Haram (2) + De holocaust

Chickens_top

Haram

Wat bezielt een Nederlandse vrouw, een beetje een vrouw zoals Agnes in de boeken van Peter van Straaten, om op een islamitische basisschool in Amsterdam-West les te gaan geven? Fenny Brinkman deed het zes jaar, uit idealistische overwegingen, om de moslims te helpen integreren in Nederland.

De eerste vijf jaar werkt Brinkman op een dependance waar overwegend vrouwen werken, en hoewel ze zich elke ochtend op school moet omkleden: zwarte rok aan en dito hoofddoek op, gelooft ze in haar werk. De kinderen zijn lief, ze heeft aardige collega's en dat ze geen lippenstift mag dragen vindt ze geen enkel probleem.

Als in haar zesde lesjaar het mannelijke schoolbestuur de gang van zaken op school direct gaat controleren, realiseert zij zich langzamerhand dat zij in een uiterst intolerante omgeving is terecht gekomen. Een bevriende collega merkt op een gegeven moment op "Ze willen geen integratie, het is enkel eenrichtingsverkeer".

Bijna alles wat met Nederland te maken heeft, wordt op school als haram (zondig) ervaren: Sinterklaas bijvoorbeeld maar ook een door leerlingen geknutselde bloem is haram want het schoolbestuur ziet er een christelijk symbool in. Het is misschien wel leuk te weten dat applaudisseren haram is, i.p.v. in de handen te klappen mogen moslims Allah o akbar (Allah is groot) roepen, als blijk van waardering. (Deze kreet hoorde je ook in het stemlokaal in Nederland waar Irakeze moslims destijds konden stemmen.) Als Brinkman zich een keer, bij gebrek aan een vrije stoel, op een bijzettafeltje vlijt, ontstaat er grote commotie. Ze moet eraf: 'Jij niet zitten daar, is koran liggen", blaft de conciërge Mehmet overstuur. Brinkman is op het tafeltje gaan zitten waar de koran normaliter ligt. Dit is een doodzonde, alleen je bovenlichaam mag met de heilige schrift in aanraking komen, alles onder de navel is haram.

Ze realiseert zich dat ze alleen maar op een islamitische school mag lesgeven omdat er niet genoeg moslimleerkrachten zijn en niet omdat zij zo'n bekwame juf is. Ze wordt getolereerd maar nooit geaccepteerd. De moeders van de kindertjes zijn vaak bekeerlingen, die, gehuld in burka's, hun kinderen naar school brengen. Het is grappig te lezen hoe Brinkman de macho mannen van deze vrouwen beschrijft. De bekeerde moeders geven ook extra koranlessen aan de kinderen. Na de eerste bijles komt een jongetje blij aan juf Fenny vertellen dat hij in de hemel komt.

Brinkman slikt veel, onbegrijpelijk veel, omdat ze wil blijven geloven in de multiculturele samenleving en gelukkig kan zij na een schooldag weer de normale wereld in waar ze in een kroeg haar somberte even kan vergeten en met een collega kan lachen om alle doorstane ellende en vernederingen. Het totale gebrek aan humor op school breekt haar op. Als Brinkman hoort dat een collega gedwongen is de jodenvervolging te ontkennen, wordt voor haar een kritische grens overschreden. Zij heeft het idee dat ze een verkeerde zaak dient en dat verdomt ze nog langer.

Brinkman weigert te accepteren dat alle moslims zo extreem in de leer zijn. Ze heeft haar geloof in onze multiculturele samenleving nog niet verloren maar de hoop iets te kunnen veranderen, meer begrip bij het schoolbestuur voor de Nederlandse opvattingen te kweken, heeft ze niet meer. Ze besluit daarom te solliciteren op een zwarte school. Af en toe komt ze nog ex-collega's tegen en die vertellen haar dat de situatie op school precies hetzelfde is gebleven, hetgeen haar niets verbaast.

In het nawoord schrijft Fenny Brinkman:
"Ik schreef al maanden aan mijn boek toen Theo van Gogh opeens vermoord werd. Deze gebeurtenis sterkte mij in de overtuiging dat ik mijn verhaal moest vertellen. Nog steeds sluiten nietsvermoedende stadsdelen gentlemen's agreements met islamitische schoolbesturen. Ik begrijp dit absoluut niet. Een groot gevaar ligt op de loer. Een aantal moslims wil niets liever dan onze westerse maatschappij omverwerpen en Nederland in een islamitische staat veranderen."

Annelies van der Veer

(De tekst is hier in het Portugees vertaald.)

De holocaust

Deze middag is het voor de leerlingen in de bovenbouw tijd voor geschiedenisles en daar wordt de Tweede Wereldoorlog behandeld. Mijn collega Henk, een goedaardige, ervaren leerkracht, vertelt de jongens over deze periode. De meisjes zitten in een andere klas, aangezien de kinderen vanaf de midden- en bovenbouw gescheiden les krijgen. Henk vertelt over de jodenvervolging, de uitroeiing van homofielen en zigeuners en de concentratiekampen. Hij waarschuwt voor het volgen van waanzinnigen, zoals bijvoorbeeld Adolf Hitler. Vervolgens praat hij over de gevaren van racisme.

Henk is een integere man. Het onderwerp maakt indruk op de jongens. Ze vertellen er thuis over. De volgende dag komt een aantal vaders hun beklag doen. Ze vragen zich af wat voor idiote ideeën hun kinderen meekrijgen en hopen 'Insha Allah' (zo Allah het wil) dat dit soort lessen niet meer gegeven wordt, aangezien deze haram zijn en bovendien kun je met joden beter niet omgaan.

Abdullah bedenkt een creatieve oplossing en sommeert de leerkrachten joden en homofielen te 'vervangen' door zigeuners. Zigeuners staan namelijk hoger in de islamitische pikorde aangeschreven. Joden zijn slecht en homofilie is een ziekte die bestreden dient te worden. Het liefst met harde hand. Henk verlaat de school om nooit meer terug te komen.

'Hier doe ik niet aan mee,' is zijn enige commentaar.

Uit: Haram
(uit het dagelijks leven op een islamitische school)

Fenny Brinkman

Uitgeverij Balans,
2005

Reacties Haram

Het bepalende moment

Secondplane_2

Het bepalende moment

De Britse schrijver Martin Amis heeft zich de laatste jaren manifest gemengd in het islamdebat. Veertien stukken van na 11 september - om precies te zijn gepubliceerd tussen 18 september 2001 en 11 september 2007 en gepubliceerd in o.a. The Times, The Guardian en The New Yorker - zijn nu verschenen onder de titel The Second Plane. Uitermate boeiend materiaal, maar zoals zo vaak ontkom je niet aan de vraag in hoeverre het de schrijver lukt het spreken voor eigen parochie te overstijgen.

'Het was de komst van het tweede vliegtuig, laag scherend over het Vrijheidsbeeld: dat was het bepalende moment. Tot dat moment dacht Amerika dat het getuige was van niets ernstigers dan het ergste vliegtuigongeluk uit de geschiedenis van de luchtvaart; nu kreeg ze een idee van de ongekende hevigheid die zich tegen haar aftekende.' - 'The Second Plane', The Guardian, 18 september 2001.

Naast o.a. Christopher Hitchens en Nick Cohen heeft de schrijver Martin Amis zich de afgelopen jaren steeds meer geprofileerd als de grootste Britse criticaster van zowel islamitisch extremisme als de deels naïeve, deels berekenende reactie op de groei van de islamitische invloedssfeer vanuit mate name de linkerzijde van het politieke spectrum. Amis' scherpe kritiek heeft hem de nodige verwijten van 'islamofobie' opgeleverd, een feit dat valt te betreuren maar dat bepaald geen verbazing wekt in de sfeer die zich de afgelopen jaren nog wat heeft verhard binnen het islam-debat. Het is tevens kenmerkend voor wat inmiddels steeds vaker wordt aangeduid met de 'loopgravenoorlog' dat Amis wordt verweten dat de door hem gehanteerde scheidslijn tussen 'extreme' en 'gematigde' Islam vrijwel onzichtbaar is. Ook hier geldt: uitermate treurig, zeker gezien het antwoord van Amis op zijn critici: Als die scheidslijn zo dun is, dan is het aan de 'gematigde' moslims hun ware gezicht te laten zien door uit hun eeuwige slachtofferrol te stappen en het in naam van hun geloof geuite geweld unaniem en met sterke bewoordingen af te keuren. Gebeurt dat niet, dan staat hij in zijn gelijk. - Ik formuleer het hier in mijn eigen woorden, maar dit is waar het op neer komt. Een confronterende maar in mijn ogen tevens rechtvaardige eis.

De 14 stukken in The Second Plane zijn zeer divers van aard. Van het titelessay, gepubliceerd op 18 september 2001, tot lange stukken die het woord 'essay' meer verdienen dan de kortere opiniestukken. Daartussendoor 'On the move with Tony Blair', een journalistiek portret van enkele dagen uit het leven van de toenmalige Britse premier, en twee fictieve verhalen die verschenen in The New Yorker. In 'The last days of Muhammad Atta' betreedt Amis de gedachtenwereld van de leider van de terroristengroep en de bestuurder van het eerste vliegtuig dat het WTC binnenvloog. Een sterk verhaal, maar het wordt nog overtroffen door de morbide paranoia van 'In the palace of the End', waarin een van de dubbelgangers van de zoon van een niet nader genoemde dictator vertelt over de waanzin van zijn dagelijks leven. Zo zijn er de wonden die exact gelijk moeten zijn aan de wonden van de zoon, geen geringe eis gezien de vele aanslagen op zijn leven die hem enorm veel lichamelijk letsel opleveren. Het meest morbide wordt Amis als hij de martelpraktijken beschrijft, waarbij een slachtoffer vaak wordt gedwongen tot een 'bekentenis' als zijn vrouw of kinderen lichamelijk letsel wordt toegebracht: 'De zak bevatte enkele uitgehongerde beesten plus de driejarige dochter van de verdachte.'

Voor de polemiek gaat de aandacht uiteraard uit naar de opiniestukken. Amis is een bijzonder goede stilist, maar die gave kan ook tegen hem werken. Daarnaast wil hij soms te veel zeggen in weinig woorden, wat de duidelijkheid niet ten goede komt. Zo was voor mij zijn roman over Stalin. Koba the dread, bijna onleesbaar omdat Amis zich ondanks het goede materiaal en de verschrikkingen die hij beschrijft verliest in de wens zijn eigen stilistische gaven te overtreffen. De hier bijeengebrachte stukken dreigen soms ten onder te gaan aan hetzelfde euvel. Zo begint het laatste stuk - September 11, gepubliceerd in The Times op 11 september 2007 - met een weinig ter zake doende uiteenzetting over de Amerikaanse term 9/11 tegenover het Europese 11 september, voordat hij zich richt op een uitstekende uiteenzetting over de westerse onmacht adequaat te reageren op de waanzin van 11 september. Erg treffend is de passage die beschrijft hoe hij na enige jaren Zuid-Amerika terugkomt in Europa waar hij al snel bespeurt dat de zo beheerste 'middle ground' die hij voor zijn vertrek innam inmiddels zonder van identiteit te veranderen is verdrongen naar de politiek (uiterst) rechtse hoek:

'Ik zei dat het Westen de afgelopen vijf jaar had moeten besteden aan de opbouw van een democratisch en pluralistisch model in Afghanistan, terwijl men ondertussen Irak in bedwang had moeten houden.' [...] 'Ik begon de gezichten in het publiek een voor een aan te kijken en wat ik zag waren blikken en fronsen, niet van instemming, maar van ongeloof. Op dat moment begon een jonge vrouw te spreken met een stem die bijna oversloeg van hartstochtelijke zelfgenoegzaamheid, terwijl ze zei dat het de Amerikanen waren die de Islamisten in Afghanistan van wapens hadden voorzien en dat daarom de Amerikanen, in antwoord op de 11e september, bommen op henzelf zouden moeten gooien!' Tot grote verbazing van Amis wordt deze dame getrakteerd op een enthousiast applaus.

Het is slechts een van de vele voorbeelden die The Second Plane tot een zeer interessant boek maken en ik moet zeggen dat de doorwrochte stijl van Amis het voordeel heeft dat het boek blijft boeien. Ik heb het zojuist voor de tweede keer gelezen en een derde lezing zal mij ongetwijfeld evenzeer boeien. Wat ik vooral sterk vind aan de stukken van Amis, is dat hij minder belichte aspecten binnen de discussie opnieuw ter sprake brengt. 'Ed was dol op de aandacht en het gevoel van eenheid,' zo schrijft hij in een bespreking van het boek An Islamist's Journey van de ex-islamist Ed Husain. Ook de grootheidswaanzin en het gevoel de geschiedenis naar je hand te kunnen zetten zijn elementen die Amis vaak aanhaalt als bepalender voor de extreme geest dan de ware religieuze passie en de zogenaamde woede omtrent het lot van de Palestijnen. Dat zijn slechts excuses om de ware aard van de extremisten te verhullen. 'Wat ze met elkaar gemeen hebben is dit: ze hebben allemaal een abnormale interesse in geweld en dood.' Kees Bakhuyzen

Hoogtepunt is zonder twijfel het lange essay 'Terreur en verveling: De afhankelijke geest.' - 'Tot voor kort werd beweerd dat we hier werden geconfronteerd met een 'burgeroorlog' binnen de Islam. Dat moest dit alles voorstellen: geen botsing der beschavingen of iets dergelijks, maar een burgeroorlog binnen de Islam. Goed, de burgeroorlog lijkt over te zijn. En het Islamisme heeft gewonnen. De gematigde Islam is bedrieglijk goed vertegenwoordigd op de opiniepagina en in het publieke debat, maar op andere plaatsen is het afwezig. We horen niets van de gematigde Islam terwijl het Islamisme - als aanstichter van wereldgebeurtenissen - min of meer alles is wat we zien.'

Juiste opmerkingen, maar ondanks de naam die Amis heeft als een van de vooraanstaande Britse schrijvers van de afgelopen decennia en ondanks het toe te juichen feit dat deze stukken zijn gepubliceerd in prestigieuze publicaties, blijft de twijfelachtige vraag hoe de stukken van Amis kunnen bijdragen aan het debat. Medestanders zullen The Second Plane toejuichen en worden van Amis voorzien van de nodige extra munitie voor de nooit aflatende discussies, maar ik vraag me af of de tegenstanders van Amis het zullen aandurven zijn stukken werkelijk onder de loep te nemen. Ik vrees eerlijk gezegd het ergste.

Kees Bakhuyzen


Martin Amis - The Second Plane
Jonathan Cape, London

Er is geen Nederlandse vertaling van The Second Plane verkrijgbaar. Alle bovenstaande citaten zijn door mij vertaald. Binnenkort op Hoeiboei een vertaling van een passage uit 'Terreur en verveling: De afhankelijke geest.'

Een glaasje thuis

Ginger

Een glaasje thuis

Gisteren hadden we, tussen vijf en acht, wat vrienden op bezoek om een borreltje te drinken. 't Was zó maar, zonder tastbare aanleiding, om elkaars gezichten weer eens te zien. Henk en Elly waren er ook. Ze vormen een intellectueel echtpaar en ze zijn pas laat aan kinderen begonnen, zodat ik ze een hele generatie vóór lig. Een zoontje van vier hebben ze, dat zonder flauwekul Keesje heet. Ik vroeg hoe hij het maakte en ze zeiden fijn: hij was op dat moment in handen van een studente, die als oppas fungeerde en zou door haar straks in bed worden getild. Ik schonk ze iets in de oporto sfeer en ze vermengden zich met de anderen, meteen inhakend bij het gesprek, dat over kunst en letteren ging. Gevestigde reputaties vielen als tinnen soldaatjes en de stemming begon al geanimeerd te worden, toen de telefoon ging. Ik zat er het dichtste bij.

'Jullie oppas,' riep ik.
Elly, geheel moederdier, was in één sprong bij het apparaat.
'Ja?'
'Wat is er?' riep Henk, uit de andere hoek.
Maar ze wuifde geruststellend met haar hand, luisterde nog even, liet toen de hoorn op haar borst zakken en zei: 'Ach, 't is niks. Keesje vraagt of God bestaat.'
'Noem dat maar niks,' zei mijn vrouw.
Henk haalde kribbig zijn schouders op. 'He, waarom komt hij daar nóú ineens mee,' riep hij.
'Nou, hij zit op het moment zijn hoopje te doen,' antwoordde zijn vrouw, 'en dan moet toch altijd de deur open blijven, omdat hij met je wil praten, in de kamer? Goed, dat doet hij nu met de oppas. En toen vroeg hij het ineens. Vandaar dat ze opbelt. Dat mens weet natuurljjk ook niet hoe wij dat zien...'

Henk was opgestaan. Hij liep naar zijn vrouw toe en nam haar de hoorn uit de hand.
'Ja juffrouw? Hoe kwam hij eigenlijk op dat onderwerp?' Hij luisterde even, knikte een paar maal en besloot toen: 'O ja, ik begrijp het. Nou, zegt u maar: "Nee". Ja. Dag juffrouw.'
En de hoorn neerleggend: ''t Idee. Zo'n klein wurm ga je toch niet met zulke dingen belasten.' Hij ging weer bij zijn glas zitten.

"En hoe kwam hij nou op dat onderwerp?' vroeg ik.
'O, door mij,' antwoordde hij, 'ik zeg dikwijls: "God mag 't weten" of: "God zal me bewaren", gewóón, zonder bijgedachten. En vandaag ben ik blijkbaar nog al kwistig geweest met die uitdrukkingen en daar zat hij nou over na te denken.'

Ik knikte. 'Willen jullie nog wat drinken?' vroeg ik.
Toen ik de ronde net volgeschonken had, ging de telefoon weer.

'Ja, hallo?' vroeg ik.
'U spreekt nog eens met de oppas. ' t Spijt me erg, maar .... Ziet u, ik heb het hem gezegd, maar nou wil hij weten of Sinterklaas dan wél bestaat.'
'Ogenblikje,' zei ik.

Henk zat in een levendige discussie over het oeuvre van Jan Wolkers. Ik tikte hem op de schouder en vroeg: 'Zeg, Sinterklaas, hoe sta je daar tegenover?'
'Waarom?' vroeg hij.
Ik wees naar de telefoon. 'Je oppas,' zei ik. 'Nu God dan niet bestaat, wil je kind weten hoe het dan zit met Sinterklaas.'
'Bestaat óók niet,' zei Henk, met een maaiend handgebaar.

Ik ging terug naar het toestel en wiste de lieve grijsaard telefonisch uit. 't Werd naar mijn gevoel wel eenzaam rond het kereltje daar ginds op de wc, maar ik zweeg, want bij het opvoeden geldt in zeer sterke mate 'elk voor zich, God voor ons allen', al klinkt de uitdrukking in dit verband misschien niet zo gelukkig. Terwijl ik de fles weer hief, ging de telefoon ten derden male. Voor ik de hoorn opnam riep ik: 'Henk! Kabouters, hoe zie je die?'

'Heb ik al lang uitgeroeid,' antwoordde hij.

't Was dan ook niet de oppas maar een knorrige abonnee, die door de bezorger was vergeten en nu wilde dat ik hem de krant bracht. Dat beloofde ik hem, kortheidshalve. Hopelijk hebben de kaboutertjes het even gedáán.

Kronkel

Uit: Alle Kroegverhalen - Simon Carmiggelt
Singel Pockets, 1996
Uitgave in samenwerking met
B.V. Uitgeverij De Arbeiderspers
ISBN 90 413 30224/CIP/NUGI 300

[De tekst is met toestemming van de Erven Carmiggelt geplaatst.]

Museumpark Oriëntalis

spiegel



Laat de oorlog tussen religies maar woeden







Oman. Directeur Mohammed Abdul Ali van Museumpark Oriëntalis is net terug van een financieringstrip naar Nederland. De oorlog tussen de godsdiensten woedt nu ook in het vroegere Koran Openluchtmuseum, maar dan in het klein.

Het Koran Openluchtmuseum was decennialang een plichtmatige bestemming voor schoolreisjes van islamitische basisscholen. Na een rondleiding langs een Israëlisch dorp, de ezeltjes en het tentenkamp mochten de kinderen uitrazen in een roestig speeltuintje. De laatste jaren stopten er helaas steeds minder touringcars op de parkeerplaatsen van de zandvlakte van Heilig Landstichting. (...)

Oriëntalis biedt educatie over drie belangrijke religies - jodendom, christendom en islam - zonder zelf partij te kiezen.

"Dat is niet altijd even eenvoudig", erkent Mohammed Abdul Ali. (..) "Aanvankelijk had iedere godsdienst zijn eigen scherm, op volgorde van ouderdom. Het jodendom links, want dat is het oudst. In het midden het christendom en rechts de islam. Een hoogleraar antropologie vond dat niet verstandig, omdat de beste positie - de laatste - dan voorbehouden was aan de islam. We hebben toen besloten de films over de drie schermen te laten verspringen, zodat op het laatste scherm beelden van alle drie de godsdiensten voorbij komen."

Mohammed Abdul Ali dacht een nette oplossing te hebben gevonden, totdat hij op een nieuw probleem werd gewezen. 'De christenfilm was net iets langer op het laatste scherm te zien dan die van de islam. Bezoekers hadden dat met hun stopwatch getimed en waren boos. Dat laat zien hoe gevoelig deze thematiek ligt."
(...)
Mohammed Abdul Ali kan de plannen om naast de moskee en de synagoge een kerkhuis te bouwen, nu gewoon doorzetten. De financiering daarvoor is voor de helft rond: dominee Ter Linden van de Westerkerk in Amsterdam wil 500.000 euro investeren. Uiteraard leverde dat weer de nodige ophef op. 'Om iedereen gerust te stellen: de dominee sponsort de bouw van het kerkhuis, maar dat wil niet zeggen dat hij dicteert wat er daarbinnen gebeurt. Hij betaalt, maar het museum bepaalt. Het wordt dus geen gebedsgebouw, maar een educatiecentrum waarbinnen we ook kritische vragen over de bijbel stellen.
(..)
De Saoedie Arabische multinational Arab Oil gaat bedrijfstrainingen doen in Oriëntalis. 'Op voordracht van een werknemer: een Saoedie-Arabische Duitser van vierentwintig jaar", zegt Mohammed Abdul Ali. (...)

Inspiratie: Dagblad De Pers, 7.4.2008

Laat de oorlog tussen religies maar woeden



Nederland. Directeur Pieter-Matthijs Gijsbers van Museumpark Oriëntalis is net terug van een financieringstrip naar Oman. De oorlog tussen de godsdiensten woedt nu ook in het vroegere Bijbels Openluchtmuseum maar dan in het klein.



Het Bijbels Openluchtmuseum was decennialang een plichtmatige bestemming voor schoolreisjes van christelijke basisscholen. Na een rondleiding langs een Israëlisch dorp, de ezeltjes en het tentenkamp mochten de kinderen uitrazen in een roestig speeltuintje. De laatste jaren stopten er helaas steeds minder touringcars op de parkeerplaatsen in de bossen van Heilig Landstichting. (...)



Oriëntalis biedt educatie over drie belangrijke religies - jodendom, christendom en islam - zonder zelf partij te kiezen.



"Dat is niet altijd even eenvoudig", erkent Gijsbers. (...) "Aanvankelijk had iedere godsdienst zijn eigen scherm, op volgorde van ouderdom. Het jodendom links, want dat is het oudst. In het midden het christendom en rechts de islam. Een hoogleraar antropologie vond dat niet verstandig, omdat de beste positie - het midden - dan voorbehouden was aan het christendom. We hebben toen besloten de films over de drie schermen te laten verspringen, zodat op het middelste scherm beelden van alle drie de godsdiensten voorbij komen."



Gijsbers dacht een nette oplossing te hebben gevonden, totdat hij op een nieuw probleem werd gewezen. "De islamfilm was net iets langer op het laatste scherm te zien dan die van het christendom. Bezoekers hadden dat met hun stopwatch getimed en waren boos. Dat laat zien hoe gevoelig deze thematiek ligt."



(...)
Gijsbers kan de plannen om naast het kerkhuis en de synagoge een moskee te bouwen, nu gewoon doorzetten. De financiering daarvoor is voor de helft rond: sultan Qaboos van het Sultanaat van Oman wil 500.000 euro investeren. Uiteraard leverde dat weer de nodige ophef op. 'Om iedereen gerust te stellen: de sultan sponsort de bouw van de moskee, maar dat wil niet zeggen dat hij dicteert wat er daarbinnen gebeurt. Hij betaalt, maar het museum bepaalt. Het wordt dus geen gebedsgebouw, maar een educatiecentrum waarbinnen we ook kritische vragen over de koran stellen.
(..)
De Duitse multinational Thyssenkrupp gaat bedrijfstrainingen doen in Oriëntalis. 'Op voordracht van een werknemer: een Duitse Turk van vierentwintig jaar", zegt Gijsbers. (...)





Bron: Dagblad De Pers, 7.4.2008



Vertraging


Vertraging

Marketing neemt de wereld over, en marketing is taal. Woorden. Verhullend, verfraaiend, en soms - nee, vaak! - ergerlijk. Neem de spoorwegen (in marketingtaal: NS, zónder lidwoord). Zit je op het perron op de trein van 16.55 te wachten, komt er om 16.52 een stem uit de luidsprekers: Dames en heren, de intercity naar Amsterdam van 16.55 zal vertrekken over ongeveer tien minuten.

Hè? De trein is vertraagd, dat is al vervelend genoeg, maar de stem spreekt het woord 'vertraging' niet uit, en dat is om gek van te worden! Is het beleid, een ideetje van de marketeers? Er hangt ook een nieuwsoortig blauw bord boven het perron: Amsterdam, 16.55 Intercity + 10. Plus tien, alsof de trein een prijsje krijgt, een mooi cijfer. Twee minuten later wéér die stem, weer schijnheilig niet toegevend dat hier van een vertraging sprake is. Grrrgh! Godlof, om 17.06 zegt de stem: Dames en heren, de vertraagde intercity...vertrekt van spoor 2. Nu moesten ze het wel toegeven. Het is vreemd, maar dat geeft dan toch een kleine opluchting.

Ileen Montijn

portret (2) de ex-feministe


In de driedelige serie 'vrouwen over de hoofddoek' (gebundelde uitspraken), vandaag aflevering 2: de ex-feministe.

De ex-feministe
: Nederland kan er maar beter aan wennen dat vrouwen hier hoofddoeken dragen. Die horen nu definitief bij het Nederlandse straatbeeld. Nederlanders denken dat die
hoofddoek alleen maar voor onderdrukking staat, terwijl er wel tien redenen zijn om de hoofddoek te dragen. Ik ken oudere moslimvrouwen die een hoofddoek dragen gewoon omdat ze het gewend zijn en zich bloot zouden voelen zonder, zoals ik in een Afrikaans land waar alle vrouwen met blote borsten lopen ook niet zomaar mijn bloesjes uit zou trekken. Er zijn vrouwen die ze dragen omdat ze niet vinden dat ze hoeven te verbergen dat ze moslim zijn, of omdat ze het mooi vinden, of omdat ze mee willen doen aan hun eigen mode, er zijn jonge vrouwen die er juist een dragen omdat ze vinden dat dat hun recht is, of uit protest, er zijn vrouwen die hun schoonheid willen bewaren voor thuis, en er zijn zelfs nog wel wat vrouwen te vinden die er een dragen omdat hun man of vader dat wil. Zo zijn er net zoveel redenen om een hoofddoek te dragen als er vrouwen zijn.

Ik zie niet in waarom de moslima zich aan ons zou moeten aanpassen. Ze heeft haar eigen identiteit en haar eigen geloof, dat mag je haar niet afnemen. Het zijn sterke, slimme vrouwen die helemaal niet achterlijk zijn. Nederlandse vrouwen hoeven toch zeker geen hoofddoek te gaan dragen als ze dat niet willen? Zijn ze daar soms bang voor?

De vrouwen die een hoofddoek willen dragen vechten er nu voor om die te mogen dragen. Ik steun ze erin, het is hun identiteit, daar mogen ze trots op zijn. Kom nooit aan iemands identiteit. Al het goede werk dat welzijnswerkers de laatste 30 jaren hebben gedaan, wordt teniet gedaan als je de hoofddoek gaat verbieden. Je moet praten met de mensen, de emancipatie moet van binnenuit komen. Je kunt ze niet dwingen. Wij zijn al jaren met de moslima's aan het praten en ik zie dat ze het vertrouwen hebben gekregen ermee voor de dag te komen, de hoofddoek is niet iets waar je je voor hoeft te schamen.

In landen als Iran zouden de vrouwen een keuze moeten krijgen, net als hier. Hier moet je het niet verbieden want dan ben je net zo bezig als in die islamitische landen. Dat vind ik fout. Je kunt deze vrouwen toch niet afwijzen alleen omdat ze een hooofddoekje dragen? Ik vind ze een verrijking voor de Nederlandse samenleving. Ze zien er toch prachtig uit, die gezichtjes zo mooi omlijst! Wie doen ze er nou eigenlijk kwaad mee? En met die slimme Halalmoslima's voel ik me meer verbonden dan met menige niet-moslim.

Als vrouwen zeggen dat ze daar zelf voor gekozen hebben, wie zijn wij dan om te zeggen dat ze ook nog tragisch, want gehersenspoeld, zijn? Mensen niet als individu, maar als lid van een groep behandelen, levert ellende op.

Het is een slechte zaak dat meisjes met hoofddoeken niet overal kunnen werken of stage kunnen lopen. Ik vind het treurig dat drie jonge vrouwen in Zaandam die stage willen lopen bij bank- of verzekeringskantoren dat niet mogen omdat ze hoofddoeken dragen. Geen sollicitatie lukte en daardoor duurt hun opleiding nu een half jaar langer, terwijl dat niet nodig was als ze waren aangenomen bij die instellingen. Ook komt het voor dat vrouwen worden uitgenodigd voor een sollicitatiegesprek en als dan blijkt dat ze een hoofddoek dragen, wordt hun verteld dat ze eigenlijk een man zoeken, dat ze al genoeg vrouwen hebben. Maar dat is natuurlijk onzin want aan de brief had men immers al kunnen zien dat het om een vrouw ging! Als steeds meer klanten een hoofddoek dragen, waarom dan het baliepersoneel niet?

Meisjes zijn na 11 september zelf gaan onderzoeken wat het betekende om een moslima te zijn. Ze zijn de koran gaan lezen. Het antwoord van hun ouders “je bent gewoon moslim”, voldeed niet meer. Daarom zochten ze informatie bij leermeesters. En nu dragen steeds meer vrouwen de hoofddoek omdat ze Allah willen gehoorzamen. Nederlandse werknemers leveren massaal een bijdrage aan de radicalisering door in het geniep te discrimineren. Want dat is wat het is.

Waarom laten we deze hoogopgeleide vrouwen niet in de illusie dat zij de ware leer in pacht hebben? Dat moeten ze zelf weten. Tolerantie betekent juist dat je dingen verdraagt waar je het niet mee eens bent. Dat past in de Nederlandse traditie. Een naveltruitje lijkt me trouwens aanstootgevender. Ieder heeft recht op zijn eigen stijl. Overigens zie je steeds vaker dat gehoofddoekte meisjes met niet-gehoofddoekte meisjes omgaan, dat is een goede ontwikkeling want er is niets mis met die meiden. Door het dragen van de hoofddoek krijgen ze meer bewegingsvrijheid. Door middel van de hoofddoek kunnen ze emanciperen en bijvoorbeeld meedoen aan het arbeidsproces.

Buitensluiting van moslims is gevaarlijk. Er is toch al meer werkloosheid onder Marokkanen. Dat ligt aan de luiheid van sommigen maar het ligt ook aan die discriminatie. Het zou veel beter zijn als iedereen elkaar respecteerde en men met elkaar zou werken. Wij hebben onze naam van tolerant volk hoog te houden. Nu zeggen moslims “wat heb ik aan een goede opleiding als ik toch geen werk kan krijgen, dan kan ik net zo goed een uitkering aanvragen of de criminaliteit ingaan.”

Het moet maar eens afgelopen zijn! Het is toch totaal respectloos om denigrerend over de hoofddoek te spreken? Het zijn uitingen van islamofobie. Angst voor de islam, voor het onbekende, terwijl die hoofddoek al zo lang door vrouwen wordt gedragen. Je mag ze daarom niet stigmatiseren, het lijkt wel alsof we weer in de jaren '30 leven van de vorige eeuw. En iedereen zou toch moeten weten wat er toen is gebeurd met de joden. Als we niet oppassen, gaan we weer die kant op. Dat mag nooit, nooit meer gebeuren.

Annelies van der Veer


Reacties portret 2


Lees hier deel 1: de moslima


Mohamed Rabbae, de Superman van het extremisme



Mohamed Rabbae, de Superman van het extremisme

Waar zouden we zijn in deze bange dagen zonder Mohamed Rabbae? Als een soort Superman duikt deze GroenLinkser overal op. Een kleine, zeker niet volledige greep uit de bezigheden van het Kamerlid in ruste:

Rabbae roept tijdens een debatmiddag (11 maart 2007) Geert Wilders op naar Australië te verhuizen als het hem niet meer bevalt in Nederland. Tijdens een door Samen Tegen Racisme en Nederland Bekent Kleur georganiseerde avond (21 maart 2007) noemt hij Geert Wilders ‘een islamracist’. In een Amsterdamse moskee zit hij een bijeenkomst voor (10 september 2007) van een nepcomité van ex-moslims, dat is opgericht om het oorspronkelijke comité van Ehsan Jami in de wielen te rijden.

Rabbae tekent met andere ‘beroepsmoslims’ (3 januari 2008) een steunverklaring voor het initiatief Benoemen en Bouwen van Doekle Terpstra en zijn naïeve christenbroeders. Rabbae laat zich (27 januari 2008) kiezen tot voorzitter van een nieuwe koepelorganisatie, het Landelijk Beraad Marokkanen (LBM). Hij is spreker (22 maart 2008) tijdens de anti-Wilders-manifestatie van Nederland Bekent Kleur op de Dam in Amsterdam. Namens het LBM doet hij aangifte (31 maart 2008) tegen de film Fitna van Wilders. Hij houdt (6 april 2008) een pleidooi voor de oprichting van een moslimpartij, omdat het islamitische geluid te weinig aan bod zou zijn gekomen in het Fitna-debat.

Nog niet in het nieuws, maar zeer interessant is Rabbae’s volgende optreden. Tijdens het komende Marxisme Festival (12 april 2008) neemt hij deel aan een debat van Wilders-tegenstanders onder de titel ‘Tegen de politiek van de angst - voor de politiek van de hoop’

Het is een bijeenkomst van extremisten onder elkaar. De andere sprekers in dit door de Internationale Socialisten georganiseerde onderonsje zijn: GroenLinks-Kamerlid Tofik Dibi, beroepsactivist René Danen (Nederland Bekent Kleur), haatrapper Appa, trotskist Peyman Jafari en trotskiste Miryam Aouragh (Samen tegen Racisme).

Uit België komt Nadia Fadil, academica en publiciste. Als iemand onder die vlag wordt aangekondigd, kun je er vergif op innemen dat het om een trotskist gaat. Inderdaad. Sociologe Fadil ondertekende in 2003 een steunverklaring voor Resist - een lijstverbinding van de extremistische Arabisch-Europese Liga (AEL) van Dyab Abou Jahjah met de Partij van de Arbeid (heel verwarrend, maar in dit geval de trotskistische partij van België) - bij de gemeenteraadsverkiezingen in Antwerpen.

Net als Superman opereert Mohamed Rabbae onder verschillende identiteiten. Zoals Superman zich wel eens vermomt als de journalist Clark Kent, zo treedt Rabbae op namens diverse comités: Genoeg is Genoeg, Eén Land, Eén Samenleving, Landelijk Beraad Marokkanen. Er zit één gemeenschappelijke factor in alle optredens van Rabbae. Als hij zijn mond opendoet, zijn de trotskisten (Internationale Socialisten) altijd dicht in de buurt.

Naast alle overeenkomsten is er één groot verschil tussen Superman en Mohamed Rabbae. Waar de filmheld altijd redding brengt, daar komt de politieke held meestal niet verder dan het stichten van verwarring en het wekken van valse hoop. Neem de aanklachten tegen Wilders en zijn Fitna. Een kind kan op zijn vingers natellen dat de PVV-leider vrijuit zal gaan omdat zijn politieke betogen en zijn koranfilmpje ruimschoots vallen binnen de Nederlandse vrijheid van meningsuiting.

Desondanks wekt Rabbae overspannen verwachtingen bij zijn achterban. Als de juridische acties vervolgens op niets uitlopen, worden de arme moslims alleen maar gesterkt in de gedachte dat er in Nederland een hetze tegen hen wordt gevoerd. Samenvattend: Rabbae behandelt moslims als afhankelijke en gediscrimineerde zielenpoten in plaats van ze op te voeden tot volwassen en zelfbewuste burgers.

Niettemin is Rabbae bereid om een moslimpartij van politieke adviezen te voorzien. Rabbae ziet de nieuwe partij als ‘een soort islamitische CDA’. Gezien de politieke bezigheden van de GroenLinkse Superman denk ik dat hij heel andere bedoelingen heeft. In veel Europese landen proberen linkse extremisten en extreme islamisten namelijk tot een politieke samenwerking te komen.

Dat is geheel in de lijn van Chris Harman, de ideoloog van de Socialist Workers Party (SWP), de trotskistische moederpartij van de Internationale Socialisten. Hij schreef in 1994 The prophet and the proletariat. Hierin pleit hij in voorkomende gevallen voor een samenwerking met de moslimfundamentalisten onder het motto ‘Met de islamisten soms, met de staat nooit’. Deze samenwerking kreeg vorm bij massale demonstraties in de straten van Londen en Parijs. Paul Berman signaleert het monsterverbond tussen extreem-links en extreem-religieus in Wie is er bang voor Tariq Ramadan?, een knappe afrekening met de zogenaamd vooruitstrevende moslimgeleerde, die onder meer aan de Erasmus Universiteit Rotterdam doceert.

Berman: “De organisator van de betoging in Londen en van vele soortgelijke demonstraties in de jaren daarna, de Stop the War Coalition, werd overduidelijk gedomineerd door de minuscule Socialist Workers Party en de Britse versie van de Moslim Broederschap, de Muslim Association of Britain. The Economist noemde deze samenwerking van trotskisten met islamisten al ‘een vreemd huwelijk’. Tony Cliff zou zich in zijn graf omdraaien. (De seculier joodse atheïst was de oprichter van de SWP, CB.) Toch vormde dit vreemde huwelijk voor miljoenen niet-trotskisten en niet-islamisten geen belemmering achter deze alliantie aan de straat op te gaan.”

In Nederland en België probeerden de Internationale Socialisten moslims voor zich te winnen via een alliantie met de nationalistische en antisemitische AEL. De beweging Resist haalde echter maar een minimaal aantal stemmen bij de Belgische verkiezingen. In Nederland kwamen de twee clubs niet verder dan het stichten van relletjes rond het Mercatorplein in Amsterdam en een gezamenlijke herdenking van de terreursjeik en Hamas-oprichter Ahmed Yassin. Maar misschien is de tijd nu wel rijp voor een politieke partij, waarin zowel orthodoxe moslims als linkse extremisten zich thuis voelen.

Politiek adviseur Mohamed Rabbae beweert dat hij GroenLinks trouw zal blijven. Het helpen oprichten van een concurrerende partij lijkt me overigens niet een toonbeeld van trouw. Femke Halsema en de partijleiding zullen daarom snel moeten aangeven of zij de semi-trotskistische hoogvlieger Rabbae in hun gelederen blijven tolereren.

Dubieus is ook de positie van Kamerlid Tofik Dibi, politiek opgegroeid in de arbeidersvereniging HTIB, de Turkse tegenhanger van het Marokkaanse KMAN - twee linkse migrantenorganisaties die al vele jaren in een baan rond de Internationale Socialisten zweven. Tijdens het Fitna-debat probeerde Halsema Dibi tevergeefs van een interruptie tegen Wilders af te houden. Voelde ze aankomen dat Dibi een doorzichtig leuterpraatje zou afsteken over zijn steun aan jonge (heel toevallig trotskistische) demonstranten, op wie hij googelend achter zijn computer bij toeval was gestuit?

Dibi zit - zoals dat tegenwoordig heet - ‘vuistdiep’ in de Internationale Socialisten, anti-democraten die solidair zijn met Hamas en Hezbollah. De vraag blijft daarom: Wanneer roept Halsema haar fractiegenoot tot de orde?

Carel Brendel

Carel Brendel is auteur van Het verraad van links (Uitg. Aspekt)

Doekle Terpstra's radiodagboek


Uitgelicht: radio 1, 7.4.2008, rond 13.45 uur: Doekle Terpstra's radiodagboek voor radio 1 (aflevering 1).
Presentatrice: "Woensdag presenteert Terpstra zijn boek Benoemen en Bouwen, Met dat statement nam hij eind vorig jaar afstand van de verWildering van de discussie over de islam en de multiculturele samenleving."

Doekle Terpstra
: (...) "Zaterdag na het publiceren van een artikel in de krant... , heel opmerkelijk is dan weer, in de loop van de dag krijg je een sms-je van 'een' journalist enne die zei tegen me, heb je weer gezien wat er allemaal gebeurt op GeenStijl.nl en op Elsevier? En dan kijk je even en dan ben je zo ongelooflijk verbaasd over de hoeveelheid ROTZOOI die daar langskomt. Hón-der-den reacties op een artikel waarbij ik denk daar zit geen onoorbaar woord in opgesloten. Het ziet er buitengewoon netjes uit. De redelijkheid spat er van af. Je roept op tot gesprek en dialoog en je krijgt het gejeremieer over je heen van een, ik vind... ja van een ACHTERLIJK gehalte. Ja, kijk zelf maar, kijk zelf maar. Ik hoef geen voorbeelden te noemen van opmerkingen die worden gemaakt. Nou ja, je zou mensen moeten uitnodigen om die sites maar eens een keer te gaan bezoeken of misschien juist ook maar niet." (...)

Heeft u ook voorbeelden van Jip-en-Janneke-verslaggeving/berichten/foto's gehoord/gezien op radio of televisie? Stuur deze, met bronvermelding, dan naar hoeiboei.web-log.nl. Gebruik het mailformulier (linksboven)

Over de film "Fitna" van Geert Wilders en leugens van het kabinet

Liar


Over de film "Fitna" van Geert Wilders en leugens van het kabinet

De film Fitna - betekent: beproe­ving - uitgebracht op 27 maart 2008, is, zoals te verwachten was, in de eerste plaats een voorlich­tings­film, ge­volgd door een waar­schu­wing. Fragmenten van moord op verschil­lende soorten mensen - handelaren, vrouwen, homo's - worden afgewisseld door preken van imams en moefti's die aanspo­ren om zulke lui te vermoor­den, niet te vergeten die door Allah vervloek­te joden. Daarnaast heeft Wilders een aantal passages uit de Koran gehaald, die aanspo­ren dit soort mensen te vermoorden, niet te verge­ten de ongelovi­ge varkens en apen. De waarschuwing behelst dat Neder­land niet te veel islam op zijn bo­dem moet hebben en er niet aan moet toege­ven. De aan elkaar geregen fragmenten waren groten­deels al be­kend, maar bij elkaar maken ze toch grote indruk.Het is een film die in­slaat, maar die, anders dan Submission van Ayaan Hirsi Ali en Theo van Gogh, geen artistieke pretenties heeft. Wel heeft hij als begeleiding mooie, melancholische muziek uitgeko­zen van Tsjaikovski - de Arabische dans uit het Notenkraker ballet - en Ed­vard Grieg - Ases dood, uit de Peer Gynt suite -. (Tsjaik­ovski heeft altijd een ondertoon van melancho­lie, zelfs in zijn dansen.)

Wilders deed er goed aan de film te maken. Dit medium dringt beter door dan een stevig onderbouwd betoog in de Tweede Kamer om de Koran te verbieden (waar ik tegen ben). Veel mensen lezen wei­nig, zien liever een film. En veel mensen, ook Kamerleden weten weinig of niets van de islam en Koran. Kamerleden wisten niets redelijks tegen Wilders' pleidooi in te brengen. Een van hen smaalde indertijd: nou, u bent me de Korankenner wel. Inderdaad, dat is hij, zeker vergeleken met zijn onwetende collega's.

Deze film en zijn maker zijn in de kortst mogelijke tijd wereldbe­roemd en berucht geworden. Tik Fitna maar eens in bij Google en verbaas je over de miljoenen resultaten.

Hoe komt dit? Het is de verdienste van het kabinet. De film Sub­mission, Part 1 van Ayaan Hirsi Ali veroorzaakte nauwelijks een rimpeling in het buitenland. Op de Mohammedcartoons in een Deense krant werd aanvankelijk evenmin verhit gereageerd. Totdat een dozijn Deense imams afreis­de naar het Midden-Oosten met meename van de spotprenten en een extra, niet gepubliceerde prent van Mohammed met een var­kenskop. Toen waren de rapen gaar.

Wat heeft het kabinet nu gedacht? Uit welingelichte bron kan ik u, waarde lezer, meedelen dat het het gevaar dat de film in het buitenland onopge­merkt zou blijven, niet gering achtte. Vandaar dat Minister van Buitenland­se Zaken Maxime Verha­gen, ondersteund door onze ferme VOC-premier Jan Peter Balkenende, in islamitische landen opge­wonden is gaan melden dat er een belang­rijke film zat aan te komen, waarvan de inhoud niet bekend was, maar die wel beledi­gend zou zijn en, kortom, vreselijk. Maar zij vertelden er ook iets bij: zij waren niet de maker, nee, zeker niet, zij hadden het scenario niet geschreven. 'Och me­neer, gelooft u mij toch, ik was het niet die met de krijtjes gooide.' (Zouden schooljon­gens tegen­woordig nog zo praten?) Het was, didactisch gezien, een sterke cursus bui­gen en kruipen.

Elsevier reageerde zakelijker dan ik hierboven. Het publiceerde een over­zichts­stuk met de kop 'Angst voor islam regeert' (8-3-08). Maar als dat het geval is, waarom heeft de regering dan de militaire missie in Afghanistan, tegen Al Qaida en gastheer de Taliban ge­richt, met twee jaar verlengd? Dit is dan onbegrijpelijk, want hier­door wordt het risico op een grote aanslag, zoals in Madrid, aan­zienlijk ver­hoogd. Door de aanslag aldaar nam een linkse regering het bewind over, die de Spaanse troepen uit Afghanistan meteen terugtrok. Voor slimme Al Qaida figuren zal dit besluit Nederland tot speciaal doel­wit maken.

Minister van Justitie Ernst Hirsch Ballin en anderen verzochten Wilders met klem de film niet uit te brengen en wezen hem op zijn verantwoordelijk­heid, d.w.z. dat de eventuele gevolgen zijn verant­woorde­lijkheid waren.

Dit was een fundamentele aanval op de vrijheid van meningsui­ting. Want als degene die iets gaat zeggen dat niet aanspoort tot geweld, schul­dig is aan geweld dat erop volgt, kan een ander die me­ningsuiting voorko­men door bij voorbaat met geweld te dreigen. Dit was dhim­mi-gedrag, waar Wilders gelukkig niet voor bezweek. Dat het CDA naar mogelijkheden zocht om de nog niet geziene film te verbieden is ook een schande. Daarna deed Minister van Staat Hans van den Broek (CDA) er nog een stapje bovenop door het kabinet te vragen, met een beroep op de bedreigde veiligheid van Nederlanders in het buitenland, naar de rechter te stappen om de film verboden te krijgen. Foute man, verrader van de westerse be­schaving.

Dit doet terugdenken aan freelance journaliste Hedi de Vree, die in Jordanië verblijft en in een stuk in NRC Handelsblad (5-12-07), 'Bescherm niet mij, be­scherm mijn vrijheid', betoogde dat een film van Wil­ders wél moet kunnen. De Vree wil die film omdat er dan een dialoog over de meningsvrijheid kan ontstaan in Jordanië. Zij leeft nu voortdurend in angst omdat zij niet mag laten blijken dat ze ongelovig is, omdat ze als vrouw misschien geen respect krijgt, omdat ze misschien niet zedig genoeg gekleed is. Als nieuws over de film haar woonland bereikt, zou daar misschien doodsangst bijkomen want men weet dat zij Nederlandse is, maar dat heeft ze voor de vrijheid van mening en expressie over. Ministers moeten, vindt zij, zich niet laten leiden door angst. Nederland moet voor de vrijheid staan, zoals tot voor kort, en desnoods de ME klaar laten staan voor rellen. Dat zou de vrijheid in Jordanië kunnen bevorde­ren. Een bewonderenswaardig pleidooi, dat niet besteed is aan een onderkruipsel als islam-knecht Van den Broek.

De film werd, niet verrassend, door de Europese Unie en de se­cre­taris-generaal van de Verenigde Naties Ban Ki-moon, afgekeurd. Deze laatste keerde zich tegen 'hate speech' en 'incitement to violence'.

Dat zet de wereld op zijn kop. Wil­ders laat zien dat het islamis­me, de poli­tieke islam in elk geval, haatzaai­end en geweldda­dig is. Net zoals vroe­ger schrij­vers erop wezen dat het nationaal-socialisme en com­munisme dat waren. Nu wordt de boodschapper er van beticht. Dit is islamitische waanzin die Ban overneemt.

En het verwijt is ook dat de film generaliserend is. Zo'n film kan niet anders dan generaliserend zijn. Dat is altijd zo als je over een godsdienst of groep spreekt. Maar het is beter als je erop wijst dat wat je over de groep zegt niet voor alle leden van die groep hoeft op te gaan of niet in dezelfde mate. Dus had ergens vermeld mogen wor­den dat zeker niet alle mos­lims tot geweld geneigd zijn, ook al spoort de Koran daartoe aan. Wilders pleegt te antwoorden dat hij het heeft over de islam en niet over moslims, maar dat kan hij on­mogelijk over deze film bewe­ren. Zo, toch nog een kritische noot. Overigens, wie zou nu niet begrijpen dat hij het niet over alle mos­lims heeft, maar over de radicale die de daad bij het woord voegen of daartoe aansporen?

In het Kamerdebat op 1 april over Fitna excuseerde de regering de ophef die zij over de film gemaakt heeft met de bewering dat Wil­ders in over­leg met hen gezegd zou hebben dat hij aan het slot (delen van) de Koran zou verscheuren. Dit staat in een nota van de NCTb (nationale coördinatie terrorismebestrijding) en in aante­kenin­gen over een gesprek van de ministers van Justitie en Binnenlandse Zaken (Guusje ter Horst) met hem.i Wilders ontken­de het met kracht. De vraag wordt dan wie liegt.

Hier is iets merkwaardigs aan de hand. Vele maanden geleden heeft Wilders gezegd dat moslims de helft uit de Koran zouden moeten scheuren om een behoorlijk boek over te houden. In de film wil hij het eveneens aan de moslims overlaten. Voor zover ik weet heeft hij in het open­baar nooit gezegd of geschreven dat hij zelf delen van de Koran zou willen ver­scheuren of verbran­den. Waar­om zou hij het dan in het overleg gezegd hebben?! Hij is consis­tent geweest.

Toch ston­den er in kranten en week­bladen talrijke speculaties dat hij dit wel eens in de film zou kunnen doen. Ik verbaasde mij daar­over. Minstens twee demagogische, leugenachti­ge stukken waarin zoiets staat, van hoogleraar islamologie P.S. van Ko­ningsveld en CDA-partij-ideoloog A.C. Zijderveld, heb ik bespro­ken en gecor­ri­geerd ('Islamkritiek uitban­nen?'; 'Anton C. Zijderveld wil niet beta­len'). Ver­moedelijk hebben hoogge­leer­den en journalisten het idee afge­leid uit wat hij gezegd heeft, misschien verge­ten zijnde wat hij echt gezegd had. Of heb­ben ze het opzettelijk ervan ge­maakt? Moedwil of mis­ver­stand? Ook bij de aantekeningenmaker van het overleg? Deze aantekeningen zijn niet door Wilders gepara­feerd. Het zijn geen vastgestelde en goedgekeurde notulen. Noch in de nota noch in het gespreksverslag wordt Wilders geciteerd. Ze hebben geen bewijskracht.

Het kabinet heeft bij monde van Balkenende steeds verklaard de inhoud van de film niet te ken­nen. Nu toont het die wel gekend te hebben. Dus het heeft in elk geval gelogen, hetzij toen, hetzij nu. Hirsch Ballin was namelijk aanwezig bij het over­leg en hij moet Balkenende ingelicht hebben. Stel nu dat hij dit vergeten was, dan zou hij toch, als de Balk verkondigde dat het kabinet van niets wist, hem gecorrigeerd hebben.

Voor de hand ligt dat het me­mo en gespreksverslag veronderstel­lingen en ver­wachtin­genbevatten, ook van de AIVD, zoals in de door mij besproken stuk­ken. Er had in de nota niet mogen staan 'vol­gens de Hr Wil­ders'. Van die fout, die geen boze opzet hoeft te zijn, maakt het kabi­net nu ten onrechte moed­willig gebruik.

Het lijdt voor mij, die de affaire bijhield, geen twijfel dat minister Hirsch Ballin en andere betrokkenen bedrog ple­gen, maar sommigen van hen gelo­ven mis­schien in hun leugen. Velen die tegen Wilders schrijven, schrik­ken, zoals ik in eerdere columns liet zien, voor niets terug en zeker niet voor leugens.

Maar toegegeven moet worden dat (nog) niet bewezen is dat het kabinet, dat zeker op één punt gelogen heeft, namelijk over zijn kennis van de inhoud van de film, dit ook gedaan heeft over wat Wilders volgens de nota en het ver­slag ge­zegd zou hebben over het ver­scheuren en verbranden van delen van de Koran. Anderzijds, de bewijslast ligt bij het kabinet, dat een Wilders beschadigende bewe­ring heeft gedaan op onvoldoende en te betwijfelen gronden. Alleen daarom al heeft het volkomen fout gehandeld. Een kat in het nauw doet rare sprongen.

Denk ook aan minister P.H. Donner, toen van Justitie, die om andere, politieke rede­nen keihard ontken­de wat hij gezegd had over de toelaatbaarheid van de sharia. In zijn geval kon bewezen worden dat hij loog en dat kon hij weten. (Zie 'Christenen en de islamise­ring' op deze blog'.) Toch deed hij het. Hij was niet bang dat het iets zou uitmaken. Zo zit het nu waarschijnlijk ook met de huidige ministers. Ze denken dat men hun niets kan maken. Waarschijnlijk hebben ze daarin gelijk. De leugen van Donner indertijd was overi­gens qua inhoud vrij onschuldig. De vermoedelijke laster van het kabinet nu is smerig.

René Marres

René Marres is de auteur van Vermoord en verbannen.

Justitie, Nota, Vertrouwelijk, Aan: Minister van Justitie. Minister BZK, Datum 31 oktober 2007, Onder­werp Beoogde film Wilders. Aantekeningen gesprek MvJ, MBZK met de heer Wilders dd. 7 november 2007.

Lieve Tiny en Simon,

Reve_geinponem_s

Lieve Tiny en Simon, V.,19 augustus 1971

(...)
Ook Candy en Gandalf heb ik nauwgezet doorgenomen. Het merkwaardige is, dat enige idee ontbreekt. De vervaardigers van die bladen zijn losgeslagen kleinburgers, die nog steeds diep gebukt gaan onder het vooroordeel, dat seksualiteit iets minderwaardigs zou zijn. Op elke pagina wordt de lichamelijke intimiteit als iets belachelijks voorgesteld, en iedereen die ter zake iets probeert te bewerkstelligen, wordt voor gek gezet. Wie koopt dat en waarom? Het kwerulante is ook opvallend, in bijvoorbeeld die reportage over het begraven. De toon is vol onlust, maar vindt de schrijver dan dat het onefficiënt moet geschieden, en dat de aankomende en vertrekkende stoet op elkaar moeten botsen? 'Wat wil die man nou precies?' vraag je je af. Er wordt vermeld, dat men het vergaan der lijken tracht te bespoedigen, en daartoe proeven neemt met dierkadavers. Wat is daar tegen? Alles blijft in onbewust gemor hangen, in zo een artikel. Misschien verlangt de schrijver naar een waardige viering en ene omhelzing van de Dood, maar dat wordt niemand duidelijk gemaakt.

De seksuele verhalen zijn bijna ondefinieerbaar in hun stunteligheid. Het is alles in de trant van de mop door achtjarige kinderen verteld en die begint: 'Een man en een vrouwen willen samen een potje neuken.' Men is diep beangstigd door de seksualiteit, en wil die bezweren door haar spottend te kleineren, zoals Jan - bang is voor God, en met hem denkt af te kunnen rekenen door hem zonder hoofdletter te schrijven. (Overigens een interessant fenomeen, die uitgave van dat spotboek 'Jezus Christus'. Voor mij bewijst het de onontkoombare kracht van het symbool, dat heerst en ons overweldigt en blijft overschaduwen, anders behoefde men niet een geheel boek met spotprenten te maken om er onder uit te komen. De christus-mythe heeft allerminst afgedaan, en zal het vermoedelijk wel de gehele levensduur van de mensheid uithouden.) Nare geschriften, dit alles, en vooral: zo klein. Er valt eigenlijk niets aan te bestrijden, net zo min als je de 'rode' of 'alternatieve' hetsschriften kunt weerleggen, omdat ze wemelen van woorden, die buiten de wereld van die godsdienst zelve niets betekenen: 'kapitalisme', 'arbeidersmacht', 'reactionair', 'konsumpsiemaatschappij', 'autoritair'.

Gandalf en Candy, het is rommel, anders niet. Men kan geen leesbare tekst maken, als men de goddelijkheid van de liefde en het sacramentale karakter van de seksualiteit loochent. Ik zal nog een hoop geld verdienen door die jongens hun domheid en talentloosheid. Ik kan de lichamelijke liefde beschrijven, en zal daarin tijdens mijn leven wel van niemand konkurrentsie ondervinden. Ik zie iets in, wat al die jongens ontgaat. Je kunt geen ontroering teweeg brengen, als je het hebt over 'voorhuid', 'paarse eikel', 'penis', 'vagina', 'klitoris' of 'kittelaar', en 'anus'. Als je dat leest, denk je voortdurend dat de personen van de handeling wijdbeens op een gynaecologiese stoel zitten, en dat de kans op herstel miniem is. Wie weet, maakt de uitgave van Candy wel deel uit van een antiseksuele Vaticaanse samenzwering: het Duitse redaktie-adres is Postfach 1, Kevelaer! Heel veel liefs van ons allen. Later krijg je nog wat meer godsdienstonderricht. Je

Gerard.


Uit: De Taal Der Liefde - Gerard Kornelis van het Reve
Atheneum-Polak & Van Gennep
Amsterdam 1972
pag. 109-110

Islamisering is allang binnengeslopen


Islamisering is allang binnengeslopen

Het schijnt in Nederland taboe te zijn om over de islamisering van de samenleving te praten, schrijft moslima Nahed Selim. Waarom eigenlijk? „Ik denk dat veel Nederlanders de term niet helemaal begrijpen.” Zelf hoopt ze dat er, na de film van Geert Wilders, nog veel méér waarschuwingen komen.
In een uitzending van de Nederlandse Islamitische Omroep (NIO) op 30 maart waren reacties te zien op ’Fitna’ vanuit Egypte. Een daarvan kwam van een predikant. Naast het gebruikelijke betoog dat hij hield over respect en belediging bleek hij ook verontwaardigd te zijn over de titel van de film. Hij vroeg zich af of de ’regisseur’ wel besefte wat fitna betekende.

Uit de woorden van de regisseur in Het Parool van 9 februari blijkt dat Geert Wilders dat inderdaad wist. Iedere moslim kent het Arabische begrip fitna, aldus de PVV-leider. „Het duidt op situaties waarin het geloof van moslims op de proef wordt gesteld. Alles wat hun geloof op de proef stelt, is fitna: onbedekte vrouwen, alcohol, niet-moslims, verzet tegen het gezag van de islam. Ik gebruik die term spiegelbeeldig: voor mij is de verderfelijke islam fitna.” Wilders was ingenomen met de vondst. „Ik wilde per se een term die in de Koran voorkomt.”
Om meerdere redenen is de titel een geslaagde keuze. Fitna is een fascinerend woord. Op individueel niveau betekent het ’verzoeking’ en ’beproeving van het geloof’. Opmerkelijk genoeg wordt de verleiding die van vrouwen uitgaat ook als fitna aangeduid. Daarnaast wordt de term geassocieerd met onrust, burgeroorlog en chaos. In de klassiek islamitische geschiedenis zijn er drie grote fitna’s geweest.

Tussen 656 en 661 brak er, na de moord op de derde kalief Uthman Ibn Affan, een machtsstrijd uit, waarbij moslims voor het eerst de wapens tegen elkaar opnamen. De tweede fitna vond plaats tussen 683 en 685. Daarbij ging het eveneens om een politieke strijd om de controle over het islamitische rijk tussen de dynastieën van de Ummayaden en de Abbassyden. De derde fitna refereert aan de strijd tussen legeraanvoerders en gezaghebbers tijdens de laatste periode van de islamitische overheersing in Córdoba.

De angst voor het begrip fitna – met alle associaties van chaos en burgeroorlog tot aan verleiding en beproeving – is enorm onder moslimgeleerden. Het is bijna vergelijkbaar met het spook van de Tweede Wereldoorlog voor de Europeanen.

De Egyptische predikant, hoewel zelf een christen, eindigde zijn verklaring in de uitzending van de NIO met een spontaan gebed aan God om onze landen en samenlevingen te beschermen tegen alle soorten fitna’s en tegen de aanstichters ervan.

Het is de vraag of Wilders zich bewust was van deze historische dimensie van de titel van zijn film. Gilles Kepel was dat in elk geval wel. Deze Franse islamoloog, politiek wetenschapper en kenner van de radicale islam was de eerste die de term gebruikte in ’Fitna, oorlog in het hart van de islam’ (2005). In dit boeiende boek bespreekt hij de wisselwerking tussen djihad en fitna. Inmiddels is er haast niemand die niet weet wat djihad is. Fitna is voor moslims een minstens even belangrijk begrip, maar nauwelijks bekend bij niet-moslims. Wilders heeft hierin verandering gebracht. Dankzij zijn film maken miljoenen mensen over de hele wereld kennis met het fascinerende begrip.

De film is door de leider van de PVV bedoeld als laatste waarschuwing aan Nederland, tegen de islamisering. Waarom de laatste? Ik hoop dat er veel meer waarschuwingen komen. Met elk land waar zich een totale islamisering heeft voltrokken, ging het bergafwaarts. Hoe meer islamisering, hoe meer onrust, materiële en culturele armoede, conflicten tussen bevolkingsgroepen, bloedvergieten en andere ellende. Kijk maar naar Pakistan, Iran, Soedan, Jemen, Somalië. De samenleving die we nu hebben is veel beter, voor iedereen.

Het schijnt in Nederland taboe te zijn om over de islamisering van de samenleving te spreken. Ik denk dat veel Nederlanders de term niet helemaal begrijpen.

Met islamisering wordt niet alleen de toename van de moslimpopulatie bedoeld, en ook niet de militaire verovering van het land door moslims of de stichting van een islamitische staat. Islamisering is een proces waarbij de religie sluipenderwijs alle aspecten van het leven gaat domineren.

Turkije is een islamitisch land, de meerderheid van de bevolking is moslim, maar het land is niet geheel geïslamiseerd. Er woont een substantiële groep seculieren die totaal anders denkt en leeft. Het is een groep die zich nog steeds weigert te conformeren aan de moslimmeerderheid. En het is een groep met macht, omdat ze vertegenwoordigd is in het leger en in de elite. De vraag is hoe lang de seculieren die macht kunnen behouden.

In Turkije gingen enkele maanden geleden 140.000 demonstranten de straat op om te protesteren. Ze waren het niet eens met de opheffing van het hoofddoekverbod op de universiteiten. Ze vreesden de sociale druk om allemaal een hoofddoek te gaan dragen, terwijl het verbod juist een goede steun en smoes was voor veel vrouwen en hun families. Ze konden immers altijd zeggen dat het nu eenmaal verboden was door de staat. Ze vreesden ook dat de opheffing van het hoofddoekverbod een belangrijke schakel vormt in het islamiseringsproces.

In Turkije begrijpen de seculieren beter dan ons kabinet en onze bestuurders wat islamisering precies inhoudt. Islamisering is ook het proces, hoe traag het ook verloopt, dat geleidelijk resulteert in de islamisering van het denken.
Islamisering van het denken zal het einde betekenen van alle creativiteit, originaliteit en scheppingskracht, want creëren en scheppen zijn goddelijke eigenschappen waarop Allah octrooi heeft genomen. Daarbij duldt Hij geen concurrentie van de mens. Islamisering is het proces waarbij islamitische waarden en normen op den duur de overhand krijgen boven alle andere waardensystemen, in alle aspecten van het leven.

Dit proces is al een tijd bezig in het Westen. En het wordt bijna dagelijks gedemonstreerd in een reeks van incidenten.

Bijvoorbeeld wanneer een moslimapotheker weigert de morningafterpil of condooms te verkopen, wanneer een moslimdokter weigert aidspatiënten te behandelen of abortus te verrichten, wanneer geneeskundestudenten weigeren delen van het curriculum te doen omdat die in strijd zouden zijn met hun geloof, wanneer moslimtaxichauffeurs weigeren blinde cliënten met hun geleidehonden mee te nemen omdat honden onrein zijn volgens hun geloof, wanneer het bijna onmogelijk wordt om kritiek te uiten op de islam of op moslims zonder bedreigd te worden, wanneer het bureau Jeugdzorg de hulp van imams moet inroepen omdat het anders zijn werk bij Marokkaanse gezinnen niet kan verrichten, wanneer gemeenteambtenaren weigeren vrouwen een hand te geven, wanneer leraressen en andere overheidsambtenaren tijdens hun werk de islam vertegenwoordigen door hun hoofddoeken te dragen, terwijl ze de staat zouden moeten vertegenwoordigen, wanneer Fortis het spaarvarkentje afschaft dat hij cadeau gaf aan kinderen omdat dit voor moslims een onrein dier is, wanneer musea foto’s van de muur halen en schilderijen weigeren uit angst voor reacties van moslims, wanneer posters van klassieke naakten niet meer in de metrostations mogen hangen – en de lijst kan nog veel langer worden.

Dit zijn allemaal incidenten die de laatste jaren in westerse landen zijn voorgekomen, ook in Nederland. En het zijn allemaal tekenen van het voortschrijdende islamiseringsproces.

Mag een politieke partij daartegen waarschuwen? Natuurlijk mag zij dat. Politieke partijen hebben zelfs de taak tegen deze gevaren te waarschuwen.

Mijn kritiek op de film ’Fitna’ is dat Wilders dit aspect van de geleidelijke mentale en institutionele islamisering niet of onvoldoende behandelt, terwijl het een grotere bedreiging vormt voor de democratische, seculiere samenleving dan het terroristische gevaar.

Slechts één zin in de film refereert aan deze institutionele islamisering. Wilders laat een stem horen die zegt: „De moskee zal onderdeel worden van het Nederlandse overheidssysteem.”

Ik ben bang dat dit al begonnen is. Wat betekent het anders als een ambtenaar van Jeugdzorg pas zijn werk kan doen, wanneer hij zich laat vergezellen door een imam? De staat delegeert zodoende een deel van zijn taken aan de moskee. Ook bewijst dit dat zulke moslimgezinnen alleen loyaal zijn aan hun geestelijken, en niet aan de overheid en haar ambtenaren.

Jammer dat Wilders niet meer aandacht heeft besteed aan deze aspecten. Anders had hij ook kunnen constateren dat niet alleen moslims daar debet aan zijn. Heel vaak is deze institutionele islamisering mogelijk dankzij autochtone Nederlanders die alvast aan het zelfislamiseren slaan, omdat ze totaal geen benul hebben van de scheiding tussen kerk en staat.

Het heftigste deel van ’Fitna’ is natuurlijk het eerste, waarin we de beelden van terroristische aanslagen zien, gekoppeld aan preken en koranteksten. Wilders heeft het verband tussen de daden van de terroristen, en de theologische onderbouwing ervan willen aantonen – een verband dat door alle commentatoren, moslims of niet, categorisch wordt ontkend. Toch kan ik het grootste deel van de preken van die vreselijke imams bijna woordelijk herleiden tot koranteksten en uitspraken van de profeet Mohammed. Alle moslims die ik erover gehoord heb, namen er terecht krachtig afstand van, beschreven ze als radicale en extremistische interpretaties. Het punt is alleen dat het helemaal geen interpretaties zijn. Het zijn letterlijke citaten uit authentieke islamitische bronnen.

Wat is extremisme?

Neem de ramadan. Het normale geloofsprincipe is dat de vasten een maand duurt. Zo staat het immers in de Koran. Radicaal of extreem is het pas om het hele jaar door te vasten. Of neem het bidden. Volgens de islam dient dat vijf keer per dag te gebeuren. Een religieuze stroming die verwacht dat de gelovigen de hele nacht wakker moeten blijven om achter elkaar te bidden, kan met recht omschreven worden als extremistisch of radicaal. Die wijkt te veel af van wat er in de bronnen voorgeschreven staat. Een eenvoudig principe, lijkt me.

Maar stel nu dat het andersom was. Ik ken moslims die bepaalde geneesmiddelen niet willen gebruiken als er alcohol in zit, omdat de Koran zegt dat je geen alcohol mag drinken. Zijn zij radicaal? Of is de Koran radicaal? Ook staan in de Koran instructies voor de gelovigen om de ongelovigen af te slachten. De meeste moslims vinden dat te ver gaan. Ze weigeren deze voorschriften uit te voeren. Mij lijkt het dat zij verstandiger zijn dan hun heilige teksten. Maar stel dat er iemand is die om welke reden dan ook deze bevelen serieus neemt en ernaar gaat handelen. Is hij dan extreem of is zijn heilige tekst dat?

Je hoeft niet alles te doen wat in Koran staat, zeg ik wel eens tegen andere moslims, bijvoorbeeld als het gaat om de hoofddoek. Gegarandeerd krijg ik dan te horen dat dat wel moet, juist omdat zo’n voorschrift uit een heilig boek komt.

De Engelsen hebben een leuke uitdrukking: You can’t have your cake and eat it too.

Mensen willen graag geloven dat de door God geopenbaarde teksten een niveau van wijsheid en schoonheid bevatten dat uniek is. Ze vinden dat ze het recht hebben alles wat er staat letterlijk te belijden, ook al wijkt het af van de hier geldende regels.

De film ’Fitna’ confronteert ze met enkele wrede teksten die totaal geen wijsheid, schoonheid of welke ethiek dan ook bevatten. Voor een eerlijke gelovige kan de film een confrontatie zijn die tot een fitna, een beproeving van het geloof kan leiden. De meesten lopen weg voor die confrontatie, schuiven de schuld op de interpretatie, op de geestelijke die de teksten uitspreekt of op de regisseur die daarover een film maakt.

Natuurlijk is ieder mens verantwoordelijk voor zijn eigen daden. Geen tekst, heilig of onheilig, mag dienen als een vrijbrief om een ander te doden. Net zo min als een film of een cartoon mag dienen om rellen en aanslagen te legitimeren. Hoeveel mensen zullen de moed hebben om zo’n confrontatie te doorstaan?

In een vorig artikel schreef ik dat er wel gematigde moslims zijn, maar dat er geen gematigde islam bestaat.

Maar wat niet is, kan nog komen. Ondertussen heb ik kennisgemaakt met Muslims against Sharia, ruim een jaar geleden opgericht in de Verenigde Staten. Het is een islamitische organisatie voor hervorming van de islam, met duizenden sympathisanten over de hele wereld. Haar motto luidt: fouten toegeven, verantwoordelijkheid aanvaarden, voorwaarts gaan.

Ze heeft als doel om moslims en niet-moslims bewust te maken van de gevaren van sommige islamitische religieuze teksten. En ze is – en dat is uniek – tegen het toepassen van sharia. Op de website staat een lijst koranteksten die de beweging als ’moreel bezwaarlijk’ betitelt. Sommige teksten omschrijft ze zelfs als ’ethisch onacceptabel’.

Muslims against Sharia wil een versie van de Koran uitgeven waaruit al die bezwaarlijke verzen zijn verwijderd. Geen letterlijk scheuren van de Koran, wel rationeel oordelen welke teksten de moeite van het bewaren waard zijn.

Wordt Wilders toch nog op zijn wenken bediend.

Nahed Selim
in Trouw 5.4.2008

Nahed Selim is tolk en schrijfster. Haar laatste boek ’Allah houdt niet van vrouwen’ verscheen vorig jaar bij uitgeverij Houtekiet (ISBN 9052409587, euro 14,95). Muslims against Sharia is te vinden via www.reformislam.org stuurdoorStuur

Islam voor varkens, apen, ezels en andere beesten

Islamvoorvarkens

In Islam voor varkens, apen, ezels en andere beesten beantwoordt Prof. dr. Hans Jansen 250 vragen over de islam.

Vraag 157. Welke passages in de Koran zijn volgens mensen zoals Wilders, die de islam fel bekritiseren bedreigend voor de westerse rechtsorde?

Het gaat er niet om welke passages Geert Wilders kan aanmerken als bedreigend voor het Westen. Van belang is hoeveel passages islamitische activisten als zodanig willen opvatten. Islamitische activisten zijn antiwesters en antidemocratisch, en zien in grote delen van de tekst van de Koran hun opvattingen bevestigd. Zo goed als alle Koranpassages waarin niet-moslims bedreigd worden (en dat zijn er veel), kunnen door wie dat wil ook als antiwesters worden opgevat.

Zo is elke oproep tot toepassing van de sharia een openlijke aanmoediging tot het plegen van acties die in strijd zijn met de Nederlandse wet en de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens. Dat buitenstaanders dat niet beseffen is natuurlijk sneu voor ze, maar daar is weinig aan te doen. De sharia roept op tot lijfstraffen en de doodstraf, ook voor religieuze vergrijpen - de meeste Nederlanders weten niet eens meer wat dat zijn. De sharia beperkt de godsdienstvrijheid, ondermijnt de positie van vrouwen, en vernedert wie geen moslim is. Het is juist dat de verschillende versies van de sharia op details van elkaar afwijken, maar op deze voor de vrije wereld zo belangrijke punten bestaat er een loodzware en overduideijke brede overeenstemming. Wie in dit verband op de flexibiliteit van de sharia wijst, probeert zijn gehoor te misleiden.

Uit: Hans Jansen - Islam voor varkens, apen, ezels en andere beesten
Prof. dr. Hans Jansen beantwoordt 250 vragen over de islam.

Uitgeverij Van Praag
Amsterdam
eerste druk maart 2008
tweede druk maart 2008
ISBN 978 90 490 2403 1
€ 12,50

[Dit fragment is met toestemming van de uitgever geplaatst. Bij overname gelieve men zich tot de uitgever te wenden.]

Portret (1) de moslima

1barbie_met_hoofddoek_2


In de driedelige serie 'vrouwen over de hoofddoek' (gebundelde uitspraken), vandaag aflevering 1: de (gehoofddoekte) moslimvrouw.

De moslima:Natuurlijk draag ik een hoofddoek hier. Ik ben toch zeker een moslima?! Ik ben hier wel geboren maar ik ben ook een moslima, een Marokkaans/Nederlandse moslima. De hoofddoek hoort bij mijn cultuur en wat kan daar nou op tegen zijn? Iedereen heeft toch zijn eigen cultuur? Ik doe toch helemaal niets wat niet mag? Je moet het respecteren dat ik een hoofddoek draag. En ik hoef me niet aan jullie cultuur aan te passen, waarom zou ik? Je hebt er tegenwoordig onzettend veel lef voor nodig om een hoofddoek te dragen. Dat we hem toch dragen, laat zien dat we geëmancipeerd zijn.

Nederland is een democratisch land en er is hier vrijheid van godsdienst maar jullie weten helemaal niet wat dat betekent. Het betekent dat ik hier een hoofddoek mag dragen, dat recht heb ik en dat recht neem ik. Als jullie daar geen respect voor hebben dan discrimineren jullie ons moslims. Dat is racisme! Wij accepteren het toch ook dat jullie er zo bloot bij lopen? Denk je dat wij ons daar niet aan ergeren?

Jullie weten trouwens helemaal niet waar die hoofddoek voor staat. Altijd weer hebben jullie het over vrouwenonderdrukking, nou de hoofddoek bevrijdt me juist! Met de hoofddoek ben ik vrij en voel ik me vrij. En ik draag mijn hoofddoek helemaal vrijwillig hoor. Niemand die mij verplicht er een te dragen. Het is mijn eigen keuze. Mijn moeder droeg een hoofddoek, en mijn dochter mag zelf bepalen wanneer zij die hoofddoek gaat dragen. Toen ik een jaar of negen was, ben ik hem begonnen te dragen, dus er is helemaal niets mis met die hoofddoek. Ik was het als kind al gewend. Het is mijn identiteit, ik voel me er prettig bij, ik voel me er meer moslim door, zonder die hoofddoek voel ik me kaal en ongemakkelijk, alsof er iets aan me ontbreekt. Hij geeft me de vrijheid te doen wat ik wil doen. Ik kan gewoon over straat lopen zonder lastig te worden gevallen door mannen. Met een hoofddoek krijg ik meer respect, van iedereen maar vooral van jongens en mannen, men kijkt anders naar mij. Die hoofddoek beschermt mij in zekere zin, ja. Mooi toch?! Je begrijpt toch zeker wel dat ik mijn schoonheid voor mijn eigen man wil bewaren? Mijn haar hoeft niemand te zien, alleen mijn man en mijn familie. Anders krijg je maar chaos. Nee hoor, de hoofddoek is mooi, hij getuigt van respect naar de man toe. Sommige Nederlanders vragen wel eens aan me waarom de moslimman dan geen hoofddoek draagt, tja, dat is toch iets heel anders. Weer zo'n vraag om ons belachelijjk te maken. Een man heeft een andere taak. Nee, de man hoeft natuurlijk geen hoofddoek te dragen. Hij wordt niet lastig gevallen door vrouwen. Hij krijgt sowieso al respect.

Ik snap niet waarom jullie zo moeilijk doen om een lap stof. Mijn ogen en mond zijn gewoon zichtbaar. Altijd maar weer dat gezeur. De hoofddoek is ook een religieus symbool. Maar jullie weten dat helemaal niet. Jullie weten niets van de islam. De islam heeft juist veel respect voor de vrouw. De hoofddoek drukt ook mijn relatie met Allah uit. Ik draag hem voor Allah! In de koran staat dat ik een hoofddoek moet dragen, dus doe ik dat. Ik wil een goede moslima zijn. Allah is heel belangrijk voor mij, ik ben eerst een moslim en dan een vrouw, een mens. Als ik de deur uit stap dan blijft dat zo, ik ben buiten of op mijn werk net zo goed een moslima als thuis. Het is geen spelletje voor me. Thuis doe ik mijn hoofddoek af. Daar is het niet nodig er één te dragen. Maar buiten moet ik een hoofddoek dragen, dan ben je een echte moslima. Ik heb er zelf voor gekozen. En in de koran, een boek dat jullie eerst maar eens moeten gaan lezen want jullie weten helemaal niet wat er in staat, staat geschreven dat het moet. Zogenaamde feministische moslima's, zoals Nahed Selim, die zeggen dat je tegenwoordig geen hoofddoek meer hoeft te dragen, interpreteren de koran verkeerd. Dat vind ik zo kinderachtig. Ik ben een fundamentalistische moslima, maar dat betekent alleen maar dat ik volgens de regels van de islam wil leven, dat betekent echt niet dat ik geweld ga gebruiken. Jullie hebben hier toch ook nonnen? Nou dan!

Jullie discrimineren de vrouwen met hoofddoeken bij het zoeken naar werk. Alleen mijn haar wordt bedekt en dat betekent niet dat ik mijn hersenen bedek, dat ik niet kan denken of dat ik dom ben! Werkgevers moeten kijken naar de kwaliteiten van de sollicitant en niet naar de afkomst of kleding. Het gaat om de kwaliteit en niet om de buitenkant. Het is hartstikke moeilijk om een baan (of een stageplek) hier te krijgen als je een hoofddoek draagt. Ik vind dat heel oneerlijk en het is eigenlijk discriminatie, daar moet wat aan gedaan worden. Wat willen jullie dan, dat we thuis blijven? Het is ook nooit goed. 30 jaar geleden zaten de meeste moslima's inderdaad thuis en nu komen we de deur uit en is het weer niet goed. Ik vind de Nederlanders heel intolerant.

Als jullie zo agressief tegen ons doen, zullen alleen maar meer moslims hoofddoeken gaan dragen, we hebben dan helemaal geen zin om bij jullie te horen. Jullie moesten eens naar jullie zelf kijken, die minirokken, die vetrollen die zichtbaar zijn, alsof dat normaal is, nee, geef mij mijn chador maar, daar voel ik me helemaal happy in, en veilig. Niemand die me iets doet. Ik heb dat gevoel er wel voor over, ook in de zomer als het warm is en ik hem ook draag. Natuurlijk, dan is hij lichter van kleur en heb ik helemaal geen last van zweet of zo. Jullie willen ons alleen maar belachelijk maken maar jullie krijgen ons toch niet klein hoor, wij zijn hier gekomen om te blijven. Onze ouders hebben dit land na de oorlog mede opgebouwd, daar waren zij goed voor maar nu eisen wij ook onze rechten. Wij zijn heel sterk. Wij doen jullie geen kwaad, dus jullie moeten ons ook accepteren.

Kijk, als je vegetariër bent en je eet dus thuis geen vlees dan ga je als je bij vrienden eet toch niet ineens wel vlees eten, uit beleefdheid? Nou, zo zit het ook met de hoofddoek, als ik naar buiten ga, ben ik nog steeds een moslima en dat ga ik niet onderdrukken of wegcijferen. Omdat ik toevallig in Nederland woon, wil dat nog niet zeggen dat ik geen hoofddoek zal dragen. Ik ben er trots op! Ik hoef me niet aan jullie aan te passen, ik word ziek van het woord aanpassen, dat gaat veel te ver zolang ik niets tegen de wet in doe en dat doe ik niet, dat heb ik al gezegd, alles valt binnen de rechtsstaat. Jullie maken zelf een probleem en er zijn trouwens ook steeds meer Nederlandse vrouwen die voor de islam kiezen. Het zijn vooral oude autochtone vrouwen die over de hoofddoek zeuren. Dus ik heb er vertrouwen in dat er steeds meer hoofddoeken op straat komen, dat het heel gewoon wordt. Het moet een gewoon mode-artikel worden en dat gaat lukken, ik heb er wel dertig in alle kleuren van de regenboog. De moslims die geen hoofddoek dragen moeten dat zelf maar weten. Ik heb nog nooit gehoord dat die vrouwen dan uitgescholden worden voor hoeren door andere moslims. Dat gebeurt toch zeker niet? Dat geloof ik niet.

Ik hoor wel eens dat ik maar in Iran moet gaan wonen omdat ik niet solidair ben met de vrouwen daar die soms, als een haarlok verkeerd zit, vermoord of gestenigd of verstoten worden. Nou, ik kan je zeggen dat Iran helemaal geen echt islamitisch land is. Daar heb ik niets mee te maken. Daar is de islam misbruikt door sommige mannen. Er is eigenlijk geen echt islamitisch land te vinden in de wereld, overal zijn er religieuze extremisten die de macht over hebben genomen. Zij lezen de koran verkeerd! Maar in Nederland zou de sharia heel goed kunnen werken want hier leven we in een democratie. Dus wie weet kan dat hier een succes worden. Ik hoop het! De islam heeft zich hier ook gevestigd en ik wil mijn geloof hier gewoon vrij kunnen uitoefenen. Ook op straat, ook op mijn werk, ik kan heel goed in mijn werkpauzes bidden terwijl jullie een sigaret gaan roken. Dat is toch normaal? Wat maakt het nu uit als alle vrouwen uiteindelijk een hoofddoek gaan dragen? Is dat nou zo erg? Dat is toch juist mooi?!

Annelies van der Veer

Reacties portret 1

Joden zijn geen moslims

Appelsperenboven_3

Joden zijn geen moslims

Er is al veel op gereageerd, maar ik wil er toch nog het mijne over kwijt, want dat wijkt soms daarvan af. Producent en pro­grammamaker Harry de Winter liet in de Volkskrant (18-3-08) op de voorpagi­na een grote ad­vertentie zetten, mede namens Een Ander Joods Ge­luid, met de volgende tekst:

'Als Wilders hetzelfde over Joden (en het Oude Testament) ge­zegd zou hebben als wat hij nu over moslims (en de Koran) uit­kraamt, dan was hij al lang afgeserveerd en veroordeeld wegens antisemi­tisme.'

Echter, over het Oude Testament zijn in het verleden vele harde noten gekraakt door Verlichting-schrijvers als Voltaire. Als Wilders deze kri­tiek zou herhalen en hij zou daarom zijn ver­oordeeld voor antisemi­tis­me, dan zou dat ten on­rechte zijn. Wilders doet dit niet omdat hij - en anderen die goed geïnfor­meerd zijn - weten dat sommige nare voorbeelden en uitspra­ken verreweg de meeste christenen en joden niet meer inspire­ren, terwijl de Koran, het zogenaamde Woord van Allah himself, dat nog wél doet.

Als Wilders hetzelfde over mensen van joodse ori­gine als over moslims in Nederland gezegd zou hebben, dan zou hij hele­maal in de fout gegaan zijn en inder­daad wegens antisemitisme veroordeeld moeten worden, want er is geen reden toe en daarom doet Wilders dit dan ook niet. Joden zijn geen probleem in Nederland en maken geen proble­men. Het was geen vrome joodse man die Theo van Gogh dood­de, maar een fanatieke mos­lim-man. De bedreigingen die politici, kunste­naars en schrijvers als Hirsi Ali, Sooreh Hera en Naima el Bezaz werk en leven moeilijk of onmogelijk maken, komen van moslimkant.

Onlangs (22-3-08) nog een treurig verhaal van Hera - 'Ik vrees voor mijn leven' - in de Volkskrant. Haar foto's van homoseksuelen met een masker van Mohammed en zijn schoonzoon Ali werden door de direc­teur na intimidatie uit het Haagse Ge­meen­temuseum gehou­den. Moslims schelden haar uit voor vieze hoer en het hoofd Open­bare Orde en Veilig­heidsbeleid van de ge­meente Am­sterdam advi­seert haar koel­tjes dat zij maar naar de daklo­zen­opvang moet gaan. Zij wordt aan haar lot overgelaten door de overheid.

De tekst van de advertentie van De Winter slaat nergens op, maar de bedoe­ling ervan is duidelijk: omdat je joden niet mag belasteren, mag je ook geen lelijke dingen die waar zijn over sommige moslims zeg­gen. (Natuurlijk gaan ze niet op voor alle mos­lims, maar wel voor een percentage dat ertoe doet.) Zo ge­steld, zie je hoe bela­chelijk irrationeel de advertentie is.

De Winter zegt in een interview in dezelfde krant 'Geen verschil tussen keppeltje en hoofddoek' dat joodse mensen 'als geen ander' weten 'waartoe dit soort discriminatie kan lei­den.' PvdA-senator Ed van Thijn beroept zich daar ook op, maar we zagen op deze blog in mijn column 'Antisemitisme van Geert Wil­ders?' dat hij niet weet wat racisme is en de term misbruikt om op wille­keurige wijze andere groepen aan de schandpaal te nage­len of in bescherming te nemen. Er is geen garantie dat iemand wat hij ervaren heeft ook goed be­grijpt.

Wat de kop van het interview betreft, het lijkt maar een kleinigheid, maar een keppeltje is een teken van eerbied voor god, dat vooral mannen dragen, ter­wijl vrouwen met een hoofd­doek daarmee symbolisch aangeven zelf hun kuisheid te zullen bewaken. Dit betekent dat vrouwen in Iran of Saoedi-Arabië die aangifte durven te doen van verkrachting met de zweep krijgen. Het is niet bekend dat dit in Israel ge­beurt. Er is dus ver­schil in betekenis.

De Winter zat later ook in het discussieprogramma van Jeroen Pauw en Paul Witteman, samen met de ara­bist Hans Jansen van wie het boek De islam voor var­kens ... - en nog wat sympathieke dieren - juist ver­schenen was. In dit boek licht Jansen chris­tenen, joden en andere varkens en apen voor over de islam. De Winter was in­tellectueel geen partij voor hem.

Opval­lend was dat de tamelijk onwetende De Winter ook ande­ren onwetend wil hou­den. Met een ge­baar van verachting smeet deze plebejer het boek terug op ta­fel, weg van hem. Waarom laat u het uitge­ven, vroeg hij. (Ik citeer uit het hoofd.) Alsof dat niet dui­delijk was. Het was geen goed moment, vond hij. Jan­sen: voor de waar­heid is het moment altijd goed, mak­ker. Hier hoef ik niets aan toe te voe­gen.

Tot slot, een van de reacties op De Winter was een helder bear­gumenteerd artikel in de Volkskrant (19-3-08), van jour­nalist Yoeri Albrecht, onder de kop 'Gods­dienstkritiek is geen volke­renmoord'. Hij legt uit wat het verschil is tussen racisme en gods­dienst­kritiek, die noodzakelijk was en is voor het voort­schrij­den of handhaven van de westerse bescha­ving. Het is be­moe­digend dat ook zulke zinnige artikelen wel eens een plaats krijgen in een grote, linkse krant.

René Marres

Herinneringen van een engelbewaarder

Hermans


Herinneringen van een engelbewaarder

De roman verhaalt over een proces aan de vooravond van de Tweede Wereldoorlog. Aan het woord is officier van justitie Alberegt. De verdachte is een journalist.

“Het is, edelachtbare heren, een groot voorrecht in een vrij en democratisch land te leven als het onze. Niet minder groot is het voorrecht dagbladschrijver te zijn in zulk een land, waar persvrijheid bestaat. Waar vrijheid van gedachten, vrijheid van geest al eeuwen dierbare goederen zijn, door het voorgeslacht met opoffering van goed en bloed verworven, door het nageslacht behoed als het kostbaarste kleinood dat het verleden ons nagelaten heeft.”

De stem van zijn engel onderscheidde hij niet van de stem van zijn gedachten. Wat er op papier stond waren zijn gedachten op dat ogenblik niet en daardoor ging er dan ook van Alberegt’s voordracht niet de geringste bezieling uit. Want mijn stem kon hij niet tot zwijgen brengen en ik kon dat evenmin, omdat het denken van een engel altijd spreken is en zijn spreken denken.

“Juist daarom, meneer de president, mogen wij niet nalaten dit goed, tot hoge prijs gewonnen, ook tot elke prijs te verdedigen. Juist omdat wij deze onmetelijke vrijheid van gedachten bezitten, juist daarom moeten wij zelf bepalen hoever wij in het uiten van die gedachten kunnen gaan. Het is dan ook toe te juichen dat de wetgever enige jaren geleden besloten heeft het in woord en geschrift beledigen van bevriende staatshoofden strafbaar te stellen.

Juist omdat de vrijheid ons hoogste goed is, dienen wij ons beperkingen op te leggen. Het zou niet aangaan dat ons land, door de onberaden uitlatingen van sommige pennevoerders, in den vreemde de reputatie zou krijgen dat hier de persoon van bevriende staatshoofden niet de bescherming zou genieten, die ook de gewone burger geniet.

Men kan over het regime dat door Adolf Hitler in Duitsland gevoerd wordt, zo zijn gedachten hebben. Uitdrukkelijk wil ik echter vaststellen dat het de zaak van de Duitsers is, niet de onze, te beslissen hoe en door wie zij wensen te worden geregeerd, Voorts in aanmerking genomen dat Nederland aan Duitsland grenst; dat Nederland klein is en Duitsland groot; dat allerwegen een vernietigende oorlog woedt; dat ons land tot dusverre voor de verschrikkingen van deze oorlog gespaard gebleven is. Daarbij ons afvragende wat de kleine pen van een kleine pennevoerder in een klein neutraal land zou vermogen te bewerkstelligen tegen vermeend groot onrecht in een grote en machtige buurstaat, komen wij tot de conclusie dat verdachte niet de zorgvuldigheid in acht genomen heeft die elke burger in een vrij land siert, toen hij het geïncrimineerde artikel over het Duitse staatshoofd aan het papier toevertrouwde.”

(Bron: W.F. Hermans, Herinneringen van een engelbewaarder, Uitg. Wolters-Noordhoff, 1993. De eerste druk van dit boek verscheen in 1971 bij Uitg. De Bezige Bij)

Dominee Gremdaat en Pat Condell


Filmpjes

Drie Youtube filmpjes:

Dominee Gremdaat over Beledigen




en

Pat Condell over The Religion of Fear
en de meest respectloze scene uit Charlie Chaplin's film The Great Dictator

Too good to be forgotten (6)



Too good to be forgotten (6)

[Waarin aandacht voor platen die ten onrechte buiten de lijstjes van ‘de 100 beste’ vallen]

Leftfield - Leftism (1995)

Na de in muzikaal opzicht matige jaren '80 - een tijdperk dat meer werd gekenmerkt door individuele uitschieters dan door echt revolutionaire ontwikkelingen - leek het einde van dit decennium dan toch de nodige hoop te gevenvoor de toekomst. De madchester sound van The Stone Rosesimplodeerde na het verpletterende debuut, maar gelukkig was daar de dance in alle mogelijke vormen.Over het beginjaar valt te twisten. Sommigen zien in I feel love van Donna Summer/Giorgio Moroder (1977) het beginpunt, maar algemeen wordt toch vastgehouden aan 1989, ook al had de disco zich met name in Chicago in de jaren '80 ontwikkeld tot een muziekstroming die inmiddels met house werd aangeduid.

'Geboren' in 1989, maar na de muzikale revoluties van de jaren '60 (beat/psychedelica) en jaren '70 (punk/new wave) toch vooral gezien als een muziekstroming die tot complete wasdom kwam in de jaren '90, het decennium waarin dat o zo vage woord dance een enorme schakering aan stromingen liet zien. Europa nam - aanvankelijk ondergronds - het heft van Amerika over met alles wat de steeds grotere massa's naar de dansvloer lokte: van de populaire club,door de ware liefhebber van de raves verguisd als veel te commercieel, tot trance en techno, waarbij de triphop van Tricky, Portishead en Massive Attack vooral goed was voor de chill-out, evenals de zeer fraaie klanktapijten van DJ Shadow's Endtroducing. [Mijn aanvankelijke plan nr.6 in deze serie te wijden aan Tricky of Portishead heb ik uitgesteld omdat van beiden een nieuwe cd is aangekondigd voor april!]

Laat ik maar even bij de algemene term house blijven. Door critici verguisd als 'één pot nat' en 'muziek zonder gezicht', maar het uitgaansleven zou nooit meer hetzelfde worden. Het mag allemaal iets op zijn retour zijn, anno 2008 is de erfenis van 1989 nog altijd gezichtsbepalend in clubland.

In de lijstjes van de 100 beste van Oor vorig jaar komen we naast DJ Shadow en Massive
Attack ook Underworld tegen. Niet geheel ten onrechte; het drietal - al enkele jaren duo - stond garant voor enkele van de meest geniale songs op dansgebied in de jaren '90, maar toch was Underworld voor mij meer de band van die enkele geniale songs (Cowgirl, Rez) dan van een begin tot eind goede cd - al heb je al die classics mooi bij elkaar op de door critici verguisde live-cd Everything, Everything, voor mij de beste Underworld-cd.

Als ik één cd moet kiezen die voor mij de jaren '90 belichaamt, dan kom ik automatisch uit bij Leftism van Leftfield. Het is niet geheel zonder betekenis dat deze cd in 1995 uitkwam: het progressive house-meesterwerk van het Britse duo Paul Daley en NeilBarnes is niet alleen de belichaming van alles waar de dance in de jaren '90 zo'n beetje voor stond, de cd is ook een prima voorbeeld van het eclectische element in de muziek, dat in de jaren '90 doorbrak als nooit voorheen. Het leek of op muziekgebied iedereeen alles overal vandaan begon te halen en Leftfield vormde geen uitzondering. Reggae-invloeden op de briljante en o zo positieve opener Release the pressure (beter dan de singleversie) en Inspection, de trancy 'floorfiller' Space Shanty, Afrikaanse invloeden op het al even opzwepende Afro-Left en de cynische sneer van Johnny Lydon/Rotten van de Sex Pistols en PIL in de hit Open Up, dit tussen de nodige ambient klanken op de andere nummers.

Leftism staat ongetwijfeld in mijn top 10 van meest gespeelde cd's in de laatste vijf jaar van het vorige decennium en ik draai de cd nog altijd met een zekere regelmaat. Het blijft prachtig allemaal en 'verjaart' niet. Des te vreemder dat we deze cd nooit in de Nederlandse lijstjes
van De 100 beste tegenkomen (de Britten zijn geloof ik heel wat eervoller, al weet ik dat niet zeker).

Het was voor Daley en Barnes niet makkelijk met een opvolger te komen. Toen in 1999 Rhythm & Stealth eindelijk verscheen reageerden veel critici lichtelijk teleurgesteld. Ten onrechte, want ook de tweede Leftfield-cd is erg goed, al moet ik toegeven dat hij het absoluut
niet haalt bij Leftism. Dat de heren het daarna voor gezien hielden verbaasde eigenlijk niemand meer.

Kees Bakhuyzen

Leftfield op Youtube: Open Up

Release the pressure (single versie)

Underworld - Cowgirl