Een zacht wit puntje

Het ging de afgelopen week over brood. De Volkskrant noteerde de opmars van het speltbrood, NRC Next maakte gewag van het onrustbarende feit dat Nederland minder brood eet, Elsevier besteedde aandacht aan het broodloze dieet, alle kranten meldden dat de prijs van het brood gaat stijgen, DWDD besprak met twee bakkers de broodgewoonten in ons land, Nico Dijkshoorn riep zijn afschuw uit over al die ‘rare exotische broodjes’ en brak een lans voor het ‘natte witte kadetje’, en Annelies wijdde er in Metro een column aan, waarin ze alle ophef over ons brood herleidt tot overbodige verwarring en paniek ten nadele van ‘die lekkere, gezonde broodnodige boterhammen’. Ik moest denken aan dat lesuurtje creatief schrijven aan de toenmalige opleiding Tekstschrijven van de toenmalige Hogeschool Holland, waarin de slogan Brood, daar zit wat in ontstond. Het was begin jaren negentig, een tijd dat het product brood een steuntje in de rug goed kon gebruiken.

Laat ik eerst bekennen, dat ik geen of nauwelijks meer brood eet, waardoor ik ben gaan behoren tot die groep van kennissen van Annelies, die een zelfde omslag hebben gemaakt maar daar niet veel over
kwijt willen. Ik evenmin. Behalve dit. Ik ben afgevallen, voel me fitter en leg de afstand van Oost naar West, van Noord naar Zuid, en vice versa, in welke stad dan ook, per fiets wel te verstaan, in driekwart van de tijd af. Vergeleken dus met de periode dat ik nog brood at. Al kun je je afvragen waar dat goed voor is. Dat snelle fietsen, bedoel ik. Want in Amsterdam is fietsen onderhand levensgevaarlijk geworden, door de toename van allerlei andere vehikels, waarvan de fietsbierpomp de ergste is, maar vooral ook door toedoen van toeristen die niet met een fiets overweg kunnen.

Sneller en fitter. In die zin ben ik het eens met de Servische tennisser Djokjovic, die onlangs in een interview Belgrado aanprees als de stad waarin op elke hoek een bakkerswinkel met verrukkelijk brood is te vinden, een lekkernij die hij zelf niet meer eet, waardoor hij gewicht heeft verloren, zich fitter voelt en de toppositie op de wereldranglijst voorlopig nog even kan vasthouden. Ook verschillende schaatsers laten begin volgend jaar het brood in Sjotsi staan en hopen daarmee fracties van seconden te winnen. Met die categorieën kan ik me natuurlijk niet vergelijken. Misschien eerder met die twee jongens die in de film This is the end in een auto een Tarantino-achtige dialoog voeren over dikmakende gluten. Maar goed. Terug naar die mooie herfstdag begin jaren negentig waarop de leuze Brood, daar zit wat in ontstond. Met dertig studenten zat ik in een weinig inspirerend lokaal van de toenmalige opleiding Tekstschijven. Creatief schrijven was de officiële benaming voor deze les. Voor de gelegenheid had ik een folder van de Branchevereniging voor Brood meegenomen die was blijven liggen bij een conferentiedag over stages die te maken hadden met voorlichting over van alles en nog wat. Ook over brood. Daarin stond een uitnodiging om voor die branchevereniging een slogan te bedenken die de waarde en de aantrekkelijkheid van het product brood in een kernachtige zin duidelijk zou maken. Om het de schrijver gemakkelijk te maken, was het eerste woord al voorgedrukt. Brood. Natuurlijk. Brood moest het eerste woord zijn van de te bedenken slogan. Brood gevolgd door een komma. Brood,……….. De rest mochten wij invullen. Het leek me een leerzame opdracht voor toekomstige tekstschrijvers. Aan de slag dus. Er kwamen prachtige leuzen uit die de voedzaamheid, gezondheid en heerlijke smaak van brood accentueerden. Ik had zelf ook een duit in het zakje gedaan met Brood, daar zit wat in. We besloten in een geheime stemming de drie beste slogans te kiezen en die naar de branchevereniging te sturen. De mijne zat daar ook bij en werd uiteindelijk door de broodbakkers als de beste van alle inzendingen aangemerkt. De prijs was een skireis voor twee personen. Omdat de winnende broodzin was ontstaan in een gezamenlijke sfeer van creativiteit, besloten we de prijs te verloten onder de deelnemers aan de les creatief schrijven. De winnaar van de loting mocht dan zelf een reisgenoot bepalen. Het lot viel op een meisje dat heel graag wilde leren skiën (bij de reis zaten ook lessen inbegrepen), dus loting is zo´n gek systeem nog niet. De reis werd haar in ieder geval van harte gegund.

Brood, daar zit wat in. Ik sta er nog steeds helemaal achter. De slogan heeft in de loop der tijd alleen maar aan betekenis gewonnen. In een richting waarvan ik toen nog geen vermoeden had. We dachten nog niet aan koolhydraten en gluten. Van de week werd me een zacht wit puntje met een plak lekkere vette kaas zonder korst aangeboden. Vroeger liep me dan het water in de mond. Nu weet ik dat er heerlijke alternatieven zijn. Ook andere dan salades. Maar daarover een volgende keer.

3 opmerkingen:

  1. Ik denk niet dat een brodeloos dieet beter (of slechter) is dan gewoon brood eten.

    Mensen die zichzelf een bepaald dieet opleggen voelen zich daar altijd beter bij. Je ziet dat ook bij bijvoorbeeld vegetariërs, macrobioten etc. Dat gevoel hoeft niet perse juist te zijn, de hoofdpersonen uit de documentaire "Rauw" bijvoorbeeld voelden zich ook fantastisch hoewel die jongen feitelijk een groeiachterstand heeft opgelopen.

    Dat je je door een dieet beter voelt heeft een aantal oorzaken. Ten eerste natuurlijk psychisch; je kunt zo'n dieet niet volhouden als je zelf aan het nut twijfelt. Een soort van noodgedwongen placebo-effect.
    Ten tweede weet de groep mensen die zichzelf een dieet oplegt gemiddeld beter wat hij eet dan de rest van Nederland. Dus vaker een slaatje in plaats van een patatje.
    Ten derde heeft bijna elk dieet een vermindering van de calorie-inname tot gevolg.

    Zo had je jaren terug het brood-dieet waarbij je om en om òf de hele dag alles at, òf alleen droog brood at. Op zo'n brooddag eet je natuurlijk veel minder dan normaal, dus per week scheelt dat wel een hoop calorieën. Een andere hype was het Montignac-dieet, waarbij je alles mag eten zolang er geen vetten en koolhydraten in één maaltijd zitten. Maar zonder jus smaken je aardappels niet, en gehaktsaus zonder pasta is ook niks. Ook daar ga je dus minder van eten.

    Maar goed, de verkoop van brood daalt inderdaad al een tijdje. Niet eens zozeer vanwege dit dieet maar vooral door de toename van het aantal mensen dat niet ontbijt, en 's middags kantinevoer eet in plaats van de eigen bammetjes; niet perse een vooruitgang.
    Maar dit dieet zal best wel even een hype worden, net als ooit de sapkuren, en daarna weer verdwijnen. Niks mis mee.

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Meneer Gilsing, ik bak tegenwoordig broodjes placebo. M. vr. gr. SH

    BeantwoordenVerwijderen
  3. Heeft u die slogan bedacht? Wat leuk!

    BeantwoordenVerwijderen