Achteraf had vooral koningin Beatrix alle reden om de PvdA dankbaar te zijn voor de reddingsactie van 1976. Zo bezien is Joop den Uyl de man die de basis heeft gelegd voor het ‘multiculti-koningshuis’, het multiculturele verbond tussen oranje en rood.

Carel Brendel

God is niet groot (fragment)

Pig_top_cr

(...)
Vandaag de dag leeft die oude onzin weer op. Islamitische zeloten in Europa eisen dat hun onschuldige kinderen, die er met open mond naar zitten te kijken, worden beschermd tegen De drie kleine biggetjes, Miss Piggy, Winnie the Poohs 'Knorretje' en andere traditionele huisdieren en personages. De vreugdeloze idioten van de jihad hebben waarschijnlijk niet genoeg gelezen om op de hoogte te zijn van de keizerin van Blandings en het genoegen dat Lord Emsworth steeds opnieuw beleefde aan de schitterende pagina's uit On the Care of the Pig van zijn lievelingsschrijver Mr Wiffle, maar als ze ooit zover komen, is de nood aan de man. Stompzinnige moslimvandalen hebben het al een keer op een oud standbeeld van een wild zwijn in een arboretum in centraal Engeland gemunt.

In het klein laat deze ogenschijnlijk triviale fixatie zien hoe religie, geloof en bijgeloof ons hele wereldbeeld vertekenen. Het varken staat zo dicht bij ons en is in zo veel opzichten goed voor ons geweest, dat humanisten sterk staan als zij beweren dat het niet in de bio-industrie thuishoort, niet moet worden opgesloten, niet van zijn jongen moet worden gescheiden en niet gedwongen moet worden in zijn eigen vuiligheid te leven. Nog afgezien van andere overwegingen is het roze, sponzige vlees dat dáár vandaan komt, ronduit weerzinwekkend. Maar die keuze kunnen wij bij ons volle verstand en met al ons mededogen maken, omdat we ons verwant voelen aan onze medeschepselen, en niet vanwege magische rituelen bij kampvuren uit het ijzertijdperk, waar, in de naam van god, nog veel grotere wandaden werden gepleegd. 'Varkenskop op een stok,' zegt de zenuwachtige maar dappere Ralph in The Lord of the Flies als hij voor het zoemende, etter afscheidende afgodssbeeld staat (het is eerst gedood en wordt vervolgens aanbeden) dat de wrede, angstige schoolkinderen hebben opgericht. 'Varkenskop op een stok.' En daar zat meer waarheid in dan hij kan hebben bevroed, en hij was wijzer dan de rest.

Uit: God is niet groot - Christopher Hitchens
Hoe religie alles vergiftigt

Vertaling Paul Witte
J.M. Meulenhoff
2008

Het mes op tafel

Knifeanatomy9_5


Het mes op tafel


'Stel duidelijke grenzen aan Geert Wilders vóórdat hij de lont in het kruitvat kan steken'

luidde de kop van een stuk in NRC Handelsblad ('Opi­nie & De­bat', 9-2-08). De schrijvers waren Farhad Golyardi, hoofdredac­teur van het tijdschrift Eutopia, Faisal Mirza, oprichter van www.wij­blijven­hier.nl, Shervin Nekuee, socioloog en publicist, Frank Sa­diqqi, journalist, en Tariq Sha­did, chirurg en woord­voerder van de Palestijnse ge­meenschap Nederland.

De kop van het stuk was juist. De schrijvers voe­ren het gegeven dat moslims met ge­weld zouden kunnen reageren op de fil­mische islamkri­tiek van Wilders aan als 'argu­ment' om de film tegen te houden. Wat niet in het stuk staat is wel zo belang­rijk als wat er wél in staat. Ner­gens in het stuk staat kritiek op dit eventuele geweld. Nergens ook enige kritiek op de ortho­doxe islam. Nergens staat bij­voorbeeld dat zij het op grond van hun geloof mishandelen van moslimaf­val­ligen, homo's en joden afkeu­ren of dat zij tegen vrouwenonderdrukking zijn.

De schrijvers doen een beroep op mi­nis­ter-presi­dent Jan Peter Balkenende de politie­ke moed te tonen 'om het exploi­teren van angst en haat tegen bevol­kings­groepen duidelijk te benoemen en er een grens aan te stellen.' Ze hebben het wel over bevol­kings­groe­pen, in het meervoud, maar willen alleen ortho­doxe islamieten in bescherming nemen.

Zij willen dat een film waarvan de inhoud nog niet eens bekend is en kritiek op de islam in het algemeen ver­boden zien. Ja, ze zeggen plichtsgetrouw voor de vrijheid van meningsui­ting te zijn, maar kritiek op de islam, nee. Zij hebben geen argu­men­ten, behalve dan het brute krachtargument van de dreiging met ge­weld van dege­nen die zij beweren te verte­genwoor­digen. Zij staan im­pliciet achter dit geweld, want anders hadden ze geen been om op te staan.

Rechtsgeleerde Afshin Ellian zei een week later in zijn NRC-column ('Opinie', 16-2-08) 'Praatmoslims spreken namens nie­mand' zinnige dingen over dit stuk, waarvan ik citeer:

'De onnozelaars begrijpen niet dat ze, door islam en mos­lims als een kruitvat voor te stellen, het bewijs leveren voor de beweringen van Geert Wil­ders.'

Dit is het soort argument dat ik ook meer dan eens heb laten horen. Verder betoogde de liberaal Frank Ankersmit, hoog­le­raar theoretische geschiedenis, in 'Niemand mag een stro­breed in de weg worden gelegd' dat het stuk van deze vijf moslims toont dat zij 'nog vreemd staan tegenover elemen­taire waarden van de democra­tie.' (NRC, 'Opinie' 11-2-08) Zeg maar gerust: ronduit vijan­dig.

Hier reageerde een van de vijf schrijvers, Nekuee, weer op (NRC, 'Opinie', 15-2-08). De kop luidt 'Ver­war xenofobie niet met religiekritiek'. Nee, dat moet je vooral niet doen. Wilders geeft, zoals onder ande­re zijn stevig onderbouwde pleidooi in de Tweede Ka­mer om de Koran te verbieden, liet zien, serieuze gods­dienstkritiek. Nekuee noemt die kritiek xenofo­bisch. Hij geeft geen enkel argu­ment hiervoor. Hij zwaait alleen met zo'n term, zoals lange tijd de ge­woonte was en nog is bij een ach­terge­bleven deel van de politiek correcte multi­culti's.

Het ergste moet nog komen en dat kwam van H.W. von der Dunk, emeritus hoogleraar geschiedenis. NRC Han­delsblad publiceerde een kort stuk van hem met de kop 'Infantiele leuzen vor­men geen democratisch recht' (NRC 'Opinie' 15-2-08). Daaronder staat als intro: 'Vrijheid van menings­ui­ting is het grootste goed van de rechtsstaat. Maar begrip voor de beledigden valt toch wel op te brengen.' In de laatste alinea wordt dit toegelicht:

'Wanneer nu infantiele leuzen worden gepropageerd als dat het een 'democratisch recht' is om naar hartelust te mogen beledigen, dan zijn we met onze vrijheid terug in de zand­bak. Dan is er ook geen reden om ge­schokt te zijn als ie­mand het eveneens zijn vrij recht noemt om op zijn manier terug te slaan. Bij gebrek aan argumenten bij­voor­beeld met een mes.'

Als het geen democratisch recht was om dingen te mo­gen zeggen die een ander als beledigend opvat, dan was de vrij­heid van meningsuiting niets meer waard. Dit recht is dan ook vastgelegd in het zogenoemde Handyside arrest van het Europese Hof voor Rechten van de Mens. Iedereen kan immers kri­tiek op zijn op­vat­tin­gen wel beledigend vinden. Ayaan Hirsi Ali heeft dit inder­tijd in Berlijn goed uit­gelegd. Ik word door de kran­ten en weekbladen die ik bijhoud regelmatig zwaar bele­digd.

Von der Dunk stelt bele­digen met het woord gelijk aan moord­aansla­gen. Als hij geen argumenten heeft, mag de beledig­de het mes hanteren, zoals Mohammed Bouyeri deed na Theo van Gogh neergeschoten te heb­ben. Daarover hoeven we niet geschokt te zijn volgens Von der Dunk. Moet ik gaan uit­leggen dat dit een bar­baarse opi­nie is die de vrijheid van meningsuiting, het funda­ment van de democratie, be­dreigt?

Op het WillemdeZwijgerblog staat terecht dat dit een oorlogsverkla­ring is aan hem ['WdZ'] en gelijkgezinden. Doek­le Terpstra legde die ook al af toen hij parle­mentariër Geert Wilders via de straat wilde stoppen, wat typerend voor het fascisme van Musso­lini was. Maar hij zei er niet bij dat dit betekende dat Wil­ders ver­moord moet worden, de enige manier om hem te stoppen. Von der Dunk is er volkomen open over dat hij alle begrip heeft voor moord op politieke tegenstan­ders. Het is niet zozeer dat de barbaren voor de poort staan, ze zijn al binnen de stad. Het mes zit nu niet meer in de binnenzak, het ligt op tafel.

René Marres

Marres is de auteur van Vermoord en Verbannen.

De Beauvoir versus Hirsi Ali

Deepimpact_s


De Beauvoir versus Hirsi Ali

Via het Ayaan Hirsi Ali-weblog vernam ik dat de Nederlandse filosofe en Simone de Beauvoir-kenner Karen Vintges niet blij is met de toekenning van de Simone de Beauvoir-prijs aan Ayaan Hirsi Ali. 'Simone de Beauvoir moet zich krakend in haar graf hebben omgedraaid,' zo beweert Vintgens. 'Het is goed dat Hirsi Ali zich verzet tegen fundamentalisme, maar niet dat zij zich keert tegen de hele islam als zodanig. Zij doet mee aan het scheppen van een sfeer waarin het lijkt of iedere moslim gevaarlijk is, een sfeer waar de Beauvoir absoluut niet aan mee zou willen doen.'

Nu heb ik nog niet zo lang geleden een aantal stukken uit De Maagdenkooi herlezen en als Karen Vintges dat ook had gedaan, dan had ze kunnen lezen dat Ayaan Hirsi Ali zich keert tegen zaken die absoluut niet door de beugel kunnen, met de wanstaltige houding van fundamentalisten tegenover vrouwen voorop. Als Karen Vintgens - ongetwijfeld als toegewijd feministe - vindt dat eerwraak en genitale verminking, uithuwelijking en een streven naar volledige segregatie tussen de sexen vooral niet besproken moeten worden dan is dat haar zaak, maar ze moet er niet direct zo kleinzielig over doen dat andere feministes - die die term waarschijnlijk heel wat meer verdienen - Ayaan daarvoor als dank wel een prijs willen toekennen.

Maar dat is slechts een kant van de zaak.

Toen ik het bericht omtrent de toekenning van deze prijs zag, speelde er iets heel anders door mijn hoofd. En voordat ik daarover doorga wil ik duidelijk stellen dat elke schrijver ten eerste als precies dat moet worden beoordeeld: zijn of haar verdiensten met het woord; wat heeft men geproduceerd en welke waarde heeft het voor ons? Stilistisch en inhoudelijk. In dat opzicht ben ik min of meer een leek waar het Simone de Beauvoir betreft; ik heb slechts een roman op mijn conto en die heb ik meer dan twintig jaar geleden gelezen. Maar dat heeft alles te maken met die andere historie, die ik ondanks alles wat ik hier beweer niet los kan zien van deze nog altijd zo op een voetstuk geplaatste filosofe.

Het zal mede te maken hebben met het feit dat ik momenteel het standaardwerk Gulag van Anne Applebaum herlees. Eigenlijk kloppen die woorden niet helemaal, want de eerste keer kwam ik niet eens tot de helft. Te veel ellende, te veel walging, bladzijde na bladzijde na bladzijde van deze pil staan vol met de vernederingen en - geestelijke zowel als fysieke - martelingen van de 'vijanden van de revolutie'. - Ik wilde bijna het woord 'doodknuppelen' gebruiken, maar ik ben voorzichtig geworden, want dit woord werd altijd gebruikt door onze grote volksschrijver als hij die 'voornamelijk uit nek bestaande' rode slagers beschreef.

Simone de Beauvoir vond het allemaal prima, dat uithongeren van 'vijanden van de revolutie', die vernederingen en onmenselijke behandeling van mannen en vrouwen (!). Tenslotte stond het allemaal in het teken van de uiteindelijke verbetering van het lijden van de massa's. De Beauvoir en partner Sartre wilden niets weten van een veroordeling van de kampen van Stalin, zelfs toen al lang bekend was welke verschrikkingen zich daar afspeelden. Welnee, tien jaar later stonden ze gewoon weer vooraan in hun lof voor massamoordenaar nummer 1 van de 20e eeuw, de grote roerganger Mao. - Dat ze ondertussen ook aan de voeten lagen van die andere massamoordenaar Che Guevarra reken ik hen minder aan; die grootste leugen van de tweede helft van de 20e eeuw duurt tenslotte tot op de dag van vandaag voort en er zijn er nog altijd miljoenen die deze waandenkbeelden met hen delen- .

Nu moet zoals gezegd een schrijver ten eerste op zijn werk worden beoordeeld, maar bovenstaande gegevens blijven me dwarszitten en ik ben bang dat ik nooit meer enige waardering voor De Beauvoir zal kunnen opbrengen. Ik weet dat het een oude koe is, maar zolang De Beauvoir nog op een voetstuk wordt geplaatst waarbij deze gegevens maar liever onder het tapijt worden geschoven blijft het gegeven actueel. Er zijn weinig mensen die geen verkeerde keuzes hebben gemaakt in hun leven (zo dacht ik tot ongeveer mijn 25e dat Sartre en De Beauvoir geniale geesten en grote schrijvers waren) maar De Beauvoir heeft tot haar dood geweigerd om ook maar een woord terug te nemen van haar uitermate dubieuze politieke denkbeelden. Toen Sartre tegen het einde van zijn leven plosteling alsnog het licht ging zien (men excuseert de woordkeus, ook ik weet dat hij zo goed als blind was) toen hij de door het Communistische prachtbewind van Ho Chi Minh veroorzaakte ellende van de Vietnamese bootvluchtelingen gewaar werd, reageerde De Beauvoir vol minachting op deze houding.

Het is al met al de vraag of Ayaan Hirsi Ali wel zo blij moet zijn met een prijs die verbonden is aan de naam van deze uitermate dubieuze dame.

Kees Bakhuyzen

Met een blinddoek om de disco in.

spiegel






Met een blinddoek om de disco in.



Taboe. Doe een blinddoek om en duik visueel gehandicapt het nachtleven in. Metro deed het en stuitte in een Amsterdamse nachtclub op overwegend positieve reacties. "Normaalgesproken associeer je de handicap blind-zijn automatisch met iets negatiefs maar zo maak je er iets vrolijks van. Taboedoorbrekend dus!", meent een wetgevingsjuriste. De animo om zelf een blinddoek om te doen bleek groot. Er was overigens ook kritiek: de blinddoek zou te veel licht doorlaten.

Inspiratie: Metro, 18.2.2008

Met een boerka aan de disco in.

Taboe. Trek een boerka aan en duik het nachtleven in. Metro deed het en stuitte in een Amsterdamse nachtclub op overwegend positieve reacties. "Normaalgesproken associeer je dit kledingstuk automatisch met iets negatiefs maar zo maak je er iets vrolijks van. Taboedoorbrekend dus!", meent een wetgevingsjuriste. De animo om zelf een boerka aan te trekken bleek groot. Er was overigens ook krtiek: de stof zou te weinig ademen.



Douwe de Haan

Bron: Metro, 18.2.2008



A Sane Revolution

Sanerevolution

A Sane Revolution

If you make a revolution, make it for fun,
Don't make it in ghastly seriousness,
Don't do it in deadly earnest,
Do it for fun.

Don't do it because you hate people,
Do it just to spit in their eye.
Don't do it for the money,
Do it and be damned to the money.

Don't do it for equality,
Do it because we've got too much equality
And it would be fun to upset the apple-cart
And see which way the apples would go a-rolling.

Don't do it for the working-classes.
Do it so that we can
all of us be little aristocracys on our own
And kick our heels like jolly escaped asses.

Don't do it, anyhow, for international Labour.
Labour is one thing a man has had too much of.
Let's abolish Labour, let's have done with Labouring!
Work can be fun, and
men can enjoy it; then it's not Labour.
Let's have it so! Let's make a revolution for fun!

D.H. Lawrence

Praatmoslims spreken namens niemand


Praatmoslims spreken namens niemand

Sommige moslims bewegen hemel en aarde om namens ‘de’ moslims te spreken. Ze zijn in gevecht met een film die ze niet gezien hebben. Geen van hen is ooit door een meerderheid van moslims gekozen, maar toch spreken ze van ‘wij ’. Ook spreken ze vaak met dubbele tong. Soms stellen ze op waarschuwende wijze een ultimatum aan de politiek. Zo schreven in Opinie & Debat van 9 februari vijf moslims, in naam van maar liefst alle moslims: „Geachte premier, beste Jan Peter, wij hebben ons vertrouwen in de politiek nog niet helemaal verloren. We denken nog altijd namens de meerderheid van de bevolking te spreken – moslims en nietmoslims – als we je vragen nu er een crisis dreigt je politieke leiderschap waar te maken en het volk toe te spreken.”

Oeps, ze spreken ook namens niet-moslims, namens alle Nederlanders!

We moeten niet vergeten dat Wilders een gekozen politicus en fractievoorzitter is. Ook zijn er kiezers van andere partijen die het min of meer eens zijn met Geert Wilders. Zijn moslims volgens deze praatmoslims echt gevaarlijk, ofwel: zijn ze wilder dan Wilders?

Balkenende moet direct optreden: „Doe dit niet nádat genoemde parlementariër de vloer met je heeft aangeveegd, maar vóórdat hij via de al te gewillige media de lont in het kruitvat kan steken.”

Week in week uit verschijnen in deze krant [NRC] allerlei moslimvriendelijke teksten met dezelfde lege inhoud. Wilders kan in deze krant niet publiceren. En ook op radio en tv verschijnen allerlei soorten moslims die hun beklag doen over Wilders en islamcritici. Welke islamcritici heeft u de afgelopen twee maanden in de media gezien? Waarom correspondeert dus het gevoel van deze zelfbenoemde moslimvertegenwoordigers niet met de realiteit? Omdat ze méér willen. Ze willen de totale verwijdering van islamkritiek en kritiek op de multiculturele samenleving. Jammer dan voor die honderdduizenden kiezers die anders denken.

Ook wordt door praatmoslims vastgesteld dat moslims als burgers niet tellen, want hun veiligheid is niet van belang.

Neemt u me niet kwalijk: sinds wanneer zijn het de moslims die worden bedreigd of beveiligd? Weer heb ik het fout volgens deze praatmoslims: „Hij moet permanent worden bewaakt tegen de woede en de agressie die hij zelf in de hand heeft gewerkt.”Wilders en islamcritici moeten worden beveiligd omdat ze zelf woede en agressie opwekken!

Een onbegrijpelijke redenering.

Dus, als straks één van die zelfbenoemde vertegenwoordigers van het Nederlandse volk op straat wordt aangevallen op grond van zijn opvattingen, dan heeft die het aan zichzelf te danken.

Waarvoor moet premier Balkenende bang zijn? Voor de moslimse woede, ja, voor het ‘kruitvat ’. De moslims en de islam worden door deze praatmoslims als een kruitvat voorgesteld dat door een filmpje van Geert Wilders kan ontploffen.

Voelen moslims zich niet beledigd nu ze als een kruitvat, een acuut gevaar voor de veiligheid, worden omschreven?

Wie is gevaarlijker: de volksvertegenwoordiger of het kruitvat? De volksvertegenwoordiging is het hart van de democratie en het kruitvat een bedreiging daarvan. De onnozelaars begrijpen niet dat ze, door islam en moslim als een kruitvat voor te stellen, het bewijs leveren voor de beweringen van Geert Wilders.

Hier mag de media worden aangerekend dat zij toelaten dat elke loslopende Mohammed of Ali zich als vertegenwoordiger van ‘de’ moslims kan voorstellen.

Niet voor niets zei staatssecretaris Aboutaleb dat de moslims zélf Geert Wilders groot hebben gemaakt. In een gesprek met BN/De Stem wees Aboutaleb moslims op hun verantwoordelijkheid: „Die angst voor moslims, die ís er.

Moslims moeten die niet bagatelliseren.

Er rust een taak op de schouders van de moslims om daar iets aan te doen. Ook moeten moslims zich afvragen waar de ‘haat’ tegen moslims eigenlijk vandaan komt. Als je nagaat dat er in de wereld een paar idioten zijn die zichzelf opblazen, dan moet je concluderen dat die de Koran niet goed begrepen hebben. Maar gevolg is wel dat er een enorme angst bestaat voor moslims.”

Geert Wilders heeft het recht om een film te maken. De anderen hebben het recht om die niet te zien, om hem van kritisch commentaar te voorzien, dan wel in het ergste geval niet op hem te gaan stemmen. Zo en niet anders werkt de democratie. Met geduld, zelfbeheersing en permanente polemiek. Mits we elkaar niet gaan criminaliseren.

Het Openbaar Ministerie wordt door andere praatmoslims zwaar onder druk gezet om Wilders wegens het plegen van opiniedelicten te vervolgen. Het zou buitengewoon ironisch zijn als Wilders wordt vervolgd. Een dubbele vervolging voor de meest bedreigde persoon in Europa: de vervolging door de radicale moslims en de vervolging door de overheid onder druk van moslims.

Zouden we Europees en internationaal kunnen uitleggen waarom een Nederlandse fractievoorzitter wordt vervolgd wegens zijn opvattingen, terwijl Nederland de vrijlating van een Afghaanse journalist eist die de islam heeft beledigd?

Bovendien zou Wilders nog populairder kunnen worden. De geschiedenis leert ons dat wanneer een politicus wegens zijn opvattingen wordt vervolgd, zijn aanhang zal groeien. De vervolging van Janmaat leidde niet tot de eliminering van zijn opvattingen. Moeten dan ook de 600.000 mensen die op Wilders hebben gestemd worden vervolgd?

De politieke tegenstander bestrijd je niet met het Wetboek van Strafrecht.

Het OM mag in geen geval instrumenteel misbruikt worden voor de uitschakeling van een politieke tegens tander.

Een procedure tegen Wilders, tot aan het Europees Hof voor de rechten van de mens, biedt geen enkele garantie dat hij wegens zijn opvattingen – die immers geen oproep tot geweld of het plegen van genocide inhouden – zou worden veroordeeld. In dit geval zullen Europa en Nederland jarenlang in de ban van Wilders zijn. Zou het OM dan ook zijn fractieleden moeten aanpakken?

De spraakverwarring van het moment is het bewijs dat onze rechtsorde kritiek op en bespotting van alles aankan – als het maar niet de islam betreft, zo zeggen de praatmoslims. Balkenende moet beseffen dat zij namens niemand spreken.

Afshin Ellian in NRC, 16.2.2008

Zondagmogen Zonder Zorgen


Zondagmorgen Zonder Zorgen

Lang geleden kreeg ik een boek in handen, dat diepe indruk op mij maakte. Het jaar van de Genade was 1952 of 1953, het boek heette Homosexuality en de auteur West, diens voornaam slechts door de initiaal H. aangegeven, als ik het wel heb. Het boek was verschenen in de Pelican reeks van de uitgeverij Penguin Books. Uiteraard ben ik het door uitlenen kwijtgeraakt.

Ik wist toen met zekerheid dat ik niet heteroseksueel, ook niet biseksueel (als zoiets bestaat), maar homoseksueel was, en dat ik erop moest rekenen dat mijn leven lang te zullen blijven. Dat het een ziekelijke afwijking was betwijfelde ik al lang, al was zulks nog steeds de gangbare opvatting.

Aan de lopende band werden homoseksuelen door psychiaters behandeld, met naar het heette mooie resultaten. Vooral in de Verenigde Staten van Amerika liep de therapie als een trein. Een vindingrijke Newyorkse psyschiater genas homo's door hen op een filmscherm opwindende beelden van homoseksuele aard te tonen om, zodra de patiënt een wellustige reactie vertoonde, hem een misselijk (onpasselijk) makend middel toe te dienen. De pers toonde zich geestdriftig, maar alles heeft zijn duur. De na een voltooide therapie als genezen ontslagen homo's gingen allen op den duur gewoon wederom doen waar ze zin in hadden. Het enige effect dat nog lang stand hield was dat zij, als ze per ongeluk op straat de betrokken psychiater tegenkwamen, onmiddellijk heftig moesten braken. Maar wel zijn er heel wat mensen schatrijk geworden aan het behandelen van homoseksuelen zonder er ook maar één te hebben genezen, aangezien er niets te genezen viel, maar daarover later meer.

Homosexuality door H. West was een degelijk boek, zonder hinderlijke pretenties maar rijk aan informatie en vrij van elk ongevraagd zedelijk oordeel. De bedoeling van de auteur was: alle theorieën en ideeën die aangaande de gelijkslachtelijke liefde ooit gecolporteerd waren zo exact mogelijk te beschrijven. Verder vermeldde hij in welke cultuur de herenliefde respectievelijk chic, een voorrecht, verheven, alledaags, vulgair of tegennatuurlijk werd gevonden en dienovereenkomstig bejegend tussen de uitersten van een sacraal instituut dan wel een duivelse misdaad.

Vele van de moderne theorieën over het ontstaan van de geaardheid (want het moest, als iedere afwijking, een oorzaak hebben) hielden die oorzaak op 'zielszwakte', onmatige masturbatie in de jeugd, het slechte voorbeeld, verleiding, en dergelijke: het was een verworven ziekte en een verworven afwijking.

Auteur West bekeek alle theorieën, maar geen enkele hield onder zijn kritiek stand. Wel zeer interessant was de theorie van de Duitse arts Ulrichs, die de homoseksuelen als een derde geslacht beschouwde, dat hij in verband bracht met de planeet Uranus en naar dit hemellichaam Uraniërs of Urningen noemde. Het was meer een mythe dan een wetenschappelijke hypothese, maar wel werd de homo vrij verklaard van enige schuld: hij was homo door een kosmische bestiering, door het lot, en bij geboorte. In wetenschappelijke termen vertaald betekende het dat het homo zijn een erfelijk gegeven was.

Auteur West wees die visie niet bij voorbaat af. Dat was iets bijzonders, want men bedenke dat toen, veertig jaar geleden, milieu, maatschappij en opvoeding het karakter en gedrag van de mens heetten te bepalen. Maar West wees op de vele geslaagde en gelukkige levens na een gruwelijke jeugd. En hoe verklaarde men dat van twee broers, weinig in leeftijd verschillend en in één zelfde gezin en milieu opgegroeid, de ene een homo en de andere hetero werd?

Maar hoe zoude men kunnen bewijzen dat het homo zijn een erfelijk bepaald feit was? Men zoude daartoe de seksuele gerichtheid moeten onderzoeken van reeds kort na de geboorte van elkaar gescheiden en in totaal verschillende milieus volwassen geworden eeneiige tweelingen. Zulk een onderzoek, schreef West, was in de Verenigde Staten verricht. En op enkele gevallen na die twijfelachtig bleven, bleek het volgende: als de ene helft homo was, was de andere helft het ook, en dito wat betreft het heteroseksueel zijn. Het statistisch materiaal was niet overvloedig groot, zodat het toeval niet geheel was uitgesloten. Maar een volgend, uitgebreider onderzoek kon dat toeval uitsluiten.

Het was een merkwaardig boek. Veertig jaar geleden was er in Nederland op academisch gebied vrije meningsuiting. Nu zoude West aan een Nederlandse universiteit zijn visie niet ten gehore kunnen brengen, want een vooruitstrevende studentenbond bepaalt welk wetenschappelijk standpunt gehoord mag worden en welk wetenschappelijk onderzoek kan worden toegestaan.

Ik denk nog vaak met dankbaarheid aan West zijn boek, al ben ik het kwijtgeraakt. Want, zo dacht ik, als mijn homo zijn een genetisch gegeven is waar ik noch iemand anders wat aan kan veranderen, dan heb ik mijzelf niets te verwijten, en ben ik slechts verantwoordelijk voor mijn daden.

Het lot is niet uitsluitend een beperking. Het is ook: bevrijding. (De gewilligen laten zich door het lot leiden, de onwilligen worden door het lot medegesleurd. Dat zegt Horatius, een beroemd Romeins dichter.)

Intussen heb ik in die veertig jaren niet stil gezeten en ook het genetisch onderzoek heeft niet stil gestaan. Een aangeboren variant zoals linkshandigheid is aantoonbaar in de anatomie van de hersenen. Zoude dan ook homoseksualiteit in de structuur van de hersenen te zien moeten zijn? Dan zoude er aan veel tweedracht een einde kunnen komen. (Mij is de rijkdom van beide - linkshandigheid én homoseksualiteit - geschonken, zodat ik nooit ziek ben, en ook rooms-katholiek ben geworden.)

Een Amsterdams neuroloog, professor D. Swaab, deed enige tijd geleden een onderzoek, waarbij hij de beschikking kreeg over de hersenen van dode mannen van wie vaststond dat zij homo's waren. En ziet: bij de sectie trof hij in een bepaald deel van de hersenen steeds eenzelfde afwijkende structuur aan, die in de hersenen van hetero's niet voorkwam.

Hoe overtuigend de resultaten van zijn onderzoek waren weet ik niet, maar hij maakte er gewag van, en het werd nieuws in de pers. Toen pas bleek, welk een ernstig verzuim Professor Swaab had begaan: hij had voor zijn onderzoek geen voorafgaande toestemming gevraagd bij de homoseksuele vakbond, het C.O.C. Nu, de gevolgen lieten zich zien en horen: een grote groep gemotiveerde personen verscheen op Zondagmorgen voor Professor Swaab zijn woning in Amstelveen, roepende in koor en met grote stem: 'Dick, snijd in je eigen p(..)!' Wel eigenaardig, als men bedenkt dat Professor Swaab wel een onderzoek deed dat met seksualiteit te maken had, maar daartoe hersenen en géén geslachtsdelen onderzocht. Maar de aanhangers van die vakbond hebben geen hersenen doch wel geslachtsdelen, dus op een bepaalde manier klopt het. Daarom is er ook een God of Iets of Iemand Die alles gemaakt heeft en laat geschieden, want zoiets als die betoging in Amstelveen kan geen sterveling zelf bedenken. Het zijn boeiende tijden.

Het leven is geweldig, en daar is niets aan te doen. Of dacht U soms van wel? Ons bestaan is toch één groot feest?

Neen, ik laat U niet in de steek: ik kom terug, net als de dokter tot het niet meer nodig is. U moet gewoon doorgaan met de pillen, en vooral de kuur geheel afmaken, want ik kom niet voor Jan L(..) dag en nacht bij U langs.

Gerard Reve

Uit: Verzameld Werk
deel 6
L.J. Veen
2001

Reacties

Geachte heer Verburg,


Ruim een week geleden stuurde ik de volgende brief naar Arco Verburg, voorzitter van het Amsterdamse stadsdeel De Baarsjes. Verburg heeft nog niet geantwoord. Zelfs een ontvangstbevestiging kon er niet af. Ook elders heeft PvdA-politicus Verburg geen opening van zaken gegeven over zijn poging om via de internetprovider een kritische website uit de lucht te halen. Voor mij is het stilzwijgen van de stadsdeelvoorzitter aanleiding om bijgaande brief openbaar te maken.

Aan de heer Arco Verburg

Stadsdeelvoorzitter De Baarsjes Amsterdam

(Woonplaats), 8 februari 2008

Geachte heer Verburg,

Ongeveer een week geleden dreigde Weblog Support, onderdeel van Ilse.nl, op verzoek van Stadsdeel De Baarsjes de website Hoeiboei binnen 24 uur te sluiten. De aanleiding tot dit dreigement was een vermeende schending door Hoeiboei van de privacy van Enver Varisli, medewerker van het door De Baarsjes opgerichte Meldpunt Moslimdiscriminatie.
Hoeiboei: diescriemienasie

Op Hoeiboei stonden twee verwijzingen naar een poging van Varisli, namens het Meldpunt, om het omstreden werk van tekenaar Gregorius Nekschot te verwijderen via een klacht bij diens internetprovider. Geen geringe zaak, want in Nederland moet de rechter - en niet een zelfbenoemd meldpunt - uitmaken of tekeningen door de beugel kunnen.

De vermelding van deze poging tot censuur dient daarom een maatschappelijk belang. In dit geval is er dus geen sprake van privacyschending. Varisli treedt bovendien namens het Meldpunt naar buiten, bezoekt scholen om bekendheid te geven aan zijn werkzaamheden, en komt zelfs voor op een openbare adreslijst van De Baarsjes.

Het gaat hier niet om een onbekende medewerker van het stadsdeel, die per ongeluk is blootgesteld aan publieke aandacht. Dit alles was voor mij aanleiding om op mijn website kritische aandacht te besteden aan de actie van De Baarsjes en Weblog Support.
Big Brother beveelt: doe het licht uit!

Ook andere, in karakter zeer uiteenlopende websites hebben aandacht aan deze zaak geschonken, onder anderen Willem de Zwijger, Nieuw Religieus Peil, Het Vrije Volk, SIOE Nederland, GeenStijl, Lux et Libertas, Aad Leering en Bert Brussen. Algemeen wordt door deze websites de actie van De Baarsjes gezien als een poging om een kritisch weblog als Hoeiboei het zwijgen op te leggen.

Deze verontrusting is afgelopen week toegenomen door een tweede poging tot censuur via een klacht bij de internetprovider. Hierbij was ook al een discriminatiemeldpunt betrokken, in dit geval het Meldpunt Discriminatie Internet (MDI). Slachtoffer van deze actie was de site van SIOE Nederland. In de update van mijn webartikel kunt u lezen dat ik weinig op heb met een aantal ideeën en met het wereldbeeld van SIOE. Wel kan ik me wat voorstellen bij hun grote zorgen over de islamisering van Europa. Gisteren las ik bijvoorbeeld nog dat de anglicaanse bisschop van Canterbury invoering van delen van de sharia in Groot-Brittannië onvermijdelijk acht.

SIOE heeft het volste recht om zijn zorgen en meningen hierover te uiten. In dit geval geldt het woord van Voltaire: Ik ben het niet met u eens, maar ik verdedig uw recht om deze mening te geven. Het is verontrustend dat een meldpunt als het MDI zich voordoet als een instantie van de Nederlandse regering en met vage klachten de sluiting van een islamkritische website weet te bewerkstelligen. Na vele protesten is de sluiting van SIOE Nederland overigens ongedaan gemaakt.

Aan het dreigement om Hoeiboei te sluiten is nog geen gevolg gegeven. Ik heb begrepen dat de beheerster van de site enkele wijzigingen heeft aangebracht in de artikelen uit februari 2006, maar daarna geen reactie of uitleg meer heeft ontvangen.

Stadsdeel De Baarsjes, hult zich al meer dan een week in stilzwijgen. Daarom stel ik u hierbij de volgende vraag. Wie er politiek verantwoordelijk voor de stappen van het stadsdeel tegen Hoeiboei? Kan het stadsdeel tekst en uitleg geven over zijn optreden in deze zaak?

Overigens kan ik me niet aan de indruk onttrekken dat Hoeiboei niet in goede aarde valt bij de gevestigde politiek in Amsterdam. In een discussie op de website van de PvdA Amsterdam bestempelt het bekende partijlid Job van Amerongen de mensen achter Hoeiboei zonder argumentatie als ‘obscure fundamentalisten’. Al of niet bij wijze van grap lijkt hij de sluiting van Hoeiboei wel een goede zaak te vinden.

Job van Amerongen: Vergelijkingen Job Cohen zijn onjuist en contraproductief (zie de reacties)

Bij alle redactionele teksten op Hoeiboei is de naam van de auteur vermeld, dus obscuur is dit weblog allerminst. Op de site staan artikelen van onder anderen Nahed Selim, Annelies van der Veer, Hikmat Mahawat Khan, René Marres, Ebru Umar Karel Gabler, Afshin Ellian en Kees Bakhuyzen, stuk voor stuk auteurs die men toch moeilijk als ‘obscure fundamentalisten’ kan omschrijven. Desondanks matigen prominente PvdA’ers zich een oordeel aan, waarmee men een mogelijke sluiting van Hoeiboei denkt te kunnen legitimeren.

Hopelijk kunt u mijn ongerustheid wegnemen door opening van zaken te geven en duidelijk te maken dat Stadsdeel De Baarsjes zal afzien van verdere stappen tegen Hoeiboei.

Met vriendelijke groet,


Carel Brendel

(Adres, woonplaats, telefoonnummer, emailadres)

PS Uit uw curriculum vitae (op de website van De Baarsjes) maak ik op dat u wel eens een boek leest. Ik kan u mijn boek Het verraad van links sterk aanraden. U zult dan begrijpen waarom ik me zo druk maak over deze kwestie.

Homepage Het verraad van links

bij gebrek aan argumenten, het mes


Uitgelicht: NRC, opiniepagina, 15.2.2008: Emeritus hoogleraar H.W. von der Dunk: Infantiele leuzen vormen geen democratisch recht.

(....) Wanneer nu infantiele leuzen worden gepropageerd als dat het 'een democratisch recht' is om naar hartelust te mogen beledigen, dan zijn we met onze vrijheid terug in de zandbak. Dan is er ook geen reden om geschokt te zijn als iemand het eveneens zijn vrij recht noemt om op zijn manier terug te slaan. Bij gebrek aan argumenten bijvoorbeeld met een mes.
H.W. von der Dunk is emeritus hoogleraar geschiedenis.

Heeft u ook voorbeelden van Jip-en-Janneke-verslaggeving/berichten/foto's gehoord/gezien op radio of televisie? Stuur deze, met bronvermelding, dan naar hoeiboei.web-log.nl. Gebruik het mailformulier (linksboven).

Haram handen

Ebru3fu


Haram handen


In al zijn wijsheid heeft de burgemeester van Amsterdam besloten dat ambtenaren van de sociale dienst vrouwen geen hand hoeven te schudden uit naam van hun geloof. Eerst hadden we de ambtenaren van deburgerlijke stand die weigerden homo’s te huwen, en nu hebben we ambtenaren van de sociale dienst die weigeren vrouwen de hand te schudden. Het volgende wapenfeit dat de kranten zal halen laat zich raden: het verlagen van de huwelijksleeftijd van meisjes naar twaalf jaar. Want vrouwen zijn haram en meisjes van dertien zijn extra haram. Ofzo. Ambtenaren die te zijner tijd zullen weigeren een dergelijk huwelijk te sluiten worden publiekelijk gestenigd, maar dan de verlichte variant hiervan. Steniging middels Kamervragen. Door Marianne Thieme (mag het meisje en bruidje in kwestie haar goudvis meenemen naar haar echtgenoots huis of wordt het door de wc gespoeld?) en Geert Wilders (kan Cohen bewijzen dat hij joods is? Tot die tijd is hij Palestijn. Of Arabier. Mensen met een dubbele nationaliteit mogen geen burgemeester worden!). Ach ja. De soep wordt zelden zo heet gegeten als ie wordtopgediend.

Maar dit is Amsterdamse soep. Goor dus. Geserveerd in een ambiance waar het begrip service ontbreekt en de bediening bestaat uit een stel wereldvreemde mensen die de boel bij elkaar willen houden. Hoe je die onsamenhangendeboel bij elkaar houdt wordt ook steeds duidelijker. Je degradeert vrouwen tot tweederangsburgers. Vervolgens genees je homo’s hoewel je die eigenlijk beter preventief kunt opsluiten – net als vrouwen. En zo leef je nog lang en gelukkig nadat je alle hoogopgeleide Amsterdammers de stad uit hebt gejaagd en het gepeupel, het PvdA stemvee, de stad heeft overgenomen. Resten nog drieëndertig randjongeren, die Job bij naam kent - jammer alleen dat op de een of andere wonderbaarlijke wijze de overvaller die telkens weer de kiosk in mijn straat berooft er nooit bij zit. Als Marcouch dit tuig nog even het land uitzet isAmsterdam het paradijs zoals Cohen het voor ogen heeft. Jammer alleen dat die Marokkaan van die onhaalbare plannen heeft maar ja, Amsterdam is de stad van woorden, het begrip daden ontbreekt in de woordenboeken die hier verkocht worden.

Job Cohen, de burgemeester van Amsterdam beweert met droge ogen dat in zijn stad, de stad die wereldwijd bekend staat om haar red light district, dope en drugs, alcohol en alles wat god verboden heeft, ambtenaren vrouwen de hand niet mogen schudden. Job Cohen, de burgemeester van Amsterdam, ondersteunt mannelijke fossielen in hun overtuiging dat vrouwen minderwaardige wezens zijn, wier mensenrechten geschonden mogen worden en aan wie je geen respect hoeft te tonen. Job Cohen, de grootste crimineel van Nederland, heeft mij ooit in een bomvol Paradiso toegesnauwd dat ik niet in Amsterdam hoef te wonen als het me hier niet bevalt. Ik heb het onthouden. Ik zal de stad verlaten. Maar eerst ga ik Cohen dagen voor schending van de mensenrechten, en die van vrouwen in het bijzonder. Ik hak je in juridische mootjes Cohen, ik zweer hetje. Al is het het laatste wat ik doe in deze klotestad.

Ebru Umar
in Metro, 15.2.2008

Anton C. Zijderveld contra Geert Wilders

Logo


Anton C. Zijderveld contra Geert Wilders

In Het Financieele Dagblad (26-1-08) schreef Anton C. Zijder­veld, emeritus hoogleraar sociologie en adviseur van het CDA, een stuk 'Het moet niet gekker worden!'. Zo weet je al meteen dat het over Geert Wil­ders van de Partij voor de Vrij­heid (PVV) zal gaan. Zijderveld begint met het rumoer rondom de anti-Koran film die Wilders aan het maken is, te memoreren, terwijl de inhoud ervan nog niet eens be­kend is.

'niemand weet of die [film] er komt en zo ja dan weten we niet wat erin staat, of bijvoorbeeld de Koran verscheurd of verbrand wordt. Voor moslims een onaanvaardbare heilig­schennis, voor niet-moslims een historisch pijnlijke daad, want we hebben onze bekomst van een regime dat zijn wreed­heden begon met een boek­verbranding.'

De laatste zin is een verwijzing naar de Duitse nationaal-soci­alisten, zoals ook blijkt uit de volgende. Zijderveld weet 'Je mag van­daag de dag geen vergelijkingen maken met de jaren der­tig ()'. Daarom haalt hij de nazi's erbij zonder ze te noemen.

Wilders heeft echter niet aangespoord tot verscheuren of ver­branden van de Koran. Hij zei dat moslims die een behoorlijk boek willen overhouden er de helft uit zouden moeten scheuren. Zijder­veld maakt daar - hij is niet de enige - op demagogische wijze iets anders van. Zeker,

Wilders heeft in de Tweede Kamer ge­pleit voor het verbie­den van de Koran, maar hij heeft er in zijn plei­dooi op gewe­zen dat de ver­koop van Mein Kampf van Hitler al verbo­den is. Was en is dat verbod ook nazi-achtig? Als het ene nazi-achtig is, dan ook het andere. Neder­land was dus nati­o­naal-socialistisch bezig toen het het standaardwerk van de na­zi's verbood. Een ab­surde conclusie natuurlijk, maar daar leidt de vergelijking van Zij­derveld toe.

Hij heeft nog een pijl op zijn boog. Wat hem ook aan de nazi's doet denken is:

'Dat gepraat over het einde van de poli­tiek partijen en de toekomst van een charismatische, voortdu­rend in de media optre­dende Leider is er een voorbeeld van.'

Heeft hij het hier over ex-VVD'er Rita Verdonk, die een bewe­ging wil, of Wilders of beiden? Jan Ma­rijnissen van de Socia­listische Partij (SP) is meer een leider en heeft meer uitstra­ling dan Wil­ders. Zowel voor de SP als voor de PVV treden ook andere parlementariërs op. Pim Fortuyn had charisma en Labour-partijleider Tony Blair heeft het lange tijd gehad, totdat men hem niet meer geloofde, net als Hitler en Mussolini het helaas hadden. Maar het is ongerijmd en smerig om wegens dit gelijke punt de ver­bin­ding van hen met deze fascis­ten te leggen. Het gaat er ui­teraard om wat zulke figuren met dit charisma doen, wat ze ermee willen be­reiken.

Zijderveld geeft toe dat onze islamitische medeburgers Wil­ders in de kaart zouden spelen als ze, 'indien de film voor hen schok­kend en beledigend zou zijn', ons land op stelten zouden zet­ten. 'Het verstandigste en meest vernietigende voor Wilders zou zijn dat ze niet zouden reageren.'

Denkelijk zou Wilders dat prima vinden. Dan heeft hij zijn doel, voorlichting voor een groter publiek, zonder problemen bereikt. Wat Zij­derveld suggereert, dat Wilders graag geweld ziet als gevolg van zijn verbale acties, is kwaad­sprekerij. Uiteraard is het zwaar voor hem dat hij 24 uur per etmaal be­veiligd moet worden tegen aan­slagen.

Vervolgens schrijft Zijderveld:

'Wat ik als oplettende burger van dit land nog het meest irri­tant vind aan de niet aflatende provocaties van Wil­ders, is het feit dat ze ons vele miljoenen aan belasting­geld kosten.'

Zo probeert hij de laatste verdedigingslinie van de vrijheid van meningsuiting, beveiliging door de staat van wie de islam be­kritiseert, te ondermijnen. Hij wil liever niet betalen voor de bescherming van de democratie, maar voegt even later wel toe dat Wil­ders natuur­lijk bevei­ligd moet worden. Om dit vervolgens aan het slot van zijn tirades tegen deze 'stokebrand', weer af te zwak­ken, want:

'aan hem dan wel de verantwoordelijkheid het met zijn pro­voca­ties niet gekker te maken.'

De suggestie is: geen islamkritiek meer, want moslims - en Zijderveld - vatten immers elke kritiek op de islam op als een provocatie; anders moet die dure bevei­liging maar eens stoppen. Vermoedelijk is Wilders' voorlichting over de Koran hoogno­dig voor de onwetende Zijderveld. Maar vaak is het ook zo dat men­sen als hij niet willen weten wat de Koran en de orthodoxe islam inhouden.

René Marres

René Marres is auteur van Vermoord en Verbannen (Uitgeverij Aspekt

Keppeltje



Keppeltje

Afgelopen zondagmiddag moest Ischa een lezing houden.
Voor een min of meer religieus gezelschap.
In een kerk.
Dat vindt hij leuk.
Om zo af en toe voor rabbijn te spelen.
Maar dit keer was er een probleem.

'Ik ga uit de bijbel voorlezen, Cor,' zei hij. 'Uit de joodse bijbel. En moet ik dan een keppeltje op?'
'Wat vind je zelf?' vroeg ik. 'Ik weet het namelijk absoluut niet. Omdat ik een goj ben.'
'Jij bent een hálve goj,' antwoordde Izzy-Boy. 'Want als een goj heel lang met een jood omgaat, zijn er twee mogelijkheden: Of hij wordt antisemiet. Of een halve jood.'
'Of gewoon stapelmesjogge,' zei ik.
'Maar wat moet ik nou?' zeurde Izzyolieootje. 'Moet ik nou mijn keppeltje op, straks in die kerk?'
'Bel je broer op,' zei ik. 'Want die is orthodox.'
'Ja,' teemde Het Baasje. 'Maar dan moet ik zeggen dat ik in een kerk uit de joodse bijbel ga voorlezen - en dat vindt die orthodoxe broer van mij vast helemaal niet leuk.'
'Dan bel ik hem op,' besliste ik, om van het gezeur af te zijn.
Maar Ischa hing zelf al aan de telefoon.
Hij belde zijn broer.
En zijn broer zei iets aan de andere kant van de lijn.
En toen hing Ischa, na een kort gestameld dankjewel, weer op.
Hij keek zeer blij.
'En wat zei die orthodoxe broer van je?' vroeg ik, nieuwsgierig.
'Hij zei,' zei Izzy. 'Hij zei: "Steek er in ieder geval eentje bij je." Dat zei-d-ie. Mooi, hè?'
En toen moest ik toch zo lachen, zo verschrikkelijk lachen - om die typische joodse handigheid.
Steek er in ieder geval eentje bij je!
Alsof het een condoom betrof!
Hahahaha!
Hé, kleine oetlul, zet je Franse keppeltje op, en zing, mijn jongen, zing, zing, zing!

Ischa Meijer

Uitgesproken door Cor Galis, 15 september 1992.

Uit: Zing m'n jongen zing!
Cor Galis leest Ischa Meijer
Prometheus
1997

Arme kaas

Kaas

Arme kaas

Het gaat niet goed met kaas. Vroeger was kaas gezond, lekker en vagelijk deugdzaam - het Nederlands Zuivelbureau maakte er opgewekte reclame voor ('uit het vuistje' - een vondst uit 1965). Chic ook: Albert Heijn-filialen in betere buurten hadden een ruime kaasafdeling, in volkbuurten een voor vleeswaren. Maar dat is allemaal veranderd. Wie een béétje verstand heeft, weet al lang dat een boterhammetje met jam minder calorieën levert dan een met kaas. Martijn Katan, eminent voedingswetenschapper, wees onlangs met leedvermaak op het feit dat zelfs een broodje kroket minder vet bevat dan een broodje kaas.

Het is het vet, het dierlijke vet, dat kaas zo lekker maakt - en tegelijk tot een boerse outcast in de salon van de algemeen beschaafde voedingsmiddelen. Pogingen om het vetgehalte te verlagen hebben onmiddellijk ellendige gevolgen voor de smaak. Het is een zorgelijke toestand, tenminste voor wie zich iets van die beschaving wil aantrekken. Op voedselgebied is dat gelukkig niet verplicht - nog niet tenminste.

Ileen Montijn

Yasmina Reza schrijft treffend portret van Sarkozy op campagne

Reza_1


‘Als ik niet bestond zou men me moeten bedenken’

Yasmina Reza schrijft treffend portret van Sarkozy op campagne

De Franse schrijfster Yasmina Reza mocht de Franse presidentskandidaat Nicolas Sarkozy op de voet volgen tijdens zijn verkiezingscampagne en kreeg van hem alle vrijheid om in haar verslag te schrijven wat ze wilde. Het heeft een treffend boek opgeleverd. Tussen de regels door valt duidelijk te merken dat Yasmina Reza veel waardering heeft voor haar onderwerp, maar ze maakt dankbaar gebruik van de haar gegeven vrijheid en geeft zich nergens over aan slaafse idolatrie. Daarmee is L’aube le soir ou la nuit (letterlijk: de dageraad, de avond of de nacht) vooral een eerlijk boek geworden, dat niet alleen veel zegt over Sarkozy maar ook over Yasmina Reza zelf.

L’aube le soir ou la nuit was najaar 2007 dé literaire sensatie in Frankrijk. Veel publiciteit, hoge verkoopcijfers. Ongeacht hoe men over Sarkozy denkt - en het boek benadrukt nogmaals dat de meningen omtrent hem een zeer wijd spectrum beslaan - is het duidelijk dat de Fransen genieten van nieuw leven in de politieke brouwerij na de uitermate saaie periode-Chirac. Sarkozy mag dan uit dezelfde partij komen en onder Chirac Minister van Binnenlandse Zaken zijn geweest, het verschil tussen de twee kon niet groter zijn. Het wordt nergens expliciet gezegd, maar een enkele keer blijkt uit het verslag van Yasmina Reza dat Sarkozy weinig op heeft met zijn voorganger, en dan druk ik me nog mild uit. Sarkozy is weinig aimabel en hij maakt duidelijk dat dat ook allerminst zijn ambitie is: ’Het feit dat je je laat verkiezen tot President van Frankrijk houdt niet in dat iedereen van je hoeft te houden’.

Het beeld dat Yasmina Reza van Sarkozy schetst vertoont opvallend veel tegengestelde gezichten. Tegenover de zelfverzekerde houding - vaak op het arrogante af: ‘Als ik niet bestond zou men me moeten bedenken’ - staat de kleine jongen die verlegen lacht als Reza hem wijst op zijn continue gesnaai (geen snack is veiling voor Sarkozy). Tegenover de pragmatische politicus die het volk vaak nauwelijks te verteren clichés voorschotelt, staat de man met een visie die het geen moer kan schelen wat men van hem vindt, als maar duidelijk is dat hij opkomt voor zíjn ideeën. Hij stelt er op die momenten zelfs extra veel plezier in de knuppel in het hoenderhok te gooien om te kijken welk effect zijn woorden teweegbrengen. Hij doorbreekt ook de politieke taboes door duidelijk uiting te geven aan zijn minachting voor zijn opponente: ’Helpt mevrouw Royale mij? Dat is niet zeker. Het is niet zeker of het feit dat je niks voorstelt per se een handicap zou zijn in Frankrijk.’ Zijn minachting voor links Frankrijk komt ook tot uiting als Yasmine Reza opmerkt dat hij zeer lovend is over de linkse politieke leiders Zapatero, Blair en Prodi. ’Die zijn niet links! Alleen in Frankrijk bestaat nog een linkse politiek!’

Naast de bedreven politicus staat de mens Sarkozy die het hele circus feilloos doorprikt. Als hij een horde aanhangers treft in een station, volgt de ontluisterende ontboezeming als hij achter het glas van een coupéraam heeft plaatgenomen waar de menigte hem niet langer kan horen. Terwijl hij de horde vriendelijk toelacht, sneert hij naar zijn team: ’Wie heeft dat stelletje gestoorde schreeuwlelijken op me losgelaten? Jullie begrijpen ook helemaal niks. Kan ik dan nooit alleen zijn?’

In zijn meest indrukwekkende toespraak biedt Sarkozy op weinig verhullende wijze weerwoord aan Le Pen, die zich had afgevraagd of de zoon van een immigrant wel President van Franrkijk kon worden: ’Ja, ik ben een Fransman van gemengd bloed die denkt dat men Frans is afhankelijk van de liefde die men voelt voor zijn land, van het belang dat men hecht aan zijn universele waarden. […] Je bent niet alleen Frans door je afkomst en je voorouders. Je bent Frans omdat je Frans wilt zijn, omdat je er trots op bent Frans te zijn. Omdat je verplichtingen voelt ten opzichte van Frankrijk, omdat je het land dankbaar en erkentelijk bent.’ Reza hoort in de woorden van Sarkozy een echo van de woorden die haar vader ooit tegen haar sprak. Geboren in Moskou uit Iraanse ouders en getrouwd met een Hongaarse, zag vader Reza in Frankrijk zijn ideaal en hij uitte dit door zich Franser dan de Fransen te gedragen. ’Kijk naar Parijs kinderen, kijk naar Parijs, de mooiste stad van de wereld, jullie hebben het geluk in de mooiste stad van de wereld te wonen.’

Terecht valt Yasmine Reza de ’intellectuele’ wereld aan, die via een petitie in de krant oproept om op Ségolène Royale te stemmen. Ze vraagt zich af met welk recht deze groep zichzelf tot ’intellectueel’ bestempelt. Maar de mooiste momenten zijn die waarop de politiek wordt losgelaten en er zich een persoonlijk gesprek tussen de twee ontwikkelt:
‘Ik zeg hem dat ik nog steeds houd van de mannen die ik heb liefgehad. Hij haalt de schouders op alsof ik een onvergeeflijke stommiteit heb geuit.
- Ja, ik verzeker het je. Ik ben altijd blijven houden van de mannen die ik heb liefgehad.
- Alsjeblieft!
- Ik houd nog steeds van ze, maar op een andere manier.
- Alles is op een andere manier, lieve schat. Denk niet dat ik een idioot ben. Vanaf het moment waarop je de liefde een naam kunt geven, houdt zij op te bestaan.’ Met de recente ontwikkelingen in zijn privéleven in gedachten, zegt het veel over de mens Sarkozy.

Even veelzeggend zijn de woorden die hij uit als hij tot president is gekozen: ‘Ik kan je niet zeggen dat ik ongelukkig ben… Eindelijk ben ik bevrijd van die last.’ Sarkozy heeft zijn grootste ambitie bereikt en voor even lijkt de vlam gedoofd. Hij biedt Yasmina Reza aan hem te blijven vergezellen, maar ze beseft dat haar taak erop zit. Het zou echter jammer zijn als Sarkozy een stapje terug zou doen. De woorden die hij tijdens de campagne richt aan het adres van Ahmadinejad (‘hij zou de Holocaust niet moeten ontkennen want hij wil er zelf een aanrichten‘) maken duidelijk dat Frankrijk met Sarkozy een president met visie en met lef heeft gekozen. Er is nog heel veel werk te doen.

Kees Bakhuyzen

Yasmine Reza: L’aube le soir ou la nuit. Flammarion, 190 blz.
Prijs: 18 Euro.

Keuzevrijheid voor middeleeuwse slavernij

Hoofddoek_top


Keuzevrijheid voor middeleeuwse slavernij

Een uurtje kijken naar Pauw & Witteman kan soms leerzaam zijn. Afgelopen vrijdag (8 februari) hadden de twee talkshowmasters een bijzonder leerzame uitzending.

Van schilder Jeroen Krabbé leerde ik waar hij de vakkennis en inspiratie vindt voor zijn artistieke werkzaamheden. Van René Danen, chef gedachtepolitie, leerde ik dat Geert Wilders een draaideurcrimineel is, die steeds weer opnieuw in dezelfde vorm van criminaliteit vervalt.

Jeroen Pauw en Paul Witteman namen de term gretig over. Ik vroeg me bij deze term af of Wilders inderdaad tientallen keren is betrapt en opgepakt. Zijn tegenstanders hebben talloze klachten tegen de PVV-leider ingediend, maar voor zover mij bekend is hij nog geen enkele keer aangehouden of veroordeeld.

En dat is maar goed ook. Geert Wilders heeft als parlementariër het recht om op zijn manier bezwaren te maken tegen de islam. Danen heeft op zijn beurt het volste recht om te demonstreren tegen de uitlatingen van Wilders. Jammer alleen dat hij nooit vertelt dat zijn stichting Nederland Bekent Kleur een door trotskisten beheerste extreem-linkse club is, die in het voorjaar van 2002 een hoofdrol speelde bij de demonisering van Pim Fortuyn.
(De wonderbaarlijke herrijzenis van Nederland Bekent Kleur

Danen, zo schreef ik eerder, heeft Nederland Bekent Kleur nieuw leven ingeblazen in de hoop, dat journalisten kort van geheugen zijn en vergeten hun archief te raadplegen. In het geval van Pauw en Witteman was die hoop niet vergeefs, want de twee brachten de trotskistische achtergrond van Danen c.s. niet ter sprake.

Het bewijs: Nederland Bekent Kleur is een trotskistische club

Wilders heeft in mijn ogen een aantal verwerpelijke ideeën. Het verbieden van boeken, ook al bevat de koran oproepen tot haat en geweld, is niet liberaal. Een verbod tot immigratie van moslims is pure discriminatie, net als het voorstel om de grondrechten van artikel 1 van de Grondwet niet te laten gelden voor moslims. Een verbod om moskeeën te bouwen gaat in tegen de vrijheid van godsdienst. Het voorstel om met scherp te schieten op relschoppers vind ik weerzinwekkend. Dat betekent dat Wilders de kans op verminking van wetsovertreders voor lief neemt. Er is op de wereld één ander rechtssysteem waar delinquenten worden verminkt. Precies, de sharia.

Toch zal ik niet tegen Wilders demonstreren met Nederland Bekent Kleur. Wilders opereert met zijn partij binnen het kader van de democratie, Danen en zijn trotskisten omarmen de totalitaire ideeën van Lenin en Trotski en zijn solidair met terroristische bewegingen als Hamas en Hezbollah.

In de uitzending van Pauw & Witteman zat Danen pal naast de advocate mr. Famile Arslan. De orthodoxe islam zij aan zij met extreem-links, een zekere symboliek ontbrak niet aan dit beeld. Famile Arslan heeft de cover van het Amerikaanse weekblad Time gehaald als succesvolle moslima en mocht opdraven om haar zegje te doen tegen een mogelijk verbod van de boerka.

Bij dit onderwerp was het VVD-Kamerlid Henk Kamp haar grote tegenstander. Kamp had twee dagen doorgebracht in Amsterdam-Slotervaart, de prachtigste wijk van Nederland. Hij toonde zich van een milde kant, was diep onder de indruk van een moskeedienst, maar gaf geen krimp bij het onderwerp boerka. “Een heel slap besluit”, noemde Kamp het om de boerka alleen te verbieden voor leraren en rijksambtenaren en het weren van dit kledingsstuk in het openbaar vervoer aan de bedrijven zelf over te laten. Kamp: “Een boerka moeten we niet willen in dit land. We moeten ergens een grens stellen.”

Mr. Arslan beriep zich op de vrijheid van godsdienst en op ‘de keuzevrijheid van de vrouw’. Kamp wees haar op Afghanistan, waar miljoenen vrouwen geen enkele keuzevrijheid hadden onder de Taliban, maar Arslan kon maar één weerwoord verzinnen. “Keuzevrijheid.” Voor mevrouw Arslan en al die andere goedpraters van het middeleeuwse kledingsstuk, dat miljoenen moslimvrouwen in slavernij houdt, citeer ik nog één keer uit het dagboek van de Nederlandse politieman Fred Kruyer, die vorig jaar enkele dagen doorbracht in het ‘bevrijde’ Afghanistan.

“Wat ik ook overal zie is die vervloekte boerka. De politieke correctheid waarmee sommige West-Europeanen dit als cultureel gegeven proberen te vergoelijken maakt me ronduit misselijk. Je moet er tussen rijden om de volkomen slavernij ervan te beleven. Ze zijn eigendom, maar het verschil met de meer traditionele slavernij is dat deze vrouwen voor de rest van de mensheid ook geen eigen identiteit meer mogen hebben. Je kunt alleen maar bestaan als er ook iemand is om dat waar te nemen. En dat is zo onmogelijk, behalve voor de eigenaar. Het is de ultieme vernedering.”

Een link naar dit citaat staat op mijn website. Het is een van de meest aangeklikte artikelen.

Het beroep van mr. Famile Arslan op de ‘keuzevrijheid van de vrouw’ is een volslagen pervertering van de vrijzinnige westerse waarden. Met een beroep op de emancipatie (“de vrouw zelf beslist”) praat zij het goed dat vrouwen worden weggestopt in stuitende middeleeuwse lappen, geeft ze haar zegen aan de ultieme vernedering van de vrouw. Ze weet donders goed dat bijna geen enkele vrouw vrijwillig in deze kleding rondloopt, niet in Azië en het Midden-Oosten, niet in Nederland; dat achter de zogenaamde keuzevrijheid een wereld van indoctrinatie en intimidatie schuilgaat.

Gelukkig staat de VVD net als Wilders achter een algemeen boerkaverbod. Maar waar staan de linkse partijen, die toch een traditie hadden in de strijd tegen de religieuze dwingelandij? Van minister Vogelaar weten we dat volgens haar de boerka ‘moet kunnen’. Minister Ter Horst is voor een beperkt boerkaverbod, het slappe compromis dat nu is uitgedokterd.

GroenLinks-leidster Femke Halsema deed in 2006 in de Tweede Kamer een opzienbare uitspraak over ‘een religieuze as van het kwaad die zeggenschap van vrouwen probeert terug te dringen’, een soort verbond van fundamentalistische moslims, fundamentalistische Amerikaanse christenen en de rooms-katholieke kerk. Welnu, als er één zaak midden op die religieuze as ligt, dan is het wel de boerka. Maar juist GroenLinks wil niets weten van een boerkaverbod. Kamerlid Naïma Azough is alleen voor specifieke verboden op scholen, maar op straat mag je alles van haar dragen, ook de aanstootgevende boerka.

Een boerkaverbod bevordert de uitsluiting”, beweerde eerder Marry Mos, aanvoerder van GL in Utrecht, alsof de vrouwen met een boerka niet al lang worden uitgesloten van onze maatschappij, door hun cipiers/echtgenoten.

In 2006 stelde Sylvain Ephimenco al vast waar de schoen wringt in een column over ‘lopende tenten’. “Ook bij GroenLinks zijn ze tegen een boerkaverbod. Logisch want als u of ik een bezoek aan de Tweede Kamerfractie van GL brengt wordt u door een gehoofddoekte medewerkster ontvangen die mannen geen hand wil geven. Althans, dit staat op de site Hoeiboei.nl en wordt in een officiële reactie van Olof van der Gaag (politiek coördinator GroenLinks) niet ontkend. Groen? Groen is ook de kleur waarin islamitische fundamentalisten hun vlaggen dompelen.”

Ephimenco ziet terecht een verband tussen de boerka en de hoofddoek. Het hoofddoekje is minder aanstootgevend dan de mensonterende boerka of niqaab, maar draagt op een mildere manier dezelfde boodschap uit: wij streven naar apartheid, tussen mannen en vrouwen, en tussen moslims en niet-moslims. Jolande Withuis vatte het aardig samen: “Hoofddoeken en sluiers introduceren een onderscheid tussen fatsoenlijke en onfatsoenlijke (dus vogelvrije) vrouwen. Het obscene mensbeeld dat burgers scheidt in twee soorten, die men strikt van elkaar gescheiden moet houden, impliceert dat vrouwen en mannen niet allebei in vrijheid kunnen leven.”

Over het misbruik van het begrip keuzevrijheid vond ik aardige citaten in Opinio (8 februari 2008). Benno Barnard en Geert van Istendael zijn twee Vlaamse intellectuelen die zich in het debat over de islam niet langer laten gijzelen door het bestaan van de fascistoïde partij Vlaams Belang. Over onze zuidgrens gaat het debat trouwens over de hoofddoek, niet over de boerka.

Barnard en Van Istendael: “In Vlaanderen heeft de hoofddoek tot een onbehaaglijk stemmend verbond tussen de linkse intelligentsia en de islam geleid, gesloten in naam van de Verlichting… De Vlaamse apologeten van de hoofddoek verdedigen dus in naam van de emancipatie het islamitische recht op de mildste vorm van terrorisme: vrouwenonderdrukking. ‘Keuzevrijheid!’ roept links met overslaande stem. Europa zou zichzelf nog opheffen uit respect voor zijn eigen principes.”

Carel Brendel


Carel Brendel is auteur van Het verraad van links