Twee broeders vinden elkaar terug in Slotervaart

Zeilen

Stadsdeelvoorzitter Ahmed Marcouch verwelkomt de FION-moskee in Slotervaart. Deze FION is, zo erkent minister Ter Horst, een afdeling van de FIOE, de Europese tak van de Moslimbroederschap. FION-voorzitter Yahia Bouyafa werkte nauw samen met Ahmed Marcouch, toen deze nog woordvoerder was van de moskeeorganisatie UMMAO. De twee hebben elkaar opnieuw gevonden in de prachtwijk Slotervaart.

In de Nederlandse moslimwereld is regelmatig onenigheid over het exacte begin van de vastenmaand ramadan. Turkse moslims gaan meestal uit van astronomische berekeningen. Veel moslims van Marokkaanse en Surinaamse afkomst wachten op de melding dat de nieuwe maan met het blote oog is waargenomen.

Gelukkig is er in zo’n geval de European Council of Fatwa and Research (ECFR) van de ‘zeer gerespecteerde’ islamgeleerde Yusuf al-Qaradawi. Vijf Nederlands-Marokkaanse moslimleiders deden in 2005 een beroep op deze raad om aan alle onzekerheid een einde te maken. Het resultaat was een persbericht, waarin de vijf voor het gemak namens heel islamitisch Nederland de begindatum van de ramadan vaststelden.

Het bericht is te vinden op het forum van website maroc.nl. “Ten einde dit jaar onduidelijkheid te voorkomen en gelijktijdig met de Ramadan te beginnen, zijn wij in gezamenlijkheid en samenwerking met de Europese Raad voor de Fatwa overeengekomen het begin van de maand Ramadan te laten afhangen van twee door de sharia gestelde voorwaarden; namelijk dat de maand dient te worden waargenomen met het oog en onderbouwd dient te worden door wetenschappelijke berekeningen door sterrenkundigen. Op basis van deze berekeningen is vastgesteld dat de nieuwe maan zal worden waargenomen op dinsdag 4 oktober 2005, en dus zal de eerste dag van de Ramadan woensdag 5 oktober zijn.”

Voor meer uitleg over sharia en ramadan konden de lezers van het persbericht onder anderen terecht bij Ahmed Marcouch van de Amsterdamse moskeevereniging UMMAO en Yahia Bouyafa van de Federatie Islamitische Organisaties Nederland (FION). Marcouch is sinds 2006 de PvdA-burgemeester van het Amsterdamse stadsdeel Slotervaart. Bouyafa is via de FION opgeklommen tot voorzitter van de Contactgroep Islam, een door de regering als gesprekspartner erkende koepelorganisatie.

De moskeebestuurder uit IJsselstein nam in oktober 2004 de leiding over van de Liga van de Islamitische Gemeenschap in Nederland (LIGN). In die functie haalde hij in maart 2005 de pers met een poging om een tweede deel van Submission, de film van Ayaan Hirsi Ali en de inmiddels vermoorde Theo van Gogh, te verbieden. Hoewel hij deel één niet had gezien, wist Bouyafa bij voorbaat dat het vervolg een vorm van heiligschennis zou zijn. Ook eiste hij dat de met de dood bedreigde Ayaan haar excuses zou aanbieden voor kwetsende uitlatingen over de profeet. “Die vrouw haat de islam en veroorzaakt spanningen tussen bevolkingsgroepen.” De eisen van Bouyafa en zijn Liga werden afgewezen. De Nederlandse wet kent geen censuur vooraf.

Niet lang daarna (officieel op 8 juli 2005) richttte Bouyafa de FION op als opvolger van de LIGN. Opvallend was de nauwe samenwerking van deze nieuwe club met de UMMAO, de Unie van Marokkaanse Moskeeën in Amsterdam en Omstreken. Zo stuurden FION en UMMAO op 16 juni 2005 een e-mail naar premier Jan Peter Balkenende. Ze waren verontwaardigd omdat de regering een brandstichting in de Rottterdamse Shaan-e-Islam moskee niet had veroordeeld.

In oktober 2005 deden Bouyafa en Marcouch een gezamenlijke oproep om te bidden voor en financiële hulp te verlenen aan de slachtoffers van de zware aardbeving in Pakistan. Ze riepen de moslims op om tijdens de vastenmaand ruimhartig te storten voor de hulpactie van de Samenwerkende Hulporganisaties (SHO). “Uiteraard kunt u ook het rekeningnummer van Islamic Relief gebruiken.”

Deze islamitische hulporganisatie komt voor in het hier vaker aangehaalde rapport van de NEFA Foundation over de Moslimbroederschap in Nederland. Volgens onderzoeker Ronald Sandee zijn twee bestuurders van Stichting Islamic Relief Nederland, Moussa Marcouch (de broer van Ahmed) en Nour Din Acherrat ook betrokken geweest bij de oprichting van de FION en Europe Trust Nederland, twee organisaties van Bouyafa. Hij baseert zich daarbij op gegevens van de Kamer van Koophandel.

Kort na de moord op Theo van Gogh dienden Marcouch en Bouyafa samen met de Turkse organisatie Milli Görüs een subsidieaanvraag in bij de gemeente Amsterdam. Ze vroegen 150.000 euro voor een conferentie, waarop ECFR-leider en islamgeleerde al-Qaradawi zou spreken. De zeer omstreden Egyptenaar, die zelfmoordaanslagen door Palestijnen en de doodstraf voor homo’s goedkeurt, zou een brug kunnen slaan naar alle Amsterdammers. De subsidie werd door de gemeente Amsterdam afgewezen.

UMMAO en FION organiseerden in december 2005 wel een andere conferentie over de maatschappelijke rol van moskeeën en imams. Sprekers waren onder anderen advocate Famile Arslan, wetenschapper en PvdA-prominent Paul Scheffer en voorzitter A. van Eijk van de Raad van Kerken. Aanwezig was ook Fatima Elatik, de PvdA-politica uit het stadsdeel Zeeburg die geldt als de ontdekker van het politieke talent Ahmed Marcouch.

‘Jongeren meer bij moskee betrekken’, kopte dagblad Trouw boven een verslag van deze conferentie. Om radicalisering van jongeren te voorkomen, zouden imams meer open moeten staan voor vragen en ideeën van moslimjeugd. Een probleem was dat imams vaak de Nederlandse taal niet goed beheersten. Diensten werden gehouden in de moedertaal, die door jonge moslims niet werd verstaan. Kort daarna trad de voormalige UMMAO-leider Marcouch aan als stadsdeelvoorzitter in Slotervaart. De twee hoofdthema’s van de FION-UMMAO-conferentie, de bestrijding van radicalisering en de komst van Nederlandstalige moskeeën, zijn speerpunten geworden van zijn beleid. In de praktijk bestrijdt Marcouch alleen de radicalisering van jongeren richting geweld en terrorisme, en bevordert hij de radicalisering in de richting van zeer orthodoxe bewegingen.

Marcouch haalde de Nederlandstalige Poldermoskee van de (voormalige?) radicaal Mohammed Cheppih naar Slotervaart. Volgens Cheppih is deze moskee opgericht om de radicalisering onder jongeren tegen te gaan. Merkwaardig genoeg heeft de Amerikaanse haatprediker Khalid Yasin hier al twee keer mogen optreden.

Ook de door de FION en Europe Trust Nederland te bouwen moskee aan het Staalmanplein zal een ‘modern’ godshuis (zonder minaret) worden, waar Nederlands de voertaal is.

Slotervaart presenteerde in februari 2007 een actieplan tegen radicalisering. Opvallend was dat Marcouch hiervoor zijn vroegere radicale moskeevrienden wilde inschakelen. Bij de bestrijding van het radicalisme wilde de PvdA-politicus een beroep doen op de FION en de UMMAO. Daarnaast zag Marcouch een rol weggelegd voor het Nederlands Instituut voor Humane Studies (NHS), een andere door Bouyafa geleide organisatie. Indirect zou Bouyafa ook nog worden ingeschakeld via de jongerenorganisatie LMJO, die amper een maand daarvoor was opgericht. Bij deze oprichting waren de FION Jongeren betrokken, evenals de JUMMAO, de jongeren van de UMMAO. (Zie reactie 14 op de site Wij blijven hier.) De vrienden van al-Qaradawi helpen tegen radicalisering, concludeerde ik in een eerder weblog.

In zijn strijd tegen radicalisering leek Marcouch zelfs even bereid om de subsidiëring van salafistische groepen goed te keuren. Het kwam hem te staan op een motie van wantrouwen van de oppositie. Marcouch zette ijlings de terugtocht in, noemde alles een broodje aapverhaal, en verklaarde uitdrukkelijk dat er van subsidies voor salafisten geen sprake kan zijn.

Met de bouw van de Staalmanpleinmoskee hebben Bouyafa en Marcouch elkaar opnieuw gevonden in Slotervaart. De benodigde twee miljoen euro komt uit Qatar. Inmiddels heeft minister Guusje ter Horst (PvdA) van Binnenlandse Zaken erkend dat de FION van Bouyafa is aangesloten bij de FIOE, de Europese tak van de Moslimbroederschap. Volgens haar meent de veiligheidsdienst AIVD echter dat van de FION en Bouyafa geen gevaar voor de nationale veiligheid uitgaat. In een AIVD-rapport uit 2007 worden de Moslimbroeders nog omschreven als een bedreiging voor de democratische rechtsorde, hoewel ze in de Europese context het geweld hebben afgezworen. Met andere woorden: Ter Horst neemt de rapporten van de eigen AIVD niet serieus.

Marcouch en Bouyafa vormen een paar apart. Ze werkten in 2005 nauw samen. Allebei zijn ze bewonderaars van sjeik al-Qaradawi. Ze hebben afstand genomen van enkele zeer radicale uitlatingen van de moslimgeleerde, maar blijven hem zien als een gerespecteerde autoriteit die van belang is voor de integratie van moslims in Europa. Dankzij Marcouch krijgt de antidemocratische Moslimbroederschap nu via Bouyafa een moskee in Slotervaart. Er is dus alle aanleiding voor de politiek om zich niet in slaap te laten sussen door de geruststellende antwoorden van minister Ter Horst.

Carel Brendel

Acht namen

Uit een enquête onder mensen van adel bleek dat 53% van de ondervraagden de namen van alle acht zijn (of haar) overgrootouders kent - of beweert te kennen. Dus niet alleen de meisjesnaam van hun moeder, maar ook die van hun beide grootmoeders, èn die van hun overgrootmoeders, daar komt het op neer.

Zoiets probeer je meteen zelf: ik kreeg ze uit m'n hoofd bijna bij elkaar, kwam tot zeven namen, waarvan één bij de verkeerde overoma. Maar ja, ik ben niet van adel. Zou de uitkomst van die enquête kloppen - of zouden ze stiekem bedoelen dat ze die namen kunnen opzoeken? Dat kunnen ze natuurlijk, want iedereen die van adel is staat met z'n stamboom in Nederland's Adelsboek, het Rode Boekje: het is het enige objectief waarneembare kenmerk dat ze onderscheidt van niet-adellijke Nederlanders.

Hoe dan ook, ik vind het een leuke, simpele vraag. Want je kunt wel praten over het geschiedenisonderwijs en de canon - maar weten waar je vandaan komt, is dat niet het begin van alle historische besef?

Ileen Montijn

Leren leven

Writer300x260_2
Tot mijn verbazing zag ik dat de bundel Op Pennewips plek van de dichter Ed Leeflang uit 1982 niet meer herdrukt wordt. Wel zijn een aantal topgedichten uit deze bundel opgenomen in een bloemlezing van Leeflangs werk. Dat is jammer, want Op Pennewips plek is zo’n bundel waarvan de gedichten in onderlinge samenhang aan betekenis winnen.
Onlangs herlas ik de bundel vanwege de recente discussies over de onderwijshervormingen. Zoals de titel al aangeeft (Pennewip is de meester uit Multatuli’s Woutertje Pieterse) gaan de gedichten over het onderwijzerschap. Dit ‘Babylonische beroep’, zoals Leeflang het noemt, lijkt na alle destructieve onderwijshervorming nu eindelijk toe aan een voorzichtige restauratie. Zelfs beleidsmakers en deskundigen herinneren zich ineens weer de leraar die zoveel wist en het zo aanschouwelijk kon uitleggen, het plezier in zijn lessen en de gezelligheid en aandacht in zijn klas. Maar het cruciale belang van de ‘leuke leraar’ voor goed onderwijs wordt nog altijd maar mondjesmaat erkend, laat staan dat het vertaald wordt in beleid. Dat is ook moeilijk, omdat dan eerst moet worden begrepen dat onderwijs geen ander doel dient dan het onderwijs zelf. Buiten het veroorzaken van geluk en groei heeft het onderwijs geen nut, net als het leven zelf. Alleen een dichter kan zoiets uitleggen.

Op de egel legt ze haar
prachtige hand en hij ademt

voorzichtig; het is juist over tienen.

Die tijdsaanduiding staat er niet voor niets. Door de hele bundel beschrijft Leeflang geslaagde kennisoverdracht (deze les gaat over de gewoonten en het karakter van de egel) als een bijna mystiek, samengebald moment waarin leraar en leerlingen zichzelf volkomen vergeten. Dat levert een ernstig geluk op, dat nergens toe dient, maar zonder dat geluk wordt er ook niets geleerd. De leraar begint de dag door in de klas de vredige omstandigheden te scheppen waaronder dit wonder zich kan voltrekken. De stoeltjes worden bij elkaar gezet: het kringgesprek.

Aandacht sneeuwt neer

(…)

Dit is de vrede boven de
nieuwsgierigheid, waarnaar ze

grijs geworden, dik van leven

nog verlangen.


Linkse en rechtse onderwijshervormers delen met elkaar, dat ze uitgerekend dit moment willen opofferen aan een functioneel punt in de toekomst. Onderwijs krijgt daarmee het karakter van een langgerekt uitstel. Het modieuze ‘leren leren’ heeft mij altijd in de oren geklonken als het flauwe excuus van iemand die zegt niet te kunnen stofzuigen omdat hij eerst moet onderzoeken hoe de stofzuiger in elkaar zit. Het stofzuigen zelf komt er dan natuurlijk nooit meer van. Ook de ‘rechtse’ onderwijshervormers, die het onderwijs vatten in termen van input en output, en de inhoud van het lesprogramma het liefste willen afstemmen op een toekomstige ‘vraag’ uit het bedrijfsleven, tonen maar weinig waardering voor de gelukbrengende alchemie van leraar, klas en stof.

En hun verbazing over dit bestaan
-zij gaan naar school als gaan ze emigreren-
wil wegens hem niet overgaan:

van wat hij leeft willen ze

als voor het eerst geestdriftig
leven leren.

Het geheim is dat juist dit nutteloze plezier in de les tot de zo verlangde ‘nutmaximalisering’ en ‘optimale input en output’ van het onderwijs zal leiden. Wie naar school gaat ‘als gaat hij emigreren’ zal bijvoorbeeld al niet meer aan spijbelen denken.
In bijna alle gedichten laat Leeflang zien dat goed onderwijs afhankelijk is van de ‘klik’ tussen leraar en leerling, waarbij de leraar de leerstof voorleeft. Een vruchtbare pedagogische relatie wordt bij Leeflang vooral gekenmerkt door wederzijdse hoffelijkheid. In een aantal gedichten ‘eren’ leerling en leraar elkaar. Hij heeft het duidelijk niet zo op klinkende onderwijsmethoden, die het directe contact in de weg staan. Vooral de hoogdravende methoden die het lesprogramma willen afstemmen op de ‘specifieke behoeften en omstandigheden van het kind’, krijgen een veeg uit de pan.

Een Montessori-man van negen
vraagt haar: Juf, bent u wel eens verkracht,

flink in uw reet geragd en kon u
daar goed tegen?


Ze lacht en wordt niet heet of koud,

omdat ze niet van kinderen en van zichzelf

nog minder houdt.


In een van de gedichten wil de onderwijzer een kind wat ontzien, omdat hij weet dat ze uit een achterstandswijk komt. Van zo’n kind eisen dat ze de d’s en de t’s op de juiste plek zet ‘gaat het redelijke ver te boven. Vind ik. Vind jij.’

Zij niet. Zij is streng tien; de oogopslag
eist dat ik haar geen fout vergeef.

(…)

En ze beschaamt me, zo onvoorspelbaar
loopt ze uit haar achtergronden,
zo vastbesloten en zo eigenzinnig vrij.


De onderwijzer die rekening houdt met de achtergrond van het kind, sluit dat kind dus op in die achtergrond. Het resultaat van ‘emanciperend’ onderwijs is dat het kind juist weer verdwijnt in het grauw waaruit het afkomstig is. In de klas moet dus de persoon van de leerling worden geëerd, niet zijn achtergronden. Dit is Leeflangs beeld van een goede lerares:

Al haar lesstof is geordend
om de vraag, op geen examen

ooit gesteld: hoe leer je ze

vergeten dat ze in verkeerde

plannen zijn geboren.


Nog sterker formuleert hij dat in het slotgedicht, waarin hij het onderwijs bijna definieert als een opstand tegen het doffe, aangeboren lot. De onderwijzer overziet na een dag lesgeven de lege klas en denkt:

Ze zijn naar huis.

En ook vandaag heb ik getornd aan fatum
en ben ik opgestaan, zoals het hoort,

tegen gemakzucht van de erfelijkheid.


Als het onderwijs al een doel heeft dat buiten het onderwijs ligt, dan moet dit het zijn.

Machteld Allan

Uit de nalatenschap van Ed Leeflang (1929-2008) stelde Judith Herzberg de bundel Gaandeweg samen (Arbeiderspers 2009).

(Deze tekst verscheen eerder in Opinio.)

De versleten formule van het gebrek aan oplossingen

Let op! Update: 29.4.2009: Schimmigheid troef bij bouwers van ‘Marcouch moskee’, hierr.

De PVV biedt geen oplossingen. VVD-Kamerlid Fred Teeven benadrukte dat vanmorgen (27 april) nog eens in een rondgang van De Volkskrant langs de traditionele politieke partijen. Zij weten zich geen raad met Geert Wilders als machtsfactor. Teeven is natuurlijk op de hoogte, want zijn partij heeft een ‘mol’ in de Wilderiaanse gelederen.

In deze reportage zei Rita Verdonk voor één keer iets verstandigs. “Dat verwijt van oplossingen bieden hoor ik ook altijd. Dat is een Haags foefje. Wij geven in debatten altijd oplossingen. Handhaven, bijvoorbeeld, maar dat wil die kliek hier niet horen.”

De PVV krijgt geen handen op elkaar voor het idee om criminelen met een dubbel paspoort uit te zetten. Mensen met een Nederlands paspoort kun je niet zo maar uitwijzen, is daarbij een in mijn ogen zeer geldig argument. In dit geval heeft de PVV dus wel een oplossing. Alleen wordt die door de andere partijen verworpen. (Weer wat anders is dat op termijn een einde moet komen aan het ongewenste fenomeen van de dubbele paspoorten.)

Maar soms gaan de oplossingen van de gevestigde politiek in de richting van de oplossingen van Wilders. Een voorbeeld is de aanpak van criminelen met één buitenlands paspoort. Uitzetting van criminele vreemdelingen sluit aan bij de regel dat je met een strafblad geen Nederlands paspoort kunt krijgen. PvdA-politicus Ahmed Marcouch haalde onlangs alle media met de voorgenomen uitzetting van twee broers, die in Slotervaart aan het hoofd staan van een lokale straatbende.

Het tweetal is al 300 keer in aanraking gekomen met de politie. In elk ander land, of het nu Marokko is, de Verenigde Staten of Malawi, wordt een buitenlander al na één of twee misdrijven uitgewezen. In Nederland echter is dit op grond van geldende rechtspraktijk ondoenlijk wanneer het gaat om vreemdelingen die hier zijn opgegroeid. Daardoor lijkt de uitwijzing van de twee Marokkaanse broers onmogelijk.

We moeten overigens niet denken dat de overheid helemaal niets doet. In Den Haag is onlangs een criminele veelpleger uitgewezen die al zeventien jaar voor overlast zorgde. Dankzij het zeer doortastende optreden van justitie is hij eindelijk over de grens gezet.

Benoem-en-bouwkrant Trouw weet in zo’n geval uit de catacomben van de Vrije Universiteit een wetenschapper op te graven die de uitzetting van de criminele jongeren ontzettend zielig vindt. Zo kan het volk zich opwinden over de criminoloog Frank van Gemert. Hij keert zich tegen de mogelijke export van ‘probleemgevallen’. De reacties van de Trouw-lezers zijn veelzeggend.

In het geval van de broers zou je zelfs kunnen spreken van een binnenlandse verplaatsing. Marokko beschouwt zijn in het buitenland wonende onderdanen immers als de zeventiende provincie van het land. Zo bezien, verhuizen de twee bendeleiders alleen maar van de ene naar de andere regio.

Verontwaardigd is ook het Amsterdams Marokkaans Forum, een platform van 17 organisaties, onder leiding van Abdou Menebhi, adviseur van de Marokkaanse koning, en imam Yassine Elforkani van de Poldermoskee in Slotervaart. Zij zijn teleurgesteld over de opstelling van Marcouch, die ook al het verwijt krijgt dat hij niet met oplossingen komt. Uit andere hoek krijgt de stadsdeelvoorzitter juist weer het verwijt, dat hij zijn krachtige uitspraken alleen maar voor de Bühne heeft gedaan. Marcouch gaat immers niet zelf over de uitzettingen.

Nu is de aanpak van criminele jongeren inderdaad een ingewikkeld probleem, waar niet één, twee, drie de grote en enige oplossing te vinden is. Het uitzetten van de bendeleiders is niet meer dan een stapje in de goede richting. Wat natuurlijk geen reden is om deze maatregel achterwege te laten.

Anders zit het met een tweede punt, waaraan Wilders zijn enorme aanhang te danken heeft: de (zelf)islamisering, het toegeven aan de grillen en eisen van orthodoxe moslims. Vaak zijn het niet eens de moslims zelf die de eisen stellen, maar de gemeenten en stichtingen die bij voorbaat tegemoet komen aan veronderstelde wensen van de zeer behoudende moslims.

Het is vooral de zelfislamisering die grote ergernis wekt. Niet alleen bij de Wilders-aanhang, maar ook bij vrijzinnigen die verder niets hebben met de PVV. Nu eens is het de inschakeling en handhaving van ‘bruggenbouwer’ Tariq Ramadan. Dan weer het plan om koranonderwijs te geven op openbare scholen. Nu eens de gemeentelijke subsidies aan ‘hoofddoekbrigades’, die de niqaab willen opdringen aan werkgevers. Dan weer het malle idee om oranje hoofddoeken uit te delen met Koninginnedag. Moslima’s moet zelf weten of ze zo hun aanhankelijkheid willen betuigen aan het koningshuis. Maar zo spontaan is de liefde voor Beatrix niet. In de praktijk zijn het twee autochtone studenten die subsidies aan een gemeentebestuur ontfutselen. Het initiatief heet de tolerantie te bevorderen maar zorgt in werkelijkheid juist voor polarisatie en ergernis.

De zelfislamisering neemt schandalige vormen aan als zichzelf progressief noemende bestuurders fungeren als uitvoerders en goedpraters van de seksuele apartheid. Utrecht heeft in PvdA-ster Rinda den Besten een wethouder van Apartheid, die Vogelaargelden vergooit aan islamitische stichtingen, die in de moskee aparte loketten voor mannen en vrouwen inrichten waar namens de overheid informatie wordt verstrekt. In Rotterdam is Ramadan-beschermer Rik Grashoff de GroenLinkse wethouder van Apartheid, die geen enkel probleem heeft met een apart vrouwenvak in het theater.

Den Haag heeft nu ook een theater, waar geheel in Zuid-Afrikaanse traditie de apartheid wordt ingevoerd. In dit geval gaat het om buurttheater Pierrot. De vrouwen in de wijk zouden zelf om deze apartheid hebben gevraagd - het traditionele argument waarmee racisten in het zuiden van de VS de rassenscheiding altijd verdedigden. Die was namelijk ‘in het belang van de zwarten’. Die zouden zelf grote voorstanders zijn van segregatie, beweerden racisten als gouverneur George Wallace van Alabama.

“Als er mannen in de zaal zaten, zouden ze niet naar het theater kunnen”, verkondigt een woordvoerder van Pierrot tegen Radio West. Wat gebeurt er in zo’n geval? De reactionaire imam, die natuurlijk de aanjager is van dit mallotige verzoek, krijgt zijn zin. Ik ben benieuwd of de verantwoordelijke politica Marieke Bolle (PvdA) dit gaat verdedigen. In dat geval wordt zij Nederlands derde wethouder van Apartheid.

Zo gaat de Nederlandse politiek gewoon door met de zelfislamisering. Terwijl hier de door Wilders, maar ook door de VVD en soms door de SP aangedragen oplossing toch heel eenvoudig en direct uitvoerbaar is. Kappen met die onzin!

Carel Brendel


Carel Brendel is auteur van Het verraad van links (Uitg. Aspekt)

Lees hierbij evt. ook Lady Fit.

Turkije’s duistere intenties

Turkije

Het meest genegeerde verhaal van deze maand is zonder twijfel de aankondiging door de Franse Minister van Buitenlandse Zaken Bernard Kouchner, dat hij de toetreding van Turkije als volwaardig lid van de Europese Unie niet langer steunt.


Zijn redenering was eenvoudig en begrijpelijk, en heeft vergaande gevolgen voor de Barack Obama “zoete broodjes bakken” diplomatieke school.

Op een NAVO top in Straatsburg in de eerste week van april, leek het een formaliteit dat de alliantie Anders Fogh Rasmussen, de voormalige minister-President van Denemarken, zou kiezen als haar nieuwe Secretaris-Generaal. Maar zeer plotseling dreigde de Turkse delegatie de benoeming tegen te houden met zijn recht op veto. De motieven voor Turkije’s tegenstand waren zeer veelzeggend.

Het belangrijkste was dat ze hadden te maken met de publikatie van enkele cartoons in een Deense krant in 2005, met de Profeet Mohammed als onderwerp. Ondanks een georganiseerde campagne vol geweld en een boycot tegen zijn land, en ondanks een verzoek van een delegatie van ambassadeurs uit zogenaamde ‘Islamitische’ staten, bleef Rasmussen consistent volharden dat de Deense wet het hem niet toestond in te grijpen in de Deense media.

Jaren later bracht ressentiment betreffende deze positie Turkije – dat volgens haar eigen grondwet geen ‘Islamitisch’ land is – ertoe de gelegenheid van een NAVO bijeenkomst aan te grijpen om nogmaals te proberen zich te mengen in de binnenlandse aangelegenheden van een lidstaat.

Het is ook belangrijk goed te kijken naar de tweede reden voor Turkije’s bezwaar: een televisiezender op Deens grondgebied zendt Koerdische programma’s uit – in het Koerdisch – voor Koerden in Turkije en elders. De regering in Ankara, die duidelijk gelooft dat alle Europese regeringen even onbelemmerd kunnen opereren als zijzelf, eist bruusk dat Denemarken doet wat Turkije ook zou doen, namelijk de zender uit de lucht halen.

Als het station symphatiseert met terrorisme – zoals Ankara beweert - dan zijn er procedures die gevolgd moeten worden. Maar opnieuw maken de Turken duidelijk dat ze weinig besef hebben betreffende het concept van een open samenleving met openbare wetgeving. De Turkse autoriteiten proberen zich een machtiging aan te meten die simpelweg eist dat anderen doen wat zij zeggen.

De gevolgen van het hierboven vermelde zijn - zoals Kouchner stelde in een interview – zeer ernstig. “Ik ben nogal geschrokken door de druk die op ons werd uitgeoefend,” zo zei hij.

“De ontwikkeling van Turkije in een, laten we zeggen, meer religieuze richting en naar een minder krachtig secularisme vind ik verontrustend.”

Dat is een zeer milde manier om het te verwoorden. Het is niet simpelweg een kwestie van een Turkse politieke partij die Turkije’s eigen historische secularisme ondermijnt. Het is een kwestie van Turkije dat probeert haar eigen Islamistische en chauvinistische agenda aan een andere Europese lidstaat op te dringen, en daarmee inderdaad aan de NATO als geheel.

De wijze waarop Turkije zich gedraagt voordat het is toegelaten tot de EU, laat ons allen weinig te raden omtrent haar gedrag als het een vetorecht zou hebben in deze lichamen.

Ter illustratie is het interessant om het herenigde federale Duitsland als voorbeeld aan te halen, zonder meer de sterkste economische macht in de EU, die zichzelf nauwgezet aanpaste aan haar buren, de slogan aannam ‘Geen Duits Europa maar een Europees Duitsland’ - en zelfs zover ging de Deutsche Mark op te geven voor de Euro.

In geval van Turkije lijkt sprake van het tegenovergestelde. Haar troepen bezetten al een derde van het gebied van een van de EU lidstaten (Cyprus) en nu misbruikt het haar NATO lidmaatschap om te proberen de baas te spelen over een van de kleinere staten waarmee het wordt geacht een defensieve eenheid te vormen.

Voor de goede orde; men blijft dubbelzinnig rond de ekenning van het bestaan van een ander niet-Turks volk – de Koerden - binnen haar grenzen.

President Obama’s milde overredingskracht was zichtbaar op de NAVO top, waar hij uiteindelijk de Turken zover wist te krijgen dat ze hun veto betreffende de benoeming van Rasmussen achterhielden. Er circuleren verschillende berichten betreffende de prijs die voor deze deal betaald is, maar een aantal vette baantjes blijkt nu te zijn toegewezen aan Turkse genomineerden.

Veel belangrijker echter is dat de Franse Minister van Buitenlandse Zaken op zijn voormalige standpunt is teruggekomen en nu heeft gezegd: “Het is niet aan de Amerikanen om te bepalen wie tot Europa zal behoren en wie niet. We zijn baas over ons eigen gebeid.”

Je kun het als volgt zien: Obama’s ‘stille diplomatie’ heeft de Turken tijdelijk tevreden gesteld terwijl het de Fransen misschien permanent heeft vervreemd, en het heeft het eerder meer dan minder waarschijnlijk gemaakt dat het Amerikaanse doel van Turks EU lidmaatschap nu nooit bereikt zal worden. En dit is de regering die er zoveel belang aan hechtte ons krediet aan de andere zijde van de oceaan te hernieuwen.

Dit kan duidelijk niet gebeuren door altijd vriendelijk te blijven.

Betreffende de toetreding van Turkije hinkte ik op twee benen. De Turken toelaten kon leiden tot de modernisering van het land, terwijl uitsluiting ressentiment en onstabiliteit kon vergroten en zelfs kon leiden tot een hernieuwing van een pseudo-Ataturk militaire regering. Aan de andere kant, toetreding zou de grenzen van Europa verplaatsen tot aan Irak en Iran en de licht ontvlambare Kaukasus, dus in plaats van een ‘brug’ te zijn tussen Oost en West (om een diepgeworteld cliché te gebruiken), zou Turkije een tunnel worden.

De crisis in Straatsburg verduidelijkt het geheel en we zouden blij moeten zijn dat we zo tijdig zijn gewaarschuwd. Turkije wil alle privileges van NATO en EU lidmaatschap, maar het wenst ook de bezetting van Cyprus voort te zetten, de Koerden hun rechten te ontkennen en te liegen over de Armeense volkerenmoord.

Daarbij komt dat het nu wenst op te treden als gevolmachtigde voor Islamisering en het durft de tijd van een defensieve alliantie te verdoen met pogingen de media van een andere lidstaat te censureren.

Kuchner had gelijk zich uit te spreken op de wijze waarop hij dit deed, en de Turkse autoriteiten zijn nu in staat het mislukken van hun toetredingsschema niet te wijten aan sluimerende intriges van hun vijanden, maar aan het verlate ontwaken van hun voormalige vrienden.

Christopher Hitchens

Christopher Hitchens is columnist voor Vanity Fair.

Bron: The Australian, 23 april 2009.

Vertaling: Kees Bakhuyzen, Hoeiboei

Voorjaar

Voorjaar

Professionele hulp

Opdrachtvangod300x300

Vraag en Antwoord (6): Email NRC aan arabist Jansen

Vraag_top_1

Let op! Plus update, zie onderaan de tekst, email (3) van NRC.

Email van NRC Handelsblad aan de heer Jansen (arabist)
, 22.4.2009.

(email 1) Vraag:

Geachte heer Jansen,


Uit de krantenkoppen is de term deze weken niet weg te denken: legerimam. Onze krant heeft zelf al geschreven dat Ali Eddaoudi geen imam ís maar een geestelijk verzorger. Echter, de media, waaronder wijzelf overigens, volharden in het gebruik van 'imam'. Nu vraag ik mij af, is er een Arabische term voor wat Eddaoudi doet? Hij is dus een geestelijk verzorger gericht op moslims. Geen imam dus, maar is er een ander woord voor?

Ik vraag dit aangezien de opiniepagina van NRC Handelsblad hopelijk vrijdag een stukje gaat publiceren over het imam-taalmisverstand. Het lijkt ons interessant (en constructief) om in een feitenkadertje op te schrijven hoe wij Ali Eddaoudi dan wél moeten noemen.

Heeft u een idee? Graag hoor ik van u. Hieronder mijn gegevens.

Bij voorbaat dank.

Met vriendelijke groeten,


[uit genade is de naam van de schrijfster weggelaten]

NRC Handelsblad


(email 2) Het antwoord (per email) van Hans Jansen luidt:

Ach, islam betekent vrede, uw krant weet zulke dingen toch heel goed.


(email 3):

Geachte heer Jansen,

Haha, het ging mij om het woord imam en over geestelijk verzorgers, niet om het woord islam. Maakt niet uit, ik heb het antwoord al elders vernomen.

Met vriendelijke groet,



.............................
NRC Handelsblad

Halalvlees is gezonder [want geen varkensvlees]



Uitgelicht:
BNR, 11.4.2009, 11.45 uur, interview Paul van Liempt met Marjolein Aquina (marketeer) en Bastiaan Bruinooge, account manager van Mekkafood Halal Products.
(Via archief BNR terug te beluisteren)

Introductie door Paul van Liempt (BNR): Halalvlees wordt steeds populairder in Nederland. Niet alleen moslims maar ook de autochtone Nederlander eet het steeds vaker. (...) Niet zo gek want het is een stuk gezonder dan gewoon vlees blijkt uit onderzoek.

Van Liempt: Wat is het precies [halalvlees]?

Bastiaan Bruinooge: Het belangrijkste is dat het rein geslacht vlees is, dat het op een traditionele wijze geslacht is. Het is geen varkensvlees, dat is ook een belangrijke voorwaarde, onze produkten bestaan uit kip en rund. De exacte manier van slachten komt er op neer dat er een gebed bij gezegd wordt door een moslim, en het dier mag niet ziek zijn, dat is ook een belangrijke voorwaarde, dan wordt de hals doorgesneden, ze worden eerst verdoofd en dan de hals door gesneden en dan wordt 't beest verder normaal geslacht.

Van Liempt
: Nu is het zo, en daarom zijn ook niet-moslims overgegaan op het eten van halalvlees, het zou gezonder zijn. Is dat ook zo mevrouw Aquino?Pig4_1

Marjolein van Aquino
: Ja, omdat er geen varkensvlees in zit, zit er natuurlijk ook meteen minder vet in. Er wordt alleen maar kip en rundvlees en ook nog kalkoen en lamsvlees gebruikt. Dat zijn de wat minder vette vleessoorten. Daar letten we op.

Van Liempt: Dat scheelt gewoon dus minder vet, gezonder ook, en je wordt er ook minder dik van als je veel eet, halalvlees. Als je op dieet bent, op halalvlees gaan?

Van Aquino: Dat kan, als je dus alles met mate doet.

Van Liempt: Ja, natuurlijk.
Om die reden wordt het dus blijkbaar populairder, blijkt ook uit uw onderzoeken, maar halalvlees moet dan op een bepaalde manier ook ergens ingebracht worden. Misschien wel zodat de gemiddelde consument 't wil kopen. Misschien denk je wel, halalvlees
gewoon wil ik niet maar misschien wel als 't is verwerkt in een kroket of bitterballen, zou dat kunnen, is dat de volgende stap?

Van Aquino
: Ja, dat merken we sowieso met de verkopen onder de retail Nederland, dat dat steeds meer stijgend is, als het ware.
(...)

Heeft u ook voorbeelden van Jip-en-Janneke-uitspraken/berichten/verslaggeving/foto's gehoord/gezien op radio, televisie of andere media? Stuur deze, met bronvermelding, dan naar hoeiboei@gmail.com .

Neemt minister Ter Horst haar eigen rapporten wel serieus?

Minister_guusje_ter__85396b_2

De AIVD rapporteerde in 2007 uitgebreid over het gevaar van radicale islambewegingen, zoals het salafisme en de Moslimbroederschap. Nu de Moslimbroeders dankzij Ahmed Marcouch daadwerkelijk neerstrijken in Slotervaart, is er opeens niets aan de hand.


De Amsterdamse rechtbank dwong op 18 oktober 2007 De Telegraaf tot een rectificatie van een artikel over moskeebestuurder Yahia Bouyafa, voorzitter van de Contact Groep Islam en gesprekpartner van minister Ella Vogelaar. “Volgens de rechter heeft De Telegraaf op geen enkele wijze aannemelijk gemaakt dat Bouyafa en/of de organisaties waarvan hij deel uitmaakt volgens inlichtingendiensten nauwe banden heeft met de fundamentalistische Moslim Broederschap, zoals in het artikel te lezen viel”, zo staat er in een samenvatting van het vonnis.

Op 18 november 2008 honoreerde de Raad voor de Journalistiek een klacht van Bouyafa tegen De Telegraaf en haar verslaggever Joost de Haas. In diverse artikelen had De Haas geschreven dat Bouyafa een belangrijke rol speelt in dan wel nauwe banden heeft met de Moslimbroederschap. De krant had voor deze beschuldigingen geen overtuigende nieuwe bronnen, stelde de Raad. Daardoor was niet aannemelijk geworden dat voor die beschuldigingen een aannemelijke grondslag bestaat.

Beide vonnissen kunnen nu in de prullenbak. Minister Guusje ter Horst (PvdA), politiek verantwoordelijk voor de inlichtingendienst AIVD, heeft namelijk verklaard dat de moskeefederatie FION, waarvan Bouyafa als voorzitter fungeert, wel degelijk is verbonden met de Moslimbroederschap. In antwoord op Kamervragen van PVV, SP en VVD over een door de FION te stichten moskee in het Amsterdamse stadsdeel Slotervaart, heeft ze het volgende geschreven.

Ik citeer uit Kamerstuk 2009Z03181 / 2080914430, het antwoord op de vragen de leden De Krom, Teeven en Griffith: “Op Europees niveau heeft de Moslimbroederschap zich vooral georganiseerd via de Federatie Islamitische Organisaties Europa (FIOE). De Federatie Islamitische Organisaties Nederland (FION) is aangesloten bij deze Europese koepelorganisatie. In antwoorden op eerdere schriftelijke vragen is de Kamer reeds geïnformeerd dat de Moslimbroederschap een veelheid aan nationale en lokale bewegingen met verschillende doelstellingen kent, die naar tijd en plaats verschillen. De AIVD heeft geen concrete aanwijzingen dat de Moslimbroederschap in Nederland, of de organisaties die hieraan verbonden zijn, een risico vormen voor de nationale veiligheid. De AIVD heeft ook geen concrete aanwijzingen dat een dergelijke dreiging van de activiteiten van de heer Bouyafa uitgaat.”

Met andere woorden, de FION-moskee, verwelkomd door het stadsdeel Slotervaart, wordt een moskee van de Moslimbroederschap. Maar, voegt Ter Horst er aan toe, deze broederschap vormt geen gevaar voor de nationale veiligheid. Ook van FION-voorzitter Bouyafa gaat geen dreiging uit, aldus de minister op gezag van de AIVD. Ter Horst verwijst naar eerdere antwoorden van ex-minister Ella Vogelaar (PvdA), die gebaseerd waren op een AIVD-rapport uit 2004 (Van dawa tot jihad). In dat rapport komt de Moslimbroederschap inderdaad nauwelijks voor.

Merkwaardig genoeg gaat de minister voorbij aan een recenter werkstuk van onze nationale gleufhoeden. In oktober 2007 maakte de AIVD namelijk een uitgebreid rapport (Radicale dawa in verandering), waarin werd vastgesteld dat radicale organisaties zoals de Moslimbroederschap het geweld hebben afgezworen, maar desondanks op veel punten de democratische rechtsorde bedreigen. Wat meer uitleg kan dus geen kwaad. Of neemt de minister de rapporten van haar eigen dienst niet serieus?

In een vorig blog heb ik uitvoerig uit dit rapport geciteerd. Nu volsta ik met één interessante passage over de Europese activiteiten van de Moslimbroederschap. “Niet alle Moslimbroeders - of hun sympathisanten - zijn als zodanig herkenbaar. Ze maken niet altijd hun religieuze loyaliteiten en ultraorthodoxe religieuze agenda openlijk kenbaar aan buitenstaanders. Ze stellen zich ogenschijnlijk coöperatief en gematigd op naar de westerse samenleving en ze hebben zeker geen gewelddadige doelstellingen. Wel proberen ze de weg vrij te maken voor een grotere rol van de ultraorthodoxe islam in de westerse wereld: door religieuze beïnvloeding van islamitische migrantengemeenschappen en door goede verstandhoudingen op te bouwen met relevante maatschappelijke belangenbehartigers (politici, bestuurders, het maatschappelijke middenveld, niet-islamitische geestelijken, academici, journalisten enzovoort). Deze participatiepolitiek is de afgelopen jaren merkbaarder geworden en kan misschien een zekere liberalisering van hun denkbeelden teweegbrengen. Ze werpen zich hiermee op als breed gedragen belangenbehartiger en gelegitimeerd woordvoerder van de islamitische gemeenschap. Met als uiteindelijk doel - maar dit wordt zeker niet openlijk verkondigd - een ultraorthodoxe islamitische zuil in West-Europa te creëren en die stevig te funderen en uit te breiden.”

‘Ogenschijnlijk coöperatief en gematigd’, ‘goede verstandhoudingen met relevante maatschappelijke belangenbehartigers’, ‘een zekere liberalisering van hun denkbeelden’. Je zou bijna denken dat de AIVD-rapporteur Ahmed Marcouch voor ogen had toen hij dit profiel van de Moslimbroeders op papier zette. Of dacht hij meer aan Tariq Ramadan?

Hoe het ook zij, de komst van de FION-moskee met geld uit Qatar is te danken aan het stadsdeelbestuur van Slotervaart, waarvan Marcouch voorzitter is. Deze bemoeienis blijkt uit de informatie, die burgemeester Job Cohen op 19 februari 2009 verstrekte aan de raadscommissie voor algemene zaken. Het stadsdeel Slotervaart vroeg in een vorige raadsperiode aan wooncorporatie De Alliantie om een moskee neer te zetten, maar dat mislukte door gebrek aan expertise. De Alliantie ging daarop terug naar de deelgemeente.

Daar was inmiddels wel expertise aanwezig in de vorm van voorzitter Marcouch. Cohen: “Toen heeft het stadsdeelbestuur, waarin inmiddels de heer Marcouch en mevrouw Ketelaar zaten, zowel de FION genoemd als de organisatie die nu de Poldermoskee exploiteert. Maanden later is aan het stadsdeelbestuur meegedeeld dat De Alliantie met de FION verder ging.”

Met de FION dus, die dankzij een uitspraak van de Amsterdamse rechtbank geen banden leek te hebben met de Moslimbroederschap, maar volgens Ter Horst toch een onderdeel is van deze beweging.

De talloze Kamervragen over de FION-moskee zijn deze week beantwoord. Het moet Marcouch goed zijn uitgekomen, dat alle aandacht in Slotervaart uitging naar de mogelijke uitzetting van twee criminelen zonder Nederlands paspoort.

Carel Brendel

Carel Brendel is auteur van Het verraad van links (Uitg. Aspekt)

Maart roert zijn staart, April doet wat hij wil

Arabist_jansen

Schrijvers die van hun uitgever royalty’s te goed hebben verstaan iets heel anders onder deze wijsheid van onze voorvaderen die in maart niet opkeken van hagel en in april de kluts kwijt waren.

Meestal begint het roeren van de staart al in het midden van de maand maart: de brieven van uitgevers aan auteurs over de verkopen van het vorig jaar. Een kleine maar actieve uitgeverij was er dit jaar in mijn geval het eerst bij, maar niet per brief.

In een telefoongesprek op 10 maart, om vijf uur ’s middags, liet uitgever A zich ontvallen dat hij wat liquiditeitsproblemen ondervond. Liquiditeitsproblemen? Waren mijn royalty’s in IJsland? Had hij de hal in Blokker waar de Beatles hebben opgetreden als souvenir gekocht? Aandelen Fortis? Het ging toch om geld van derden dat hij in bewaring had?

Eigenlijk een a-typisch geval, want de verontwaardiging van auteur leidde binnen enkele weken tot betaling van (bijna) het gehele bedrag.

Ook a-typisch is de verrassende brief van het advocatenkantoor van uitgever B waar auteur onder een geheel andere naam gepubliceerd heeft. De brief meldde dat uitgever B failliet was, maar dat de dames en heren advocaten graag zouden zien dat auteur liet weten hoeveel hij van uitgever te vorderen had. Hoezo discretie.

De verhouding tussen de gevraagde inspanning en de te verwachten opbrengst is hier bovendien van dien aard dat de brief maar beter onbehandeld en onbeantwoord kan blijven.

Dan de gevallen die wel typisch zijn. Uitgever C belooft de aan auteur toekomende penningen ‘zo snel mogelijk’ over te maken. Auteur, op de hoogte van de mogelijkheden van het elektronisch bankieren en zelfs het telefonisch overboeken, loopt nog dagen en weken elk vrij momentje even naar de computer om te kijken of zijn penningen er al zijn. Na bijna een maand is er nog steeds niets. De rust bij auteur keert weer. Het geldsbedrag is nog steeds onderweg.

Uitgever D belooft ‘binnen twee weken’ tot uitbetaling over te gaan. Na drie weken nog steeds niets ontvangen. Toch geen reden het bij Hoeiboei inleveren van dit stukje uit te stellen. Hoewel, dat het geld morgen plotseling op de rekening van auteur staat, is natuurlijk altijd mogelijk. Hoeiboei zal in dat geval een update geven.

Schoolboekenuitgever E meldt heel eerlijk dat het geld er pas over een half jaar zal zijn. Kennelijk op een rentedeposito vast gezet? Maar dat had auteur natuurlijk ook ten eigen bate kunnen doen.

Erg grappig is uitgever F die op de afrekening twee soorten boeken opvoert, verkochte exemplaren waarvoor hij royalty’s uitkeert, en een onwaarschijnlijk groot aantal boeken waarvan hij meldt dat ze ‘niet aan uitgever geretourneerd’ zijn. Ook gewone verkochte boeken zijn ‘niet aan uitgever geretourneerd’. Het gaat een beetje om de peildatum. Plus, na hoeveel tijd mag je hopen dat de boeken niet meer terugkomen? Bijvoorbeeld nadat ze afgerekend zijn met uitgever? Maar de boodschap is duidelijk: ‘Rustig aan, laat ons nou maar. Wat we je wel betalen is ook al een heel bedrag’.

Uitgever D had enige jaren geleden na een half jaar nog niets van een toegezegde som betaald. Bij navraag meldde de boekhouder heel vriendelijk dat het bedrag hem wat hoog had geleken, daarom had hij gedacht ‘ik hou het maar even aan’. Auteur even opbellen of een collega bij uitgever raadplegen was niet bij hem opgekomen. Hoort eigenlijk niet in het rijtje thuis, maar is te leuk om nu we toch bezig zijn niet even mee te nemen.

Wat is er hier aan de hand? Het kan moeilijk zo zijn dat alle leden van een omvangrijke en sociaal maximaal gevarieerde beroepsgroep thuis geen manieren geleerd hebben. Er moet een psychologische of economische verklaring zijn. Worden bij uitgever op kantoor auteurs gehaat, geminacht, benijd? Staan de royalty-penningen vastgezet op hoogrentende rekeningen en komt het pas ‘straks’ vrij? Wie het weet mag het zeggen.

HansJansen

Martin Bril (1959-2009)

Martin_bril

Onvoorstelbaar

Magnolia

[voor: het meisje, P. en V. en het zusje, maar ook voor L. te Hilversum, A. te Groningen en Martin Bril* en al die anderen.]


Wat is er moeilijker dan het schrijven van een brief of email aan een vriend of zeer goede kennis van wie bekend is geworden dat die aan kanker lijdt? Ik zou het niet weten. Of het moet zijn: een brief of email schrijven aan een zeer goede kennis of vriend die aan kanker heeft geleden en van wie bij de tweeëntwintigjarige dochter een hersentumor is vastgesteld. Die prachtige, krachtige meid die ik in de nazomer van 2008 voor 't eerst ontmoette en die nu nog een paar maanden te leven heeft.

Het is on-voor-stel-baar.

Het gaat niet om mij. Ik heb geen kanker.

Toen zijn huwelijk uiteindelijk tóch op de klippen liep, ontmoette de man, hij was net de vijftig gepasseerd, de vrouw van zijn leven. Wat het hem deed dat zijn enige zoon zich daarna definitief van hem afkeerde, daar kon men alleen maar naar raden. Híj liet niets merken maar hij wist dat hij meer dan z'n plicht had gedaan. Alles wat diens hartje begeerde had hij z'n jongen (mee)gegeven en meer dan dat. Veel meer. Misschien was dat de reden dat het kind, toch ook in de twintig, partij voor z'n moeder koos, wie zal het zeggen?

Maar nu was het tijd voor de man om (ver)laat geluk te proeven. Hij liet daar geen gras over groeien; een jaar na de scheiding woonde hij samen met z'n droomvrouw wier man was overleden. (Dat haar man aan kanker was overleden laat ik liever onvermeld want dan gelooft U mij niet meer.) Haar dochters waren net het huis uit en niets stond het liefdesstel in de weg om aan iets moois en werkelijks te bouwen: een huis op eigen naam in het zonnige zuiden. Plannen werden gemaakt.

Toen werd de man ziek. De lichte maagklachten waaraan hij al jaren leed maar waar hij niet mee naar de huisarts ging, waren niet door het drinken van groene thee overgegaan. Het ging helemaal mis. Met zijn maag was merkwaardig genoeg niets aan de hand maar de dikkedarmkanker was al dusdanig door z'n lichaam verspreid dat hij onmiddellijk geopereerd werd en chemokuren volgden.

Dat was een kleine vijf jaar geleden maar op een zondagmiddag in de nazomer van vorig jaar liet de man trots de foto's zien van het voormalige huis 'in originele staat' dat hij gedurende zijn ziekte had weten om te bouwen tot een waar droompaleis, midden in de Italiaanse heuvels. Wat een onvoorstelbaar doorzettingsvermogen!

We dronken een heerlijke witte Franse wijn die nazomerse middag want er viel veel te vieren en toen de dochter onverwacht binnenviel verhoogde dat de feestvreugde. Het is een cliché maar de kracht die zo'n gezonde, jonge en levenslustige meid van 22 jaar uitstraalt, is adembenemend.

Onlangs kwam dan het vreselijke bericht binnen dat deze jonge vrouw een hersentumor heeft die inoperabel is.

Ik denk aan de moeder maar ik loop direct vast. Het is niet zo dat m'n denken stopt maar m'n perceptie van tijd staat dan even stil. Ik kan me niet voorstellen hoe gruwelijk deze wetenschap voor de moeder moet zijn, voor haar nieuwe net genezen man, voor het zusje, en voor het meisje zelf.

Het meisje. Godverdomme!

Wat hebben zij eraan dat ik geregeld aan hen denk, wat hebben zij eraan dat ik niet weet wat ik hun zal schrijven?

Annelies van der Veer

* De tekst is afgerond vlak voordat ik kennis nam van het overlijden van Martin Bril. (Jammer dat er geen prijs bestaat voor een jaartje extra leven.)

Herlezen (1) – Willem Elsschot: Een Ontgoocheling (1921)

Boeken1

Villa des Roses, Lijmen/Het Been en Kaas worden bijna altijd genoemd als de bekendste – en daarmee beste – werken van Willem Elsschot. Op zich heb ik daar absoluut niets op tegen, alle genoemde werken zijn prachtig – afgezien van Het Been, dat ik altijd als een verzwakking van Lijmen heb beschouwd. Ik vind het echter jammer dat Een Ontgoocheling vrijwel nooit aan dit rijtje wordt toegevoegd, want deze –zelfs voor Elsschot - korte roman behoort tot zijn beste werk.

Een Ontgoocheling is het verhaal van sigarenfabrikant De Keizer en zijn zoon Kareltje. De Keizer verkoopt zijn sigaren aan familieleden en vrienden. Tot die laatste categorie behoren vooral de leden van kaartvereniging ‘De Lustige Whistspelers’, waarvan hij voorzitter is. Eerdergenoemden nemen de sigaren van De Keizer tegen wil en dank af; groot is hun enthousiasme allerminst.

Zo had zijn vrouw op de tram eens onwillekeurig een gesprek afgeluisterd tussen twee heren die op ‘t achterbalkon stonden. De kleinste had de grote een sigaar aangeboden. Deze had een paar trekken gedaan, de rook door zijn neus uitgeblazen en toen het word ‘stinkstok’ uitgesproken.
‘Van De Keizer,’ zei het kleine ventje eenvoudig.
‘Dat dacht ik wel,’ had de grote geantwoord.

De Keizer laat zich door zijn vriend, de slager Van Tichelen, overhalen een avond mee te gaan naar de ‘Empire Tavern’, alwaar een groot gordijn moet verhelen wat passanten niet mogen zien. Gewaarschuwd via een anonieme ansicht met de tekst ‘Vrouwlief die kookt en wast en plast/terwijl mijnheer het geld verbrast’, uiteraard met nietsontziende foto’s op de voorkant, besluit madame Van Tichelen haar man op afstand te volgen en ze heeft madame De Keizer zover weten te krijgen haar te vergezellen, samen met Kareltje. De passage waarin dit drietal de oren te luisteren legt in de portiek van de ‘Empire Tavern’ behoort tot de beste bladzijden die ooit zijn geschreven in ons taalgebied en ik citeer daarom het geheel:

Plotseling werd de deur opnieuw geopend en een grote rose meid verscheen. Zij trippelde tot op de stoep, streek haar wenkbrauwen glad met een wijsvinger die tot aan de top vol ringen zat, likte behoedzaam aan haar lippen en keek naar beide kanten de straat in zonder in het minst notitie te nemen van het drietal dat zich een paar stappen had teruggetrokken. Zij stond in een dubbele bocht, zwaar van buste en van achterste, doch naar onderen slank uitlopend. Eindelijk lichtte zij met een ontzaglijk froufrou haar rokken op en huppelde de straat uit, dicht langs de huizen lopend, met achterlating van een zwaar geparfumeerde lucht.
‘Dat wás er een,’ fluisterde Kareltje.
Toen ze de hoek óm was, namen zij haar plaats op de stoep weer in, zich stil houdend om beter te horen.

‘Een, twee, drie, hoepla!’ klonk opeens Van Tichelens zware stem en op het gordijn, dat de deur afsloot, vertoonde zich een schaduw die in de hoogte ging en dadelijk weer neerkwam. Een gil, een bons, en daarop applaus.
‘Ik geloof dat ze gymnastiek doen,’ zei Kareltje zacht.
‘’k Zal hem gymnastieken,’ beloofde madame Van Tichelen.

Daar wipte het rose wijf de gang weer in, tussen de twee vrouwen doorspringend, die haar nu in de weg stonden.
Aan een lint droeg zij een kartonnen doos, als die waarin patissiers hun taartjes pakken.

‘We géven niet aan de deur,’ zei ‘t mens in gebroken Vlaams en bleef een ogenblik staan, hopende daardoor de vrouwen tot weggaan te bewegen.
‘Ze geeft niet aan de deur, maar ze geeft binnen,’ begon de slagersvrouw.
‘Niet zo knijpen, verdomde Margot,’ hoorde je Van Tichelen weer, ditmaal zo duidelijk als stond hij in de vestibule, en in ‘t café viel iemand tegen de glazen deur aan.

‘Knijpen maar, juffrouw, knijpen maar,’ klonk nu ook de stem van De Keizer, maar veel bedeesder en minder huiselijk dan die van de slager.”

Vanwege de stroeve wegen der sigarenverkoop heeft De Keizer een grootsere toekomst voor Kareltje gereserveerd. De Keizer aarzelde alleen tussen dokter, advocaat en notaris. Na lang te hebben nagedacht en ook het advies te hebben gervaagd van een paar Lustige Whistspelers, gaf hij tenslotte de voorkeur aan het advocaatschap. Met de schoolcarrière van Kareltje wil het echter niet al te best vlotten en als De Keizer ontdekt dat Kareltje reeds voor het derde jaar de eerste klas van het Gymnasium volgt – waarin hij opnieuw niet mee kan komen – is de school voor de jongen verleden tijd. De Keizer dreigt dat hij de jongen ‘dood zal trappen’, maar daar stuit hij op verzet van madame De Keizer:

‘Raak hem aan als je durft. Ga naar je Empire Tavern en trap daar je snollen dood,’

‘Die van Van Tichelen bedoel je zeker,’
‘Knijpen maar, Margot,’ citeerde moeder.

Nu Kareltje de school voorgoed heeft verlaten, weet De Keizer hem een baan als loopjongen te bezorgen bij bij de Compagnie Belge Transatlantique. Helaas, dit loopt uit op een complete mislukking en uiteindelijk belandt Kareltje bij een drukkerij, waar hij met de hondenkar bestellingen mag rondrijden. Omdat hij kriskras door de stad gaat stuit hij nogal eens op oude bekenden; vooral het weerzien met zijn vroegere klasgenoten is niet altijd een pretje.

De Keizer zelf verliest ondertussen zijn voorzitterspositie van ‘De Lustige Whistspelers’ aan zijn aartsvijand Dubois. Van het vaste voornemen nooit kolen van hem af te nemen moet De Keizer afzien als Dubois zijn troeven op tafel gooit: Vind je dat voortdurend roken op de vergadering niet hinderlijk? Daar moest eigenlijk een eind aan komen. De ontgoocheling is compleet en dit laatste incident vormt met recht de nagel aan de doodskist van De Keizer. Zijn bovenmatige bierconsumptie, met name opgedaan tijdens de kaartbijeenkomsten van ‘De Lustige Whistspelers’, heeft zijn lever zodanig aangetast dat redding niet meer mogelijk is. Hij verslechtert zienderogen, al maant Van Tichelen hem snel weer de oude te worden omdat hij een Française ‘weet te zitten die thuis ontvangt’. Het mag niet baten; nog diezelfde week begeeft De Keizer’s lever het definitief. ‘Lig ik niet te sterven’ vroeg hij, doch er was niemand in de kamer.

Nu zijn nemesis voorgoed uit de weg is geruimd, wil Dubois graag uitpakken. De begrafenis van De Keizer wordt een groots spektakel, waarvoor kaartverenigingen uit het gehele land worden aangevoerd. Vooraan liep de muziekafdeling van de Brusselse ‘Association Générale des Joueurs de Whist et de Piquet’ in roodfluwelen uniform met zwierige manteltjes en korte broeken als in de tijd van Rubens. Ze hadden leuke hoedjes op met een witte pluim en speelden een dodenmars.

Een Ontgoocheling is geniaal. Er zijn in de wereldliteratuur weinig romans waarin humor en tragiek op zo’n gering (64) aantal bladzijden tot zo’n ongekend meesterwerk hebben geleid. En natuurlijk is het ook zo prachtig omdat alles zo herkenbaar is – ondanks de veranderde tijdgeest. De wereld kent vele Kareltjes, de wereld kent vele De Keizers en Van Tichelens – Ik vrees dat het vanavond laat wordt op die vergadering, vrouwtje - en tenslotte kent de wereld ook vele madames De Keizer. En toen Kareltje haar aankeek, omdat zij zo raar praatte, zag hij dat zij met neergetrokken mondhoeken wenend de soep proefde.

Kees Bakhuyzen

Durban II

Racisme

Australische Minister van Buitenlandse Zaken zou racistische conferentie moeten mijden.

De 120e verjaardag van Hitler’s geboortedag valt op 20 april, wat toevallig ook de dag is waarop landen bijeen zullen komen in Genève, waar op initiatief van de VN zal worden besproken hoe men het groeiende racisme tegen kan gaan.

The Durban Review Conference werd opgericht om de doelstellingen te evalueren die zijn opgesteld tijdens de eerste VN Wereldconferentie Tegen Racisme, die werd gehouden in het Zuid-Afrikaanse Durban in augustus 2001.

Het was een waardig onderwerp dat had moeten resulteren in een waardige conferentie, waarop gedebatteerd zou worden over de wijze waarop de wereld moest reageren op de fnuikende macht van rassen- en religieuze haat, kankers die het leven en de veiligheid van miljoenen mensen wereldwijd in gevaar brengen. Maar zoals zo vaak gebeurt in het geval van de wereldgemeenschap, bleek de hoopvolle belofte sterk te verschillen van de dodelijke realiteit.

Durban I was een beruchte, met haat gevulde bijeenkomst die uitliep op een van de meest racistische en vooringenomen vergaderingen in de geschiedenis van de VN. Het anti-Semitisme, de anti-Israel agenda en de hysterische groepen extremisten zorgen in de wandelgangen van mensenrechtenorganisaties nog steeds voor koude rillingen. Dat is de reden waarom veel landen, vooral uit het Westen, erover denken Durban II te boycotten omdat het, net als Durban I, dreigt uit te lopen op een platform voor anti-Semitisme en anti-westerse haatgevoelens.

Net zoals zijn voorganger is Durban II toegeëigend door landen die lak hebben aan mensenrechten en wier anti-westerse en anti-Israel houding het mensenrechtencomité heeft getransformeerd tot een instrument van het kwaad dat het geacht wordt te bestrijden.

Als een van het kleine aantal Australische gedelegeerden in Durban acht jaar geleden, was ik getuige van voorbeelden van de meest virulente anti-Semitische propaganda, toespraken en beslissingen sinds de Tweede Wereldoorlog.

Het venijn en de vooringenomenheid van de organisatoren waren zo ernstig, en het VN secretariaat dat de conferentie organiseerde was zo slap, dat de delegatie uit de VS de conferentie halverwege vol afkeer de rug toekeerde.

Deze keer heeft het er alle voortekenen van dat het nog erger wordt. Hoe zou deze conferentie niet antipathiek kunnen staan tegenover mensenrechten als Libïe, Iran, Sudan en andere leden van de Organisatie van de Islamitische Conferentie de bijeenkomst in Genève aanwenden om Israel te demoniseren, officiële geloofwaardigheid te verlenen aan de ontkenning van de Holocaust en wetten aan te nemen die ingaan tegen de vrijheid van meningsuiting?

Onder de allesbedekkende term ‘Islamofobie’ probeert het OIC landen het recht te ontzeggen kritiek uit te oefenen op extremisme en geweld.

Canada en Israel zijn zo onthutst door de agenda van dit haatfestijn dat ze hun intenties tot een boycot al kenbaar hebben gemaakt.

Vertegenwoordigers in een groeiend aantal Europese landen hebben ook hun bezorgdheid uitgesproken over deelname en het geven van legitimiteit aan de wijze waarop de UNHRC de agenda heeft gemanipuleerd.

De regering Obama heeft gezegd dat het de voorbereidingen voor de conferentie zal bijwonen, maar dat is een gevaarlijke manoeuvre. Aan deze zet liggen duidelijk bredere beweegredenen ten grondslag dan de conferentie zelf, want de VS heeft besloten dat het Iran en de Arabische wereld liever een hand wil reiken dan een gebalde vuist.

In deze tactiek schuilt een hoog risico. Als de VS erin slaagt de aandacht af te leiden van de islamitische haat richting Israel en de focus kan richten op de knellende religieuze en racistische discriminatie in de gehele wereld, dan zal de invloed van de VS een enorme impuls krijgen. Maar wat als deze tactiek faalt? En waar past Australië in dit plaatje?

Minister van Buitenlandse Zaken Stephen Smith heeft nog niet aangekondigd of Australië de bijeenkomst in Genève zal bijwonen. Er staat veel op het spel.

Australië loopt voorop in de race voor een niet-permanente zetel in de veiligheidsraad van de VN en een boycot kan een negatief effect hebben op de wijze waarop we worden beoordeeld door de wereldgemeenschap. Maar nu veel landen, waaronder de 27 landen van de Europese Unie, een boycot serieus overwegen, kan Australië zich plotseling in een compromitterende situatie bevinden als het plaatsneemt tijdens een conferentie die er alle schijn van heeft net zo berucht te worden als Durban I.

De agenda van de conferentie in Genève moet Smith reden voor bezorgdheid geven. En hij zal zeker worden beïnvloed door het feit dat Islamitische landen erop blijven hameren dat Islamofobie in een speciale categorie thuishoort en niet mag vallen onder nationale regelgeving.

Maar vooral het idee van censuur in democratische landen is de antithesis van Australische waarden. We zouden niet deel moeten nemen aan deze conferentie.

Alan Gold

Alan Gold is een Australische auteur die in 2001 deel uitmaakte van de Australische delegatie bij de VN Wereldconferentie Tegen Racisme. Dit artikel verscheen op 26 februari in het Australische dagblad ‘The Australian’.
Bron

Vertaling: Kees Bakhuyzen - Hoeiboei

Blote benen

Opwaaiend_2
Wederom actueel!

Blote benen


Een open westerse maatschappij ontkomt er niet aan, dat begrijp ik ook wel maar is het U ook opgevallen welke invloed religie op de hedendaagse mode heeft? En hoe snel dat is gegaan? Neen, rustig maar, ik doel niet op de vermaledijde hoofddoek die op alle mogelijke manieren gepromoot wordt maar op de trend om kledingsstukken die men eerst apart droeg over elkaar heen te dragen. Verschillende, volstrekt overbodige lagen over elkaar dus. Zelfs bij zonnig weer.

Dankzij religie is de legging, destijds een populair kledingsstuk voor de wat oudere, slonzige vrouw, weer helemaal terug in het straatbeeld! Dit keer gaat het om jonge Hollandse meiden, zij dragen tegenwoordig nog wel zomerjurkjes of fleurige rokjes maar daaronder prijken geen zongebruinde benen meer maar strakke leggings, meestal zwarte. Merkwaardig, nietwaar? De zomerse uitstraling wordt er in één keer door teniet gedaan.

Als vrouwen zo'n legging willen dragen waarom nog een rok of jurk eroverheen? Of als vrouwen een rok of jurk willen dragen, waarom dan nog een legging eronder? Speelt hier onzekerheid een rol mede? Twijfelen deze meisjes en vrouwen niet zozeer aan de vorm van hun benen - want die blijft wel zichtbaar - maar aan de 'kwaliteit' van hun benen en is zo'n extra bedekking dan een uitkomst? Terwijl (vrouwen)benen juist heel lang mee kunnen gaan. Misschien wel het langste van alle lichaamsdelen.

Of heeft het met kuisheid en misschien zelfs veiligheid te maken, en geven die extra lagen meer bewegingsvrijheid? Letterlijk en figuurlijk?

Nog bonter maken de dames het die over hun dikke spijkerbroek een jurk of rok aantrekken. Of moet ik zeggen, dames die een jurk of rok aantrekken en daaronder nog een spijkerbroek? Ik geef toe, het zijn vooral moslimmeiden die deze dracht populair maken maar ook hierbij zie je dat de (internationale) mode-wereld het idee gretig oppikt: etalagepoppen staan niet zelden dubbellaags aangekleed. (Wie wil er maar één kledingsstuk verkopen als je er ook twee kunt verkopen?)

Behalve dat het me zo warm lijkt, al die lagen over elkaar, blijf ik het een raadsel vinden dat die meiden – je proeft soms wel dat ze er hip bij willen lopen - massaal in al die lagen trappen. Hun broers schijnen daar geen last van te hebben, zij doen er niet aan mee. Zíj hebben de westerse kledij voor meer dan honderd procent omarmd, zij laten zich geen oor aan naaien.

Plotseling opwaaiende zomerjurken die in een flits naakte dijen laten zien waarbij U weg kunt dromen, worden schaars in Nederland. De vrouwen die zich niets van de nieuwe mode aantrekken, verdienen dan ook alle aandacht.

Fatima de Boer-al-Husayn

Lang leve Jack de Vries, kampioen der draaikonten

Er was eens een CDA-strateeg en campagneleider. Hij heette Jack de Vries. Tijdens de verkiezingscampagne van 2006 boekte hij verbazingwekkende successen. Hij fluisterde de partijleiders Jan Peter Balkenende en Maxime Verhagen in dat ze PvdA-aanvoerder Wouter Bos voor draaikont moesten uitmaken. Het advies had een verbluffend resultaat. Het PvdA en Bos zakten weg in de peilingen (wat overigens niet alleen door de aanvallen van het CDA kwam), en het CDA kwam alsnog als grootste partij uit de bus.

Eind 2007 werd de strateeg beloond met een heus baantje op het pluche. Hij mocht Cees van der Knaap, die burgemeester van Ede werd, opvolgen als staatssecretaris van defensie. Daarna hoorden we een tijd niets meer van de knappe strateeg.

Onlangs kwam er een nieuwe draaikont op zijn weg, de geestelijk verzorger Ali Eddaoudi. Hij werd als ‘legerimam’ voorgedragen door het Contactorgaan Moslim en Overheid, tegelijk met een imam van de islamistische , in Duitsand als extremistisch beschouwde organisatie Milli Görüs, waar niemand het meer over heeft. Eddaoudi heeft premier Balkenende uitgemaakt voor deurmat, vergeleek de westerse troepen in Afghanistan met kruisvaarders, en verkondigde dat christendom en islam met elkaar in oorlog waren en dat ‘onze jongens’ in Uruzgan zitten om de Afghanen te terroriseren.

Om zijn baantje als legerimam veilig te stellen vertelde draaikont Eddaoudi dat hij er nu heel anders over denkt. Dat alles moeten we zonder meer aannemen op gezag van Jack de Vries, die persoonlijk met de fundamentalistische raadsman heeft gesproken. Ondanks kritiek vanuit de Tweede Kamer zet de CDA-strateeg daarom de benoeming door.

In Nova demonstreerde gisteren (17 april) De Vries dat hij zelf de kampioen der draaikonten is. Want, aldus beweerde De Vries, stokebrand Eddaoudi had zijn uitspraken gedaan in de context van een rede van George Bush, die gesproken had over de ‘oorlog tegen de islam’. Helaas voor De Vries, Bush heeft het nooit gehad over een ‘oorlog tegen de islam’. De Amerikaanse president heeft het wel eens gehad over een ‘oorlog tegen de terreur’. Dat was in 2001, en niet in 2004 of later, toen Eddaoudi zijn over-the-top-columns schreef . Kortom, De Vries wringt zich in alle bochten om de omstreden benoeming te verdedigen.

Het is triest voor Wouter Bos en Ali Eddaoudi, maar zij moeten Jack de Vries boven zich dulden op het erepodium der draaikonten.

Er is één troost. Door de omstreden benoeming door te zetten werkt de voormalige CDA-strateeg hard aan de komende verkiezingsnederlaag voor zijn partij.

Carel Brendel

Carel Brendel is auteur van Het verraad van links (Uitg. Aspekt)

D.C. Lama (19) on paddo's

Paddos

Herlezen – Introductie

Boeken1

De enthousiaste lezers die ik ken zijn ruwweg in te delen in twee categorieën. Je hebt lezers die een boek één keer lezen en je hebt herlezers. Natuurlijk, ook hier heb je te maken met overlappingen, maar proefondervindelijk kan ik bevestigen dat deze tweedeling toch aardig overeenkomt met de werkelijkheid.

Zelf behoor ik duidelijk tot de tweede groep. Eigenlijk wil ik elk boek waarvan ik de zekerheid heb dat ik het nooit zal herlezen direct uit mijn boekenkast verwijderen, dit mede vanwege het inmiddels nijpende ruimtegebrek en de nooit aflatende wens nieuwe boeken te kopen, ook al staan er nog zoveel ongelezen meesterwerken op de planken.

Naast die ongelezen meesterwerken is er de – immer groeiende en immer imaginair blijvende – lijst van boeken die op de nominatie staan voor herlezing. En dan heb je de eredivisie; boeken die ik al vaak heb gelezen – laat ik zeggen minimaal drie keer – maar die ik morgen zo weer op kan pakken om ze vervolgens met ongetwijfeld hetzelfde enthousiasme opnieuw te lezen. De brievenboeken van Reve – Op Weg naar het Einde en Nader tot U, Villa des Roses, maar eigenlijk het hele werk van Elsschot, Couperus’ Van oude mensen, de dingen die voorbijgaan – missschien wel het mooiste boek ooit geschreven, zeker in de Nederlandse taal. De lijst is lang, en dan noem ik hier alleen nog maar titels uit de schat aan onze vaderlandse letteren.

Ik moet toegeven dat ik mij vaak moet inhouden; ik zou wel alles willen lezen wat me ook maar zijdelings interesseert of ter ore komt, maar een mens moet een keuze maken. Er moet tenslotte ook nog gewerkt worden en het sociale leven wil ook wat, of we daar nou altijd zin in hebben of niet. Daarnaast deel ik de mening van Seneca, die in zijn Brieven aan Lucilius zegt dat ‘een veelheid aan boeken iemand alleen maar in de weg zit’ en dat ‘overal willen zijn’ betekent dat je ‘nergens’ bent. Ik vind het triest wanneer ik mij van een leeservaring van pak ‘m beet 15 jaar geleden bar weinig weet te herinneren. Liever pak ik Turks Fruit nog een keer uit de kast, ook al moet ik het inmiddels zo’n tien keer hebben gelezen en kan ik het verhaal bijna dromen. Maar het is een puur genot, alsof je oude vrienden tegenkomt. En ondanks die vele eerdere leeservaringen is er toch altijd weer die ene zin of die ene passage die je nog nooit was opgevallen – in het geheel niet of niet op die manier.

Het stoort me altijd dat je in kranten en tijdschriften bijna alleen maar nieuwe boeken of uitgaven besproken ziet. Het Parool had tegen het einde van de vorige eeuw een mooie serie van de 100 beste boeken van de eeuw (als ik me goed herinner) en hier in Australië heeft de Sydney Morning Herald in de culturele bijlage een serie waarin een voor- en een tegenstander een boek uit de internationale literaire canon tegen het licht houden. Ik ben een liefhebber van dergelijke rubrieken en ik voeg daar graag mijn eigen tips aan toe, ook omdat ik me vaak stoor aan diezelfde ‘canon’, waarin zo veel boeken staan die dat volgens mij helemaal niet verdienen en waarin je tegelijkertijd tevergeeefs zoekt naar vele absolute meesterwerken. Daarom zal ik mij vanaf nu op Hoeiboei naast andere zaken richten op werken die ik herlezen heb, boeken waarvan ik denk dat velen ze met bijzonder veel plezier zullen lezen of boeken waarvan ik me nu – vele jaren later – afvraag waarom ik ze toen zo goed, lezenswaardig, interessant, boeiend of wat dan ook vond, want er vindt in de loop der jaren ook een verandering plaats in de waardering, al blijft gelukkig veel hetzelfde. Niet alles wat ik van plan ben te bespreken zal altijd even makkelijk verkrijgbaar zijn, maar soms ligt het enorme plezier van een nieuw boek juist in die ene vondst, na veel zoeken eindelijk aangetroffen in een antiquariaat. Ik kan me zelf in ieder geval weinig aangenamers voorstellen.

Kees Bakhuyzen

Delftsblauw Job

Ebru3fu

Klassiekers zijn het, die fantastische delftsblauwe tegeltjes met teksten als ‘Van het concert des levens, krijgt niemand een program’. Dooddoeners met een inzicht zo helder en keihard dat je er stil van wordt. Oneliners uit de categorie citaten van een politicus – ze zouden zonder moeite krantenkoppen kunnen halen. Uiteraard heeft ook Job Cohen oneliners die direct op een Delfts blauw tegeltje bijgeschreven kunnen worden. De indrukwekkendste blijft ‘U hoeft hier niet te wonen’. Het duurde even tot het tot me doordrong dat dit het beste advies was dat ik ooit heb gekregen. Nota bene tijdens een debat met Hollands finest: negenhonderd Marokkanen, tegen wie hij zelfs nadat ze iemand beroven of doodsteken niet zo’n tekst zou durven uitspreken. Nadat ik was bijgekomen van de domste opmerking die een burgemeester ooit tegen een niet-criminele, hoogopgeleide, zelfstandige, werkende vrouw kan maken, viel het kwartje. Inderdaad, er is geen enkele reden om te verblijven in de afvoergoot die Amsterdam heet, waar de ene helft van de bevolking bestaat uit gammelegam-sprekende jongeren en de andere helft gelooft dat Nederland cq de wereld ophoudt bij het Vondelpark. De burgemeester heeft het zelf gezegd: ik hoef hier niet te wonen.

Aangezien ik altijd al aan de Maas heb willen wonen, lag de keuze voor mijn nieuwe parkeerplek voor de hand. Beetje zoeken op internet en ja hoor, het aanbod appartementen aan de Maas is kredietcrisiswaardig. Terug naar Rotterdam, home sweet home. Helaas delen Amsterdam én Rotterdam dezelfde minpunten: het weer. En een PvdA-burgemeester. Er zijn grenzen, letterlijk en figuurlijk. Vandaar dat ik niet verhuisd ben, maar geëmigreerd. Tja, alles of niets, zoals het een zwart-wit denkende columnist betaamt. Uiteraard is mijn zelfverkozen ballingschap geen straf. Tegenwoordig woon ik aan zee, ben ik vrijwel altijd bruin, ga ik om de dag naar de kapper en kom ik zelden nog in Amsterdam. Het enige dat ik mis is dat Delfts blauw tegeltje, dat mij herinnert aan de man die ik de Amsterdamse binnenstad met zijn toeristen, junks, winkeliers en horecapersoneel van harte gun. Voor iedereen die hier ook klaar mee is, citeer ik met liefde Job C.: “U hoeft hier niet te wonen.”

Ebru Umar

De gedachtepolitie slaat opnieuw toe

Ravage2007he2_2

De gedachtepolitie slaat weer eens toe. Dit keer is niet de ‘rechtse’ cartoonist Gregorius Nekschot het mikpunt, maar de webmaster van het links-activistische webzine Ravage, de digitale voortzetting van Bluf!, het huisorgaan van Wijnand Duyvendak. De webmaster van Ravage is gisteren (15 april) aangehouden, toen hij zich op verzoek van de recherche vrijwillig had gemeld voor een verhoor op een Amsterdams politiebureau. De man wordt verdacht van het bedreigen van Geert Wilders. Pas vanmorgen mocht hij naar huis nadat eerst nog zijn computer in beslag was genomen.

Aanleiding is een satirisch artikel dat op 12 februari op de Ravage-site verscheen onder de titel Lief Dagboek, ondertekend door René D. Het nepdagboek was een persiflage op de denkbeelden en bezigheden van opperantiracist René Danen, de voorzitter van de stichting Nederland Bekent Kleur, een welbekende organisatie voor de bezoekers van deze website.

Ieder normaal en weldenkend mens begreep direct dat het om satire ging. Danen zelf was woedend. Hij bestempelde Ravage als ‘een rabiaat rechtse website die aan de lopende band anti-moslim en pro-Wilders stukken publiceert’. De details over deze ruzie staan beschreven in dit weblog.

Danen, die van Nederland Bekent Kleur een soort Wildersbestrijdingsdienst heeft gemaakt, krijgt nu opeens hulp van Geert Wilders himself. De PVV-leider heeft kennelijk het satirische karakter van het dagboek van René D. niet helemaal begrepen. Hij voelt zich bedreigd door een passage over een oproep voor een anti-Wilders-demonstratie. De activistische website Indymedia illustreerde deze oproep met een op een cartoon van de Deen Kurt Westergaard geïnspireerd plaatje. De fictieve René D. hierover: “Geweldig plaatje bij de oproep geplaatst, Wilders zijn kop moet er inderdaad af! Goeie gasten zijn dat toch bij Offensief, AFA en Fabel. Wie weet, staat er een nieuw volkertje op.”

Ik kan me voorstellen dat Wilders aangifte doet van directe, agressieve en regelrechte doodsbedreigingen. Maar het is belachelijk dat hij zich druk maakt over een satirisch artikel. Het is onbegrijpelijk dat de Amsterdamse politie tijd heeft besteed aan deze knettergekke en belachelijke aangifte. ‘Vrijheid is altijd de vrijheid van de andersdenkenden’ is een uitspraak van Rosa Luxemburg, die ook Wilders zich mag aantrekken.

Op deze site heb ik altijd het recht verdedigd van Wilders om de film Fitna te maken en om ongezouten kritiek op de koran en de islam te leveren. Ik schrijf consequent tegen pogingen om hem te vergelijken met Adolf Hitler en andere nazi’s. Maar ik heb me ook gekeerd tegen Wilders’ voorstel om de koran te verbieden. Boeken verbied je niet. Juist door het lezen van de koran heb ik meer inzicht gekregen in de negatieve aspecten van de islam.

Zijn aangifte tegen Ravage, die heeft geleid tot het oppakken van de vermeende schrijver van een satirisch artikel, is een aanslag op de vrijheid van meningsuiting. Gregorius Nekschot en René D. moeten satire kunnen bedrijven, ongehinderd door René Danen, Geert Wilders en andere censuurridders.

Carel Brendel

Genezen!

Boeken1

Ik ben ziek en ik denk dat U Lezer, dat eigenlijk ook bent. Ik ben weliswaar geen Rotterdammer maar omdat ik niets van de islam wil hebben, heb ik, volgens wethouder Grashoff (GroenLinks), dus angst voor immigratie en de islam en ben ik ziek.

Wat moet ik doen?

De dokter kan me niet helpen want lichamelijk mankeer ik niets. De psycholoog of de psychiater kunnen evenmin iets voor me betekenen want 'islamofobie' is geen erkende psychische ziekte. Islamofobie is domweg verboden.

Waarom ben ik ziek en met mij velen? Ik heb toch gedaan wat ik kon doen? Tientallen boeken heb ik over de islam gelezen. Van schrijvers als Ayaan Hirsi Ali, Nahed Selim, arabist Hans Jansen, Fatima Mernissi, Ibn Warraq, Irshad Manji en vele, vele anderen. Twee planken van mijn boekenkast staan inmiddels gevuld met islamgerelateerde boeken. Ik heb zelfs een islamhoorcollege beluisterd en ben naar lezingen in het land gegaan. Alles voor beter begrip van de islam waar ik instinctief namelijk zo'n afkeer van heb. Maar geen van die boeken of lezingen hebben me kunnen genezen. Ik ben er alleen maar zieker van geworden.

Wie of wat kan me helpen? Ik ben ten einde raad. Als ik de straat opga om eens lekker zorgeloos in het park op een bankje te zitten, word ik niet beter want daar zie ik allemaal donkere, ingepakte wezens en dan word ik nóg beroerder, terwijl de zon nota bene schijnt!

Hoe heeft het zo ver met mij kunnen komen denk ik dan? Is er nog hoop voor mij? Er is geen remedie bekend en ik ben niet eens zo oud, ik kan de moed toch nu al niet opgeven?

Maar wat lees ik bij thuiskomst in gratis weekblad De Echo van vandaag, 15 april 2009?

Imperfecte kennis van de Islam is veel gevaarlijker dan onwetendheid.” Yaser Ellethy, docent Koran- en Hadithwetenschappen aan de Vrije Universiteit te Amsterdam, schrijft dat en ineens gaat er een belletje bij me rinkelen. Ineens zie ik een lichtpuntje. Dat is het dus, daarom ben ik zo ziek: eerst was ik onwetende maar doordat ik de verkeerde boeken heb gelezen en ik de verkeerde interpretatie geef aan wat ik met mijn eigen ogen dagelijks om me heen zie, heeft dat me ziek gemaakt. Ik ben niet goed op de hoogte! Levensgevaarlijk, blijkt nu.

Yaser Ellethy kan daar verandering in brengen, begrijp ik nu, hij kan mij genezen. Misschien is dat ook wat wethouder Grashoff bedoelt met “Er moet een nationale inentingscampagne komen tegen deze [anti-islam] volksziekte” want U Lezer, wilt toch ook niet ziek zijn of nog worden?

Hier ligt een kans. De christelijke Vrije Universiteit te Amsterdam organiseert namelijk “om te laten zien waar de Islam echt voor staat, in samenwerking met het Centrum voor Islamitische Theologie (CIT) en studentenvereniging MashriQ 'Islam voor dummies'.” Vier lezingen geeft Ellethy met veel ins en outs over de Islam. Daarmee zal ik toch zeker kunnen genezen.

Ellethy belooft alle misvattingen over de islam uit de wereld te helpen.“De rol van de westerse media over de Islam wordt belicht”, lees ik. “Mensen vormen hun mening over de Islam vaak door wat ze zien en horen op tv, radio en internet in plaats van op wetenschappelijke studies. Ze geloven dus wat je ze vertelt. Negatieve aandacht komt vaak van de media”, concludeert Ellethy.

Het zijn de verkeerde boeken maar ook de media én politieke krachten die mij angstig hebben gemaakt en vervolgens ziekelijk geïnfecteerd! Ik moet daar vanaf heden niet meer naar luisteren en kijken, maar alles wetenschappelijk benaderen. De totale onwetendheid ben ik al voorbij maar nu moet ik dus alles weten, ik móét naar die lezingen gaan. Dat als eerste. Wat komen die precies op tijd! Wat een geluk, wat een toeval, want de lezingen beginnen dinsdag 21 april aanstaande al en zijn voor iederéén toegankelijk en erg belangrijk.

Oh, oh, al die tijd heb ik imperfecte kennis van de islam gehad en daarom ben ik doodziek geworden, maar nu gaat daar dan eindelijk verandering in komen.

Ik zál genezen! Ik wíl genezen! ik móet genezen!

Ik geef me over en ik ben al bijna genezen. En nu maar hopen dat het geen kwakzalvers zijn.

Annelies van der Veer