Yasmina Reza schrijft treffend portret van Sarkozy op campagne

Reza_1


‘Als ik niet bestond zou men me moeten bedenken’

Yasmina Reza schrijft treffend portret van Sarkozy op campagne

De Franse schrijfster Yasmina Reza mocht de Franse presidentskandidaat Nicolas Sarkozy op de voet volgen tijdens zijn verkiezingscampagne en kreeg van hem alle vrijheid om in haar verslag te schrijven wat ze wilde. Het heeft een treffend boek opgeleverd. Tussen de regels door valt duidelijk te merken dat Yasmina Reza veel waardering heeft voor haar onderwerp, maar ze maakt dankbaar gebruik van de haar gegeven vrijheid en geeft zich nergens over aan slaafse idolatrie. Daarmee is L’aube le soir ou la nuit (letterlijk: de dageraad, de avond of de nacht) vooral een eerlijk boek geworden, dat niet alleen veel zegt over Sarkozy maar ook over Yasmina Reza zelf.

L’aube le soir ou la nuit was najaar 2007 dé literaire sensatie in Frankrijk. Veel publiciteit, hoge verkoopcijfers. Ongeacht hoe men over Sarkozy denkt - en het boek benadrukt nogmaals dat de meningen omtrent hem een zeer wijd spectrum beslaan - is het duidelijk dat de Fransen genieten van nieuw leven in de politieke brouwerij na de uitermate saaie periode-Chirac. Sarkozy mag dan uit dezelfde partij komen en onder Chirac Minister van Binnenlandse Zaken zijn geweest, het verschil tussen de twee kon niet groter zijn. Het wordt nergens expliciet gezegd, maar een enkele keer blijkt uit het verslag van Yasmina Reza dat Sarkozy weinig op heeft met zijn voorganger, en dan druk ik me nog mild uit. Sarkozy is weinig aimabel en hij maakt duidelijk dat dat ook allerminst zijn ambitie is: ’Het feit dat je je laat verkiezen tot President van Frankrijk houdt niet in dat iedereen van je hoeft te houden’.

Het beeld dat Yasmina Reza van Sarkozy schetst vertoont opvallend veel tegengestelde gezichten. Tegenover de zelfverzekerde houding - vaak op het arrogante af: ‘Als ik niet bestond zou men me moeten bedenken’ - staat de kleine jongen die verlegen lacht als Reza hem wijst op zijn continue gesnaai (geen snack is veiling voor Sarkozy). Tegenover de pragmatische politicus die het volk vaak nauwelijks te verteren clichés voorschotelt, staat de man met een visie die het geen moer kan schelen wat men van hem vindt, als maar duidelijk is dat hij opkomt voor zíjn ideeën. Hij stelt er op die momenten zelfs extra veel plezier in de knuppel in het hoenderhok te gooien om te kijken welk effect zijn woorden teweegbrengen. Hij doorbreekt ook de politieke taboes door duidelijk uiting te geven aan zijn minachting voor zijn opponente: ’Helpt mevrouw Royale mij? Dat is niet zeker. Het is niet zeker of het feit dat je niks voorstelt per se een handicap zou zijn in Frankrijk.’ Zijn minachting voor links Frankrijk komt ook tot uiting als Yasmine Reza opmerkt dat hij zeer lovend is over de linkse politieke leiders Zapatero, Blair en Prodi. ’Die zijn niet links! Alleen in Frankrijk bestaat nog een linkse politiek!’

Naast de bedreven politicus staat de mens Sarkozy die het hele circus feilloos doorprikt. Als hij een horde aanhangers treft in een station, volgt de ontluisterende ontboezeming als hij achter het glas van een coupéraam heeft plaatgenomen waar de menigte hem niet langer kan horen. Terwijl hij de horde vriendelijk toelacht, sneert hij naar zijn team: ’Wie heeft dat stelletje gestoorde schreeuwlelijken op me losgelaten? Jullie begrijpen ook helemaal niks. Kan ik dan nooit alleen zijn?’

In zijn meest indrukwekkende toespraak biedt Sarkozy op weinig verhullende wijze weerwoord aan Le Pen, die zich had afgevraagd of de zoon van een immigrant wel President van Franrkijk kon worden: ’Ja, ik ben een Fransman van gemengd bloed die denkt dat men Frans is afhankelijk van de liefde die men voelt voor zijn land, van het belang dat men hecht aan zijn universele waarden. […] Je bent niet alleen Frans door je afkomst en je voorouders. Je bent Frans omdat je Frans wilt zijn, omdat je er trots op bent Frans te zijn. Omdat je verplichtingen voelt ten opzichte van Frankrijk, omdat je het land dankbaar en erkentelijk bent.’ Reza hoort in de woorden van Sarkozy een echo van de woorden die haar vader ooit tegen haar sprak. Geboren in Moskou uit Iraanse ouders en getrouwd met een Hongaarse, zag vader Reza in Frankrijk zijn ideaal en hij uitte dit door zich Franser dan de Fransen te gedragen. ’Kijk naar Parijs kinderen, kijk naar Parijs, de mooiste stad van de wereld, jullie hebben het geluk in de mooiste stad van de wereld te wonen.’

Terecht valt Yasmine Reza de ’intellectuele’ wereld aan, die via een petitie in de krant oproept om op Ségolène Royale te stemmen. Ze vraagt zich af met welk recht deze groep zichzelf tot ’intellectueel’ bestempelt. Maar de mooiste momenten zijn die waarop de politiek wordt losgelaten en er zich een persoonlijk gesprek tussen de twee ontwikkelt:
‘Ik zeg hem dat ik nog steeds houd van de mannen die ik heb liefgehad. Hij haalt de schouders op alsof ik een onvergeeflijke stommiteit heb geuit.
- Ja, ik verzeker het je. Ik ben altijd blijven houden van de mannen die ik heb liefgehad.
- Alsjeblieft!
- Ik houd nog steeds van ze, maar op een andere manier.
- Alles is op een andere manier, lieve schat. Denk niet dat ik een idioot ben. Vanaf het moment waarop je de liefde een naam kunt geven, houdt zij op te bestaan.’ Met de recente ontwikkelingen in zijn privéleven in gedachten, zegt het veel over de mens Sarkozy.

Even veelzeggend zijn de woorden die hij uit als hij tot president is gekozen: ‘Ik kan je niet zeggen dat ik ongelukkig ben… Eindelijk ben ik bevrijd van die last.’ Sarkozy heeft zijn grootste ambitie bereikt en voor even lijkt de vlam gedoofd. Hij biedt Yasmina Reza aan hem te blijven vergezellen, maar ze beseft dat haar taak erop zit. Het zou echter jammer zijn als Sarkozy een stapje terug zou doen. De woorden die hij tijdens de campagne richt aan het adres van Ahmadinejad (‘hij zou de Holocaust niet moeten ontkennen want hij wil er zelf een aanrichten‘) maken duidelijk dat Frankrijk met Sarkozy een president met visie en met lef heeft gekozen. Er is nog heel veel werk te doen.

Kees Bakhuyzen

Yasmine Reza: L’aube le soir ou la nuit. Flammarion, 190 blz.
Prijs: 18 Euro.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten