Oh, dat weekend!

't Is het eerste waar ze bij het wakker worden aan denkt: O ja, dat weekendje.

Inmiddels ziet ze huizenhoog op tegen iets wat twee jaar geleden als een leuk idee, een vanzelfsprekend plannetje was begonnen: een weekendje met de hele familie in een groepsaccommodatie ergens op een landelijke gelegen plek in Nederland om haar zeventigste verjaardag te vieren. Net als tien jaar geleden. Alles was toen toch goed gegaan? Ze was op die zomerse vrijdag op eigen gelegenheid naar de feestlokatie gefietst en daarna hoefde ze niets meer te doen! De kinderen, met name haar dochters, hadden alles geregeld: de taarten, het eten en drinken voor drie dagen, de afwas, het opruimen…. Ze hoefde er alleen maar te zíjn.

Maar nu lijkt alles anders, nu moet ze dit jubileumweekend zelf organiseren, daar komt ’t wel op
neer. Ze mag al blij zijn als álle kinderen en kleinkinderen komen. De kinderen hebben nu meer jonge kinderen dan tien jaar geleden of weer nieuwe jonge kinderen, die hebben genoeg sores aan hun eigen hoofd, en die hebben geen tijd of zin om te koken, laat staan voor zoveel mensen - ze rekent op dertig volwassenen en 20 kleinkinderen - en zo veel dagen. Die willen zelf vermaakt worden! Sommigen hebben al aangegeven niet drie dagen bij het huisje rond te willen hangen. Die willen iets doen, iets ondernemen. De omgeving verkennen: fietsen, paardrijden, wandelen, wat niet al. Oh, als maar niet van haar verwacht wordt dat ze dat ook nog gaat organiseren!

Haar zus, ook zoiets, als die ’t maar niet in haar hoofd haalt om net als tien jaar geleden te gaan speechen! En hopelijk overlijdt er vlak voor haar feestje niet iemand van de oudere generatie… Maar haar grootste vrees is dat haar ene, net gescheiden dochter, haar feestje zal verpesten.

Zuchtend stapt ze uit bed. De pijn in haar rug valt vandaag gelukkig mee maar oh waar is ze aan begonnen? Die hele organisatie van het feest lijkt haar inmiddels, nu nog ruim drie maanden voor de bewuste datum aanbreekt, een beklimming zonder eind. Het laat haar geen dag meer los. Dan kan haar jongste dochter nog zo beweren dat ze geen beren op d’r pad moet zien….

Wat iemand eraan vindt om feestjes of etentjes te organiseren, 't is haar sowieso een raadsel. Ze heeft er haar hele leven geen gevoel voor gehad en er dan ook nooit aan gedaan. Maar goed, ze heeft het geld om dit een keer te doen want ze doet het liefst dingen met háár kinderen. In vrienden heeft ze nooit zo geïnvesteerd en haar broers en zus mogen alleen voor de zaterdaglunch komen, dus dit is leuker dan haar kinderen geld geven wat sommige ouders wel doen.

En dan die ene schoondochter die zich overal mee bemoeit. Die doodleuk durft te vragen of er ook vlees wordt geserveerd in dat weekend, terwijl iedereen weet dat ze, de jarige en organisator van het feestelijk gebeuren, vegetariër is, al zo'n beetje d’r hele leven. Het is nu eenmaal haar stellige overtuiging dat de wereld er beter uit zou zien als er geen vlees meer gegeten wordt. Dan gaat ze toch zeker geen vlees, biologisch, zoals gesuggereerd, of niet, op háár feest serveren? Of een bbq, ’t idee! Dan zou het haar feest niet meer zijn... Die schoondochter kan toch gewoon vegetarisch eten, of vis, terwijl zijzelf geen vlees wil eten, zij heeft die keuze niet.

Hoe normaal die schoondochter het ook vindt om bier of wijn te drinken, dat is het niet! Alcohol is slecht voor je, je gaat je er raar van gedragen. Stel je voor dat haar kleinkind X 't op zaterdagavond op een zuipen zet, zoals-ie op z'n eigen feessie gewoon is te doen?! Nee, ze weet het nu zeker, er komt geen vlees en er zal geen alcohol geschonken worden. Als je alleen feest mét alcohol en vlees kunt vieren dan is er iets mis met je. Oké, omdat er zo op wordt aangedrongen, zal ze wat alcoholloos bier kopen maar daar blijft het dan ook bij. Coca Cola dat koopt ze natuurlijk ook niet, daar is ze fel tegen.

Er valt al genoeg in de gaten te houden. Wat als de kleinkinderen van onder de tien alle lekkere taartjes opeten die ze speciaal besteld heeft voor zus en broers? Ze ziet het al voor zich dat kleinzoon Y stiekem drie stukken taart achterover drukt. Ze kent haar kleinkinderen maar al te goed. En hun ouders zijn veel te gemakkelijk als een kindje ineens iets niet lekker blijkt te vinden, of niet opkan. Die geloven er heilig in dat het niet goed is als een kind iets tegen heug en meug opeet. Daar zit ze dan met al dat aangevroten eten!

Oh, dat weekendje! Misschien moet ze vandaag maar eens beginnen met de boodschappenlijst voor het ontbijt. Zal ze verse broodjes doen of toch voorgebakken ovenbroodjes en moet ze echt ook witte bestellen, en hoeveel dan? Gelukkig bezorgt de supermarkt ook aan huis. Dat is een meevaller, maar ze wil wel van te voren afspreken dat ze terug mag geven wat niet gebruikt is en ze weigert om voor de kleinkinderen vrolijke mini-jamverpakkingen in te slaan, zoals iemand haar aanraadde, da's slecht voor het milieu en hartstikke onvoordelig, ze is niet gek. Kleine flesjes spa wil ze wel doen, dan kunnen de kleinkinderen hun naam erop zetten, en voor ze buiten gaan spelen de flesjes hervullen en er zo ’t hele weekend mee doen want dat zijn nog steeds minstens 20 flesjes!

Ze pakt pen en papier, dat vindt ze toch makkelijker dan op de computer typen, zoals ze ook liever een nieuwe horloge krijgt dan een smart phone want voordat ze die uit haar tas heeft weten te vissen, is de trein bij wijze van spreken al vertrokken…. Zo’n gedoe.

Eén ding weet ze zeker, dit is eens maar nooit weer, over tien, nee over vijfentwintig jaar mogen anderen haar feestje organiseren.

4 opmerkingen:

  1. Aqârib hum 'aqârib, verwanten, familieleden zijn schorpioenen.
    Deze arabische wijsheid is zekerlijk van toepassing op de huisvrouwenzever van Annelies.

    BeantwoordenVerwijderen
    Reacties
    1. Zeer herkenbaar Annelies.
      Jammer dat er weer ongedierte achter het behang vandaan gekomen is.

      Verwijderen
  2. Hecatonchir 23:30

    Het doet deugd dat er immer Don Quijotes zijn die het voor belaagde edelvrouwen opnemen.
    De omschrijving "huisvrouwenzever" ontleende ik aan het amsterdamse studentenblad Propria Cures.
    Een van de redacteuren kenschetste aldus de commentaren van Silvia Witteman en Aaf Hugo Brandt Corstius in de Volkskrant.
    De transcriptie van het eerste woord van het arabische gezegde is Akarib.
    Dus met een letter k.
    Excuses voor deze stommiteit.


    BeantwoordenVerwijderen
  3. Leuk en herkenbaar stukje, en toch ook wel een bijzondere reaguurder. Het woord "zever" is inderdaad toepasselijk.

    BeantwoordenVerwijderen