In zijn boek voert Paul Scheffer geen discussie met moslimdenkers die positief over het Westen zijn. Dat kon ook niet, stelt Hans Jansen, omdat die niet bestaan.
In zijn boek Het land van aankomst gaat Paul Scheffer de discussie met de islam niet aan. Er worden wel westerse sociologen en islamologen geciteerd, plus wat 'islamhervormers', en allerlei 'jongeren', zoals een zekere Mounir, 'die een gewelddadige interpretatie (van de islam) aanhangt'. Is allemaal belangrijk, wie zal het ontkennen. Maar een discussie met de gewone, mainstream islam heb ik niet kunnen vinden.
De westerse sociologen en islamologen die Scheffer in zijn nieuwe boek bespreekt, worden (waarschijnlijk ten onrechte) door het grote publiek en door de moslims gewantrouwd. Zij kunnen dus spijtig genoeg niet helpen de huidige crisis voor ons op te lossen. Het is goed dat Scheffer hun opvattingen noemt, maar het navertellen van al die geleerdheid is niet hetzelfde als een uiteenzetting met de islam.
Dan de 'islamhervormers'. Goed dat Scheffer ze noemt. Maar hun boeken zijn in de islamitische wereld verboden en/of volslagen onbekend. Ook het gedachtegoed van deze mensen kan daarom niet bijdragen aan het vinden van een oplossing voor de problemen met en van de moslimse migranten in het Westen. Buiten hun eigen studeerkamers kun je deze 'hervormers' en hun gedachtegoed nauwelijks als 'reëel bestaand' aanduiden.
Dat maakt de vraag 'waarom zien en horen we in dit boek van Scheffer weinig of niets over de 'mainstreamers' binnen de islam?' wel heel dringend. Een rustige uiteenzetting van opvattingen en gedachten in wisselwerking met de mainstream islam, over onderwerpen als democratie, godsdienstvrijheid, integratie, gelijkheid, zou in Scheffers boek toch behoorlijk op zijn plaats zijn geweest. Maar die uiteenzetting ontbreekt. Jammer dat daar in een boek van bijna vijfhonderd bladzijden geen ruimte voor was. Of zou er iets anders, iets ernstigers, aan de hand zijn? Ik vrees van wel.
Laten we, om dit probleem voorzichtig in kaart te brengen, eerst eens kijken naar Nasr Abu-Zayd. Scheffer noemt hem vier maal in zijn boek. Abu-Zayd is een Egyptische vluchteling voor de radicale islam die aan de Humanistische Universiteit in Utrecht doceert. Scheffer heeft gemerkt dat deze man zijn weldoeners en asielverleners in zijn geschriften regelmatig als 'de vijand' aanduidt. Niet de moslimactivisten die hem wegens vermeende afvalligheid van de islam naar het leven staan zijn voor Abu-Zayd de vijand, maar degenen die hem toevlucht verschaffen.
Het verstand staat er bij stil, maar zou het niet goed zijn als ook de denker Paul Scheffer er even bij stil had gestaan en er een paar bladzijden aan gewijd had? Kennelijk is het 'wij tegen hun'-gevoel dat de islam bij zijn aanhang oproept, groot. Zo groot dat zelfs een moslim die slachtoffer is geworden van achtervolging door moslims, zoals Abu-Zayd, niet kan zien aan welke kant zijn boterham gesmeerd is, en dus ook niet in staat is te integreren. Ondank zijn benarde situatie kan Abu-Zayd geen keuze maken tussen de islam en het Westen. Hij blijft de niet-moslims als de vijand beschouwen zoals hem dat als kind, toen hij lid was van de Moslimbroederschap, geleerd is.
Abu-Zayd is een zachtaardige intellectueel. Hij is gevlucht voor islamitische fanatici. Hij heeft jaren in ballingschap in het Westen gewoond waar hij niets dan vriendschap, erkenning, collegialiteit en hulp heeft toegereikt gekregen. Als zelfs iemand als hij er al zo over denkt, wat moeten we dan verwachten van de gewone man? Van ongeschoolde arbeiders uit de desolate gebieden als Oost-Turkije en Noord-Marokko? Van een tweede en derde generatie die tussen de wal en het schip is gekomen?
Wellicht ontbreekt die gedachtenuitwisseling met mainstream moslims omdat Scheffer nergens in de literatuur die hij heeft doorgewerkt islamitische, gezaghebbende schrijvers heeft kunnen vinden die iets vriendelijks te zeggen hadden over democratie, over mensenrechten, over wetenschap, kortom, over onze wereld. Het zou raar zijn als onderzoeker Paul Scheffer, die politieke ambities heeft, niet gezocht heeft naar verantwoordelijke, gezaghebbende, constructieve en vooral representatieve moslimse denkers die op een milde manier iets aardigs over het Westen schrijven. Er is maar één conclusie mogelijk. Hij heeft ze niet kunnen vinden.
Scheffer heeft ze niet gevonden omdat ze niet bestaan. Ze bestaan niet omdat de islam onze leefwijze tot in de details veroordeelt. Natuurlijk willen we dat liever niet weten, maar het is onzin om te denken dat de moslims die in Nederland wonen dat niet heel goed weten. Scheffer zou zijn lezers een dienst hebben bewezen als hij hen duidelijk had gemaakt hoe de vork wat dit aangaat in de steel zit.
Hans Jansen
Dit artikel staat 15.10.2007 in De Volkskrant
http://hoeiboei.web-log.nl/hoeiboei/2007/10/scheffer_kon_ge.html#more
In zijn boek Het land van aankomst gaat Paul Scheffer de discussie met de islam niet aan. Er worden wel westerse sociologen en islamologen geciteerd, plus wat 'islamhervormers', en allerlei 'jongeren', zoals een zekere Mounir, 'die een gewelddadige interpretatie (van de islam) aanhangt'. Is allemaal belangrijk, wie zal het ontkennen. Maar een discussie met de gewone, mainstream islam heb ik niet kunnen vinden.
De westerse sociologen en islamologen die Scheffer in zijn nieuwe boek bespreekt, worden (waarschijnlijk ten onrechte) door het grote publiek en door de moslims gewantrouwd. Zij kunnen dus spijtig genoeg niet helpen de huidige crisis voor ons op te lossen. Het is goed dat Scheffer hun opvattingen noemt, maar het navertellen van al die geleerdheid is niet hetzelfde als een uiteenzetting met de islam.
Dan de 'islamhervormers'. Goed dat Scheffer ze noemt. Maar hun boeken zijn in de islamitische wereld verboden en/of volslagen onbekend. Ook het gedachtegoed van deze mensen kan daarom niet bijdragen aan het vinden van een oplossing voor de problemen met en van de moslimse migranten in het Westen. Buiten hun eigen studeerkamers kun je deze 'hervormers' en hun gedachtegoed nauwelijks als 'reëel bestaand' aanduiden.
Dat maakt de vraag 'waarom zien en horen we in dit boek van Scheffer weinig of niets over de 'mainstreamers' binnen de islam?' wel heel dringend. Een rustige uiteenzetting van opvattingen en gedachten in wisselwerking met de mainstream islam, over onderwerpen als democratie, godsdienstvrijheid, integratie, gelijkheid, zou in Scheffers boek toch behoorlijk op zijn plaats zijn geweest. Maar die uiteenzetting ontbreekt. Jammer dat daar in een boek van bijna vijfhonderd bladzijden geen ruimte voor was. Of zou er iets anders, iets ernstigers, aan de hand zijn? Ik vrees van wel.
Laten we, om dit probleem voorzichtig in kaart te brengen, eerst eens kijken naar Nasr Abu-Zayd. Scheffer noemt hem vier maal in zijn boek. Abu-Zayd is een Egyptische vluchteling voor de radicale islam die aan de Humanistische Universiteit in Utrecht doceert. Scheffer heeft gemerkt dat deze man zijn weldoeners en asielverleners in zijn geschriften regelmatig als 'de vijand' aanduidt. Niet de moslimactivisten die hem wegens vermeende afvalligheid van de islam naar het leven staan zijn voor Abu-Zayd de vijand, maar degenen die hem toevlucht verschaffen.
Het verstand staat er bij stil, maar zou het niet goed zijn als ook de denker Paul Scheffer er even bij stil had gestaan en er een paar bladzijden aan gewijd had? Kennelijk is het 'wij tegen hun'-gevoel dat de islam bij zijn aanhang oproept, groot. Zo groot dat zelfs een moslim die slachtoffer is geworden van achtervolging door moslims, zoals Abu-Zayd, niet kan zien aan welke kant zijn boterham gesmeerd is, en dus ook niet in staat is te integreren. Ondank zijn benarde situatie kan Abu-Zayd geen keuze maken tussen de islam en het Westen. Hij blijft de niet-moslims als de vijand beschouwen zoals hem dat als kind, toen hij lid was van de Moslimbroederschap, geleerd is.
Abu-Zayd is een zachtaardige intellectueel. Hij is gevlucht voor islamitische fanatici. Hij heeft jaren in ballingschap in het Westen gewoond waar hij niets dan vriendschap, erkenning, collegialiteit en hulp heeft toegereikt gekregen. Als zelfs iemand als hij er al zo over denkt, wat moeten we dan verwachten van de gewone man? Van ongeschoolde arbeiders uit de desolate gebieden als Oost-Turkije en Noord-Marokko? Van een tweede en derde generatie die tussen de wal en het schip is gekomen?
Wellicht ontbreekt die gedachtenuitwisseling met mainstream moslims omdat Scheffer nergens in de literatuur die hij heeft doorgewerkt islamitische, gezaghebbende schrijvers heeft kunnen vinden die iets vriendelijks te zeggen hadden over democratie, over mensenrechten, over wetenschap, kortom, over onze wereld. Het zou raar zijn als onderzoeker Paul Scheffer, die politieke ambities heeft, niet gezocht heeft naar verantwoordelijke, gezaghebbende, constructieve en vooral representatieve moslimse denkers die op een milde manier iets aardigs over het Westen schrijven. Er is maar één conclusie mogelijk. Hij heeft ze niet kunnen vinden.
Scheffer heeft ze niet gevonden omdat ze niet bestaan. Ze bestaan niet omdat de islam onze leefwijze tot in de details veroordeelt. Natuurlijk willen we dat liever niet weten, maar het is onzin om te denken dat de moslims die in Nederland wonen dat niet heel goed weten. Scheffer zou zijn lezers een dienst hebben bewezen als hij hen duidelijk had gemaakt hoe de vork wat dit aangaat in de steel zit.
Hans Jansen
Dit artikel staat 15.10.2007 in De Volkskrant
http://hoeiboei.web-log.nl/hoeiboei/2007/10/scheffer_kon_ge.html#more
Geen opmerkingen:
Een reactie posten