Het bepalende moment

Secondplane_2

Het bepalende moment

De Britse schrijver Martin Amis heeft zich de laatste jaren manifest gemengd in het islamdebat. Veertien stukken van na 11 september - om precies te zijn gepubliceerd tussen 18 september 2001 en 11 september 2007 en gepubliceerd in o.a. The Times, The Guardian en The New Yorker - zijn nu verschenen onder de titel The Second Plane. Uitermate boeiend materiaal, maar zoals zo vaak ontkom je niet aan de vraag in hoeverre het de schrijver lukt het spreken voor eigen parochie te overstijgen.

'Het was de komst van het tweede vliegtuig, laag scherend over het Vrijheidsbeeld: dat was het bepalende moment. Tot dat moment dacht Amerika dat het getuige was van niets ernstigers dan het ergste vliegtuigongeluk uit de geschiedenis van de luchtvaart; nu kreeg ze een idee van de ongekende hevigheid die zich tegen haar aftekende.' - 'The Second Plane', The Guardian, 18 september 2001.

Naast o.a. Christopher Hitchens en Nick Cohen heeft de schrijver Martin Amis zich de afgelopen jaren steeds meer geprofileerd als de grootste Britse criticaster van zowel islamitisch extremisme als de deels naïeve, deels berekenende reactie op de groei van de islamitische invloedssfeer vanuit mate name de linkerzijde van het politieke spectrum. Amis' scherpe kritiek heeft hem de nodige verwijten van 'islamofobie' opgeleverd, een feit dat valt te betreuren maar dat bepaald geen verbazing wekt in de sfeer die zich de afgelopen jaren nog wat heeft verhard binnen het islam-debat. Het is tevens kenmerkend voor wat inmiddels steeds vaker wordt aangeduid met de 'loopgravenoorlog' dat Amis wordt verweten dat de door hem gehanteerde scheidslijn tussen 'extreme' en 'gematigde' Islam vrijwel onzichtbaar is. Ook hier geldt: uitermate treurig, zeker gezien het antwoord van Amis op zijn critici: Als die scheidslijn zo dun is, dan is het aan de 'gematigde' moslims hun ware gezicht te laten zien door uit hun eeuwige slachtofferrol te stappen en het in naam van hun geloof geuite geweld unaniem en met sterke bewoordingen af te keuren. Gebeurt dat niet, dan staat hij in zijn gelijk. - Ik formuleer het hier in mijn eigen woorden, maar dit is waar het op neer komt. Een confronterende maar in mijn ogen tevens rechtvaardige eis.

De 14 stukken in The Second Plane zijn zeer divers van aard. Van het titelessay, gepubliceerd op 18 september 2001, tot lange stukken die het woord 'essay' meer verdienen dan de kortere opiniestukken. Daartussendoor 'On the move with Tony Blair', een journalistiek portret van enkele dagen uit het leven van de toenmalige Britse premier, en twee fictieve verhalen die verschenen in The New Yorker. In 'The last days of Muhammad Atta' betreedt Amis de gedachtenwereld van de leider van de terroristengroep en de bestuurder van het eerste vliegtuig dat het WTC binnenvloog. Een sterk verhaal, maar het wordt nog overtroffen door de morbide paranoia van 'In the palace of the End', waarin een van de dubbelgangers van de zoon van een niet nader genoemde dictator vertelt over de waanzin van zijn dagelijks leven. Zo zijn er de wonden die exact gelijk moeten zijn aan de wonden van de zoon, geen geringe eis gezien de vele aanslagen op zijn leven die hem enorm veel lichamelijk letsel opleveren. Het meest morbide wordt Amis als hij de martelpraktijken beschrijft, waarbij een slachtoffer vaak wordt gedwongen tot een 'bekentenis' als zijn vrouw of kinderen lichamelijk letsel wordt toegebracht: 'De zak bevatte enkele uitgehongerde beesten plus de driejarige dochter van de verdachte.'

Voor de polemiek gaat de aandacht uiteraard uit naar de opiniestukken. Amis is een bijzonder goede stilist, maar die gave kan ook tegen hem werken. Daarnaast wil hij soms te veel zeggen in weinig woorden, wat de duidelijkheid niet ten goede komt. Zo was voor mij zijn roman over Stalin. Koba the dread, bijna onleesbaar omdat Amis zich ondanks het goede materiaal en de verschrikkingen die hij beschrijft verliest in de wens zijn eigen stilistische gaven te overtreffen. De hier bijeengebrachte stukken dreigen soms ten onder te gaan aan hetzelfde euvel. Zo begint het laatste stuk - September 11, gepubliceerd in The Times op 11 september 2007 - met een weinig ter zake doende uiteenzetting over de Amerikaanse term 9/11 tegenover het Europese 11 september, voordat hij zich richt op een uitstekende uiteenzetting over de westerse onmacht adequaat te reageren op de waanzin van 11 september. Erg treffend is de passage die beschrijft hoe hij na enige jaren Zuid-Amerika terugkomt in Europa waar hij al snel bespeurt dat de zo beheerste 'middle ground' die hij voor zijn vertrek innam inmiddels zonder van identiteit te veranderen is verdrongen naar de politiek (uiterst) rechtse hoek:

'Ik zei dat het Westen de afgelopen vijf jaar had moeten besteden aan de opbouw van een democratisch en pluralistisch model in Afghanistan, terwijl men ondertussen Irak in bedwang had moeten houden.' [...] 'Ik begon de gezichten in het publiek een voor een aan te kijken en wat ik zag waren blikken en fronsen, niet van instemming, maar van ongeloof. Op dat moment begon een jonge vrouw te spreken met een stem die bijna oversloeg van hartstochtelijke zelfgenoegzaamheid, terwijl ze zei dat het de Amerikanen waren die de Islamisten in Afghanistan van wapens hadden voorzien en dat daarom de Amerikanen, in antwoord op de 11e september, bommen op henzelf zouden moeten gooien!' Tot grote verbazing van Amis wordt deze dame getrakteerd op een enthousiast applaus.

Het is slechts een van de vele voorbeelden die The Second Plane tot een zeer interessant boek maken en ik moet zeggen dat de doorwrochte stijl van Amis het voordeel heeft dat het boek blijft boeien. Ik heb het zojuist voor de tweede keer gelezen en een derde lezing zal mij ongetwijfeld evenzeer boeien. Wat ik vooral sterk vind aan de stukken van Amis, is dat hij minder belichte aspecten binnen de discussie opnieuw ter sprake brengt. 'Ed was dol op de aandacht en het gevoel van eenheid,' zo schrijft hij in een bespreking van het boek An Islamist's Journey van de ex-islamist Ed Husain. Ook de grootheidswaanzin en het gevoel de geschiedenis naar je hand te kunnen zetten zijn elementen die Amis vaak aanhaalt als bepalender voor de extreme geest dan de ware religieuze passie en de zogenaamde woede omtrent het lot van de Palestijnen. Dat zijn slechts excuses om de ware aard van de extremisten te verhullen. 'Wat ze met elkaar gemeen hebben is dit: ze hebben allemaal een abnormale interesse in geweld en dood.' Kees Bakhuyzen

Hoogtepunt is zonder twijfel het lange essay 'Terreur en verveling: De afhankelijke geest.' - 'Tot voor kort werd beweerd dat we hier werden geconfronteerd met een 'burgeroorlog' binnen de Islam. Dat moest dit alles voorstellen: geen botsing der beschavingen of iets dergelijks, maar een burgeroorlog binnen de Islam. Goed, de burgeroorlog lijkt over te zijn. En het Islamisme heeft gewonnen. De gematigde Islam is bedrieglijk goed vertegenwoordigd op de opiniepagina en in het publieke debat, maar op andere plaatsen is het afwezig. We horen niets van de gematigde Islam terwijl het Islamisme - als aanstichter van wereldgebeurtenissen - min of meer alles is wat we zien.'

Juiste opmerkingen, maar ondanks de naam die Amis heeft als een van de vooraanstaande Britse schrijvers van de afgelopen decennia en ondanks het toe te juichen feit dat deze stukken zijn gepubliceerd in prestigieuze publicaties, blijft de twijfelachtige vraag hoe de stukken van Amis kunnen bijdragen aan het debat. Medestanders zullen The Second Plane toejuichen en worden van Amis voorzien van de nodige extra munitie voor de nooit aflatende discussies, maar ik vraag me af of de tegenstanders van Amis het zullen aandurven zijn stukken werkelijk onder de loep te nemen. Ik vrees eerlijk gezegd het ergste.

Kees Bakhuyzen


Martin Amis - The Second Plane
Jonathan Cape, London

Er is geen Nederlandse vertaling van The Second Plane verkrijgbaar. Alle bovenstaande citaten zijn door mij vertaald. Binnenkort op Hoeiboei een vertaling van een passage uit 'Terreur en verveling: De afhankelijke geest.'

Geen opmerkingen:

Een reactie posten