Een boek raakt de kern

In plaats van over de thesen van Sarrazin te discussiëren, geeft de regerende klasse de schrijver een politiek ”berufsverbot”.

Een psychoanalyticus zou van repeat performance kunnen spreken, een dwangmatig herhaalde realiteitsweigering. Dat is in ieder geval de indruk, die zich de laatste tijd vaker met het oog op het gedrag van de politieke klasse in Duitsland opdringt. Toen de voormalige SPD-voorzitter Kurt Beck in oktober 2006 op de problematiek van de Duitse ”onderklasse” wees, overtroffen vertegenwoordigers van de politieke klasse van zowel rechts als links elkaar onmiddellijk met de bijna reflexachtige bewering dat er toch helemaal geen onderklasse in het land van het sociale partnerschap zou bestaan.

Dat was een volstrekt verbluffend bizar verkeerd oordeel, want alle menselijke samenlevingen bezitten een hiërarchische orde, kennen boven en beneden. De Bondsrepubliek vormt hier uiteraard geen uitzondering op. Iedereen in het koor van de Beck-critici zou uit de drie omvangrijke armoede- en rijkdomrapporten van de regering zonder moeite de concrete realiteit van de zeer zeker stabiele onderklasse hebben kunnen halen, in plaats van haar bestaan te ontkennen. (de moeizame poging om dit bestaan met het moderne begrip van de ”precairiteit” te redden, mislukte vanwege de niet reële kunstmatigheid van dit woord.) Er werd direct stevige kritiek geuit met doorslaande argumenten (Zeit nr. 48/06). Maar geen van de verdedigers van de fictie van het land zonder onderklasse was openlijk bereid om zijn irriterende vergissing te corrigeren.

Nog opzienbarender en belangrijker is de blokkade, waarmee kwetsbare persoonlijkheden van deze politieke klasse op Thilo Sarrazins omstreden boek Deutschland schafft sich ab met een bijna klassieke discussieweigering hebben gereageerd. Nog voordat het boek überhaupt door de uitgever was uitgebracht, uitten zij – met de bondskanselier, de president, de president van de Duitse centrale bank en de SPD-voorzitter Sigmar Gabriel aan het hoofd – alleen op grond van enkele voorgepubliceerde delen van het boek in hun eigen persorganen (zonder te vragen wie daar volgens welke criteria deze passages had uitgezocht) hun bijtende kritiek.

Plotseling dook de roep naar het ontslag van Sarrazin uit het bestuur van de Duitse centrale bank op in de stijl van een politiek ”berufsverbot”, nog voordat zijn argumenten aan een kritisch controle onderworpen konden worden. Toch moesten er eerst 463 pagina’s van een niet altijd gemakkelijk te begrijpen tekst, aangevuld met bewijsmateriaal van talloze statistieken, worden gelezen.

De overhaast geuite vernietigende kritiek diende blijkbaar al in het voorveld van deze inspanning dusdanig te interveniëren dat in principe iedere rustige discussie in de kiem werd gesmoord. Dat was in de kern zo’n enorme aanval op de vrijheid van meningsuiting en op de van openbare discussie afhankelijke gemeenschap door de politieke machthebbers, zoals de Bondsrepubliek de afgelopen decennia nog nooit had beleefd. In zoverre gaat het bij deze discussie inderdaad ook om de grenzen van de vrijheidsrechten.

Ongeacht deze blokkadehandeling werden er binnen enkele weken tot begin oktober 1,1 miljoen exemplaren van het boek van Sarrazin verkocht. Tot Kerstmis zouden dat er 2 miljoen kunnen worden. Als men dit vermenigvuldigt met bewezen lezersaantallen van 12 mensen per exemplaar, zouden er ongeveer 24 miljoen lezers met de inhoud van dit boek in aanraking kunnen komen. Zo’n explosieve bestsellerbeweging is er tot nu toe in Duitsland niet geweest. De politieke klasse zal moeten reageren op deze opgestuwde interesse, zoals intussen is af te lezen aan Sigmar Gabriels nieuwe eis naar een vastberadener integratiepolitiek tot aan de uitwijzing van integratieonwillige personen en haatpredikers.

Zonder twijfel zijn er in Sarrazins boek niet echt weinig omstreden thesen of directe interpretatiepogingen, die tegenspraak of discussie vereisen – en volgens de auteur hier ook voor zouden moeten zorgen. Omdat ik van genetica überhaupt niet veel afweet, zou ik nooit resultaten vertrouwen die men als leek van deze wetenschap kan lenen zonder ze zelf te kunnen controleren. Dat zal op de meeste lezers ook van toepassing zijn. Voor een strikte argumentatie volstaat het volgens mij volledig om te steunen op de invloed van sociaal-culturele en politieke factoren.

Dan begeeft men zich in ieder geval niet op het gladde ijs om op de zogenaamd zekere erfelijk biologische these te vertrouwen, dat intelligentie voor ”50 tot 80%” (overigens een enorm verschil) erfelijk bepaald zou zijn. Dan komt men niet op het dwaalspoor terecht om intelligente mensen door een sociaaldarwinistische politiek bijna te willen fokken. (ook Sarrazin weet toch, dat zulke fokprocessen juist in Duitsland sinds de ervaring met de nazidictatuur die op deze manier zijn doel van de ”raszuiverheid” wilde bereiken – terecht op heftige afkeuring stuiten – ergo ook de uitleg van zijn talrijke andere argumenten moeilijker maakt.)
Dan komt men niet in de valkuil terecht om tot nu toe achtergebleven lagen van de bevolking, bijvoorbeeld migranten, een stabiel laag, overgeërfd IQ toe te dichten.

Juist de Duitse hervormingsuniversiteiten met hun onvermijdelijke regionale aantrekkingskracht hebben toch sinds de jaren-70 bewezen, dat talrijke talenten uit de enorme pool van grote families, waarin tot nu toe niet werd gestudeerd, uit deze families konden worden gezogen en naar de top konden worden gepromoveerd. Geen mens weet welke rol erfelijke intelligentie daarbij heeft gespeeld, het nieuwe onderwijspolitieke aanbod gaf kennelijk de doorslag. Wanneer Sarrazin, in het begin een veelbelovende economiehistoricus, zelf zulke ervaringen op universiteiten zou hebben kunnen opdoen in plaats van zijn beroepsleven als hoge bestuursman in de gesloten wereld van de hoge bureaucratie door te brengen dan zou hij het intelligentie- en promotieprobleem vermoedelijk soepeler hebben beoordeeld.

En toch: alleen met kritiek op echte en zogenaamde zwakke punten van Sarrazins boek is het blijkbaar niet gedaan. De massale weerklank is namelijk niet in de eerste plaats te danken aan de fascinatie voor erfelijke biologie en intelligentieonderzoek, ook al gaat de voorkeur van Sarrazin eerder uit naar data. Veelmeer bevat het boek meerdere belangrijke problemen. Een onbevangen, weloverwogen, verstandige discussie zou zich al lang op zulke punten van kritiek met succes hebben geconcentreerd. Waarom wordt er niet eindelijk vrijelijk door alle partijen gediscussieerd over het hoofdstuk over sociale ongelijkheid (47 pagina’s)? Waarom wordt het hoofdstuk over onderwijspolitiek (67 pagina’s) niet behandeld? Waarom wordt het hoofdstuk over de demografische ontwikkeling (60 pagina’s), waarover Biedenkopf, Miegel, Birg en andere bevolkingswetenschappers al jarenlang tevergeefs schrijven, niet eindelijk op de discussieagenda gezet? De uitkomsten van Sarrazin zijn toch allemaal provocerend genoeg geformuleerd. Het hoofdstuk over immigratie (75 pagina’s),waarin intellectueel en emotioneel gezien de scherpste kritiek en de meeste springstof zit, hoeft niet zijn best te doen om aandacht te krijgen.

Het hartstochtelijke hervormingspleidooi van een sociaaldemocraat

Blijkbaar heeft Sarrazin in zoverre de kern geraakt door wijdverbreide angsten toegespitst te articuleren en daarmee een verbluffende echo te veroorzaken. Ook hier geldt dat niet weinig argumenten uitstekend geformuleerd en de statistische bevindingen moeilijk te weerleggen zijn. Decennia lang heeft de Duitse immigratiepolitiek niet gelet op kwalificatie, taalkennis, integratiebereidheid, dit in tegenstelling tot klassieke immigratielanden zoals de VS, Canada en Australië. Miljoenen werden zonder afweging van de sociale kosten volgens het principe ”privatisering van de winsten” geïmporteerd.

Nu staat onvermijdelijk de ”socialisering van de verliezen” voor de deur, die alleen in miljarden berekend kunnen worden. In plaats van eindelijk zonder schroom te discussiëren over de integratieproblemen, verstoppen de meeste critici zich tot nu toe achter de hoge muren van hun bezwaren tegen Sarrazins teruggrijpen op de erfelijkheidsbiologie. Wie heeft zijn zorgen m.b.t. de toekomst van de Duitse samenleving bereidwillig erkend, wie heeft er begrip geuit voor Sarrazins kritiek op zwaarwegende nalatigheden, wie heeft het leesplezier van een ontwikkelde burger gewaardeerd, wie heeft het hervormingspleidooi van een bijna hartstochtelijke sociaaldemocraat gewaardeerd?

De discussie over Sarrazins boek moet eindelijk in een andere stijl worden gevoerd: weliswaar toegespitst op kritiek, maar ook open voor de behandeling van tot nu toe verdrongen problemen – niet in de laatste plaats om niet radeloos tegenover de massale weerklank te staan (alsof nieuw ontvlamde vreemdelingenhaat daarvoor een universele verklaring zou zijn). Na het schandaal rondom de ontkenning van de onderklasse en na de realiteitsweigerende verkeerde bestrijding van de eerste fase van de Sarrazin-discussie verdient de tweede fase het dat in vrije meningsuiting mogelijk alle aangesneden problemen met pragmatische liberaliteit en frisse openhartigheid worden behandeld.

Hans-Ulrich Wehler

Bron: http://www.zeit.de/2010/41/Wehler-Sarrazin

Vertaald uit het Duits door E.J. Bron

12 opmerkingen:

  1. Hans-Ulrich Wehler wekt de indruk de aanname van de erfelijkheid van intelligentie twijfelachtig te vinden. Nu mag men natuurlijk iedere empirisch wetenschappelijke aanname vanuit een soort radicale filosofische skepsis twijfelachtig vinden, maar de evidentie voor de aanname van de erfelijkheid van intelligentie is nogal sterk, en er zullen geen serieuze deskundigen op dit gebied te vinden zijn die zullen beweren dat intelligentieverschillen voor minder dan 50% of integendeel voor meer dan 80% op erfelijke factoren zijn terug te voeren. Sarrazin mag dan zelf op dit gebied een leek zijn geweest, hij is zelf geen domme leek, heeft zich goed geïnformeerd en heeft een goed inzicht welke bronnen hij in dezen voor betrouwbaar mag houden.

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Wehler komt nog met deze relativering inzake de erfelijkheid van intelligentie:

    "Juist de Duitse hervormingsuniversiteiten met hun onvermijdelijke regionale aantrekkingskracht hebben toch sinds de jaren-70 bewezen, dat talrijke talenten uit de enorme pool van grote families, waarin tot nu toe niet werd gestudeerd, uit deze families konden worden gezogen en naar de top konden worden gepromoveerd. Geen mens weet welke rol erfelijke intelligentie daarbij heeft gespeeld, het nieuwe onderwijspolitieke aanbod gaf kennelijk de doorslag."
    Sarrazin gaat zelf ergens op deze tegenwerping in; ik moet dat opzoeken. De kwestie is grosso modo: men wordt niet intelligenter door te studeren maar men kan succesvol studeren omdat men daarvoor voldoende intelligentie heeft. M.a.w. de succesvol afgestudeerden, die uit tot dusver niet studerende milieus afkomstig waren, waren met aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid reeds intelligent. Ze waren vaak ook sterk gemotiveerd, maar, spijtig genoeg voor de vele eveneens sterk gemotiveerden, is sterke motivatie alleen niet genoeg, aangezien de voor succesvol studeren naast motivatie evenzeer noodzakelijke intelligentie, naar men aanneemt, voor 50 tot 80% erfelijk bepaald is. Men kan die intelligentie door gemotiveerde inspanning niet onbeperkt opkrikken.
    Dus dat nieuwe onderwijspolitieke aanbod, zoals Wehler dat noemt, heeft zeker de mogelijkheden vergroot voor de intelligenteren onder de tot dusver niet studerende klasse om met succes te gaan studeren, en van mijn part noem je dat doorslaggevend, maar het is op geen enkele manier tegenbewijs tegen de aanname van de erfelijkheid van intelligentie.
    Dus als Wehler zegt: "Geen mens weet welke rol erfelijke intelligentie daarbij heeft gespeeld", dan zegt hij iets wat maar zeer ten dele waar is. Geen mens kan wat dan ook zeker weten, maar voor de meeste serieuze wetenschappers in dit gebied blijft overeind dat hierbij de voor 50 tot 80% erfelijke intelligentie een belangrijke rol heeft gespeeld.

    BeantwoordenVerwijderen
  3. Allereerst: door de houterige vertaling is dit stuk niet om doorheen te komen!

    Maar goed, de auteur hangt dit betoog erg op aan de psychoanalyse. Dat werkt niet. Oppervlakkig lijken er overeenkomsten te bestaan tussen de weerstand van politici tegen Sarrazin en de afweer van de patiënt in de psychotherapeutische relatie. Maar de 'gevoelens' waar politici zich op beroepen, zijn geveinsd.

    Als politici de realiteit ontkennen, in een multikul fantasiewereld leven en de werkelijkheid verdraaien, spreken we dan niet gewoon van macht en propaganda?

    BeantwoordenVerwijderen
  4. Het hier relevante hoofdstuk in Sarrazins boek is hoofdstuk 6, getiteld "Bildung und Gerechtigkeit", blz. 187-254, in het bijzonder vanaf blz. 208, onder het tussenkopje "Kann jeder alles lernen?"
    Het is mogelijk dat Sarrazin hier dingen zegt die sommigen aanstootgevend zouden kunnen vinden, maar dan zijn het in dit geval allemaal degelijk gefundeerde en gedocumenteerde aannamen die aanstoot geven.
    In het Duitsland, waar alom geloeid wordt dat er in de persoon van Sarrazin een racist is opgestaan, of minstens een sociaal Darwinist, dan wel iemand die niets van Darwin heeft begrepen (ook in het blaadje "Die Zeit" waarin van Wehler dit artikel werd geplaatst), vindt Wehler het mogelijk nodig (of meer opportuun)om toch maar een klein beetje afstand van Sarrazin te nemen en een klein beetje mee te gaan in de negatieve beeldvorming.
    Dat er ook op dit punt voor de negatieve beeldvorming geen grond is in Sarrazins boek kan Wehler, als hij zelf het boek goed leest, zelf vaststellen.
    Voor het overige ben ik het met de hoofdstrekking van Wehlers artikel natuurlijk van harte eens. Goed dat Duitse Bildungsbürger, die geregeld dat dikke wijsneuzenblad "Die Zeit" lezen, dit ook eens verorberen.

    BeantwoordenVerwijderen
  5. @Bernadette

    Ik stel voor dat u de volgende Duitse vertalingen voor uw rekening neemt!! Ik neem aan dat de webmaster(es) meeleest.

    Ik heb aan Hoeiboei ook duidelijk laten blijken dat ik het een erg lastige en statische tekst vond. Ik kon er niet echt veel mee. De tekst was echter te moeilijk om hem te laten "zwemmen" en "vloeien". Voor mij was het onmogelijk om hier iets vlot leesbaars van te maken. Daarvoor was de Duitse tekst van deze professor ook absoluut niet geschikt.

    Maar als Bernadette het nog een keer wil proberen....en dan minder "houterig", graag!!!!

    BeantwoordenVerwijderen
  6. @ E. Bron,

    Mijn complimenten, want ik vind je vertalingen over het algemeen uitstekend en als ik zie hoeveel werk je verricht en dat binnen zeer weinig tijd, waar je ook geen cent voor krijgt, vind ik die negatieve opmerking dan ook zeer misplaatst en erg overdreven.

    BeantwoordenVerwijderen
  7. Deze reactie is verwijderd door de auteur.

    BeantwoordenVerwijderen
  8. Het gaat bij de Duitsers helemaal niet om wat er echt in het boek staat. Dat geldt zowel voor de critici (Bundesbank & SPD waar Sarrazin eruit geflikkerd is zonder dat de verantwoordelijken het boek gelezen hebben en ook toegegeven hebben het nooit te zullen lezen) als voor het volk.

    Het gaat erom dat wat het volk dagelijks ziet en voelt door de terreur die de turken (vrnl) op hen loslaten en wat de struisvogels in Berlijn niet willen zien.

    Een statistisch boek (het is echt ploegen) van een coryfee op het juiste moment en het hele politieke landschap verandert omdat verreweg het grootste deel van de Duitse bevolking erachter is gaan staan.

    Gelukkig hebben ze in Duitsland niet eerst 2 mensen aan de islam geofferd en kan het met een boek (alhoewel die 2 nederlandse offers en de invloed van geert wilders niet onderschat moeten worden).

    Maar het gaat opeens wel heel snel en het mooie is dat de media opeens als een vaan in de wind aan het draaien is. Alsof toch vele redacteueren erop gewacht hebben.

    Gisteren was er zowaar een linkse talkshow waar de "linke" afgemaakt werden.

    Maar dit heeft niets met de inhoud van het boek te maken. Dit boek is de sleutel die de deur naar eerlijkheid opent.

    BeantwoordenVerwijderen
  9. Traduttore tradittore, wordt wel gezegd. Vertalen is moeilijk, zowel van eerste klas literatuur als van artikelen met in de oorspronkelijke taal stilistische tekortkomingen en/of niet heldere formuleringen. In het eerste geval is de vraag of je het als vertaler ooit even mooi kan maken als het in de oorspronkelijke taal is, in het tweede geval is de vraag of je het even lelijk moet laten als het in de oorspronkelijke taal is. Het stuk van Wehler valt vermoedelijk in de laatste categorie.
    Wie voor Duitse teksten niet op vertalingen is aangewezen kan ik het boek van Sarrazin zeer aanbevelen. Hier en daar vergt het door cijfers en tabellen wat meer inspanning, maar het merendeel van de tekst leest als een trein. Het is zeker niet het typische duitse geleerdenproza. Er is geen gejongleer met abstracties en het is bij vlagen geestig, ondanks de ernst van de boodschap. De nuchtere directheid deed me aan onze eigen Karel van het Reve denken. Ik heb er van genoten.
    Het zou goed zijn als dit boek vertaald werd. Ik denk dat daar in Nederland wel een markt voor zou zijn. Maar het zou geen kleinigheid zijn, 463 pagina's, en het zal voor de vertaler vooral een probleem zijn hoe je het in het Nederlands even mooi krijgt als het in het Duits is.

    BeantwoordenVerwijderen
  10. Hoe weet jij dat dit stuk 'houterig'vertaald is Bernadette?
    Heb je het duits ernaast liggen?

    BeantwoordenVerwijderen
  11. Sorry hoor, ik weet ook wel dat je bij vrijwilligerswerk nooit iets mag zeggen. De laatsten zullen de eersten zijn, nietwaar en leve het gristelijke lijden, dat egeft het recht op schuldmanipulatie. (Net als bij de overheid: het is graties, dus ...)

    Goed. Ik stapte meteen over op het Duitse origineel. Ben het wel met E.J. Bron eens dat deze man niet echt leesbaar schrijft. Maar waarom niet een eigen stuk met een bloemlezing van de reacties op Sarazzin gemaakt? Kost even veel tijd. En is vast leuker.

    BeantwoordenVerwijderen
  12. ABernadette

    Ik heb het even gehad met de zaak Sarrazin:

    Zie Artikel7 (archief) en Amsterdam Post ("Uit het Duits")

    BeantwoordenVerwijderen