De Beauvoir versus Hirsi Ali
Via het Ayaan Hirsi Ali-weblog vernam ik dat de Nederlandse filosofe en Simone de Beauvoir-kenner Karen Vintges niet blij is met de toekenning van de Simone de Beauvoir-prijs aan Ayaan Hirsi Ali. 'Simone de Beauvoir moet zich krakend in haar graf hebben omgedraaid,' zo beweert Vintgens. 'Het is goed dat Hirsi Ali zich verzet tegen fundamentalisme, maar niet dat zij zich keert tegen de hele islam als zodanig. Zij doet mee aan het scheppen van een sfeer waarin het lijkt of iedere moslim gevaarlijk is, een sfeer waar de Beauvoir absoluut niet aan mee zou willen doen.'
Nu heb ik nog niet zo lang geleden een aantal stukken uit De Maagdenkooi herlezen en als Karen Vintges dat ook had gedaan, dan had ze kunnen lezen dat Ayaan Hirsi Ali zich keert tegen zaken die absoluut niet door de beugel kunnen, met de wanstaltige houding van fundamentalisten tegenover vrouwen voorop. Als Karen Vintgens - ongetwijfeld als toegewijd feministe - vindt dat eerwraak en genitale verminking, uithuwelijking en een streven naar volledige segregatie tussen de sexen vooral niet besproken moeten worden dan is dat haar zaak, maar ze moet er niet direct zo kleinzielig over doen dat andere feministes - die die term waarschijnlijk heel wat meer verdienen - Ayaan daarvoor als dank wel een prijs willen toekennen.
Maar dat is slechts een kant van de zaak.
Toen ik het bericht omtrent de toekenning van deze prijs zag, speelde er iets heel anders door mijn hoofd. En voordat ik daarover doorga wil ik duidelijk stellen dat elke schrijver ten eerste als precies dat moet worden beoordeeld: zijn of haar verdiensten met het woord; wat heeft men geproduceerd en welke waarde heeft het voor ons? Stilistisch en inhoudelijk. In dat opzicht ben ik min of meer een leek waar het Simone de Beauvoir betreft; ik heb slechts een roman op mijn conto en die heb ik meer dan twintig jaar geleden gelezen. Maar dat heeft alles te maken met die andere historie, die ik ondanks alles wat ik hier beweer niet los kan zien van deze nog altijd zo op een voetstuk geplaatste filosofe.
Het zal mede te maken hebben met het feit dat ik momenteel het standaardwerk Gulag van Anne Applebaum herlees. Eigenlijk kloppen die woorden niet helemaal, want de eerste keer kwam ik niet eens tot de helft. Te veel ellende, te veel walging, bladzijde na bladzijde na bladzijde van deze pil staan vol met de vernederingen en - geestelijke zowel als fysieke - martelingen van de 'vijanden van de revolutie'. - Ik wilde bijna het woord 'doodknuppelen' gebruiken, maar ik ben voorzichtig geworden, want dit woord werd altijd gebruikt door onze grote volksschrijver als hij die 'voornamelijk uit nek bestaande' rode slagers beschreef.
Simone de Beauvoir vond het allemaal prima, dat uithongeren van 'vijanden van de revolutie', die vernederingen en onmenselijke behandeling van mannen en vrouwen (!). Tenslotte stond het allemaal in het teken van de uiteindelijke verbetering van het lijden van de massa's. De Beauvoir en partner Sartre wilden niets weten van een veroordeling van de kampen van Stalin, zelfs toen al lang bekend was welke verschrikkingen zich daar afspeelden. Welnee, tien jaar later stonden ze gewoon weer vooraan in hun lof voor massamoordenaar nummer 1 van de 20e eeuw, de grote roerganger Mao. - Dat ze ondertussen ook aan de voeten lagen van die andere massamoordenaar Che Guevarra reken ik hen minder aan; die grootste leugen van de tweede helft van de 20e eeuw duurt tenslotte tot op de dag van vandaag voort en er zijn er nog altijd miljoenen die deze waandenkbeelden met hen delen- .
Nu moet zoals gezegd een schrijver ten eerste op zijn werk worden beoordeeld, maar bovenstaande gegevens blijven me dwarszitten en ik ben bang dat ik nooit meer enige waardering voor De Beauvoir zal kunnen opbrengen. Ik weet dat het een oude koe is, maar zolang De Beauvoir nog op een voetstuk wordt geplaatst waarbij deze gegevens maar liever onder het tapijt worden geschoven blijft het gegeven actueel. Er zijn weinig mensen die geen verkeerde keuzes hebben gemaakt in hun leven (zo dacht ik tot ongeveer mijn 25e dat Sartre en De Beauvoir geniale geesten en grote schrijvers waren) maar De Beauvoir heeft tot haar dood geweigerd om ook maar een woord terug te nemen van haar uitermate dubieuze politieke denkbeelden. Toen Sartre tegen het einde van zijn leven plosteling alsnog het licht ging zien (men excuseert de woordkeus, ook ik weet dat hij zo goed als blind was) toen hij de door het Communistische prachtbewind van Ho Chi Minh veroorzaakte ellende van de Vietnamese bootvluchtelingen gewaar werd, reageerde De Beauvoir vol minachting op deze houding.
Het is al met al de vraag of Ayaan Hirsi Ali wel zo blij moet zijn met een prijs die verbonden is aan de naam van deze uitermate dubieuze dame.
Kees Bakhuyzen
Geen opmerkingen:
Een reactie posten