Het mes op tafel

Knifeanatomy9_5


Het mes op tafel


'Stel duidelijke grenzen aan Geert Wilders vóórdat hij de lont in het kruitvat kan steken'

luidde de kop van een stuk in NRC Handelsblad ('Opi­nie & De­bat', 9-2-08). De schrijvers waren Farhad Golyardi, hoofdredac­teur van het tijdschrift Eutopia, Faisal Mirza, oprichter van www.wij­blijven­hier.nl, Shervin Nekuee, socioloog en publicist, Frank Sa­diqqi, journalist, en Tariq Sha­did, chirurg en woord­voerder van de Palestijnse ge­meenschap Nederland.

De kop van het stuk was juist. De schrijvers voe­ren het gegeven dat moslims met ge­weld zouden kunnen reageren op de fil­mische islamkri­tiek van Wilders aan als 'argu­ment' om de film tegen te houden. Wat niet in het stuk staat is wel zo belang­rijk als wat er wél in staat. Ner­gens in het stuk staat kritiek op dit eventuele geweld. Nergens ook enige kritiek op de ortho­doxe islam. Nergens staat bij­voorbeeld dat zij het op grond van hun geloof mishandelen van moslimaf­val­ligen, homo's en joden afkeu­ren of dat zij tegen vrouwenonderdrukking zijn.

De schrijvers doen een beroep op mi­nis­ter-presi­dent Jan Peter Balkenende de politie­ke moed te tonen 'om het exploi­teren van angst en haat tegen bevol­kings­groepen duidelijk te benoemen en er een grens aan te stellen.' Ze hebben het wel over bevol­kings­groe­pen, in het meervoud, maar willen alleen ortho­doxe islamieten in bescherming nemen.

Zij willen dat een film waarvan de inhoud nog niet eens bekend is en kritiek op de islam in het algemeen ver­boden zien. Ja, ze zeggen plichtsgetrouw voor de vrijheid van meningsui­ting te zijn, maar kritiek op de islam, nee. Zij hebben geen argu­men­ten, behalve dan het brute krachtargument van de dreiging met ge­weld van dege­nen die zij beweren te verte­genwoor­digen. Zij staan im­pliciet achter dit geweld, want anders hadden ze geen been om op te staan.

Rechtsgeleerde Afshin Ellian zei een week later in zijn NRC-column ('Opinie', 16-2-08) 'Praatmoslims spreken namens nie­mand' zinnige dingen over dit stuk, waarvan ik citeer:

'De onnozelaars begrijpen niet dat ze, door islam en mos­lims als een kruitvat voor te stellen, het bewijs leveren voor de beweringen van Geert Wil­ders.'

Dit is het soort argument dat ik ook meer dan eens heb laten horen. Verder betoogde de liberaal Frank Ankersmit, hoog­le­raar theoretische geschiedenis, in 'Niemand mag een stro­breed in de weg worden gelegd' dat het stuk van deze vijf moslims toont dat zij 'nog vreemd staan tegenover elemen­taire waarden van de democra­tie.' (NRC, 'Opinie' 11-2-08) Zeg maar gerust: ronduit vijan­dig.

Hier reageerde een van de vijf schrijvers, Nekuee, weer op (NRC, 'Opinie', 15-2-08). De kop luidt 'Ver­war xenofobie niet met religiekritiek'. Nee, dat moet je vooral niet doen. Wilders geeft, zoals onder ande­re zijn stevig onderbouwde pleidooi in de Tweede Ka­mer om de Koran te verbieden, liet zien, serieuze gods­dienstkritiek. Nekuee noemt die kritiek xenofo­bisch. Hij geeft geen enkel argu­ment hiervoor. Hij zwaait alleen met zo'n term, zoals lange tijd de ge­woonte was en nog is bij een ach­terge­bleven deel van de politiek correcte multi­culti's.

Het ergste moet nog komen en dat kwam van H.W. von der Dunk, emeritus hoogleraar geschiedenis. NRC Han­delsblad publiceerde een kort stuk van hem met de kop 'Infantiele leuzen vor­men geen democratisch recht' (NRC 'Opinie' 15-2-08). Daaronder staat als intro: 'Vrijheid van menings­ui­ting is het grootste goed van de rechtsstaat. Maar begrip voor de beledigden valt toch wel op te brengen.' In de laatste alinea wordt dit toegelicht:

'Wanneer nu infantiele leuzen worden gepropageerd als dat het een 'democratisch recht' is om naar hartelust te mogen beledigen, dan zijn we met onze vrijheid terug in de zand­bak. Dan is er ook geen reden om ge­schokt te zijn als ie­mand het eveneens zijn vrij recht noemt om op zijn manier terug te slaan. Bij gebrek aan argumenten bij­voor­beeld met een mes.'

Als het geen democratisch recht was om dingen te mo­gen zeggen die een ander als beledigend opvat, dan was de vrij­heid van meningsuiting niets meer waard. Dit recht is dan ook vastgelegd in het zogenoemde Handyside arrest van het Europese Hof voor Rechten van de Mens. Iedereen kan immers kri­tiek op zijn op­vat­tin­gen wel beledigend vinden. Ayaan Hirsi Ali heeft dit inder­tijd in Berlijn goed uit­gelegd. Ik word door de kran­ten en weekbladen die ik bijhoud regelmatig zwaar bele­digd.

Von der Dunk stelt bele­digen met het woord gelijk aan moord­aansla­gen. Als hij geen argumenten heeft, mag de beledig­de het mes hanteren, zoals Mohammed Bouyeri deed na Theo van Gogh neergeschoten te heb­ben. Daarover hoeven we niet geschokt te zijn volgens Von der Dunk. Moet ik gaan uit­leggen dat dit een bar­baarse opi­nie is die de vrijheid van meningsuiting, het funda­ment van de democratie, be­dreigt?

Op het WillemdeZwijgerblog staat terecht dat dit een oorlogsverkla­ring is aan hem ['WdZ'] en gelijkgezinden. Doek­le Terpstra legde die ook al af toen hij parle­mentariër Geert Wilders via de straat wilde stoppen, wat typerend voor het fascisme van Musso­lini was. Maar hij zei er niet bij dat dit betekende dat Wil­ders ver­moord moet worden, de enige manier om hem te stoppen. Von der Dunk is er volkomen open over dat hij alle begrip heeft voor moord op politieke tegenstan­ders. Het is niet zozeer dat de barbaren voor de poort staan, ze zijn al binnen de stad. Het mes zit nu niet meer in de binnenzak, het ligt op tafel.

René Marres

Marres is de auteur van Vermoord en Verbannen.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten