Perversie

Arabischetoestanden_kop_1
Perversie

Al jarenlang bereiken ons via kranten en nieuwsbulletins berichten over zelfmoordaanslagen. Met de oorlog in Irak en de verkiezingen in Pakistan zijn de aanslagen alleen maar toegenomen. Afgelopen week bereikte ons een zoveelste voorbeeld van deze perversie. In Het Parool las ik dat 55 mensen waren gedood bij een dubbele aanslag in Bagdad. Soms betreft zo'n bericht de ene groep idioten, lees extremisten, die de andere groep idioten afslacht, maar dit keer waren burgerslachtoffers het doelwit van de aanslagen. 'Het bloedbad in Bagdad begon met de ontploffing van een bom in de wijk Karrada, waar veel mensen op donderdag komen om hun boodschappen voor het weekeinde te doen. Nadat de eerste hulpdiensten waren gearriveerd, bracht een zelfmoordterrorist een bom tot ontploffing die de meeste slachtoffers eiste. Onder hen waren veel vrouwen en kinderen,' aldus het bericht in Het Parool. Hulpdiensten, vrouwen en kinderen als doelwit. De perversie kent werkelijk geen grenzen.

Elke keer als ik een dergelijk bericht verneem vraag ik mij af waarom het zo doodgewoon is dat deze perversie algemeen wordt geaccepteerd. Natuurlijk, westerse leiders maken hun afkeer duidelijk als ernaar gevraagd wordt, maar daar stopt het zo'n beetje. Ik weet absoluut niet of het veel zou uitmaken, maar het zou toch echt niet schadelijk zijn als vanuit de VN eens één keer een duidelijk protest werd aangetekend tegen deze waanzin. Ook zou het zo prettig zijn als niet alleen vanuit westerse landen, maar vooral ook vanuit islamitische landen een duidelijk protest werd aangetekend tegen deze perversie, een protest dat duidelijk maakt dat men diepe afschuw heeft van deze perverse interpretatie van de religie. Maar nee, men maakt zich liever kwaad om een film die nog niemand heeft gezien.

Nu zijn we ook daar al lang aan gewend, helaas, zeg ik erbij. Maar wat me nog meer stoort is dat het overwegend doodstil blijft vanuit de hoek van de zogenaamde 'intelligentsia'. Woede omtrent alles wat de Amerikanen in Irak en daarbuiten aanrichten, maar nooit eens woede om de perversie van een actie als hierboven beschreven. Ik heb niet het idee dat ik door mijn woede of protest ook maar iets kan veranderen, maar als zo'n protest nu eens wereldwijd op gang zou komen en langzaamaan zou aanzwellen, misschien dat dat enig effect zou hebben?

Al enige tijd doet het getal van 650.000 Iraakse slachtoffers de ronde. Dat getal - niemand weet waar het precies op gebaseerd is en hoe accuraat het is, maar vanuit demagogisch oogpunt is het uitermate bruikbaar - is al zo'n jaar oud, dus het zal inmiddels ongetwijfeld gestegen zijn. Wat me zo stoort is dat al de demagogen die dit getal aanhalen dat doen om hun afschuw te uiten over Amerika (en het Verenigd Koninkrijk) en daarbij stilzwijgend impliceren dat al die doden door Amerikaanse en Britse bommen en kogels om het leven zijn gekomen. Waarom nooit eens protest aantekenen tegen de perversie van een actie als hierboven aangehaald? Waarom toch altijd die stilzwijgendheid? Waarom die selectieve verontwaardiging? Natuurlijk, met de omverwerping van het regime van Saddam was de geest uit de fles en kon de jarenlang sluimerende haat tussen de Sunni's en de Sjiieten haar ware explosieve aard tonen. Critici kunnen dat feit direct terugvoeren op de inval van de Amerikanen en de Britten. Maar de meeste doden worden toch echt veroorzaakt door moslims die andere moslims afslachten.

Het is een oud verhaal en ik weet natuurlijk al lang waarom we nooit een protest horen tegen deze perversie. Maar ik reageer primair op deze waanzin. En die primaire reactie is er een van afschuw, waarbij ik me blijf afvragen waarom we niet meer protesten horen tegen deze perversie. Maar de wereld wordt bekeken door een bril die dit soort zaken onzichtbaar maakt, wel zo makkelijk als je de Amerikanen van alles de schuld wilt blijven geven, waarbij ik graag aanteken dat die hele Irak-onderneming op een hopeloos fiasco is uitgelopen. Ik ben me daar terdege van bewust, maar daar gaat het hier niet om. Het gaat hier om de vraag waarom deze perversie stilzwijgend wordt geaccepteerd door zo'n groot deel van The International Community.

Voor de zelfmoordaanslagen in Londen enkele jaren terug werd vaak het motief aangehaald dat de daders dagelijks op tv zagen 'dat de Amerikanen en Britten moslims vermoordden'. Waarom stopt dat protest als het moslims zijn die moslims vermoorden? Erger nog, als het moslims zijn die met opzet kinderen als hun doelwit kiezen? Het is waanzin en perversie die maar voortwoekert, die doodgewoon is geworden en die zeker niet verminderd wordt door een westerse 'intelligentsia' die in een fraai staaltje Fisking alle doden in Irak op het conto van de Amerikanen schrijft.

Maar ook dat is oud nieuws. Helaas.

Kees Bakhuyzen

De paniek van onze elite

Chickenrun_los

De paniek van onze elite

Hoe kunnen we deze geschiedenis ooit aan onze kleinkinderen vertellen, het verhaal over die eerste maanden van 2008? Wat zullen we ons nog herinneren? Het internetfilmpje waarin Geert Wilders een kogel door zijn kop kreeg gejaagd? De vrouw in boerka die drie uur lang wanhopig over de Nieuwendijk in Amsterdam rondzwierf omdat zogenaamd niemand haar wilde helpen bij het oprapen van sinaasappels? De strategisch deskundige die met een beroep op de veiligheid van de staat een film wilde verbieden? De tokkiefobe cartoons uit de lesbrief voor Amsterdamse scholieren? De priester die Geert Wilders - alsof hij een Sovjet-dissident was - aan een diepgaand psychiatrisch onderzoek wilde onderwerpen? Waar moet ik beginnen?

Nee, ik zal niet verder gaan met het plagiëren van Geert Maks pamflet Gedoemd tot kwetsbaarheid. Tot deze eerste regels ben ik geïnspireerd door een uitstekende column van Sylvain Ephimenco in Trouw (8 maart 2008). Daarin schrijft hij hoe de aandacht voor en de weerzin tegen Geert Wilders alle proporties te buiten gaan.

Ephimenco: “Tegenover hem staat een formidabele mobilisatie van politieke en maatschappelijke krachten. Ongeveer de hele regering en een overweldigende meerderheid van het parlement ziet hem niet zitten. Justitie volgt hem op de voet en de klachten die tegen hem zijn ingediend zijn talrijk. Culturele, religieuze en maatschappelijke organisaties hebben hem openlijk de oorlog verklaard. Maar ook individuen als beroemde advocaten, cabaretiers en andere persoonlijkheden. Om niets te zeggen van de krachten in islamitische landen, die er van dromen om de man aan stukken te scheuren. Er is niet veel nodig in dergelijke omstandigheden waar evenwicht en proportionaliteit zoek zijn, om in een lynchklimaat terecht te komen.”

Nog een paar citaten: “Het kwaad, zoals Doekle Terpstra het noemt, moet immers met alle middelen bestreden, en voor sommigen, vernietigd worden. In deze ongezonde ambiance is vereist dat de pers het hoofd koel houdt. En afstand kan nemen van emoties en partijdigheid… Helaas is dit steeds minder het geval… Bij de NOS is men zelfs overgegaan tot manipulerende actiejournalistiek. Beelden van Wilders worden vertraagd in zwart-wit voorgeschoteld, soms met een gestrekte rechterarm, om zijn vermeende fascistische karakter te onderstrepen.”

Wanneer hebben we dit eerder gezien? Precies, in het voorjaar van 2002. Toen was het NOS-verslaggever Job Frieszo die het partijprogramma van Janmaats Centrumpartij liet zien om het verderfelijke karakter van Pim Fortuyn te onderstrepen. De afgelopen maanden krijg ik voortdurend de indruk dat ik in een remake ben beland van De laatste dagen van Pim Fortuyn, maar dan met een andere cast, en hopelijk met een minder tragische afloop voor de hoofdpersoon.

Net als zes jaar geleden is de politieke elite van Nederland in een complete paniek geraakt. Toen waren het vooral de verdedigers van ‘Paars’, voorop Ad Melkert (PvdA) en Hans Dijkstal (VVD) die niet begrepen wat er aan de hand was in Nederland. Nu zijn het de politici rond het christelijk-sociale kabinet van Jan Peter Balkenende, die met hun panische gedrag het land in een crisis brengen.

Onveranderd lijkt de rol van de media, die na de vergeefse bestrijding van Fortuyn in 2002 zich nu hebben gestort in de collectieve strijd tegen Wilders, wat regelmatig uitloopt op de demonisering van de ‘slechterik’. Weer zijn het kerken, welzijnsinstellingen en antidiscriminatiebureaus die de vermeende slachtoffers van ‘het kwaad’ willen verdedigen tegen de veronderstelde slechtheid van de tegenstander. Helaas bestrijden ze Wilders niet met argumenten, maar met kreten. Alweer een parallel met 2002.

Net als in 2002 mislukken alle pogingen om de ‘racistische’ vijand terug naar zijn hok te drijven, met als gevolg dat de verontrusting en het fanatisme van de bestrijders alleen maar toenemen. Ze begrijpen het niet goed meer. Ze bedoelen het toch zo goed. Ze komen immers op voor de arme verdrukte moslims. Ieder verstandig mens moet het met hen eens zijn. En toch klimt Wilders (en/of Rita Verdonk, het verschil zien ze vaak over het hoofd) steeds weer in de peilingen. Zoals Fortuyn in 2002 steeds meer aanhang kreeg onder de kiezers, ondanks de vrijwel unanieme waarschuwingen dat het Nederlandse volk in de ban van een bijzonder verwerpelijk en racistisch individu was geraakt.

Waarom raakt de politieke, maatschappelijke en journalistieke elite steeds zo in paniek? (De paniekaanval na de moord op Theo van Gogh in november 2004 laat ik dan nog even buiten beschouwing.) Laat ik het bij een korte analyse houden. Na het afzwakken van de politieke tegenstellingen in de jaren 70 en 80 is het ideaal van de multiculturele samenleving tot een belangrijk ideologisch bindmiddel geworden in de Nederlandse samenleving. Kritiek op deze ideologie was nauwelijks mogelijk. Eventuele tegenstanders werden zonder pardon ingedeeld bij de categorie van onverbeterlijke racisten.

De elite heeft nooit gezien dat het draagvlak voor het multiculturalisme veel kleiner was dan ze dacht. De Nederlandse bevolking had - na flink wat gemopper in het begin - uiteindelijk geen moeite met de komst van nieuwe etnische groepen, maar wel onder één voorwaarde: de acceptatie van onze in de jaren 60 en 70 op de conservatieve kerken bevochten vrijzinnige, seculiere en geëmancipeerde samenleving.

Alle botsingen hebben te maken met het feit, dat een deel van de nieuwkomers de westerse waarden om religieuze motieven weigert te aanvaarden, daartoe aangemoedigd door hun eigen leiders en door het establishment, dat aanpassing aan Nederland als een ongewenste vorm van cultuurdwang beschouwt. Daar ligt de oorzaak van het oerconflict dat steeds weer oplaait, rond Fortuyn, rond Theo van Gogh, rond Ayaan Hirsi Ali, rond Rita Verdonk, rond Ehsan Jami, rond Geert Wilders.

Aan de ene kant staat een elite die alle problemen rond de orthodoxe islam wegpraat (“wij hebben ook ons Staphorst en Urk”), onvoldoende wil optreden tegen intolerante verschijnselen als boerka’s, vrouwendiscriminatie, handenweigeren en andere uitingen van de sharia, alle kritiek afdoet als ‘islamofobie’ en ‘moslims pesten’. Het ergste is dat men zo de moslimbevolking wijsmaakt dat er een soort hetze tegen haar wordt gevoerd, in plaats van de seculiere en liberale moslims te beschermen tegen het fanatisme van de orthodoxe islamaanhangers.

Aan de andere kant staat een deel van de bevolking dat zich grote zorgen maakt over de groeiende religieuze intolerantie, vaststelt dat politici het probleem niet onderkennen of wegpraten, de grijsgedraaide waarschuwingen van de media met een korrel zout neemt, en bij gebrek aan actie vanuit de gevestigde politiek in de richting van Fortuyn en Wilders wordt gedreven.

Ook in 2008 wil de elite de diepere oorzaken achter de Wilders-hype niet herkennen en erkennen. Nee, de Nederlandse bevolking keert zich als gevolg van de verkeerde toon van Geert niet massaal tegen ‘de moslims’. Bijna overal leven Nederlanders en moslimmigranten vreedzaam samen. Als er al een autochtone woede is, dan richt die zich niet allereerst op ‘de moslims’, maar bovenal op de ‘zelfislamiseerders’, de ‘weldenkende’ leiders die vertrouwde feestdagen willen opofferen, wijn uit het kerstpakket of van de talkshowtafel halen, geen Kerstmis of Sinterklaas op school meer vieren om orthodoxe moslims niet te kwetsen, of de vrouwvijandige boerka goedpraten met een beroep op vrouwenrechten en keuzevrijheid. De woede keert zich nu ook tegen het impopulaire kabinet-Balkenende-IV, dat bij voorbaat lijkt te capituleren voor de extremisten uit Iran, Afghanistan en Saoedi-Arabië.

Van die woede schrikken de machthebbers op, net als tijdens de Fortuyn-revolutie. In plaats van bij zichzelf te rade te gaan, zuchten ze over de toon van het debat en over de grilligheid van het ‘xenofobe’ en ‘islamofobe’ volk. Wouter Bos zei het al, en krijgt nu de halve Partij van de Arbeid over zich heen. “We hebben niets geleerd van 2002.”
Carel Brendel


Carel Brendel is auteur van Het verraad van links (Uitg. Aspekt) homepage

Maandag



Maandag

't Gebeurde op een novemberochtend. Jaren van gezelligheid (een sluipende gezelligheid met de daarbij horende drankjes) braken me op. Ik schudde mijn katterig hoofd en moeizaam kwam ik tot het inzicht dat ik moest stoppen met dat ritueel. Mijn studie van het caféleven was me uit de hand gelopen.

Rond 1970 begon het. In bierhuizen, knijpjes, waar het vrije woord levendig werd gebruikt, verschansten we ons.
Een stelletje rotlachers en dromers... Goochelend met woorden charmeerden we, als we de kans kregen, nieuwsgierige meisjes die naar het 'vrijgevochtene' lonkten. De drank had nog een erotische impact.
Toch sneller dan je verwachtte werd de gezelligheid in die kringetjes een verlammende aangelegenheid. Ik had al 's eerder opgemerkt: altijd dezelfde koppen in de kroeg, niet te vergeten je eigen blaséje kop.
Gevolg: conflicten vanwege de schijnrelaties - iedereen denkt iedereen te kennen, wat achterklap oplevert die niet onderdoet voor het geouwehoer in, laten we zeggen, een doorsnee straatje.

Hoewel, dat was het verraderlijke: telkens keerde het gevoel terug dat je sublieme ogenblikken beleefde. Vooral in het holst van de nacht. Je rookt een pijpje, je drinkt een glaasje, grootse werken zweven voor je geest, je zal de wereld versteld doen staan, maar o wee, de volgende ochtend heb je weer 't zuur.

'Gedaan met het gezellige doorzakken,' mompelde ik op die koude novemberdag in '74. Met krakende pas naderde ik het Roelof Hartplein terwijl een sneeuwbui me tot op het bot verkleumde.

Ik vroeg me af wat ik de afgelopen nacht had aangericht. Iemand vermoord? Dodelijke beledigingen?
Uitgesloten.... deze keer was ik van hot naar haar in een auto vervoerd en uiteindelijk lag ik in een bovenhuis, ergens achter het Concertgebouw, op een strechbed te ronken. Vaag herinnerde ik me nog een gillende vrouw in het trapportaal en Rijk de Gooyer, zingend op de wc.

Merkwaardig... liep daar toevallig niet De Gooyer, aan de overkant van het Roelof Hartplein?
Ik zag hem op z'n rug. Onmiskenbaar de gestalte van onze komiek; misschien dat-ie me kon opvrolijken.
'Rij-ijk!'
Ik snelde hem puffend achterna, dieper de Concertgebouwbuurt in. 'Rij-ijk!'
Het leek erop dat de man stokdoof was geworden. Ik had 'm ingehaald.. draaide me naar zijn gezicht toe en ik schrok me wezenloos... ik keek in een verschrikkelijk puisterige brillekop van een wildvreemde. 'Pardon, een vergissing, meneer.'

Pijnlijk... en alles deed me al pijn. Ik kon wel janken. Dat kwam van de overgevoeligheid door drank en kater, zwaarder dan ooit na het jarenlange gelummel.
Ik vermande me, ofschoon het somber in me doorknaagde.. hoe raakte ik uit die poel?
Toen (wenn der Not am höchsten ist, ist die Rettung am nächsten) hoorde ik het luchtalarm van de BB loeien; de bafaamde sirenes, klokke twaalf, op de eerste maandag van de maand. Ik vond het een zeer opbeurend geluid.

De sirenes deden me aan een avontuur denken. Of eigenlijk een avontuurtje waaruit de onopgesmukte gezelligheid sprak van de tijd dat ik me pas in de hoofdstad had gevestigd.
Tijdens het luchtalarm bedreef ik de liefde. En de nacht daarvoor.... Er zat een hele geschiedenis aan vast die zich in luttele seconden weer aan mij ontvouwde.

De opmonterende kracht van het scherpe geheugen... maar geen geklets nu. Laat ik het verhaal vertellen dat evengoed gisteren gebeurd had kunnen zijn. 'n Momentje bladstilte.

Het begon zo. Ik was ingepalmd door een beeldschone, zij het gehuwde vrouw. Het zou volkomen hemels zijn geweest indien haar man los van de affaire had gestaan.
Ik kende het echtpaar al een paar dagen.
Die nacht hadden ze me geïntroduceerd op de kunstenaarssociëteit De Kring. Zij bood me een Calvados aan en wees mij, vol naïeve trots, op enige bekende schrijvers en toneelspelers. Rijk was er ook bij. De bloeitijd van het toneel was nog niet ten einde - ze voelden zich nogal wat. Gevoileerde stemmen, en stemmen als buiken.
Aan de bar ving ik een discussie op tussen een stel schrijvers over de toekomst van de roman. Het verschilde in geen enkel opzicht van het warrige geredekavel dat je momenteel hoort. Een snufje Proust, een kwakje Flaubert, een handvol Kafka..
'Sukkeltje,' riep er één. 'Fout. Het gaat juist om de intermitterende blauwdruk van de roman.'
'Welnee, ik heb het gewoon over een pastiche van de wetmatigheid van het gevoelsleven.'
Zulke taal sloegen ze uit.

Uit De Kring wandelde ik met het echtpaar mee naar huis. In die periode had ik geen vast adres, en ik was blij dat ze me uitnodigden bij hen thuis te slapen.
Ze bewoonden de bovenste etage van een grachtenpand; knus en niet bijzonder groot. De kamer werd gevuld door een pompeus bed. Er konden vijf à zes volwassen personen in. Ik informeerde waar zich de logeerkamer bevond.
'Kom gezellig bij ons liggen,' zei de gastheer suikerzoet lachend.
'Toch geen, eh... triootje? Zo modern ben ik niet.'
'Ach nee,' zei hij. 'Je ziet maar. Ik ga slapen, en ik zal niet jaloers zijn.'
Post-Freudiaan noemde hij zich.
Naast haar onder de wol keek ik angstig naar de rug van de intellectueel die, decent afstand houdend, meteen al in diepe slaap verkeerde. Of deed-ie alsof?
In een oogwenk waren we aan het vrijen. Ik had het hard nodig... enorm grote borsten. Desondanks kon ik me, door zijn remmende aanwezigheid, niet ten volle aan het liefdesspel overgeven. Ze merkte 't en fluisterde: 'Hij vindt het heus niet erg hoor.'
Bedreven als ze was, speelde ze het klaar dat ik hem tijdelijk vergat. Tot op het meest ongelukkkige moment, links van ons, uit de sponde zich een spook in een wit hemdje verhief. Het zweefde boven ons, steunend op een hand. Geschrokken keek ik om in dat vilein glimlachende gezicht. De andere hand kwam naar voren. Zou hij me de ogen uitkrabben? Ontzettend. Hij aaide me over m'n rug.
'Fijn. Ga zo door,' sprak hij met een slaperige buiksprekerstem. 'Ga zo door.' Als een pudding zakte ik bovenop haar ineen.

Blij dat-ie de volgende morgen al vroeg was opgehoepeld naar een studiebespreking. Wat we die nacht aan erotiek te kort waren gekomen, haalden we dubbel en dwars in.
Regen tikte tegen het raam.. Ineens begonnen de luchtalarmsirenes te loeien. En daar verscheen de Post-Freudiaan andermaal ten tonele.
'Tien over twaalf zie ik op m'n klokje. Zijn jullie ngo bezig?'
'Jaloers?' vroeg ze plagerig. Dat was waar: hij mocht per se niet jaloers zijn.
'Ik bedoelde,' zei hij, 'dat we hadden afgesproken samen een broek voor mij te kopen.'
'Maar schat, het is maandag... de winkels gaan pas om één uur open. Tijd zat.'

En ik zie weer voor me hoe hij moeite deed zijn lachje niet door het zuur te laten penetreren.
Men begrijpt dat het geen duurzame relatie met haar werd. Ik was niet bestand tegen dat ''jaloerse niet-jaloerse' van de man.
De roman over een cureieuze driekhoeksverhouding (die het had kunnen worden) stierf een vroegtijdige dood. Niet verder gekomen dan pagina drie.

Ik kreeg café-restaurant Keyzer in het vizier. Die babbeltent naast het Concertgebouw. Voor ik mijn ideeën er eens gezellig zou gaan uitventen... 'Naar huis,' beet ik mezelf toe. 'Purgeren. In retraite. Als commissaris Maigret met een hete grog naar bed... TAXI!'

Johnny van Doorn


Uit: Gevecht tegen het zuur - Johnny van Doorn

Verhalen
1992
De Bezige Bij
Amsterdam

Hoofddoekprijs 2008 voor burgemeester Job Cohen

Hoofddoek_top


Hoofddoekprijs 2008 voor burgemeester Job Cohen

Ook in 2008 reiken we op Internationele Vrouwendag met veel plezier de Hoofddoekprijs uit. Het moet ons, de Jury, van het hart dat het dit jaar schier onmogelijk was de absolute winnaar aan te wijzen. Was het vorig jaar klip en klaar dat Anja Meulenbelt de Hoofddoekprijs 2007 verdiende, dit jaar is het aantal kandidaten dat terecht meedingt naar de felbegeerde Hoofddoekprijs zo overweldigend dat de jury tot het laatste moment heeft beraadslaagd.
Uiteindelijk ging de strijd tussen minister Ella Vogelaar (Wonen, Wijken en Integratie) en de Amsterdamse burgemeester Job Cohen. Ella Vogelaar, de vrouw die niet alleen een voorstander van de hoofddoek is maar die zo ruimdenkend is dat ze zelfs de boerka vindt kunnen, is een uitstekende en voorbeeldige kandidaat. Toch is ze dit jaar op de tweede plaats geëindigd. We moedigen de minister daarom aan nog iets meer haar best te doen en om zelf een hoofddoek te gaan dragen. Met dat vanzelfsprekende en sympathieke gebaar sleept de minister deze bijzondere prijs volgend jaar vast binnen.

In 2008 gaat de Hoofddoekprijs naar een man. We zijn ons ervan bewust dat we hiermee wellicht enigszins aan positieve discriminatie doen maar we kunnen eenvoudigweg niet om Job Cohen heen. Zijn respect voor de vrouw uit zich niet alleen in het feit dat hij een liefhebber van de hoofddoek is, nee dat respect gaat veel verder, dat kent geen grenzen en er is niemand die hem van de wijs kan brengen. De burgemeester, die elke (vorm van) kritiek moeiteloos weerlegt, die a-sociaal gedrag tot halal gedrag promoveert, deze man begrijpt dat alleen uit liefde en respect voor de vrouw de boel bij elkaar kan worden gehouden. En die liefde begint bij de hoofddoek, zo eenvoudig is het. Elke man in Nederland zou daarom een voorbeeld aan hem moeten nemen, en echt niet alleen onze islamitische medeburgers.

Daarom verdient de Amsterdamse burgemeester de Hoofddoekprijs 2008!
Voor deze prijs zijn 5 hoofddoeken ontworpen en Job Cohen mag kiezen welk ontwerp daadwerkelijk uitgevoerd gaat worden. De zwarte doeken zijn handbeschilderd en bevatten de volgende teksten 1. "Alle macht aan de islamitische man". 2. "Uw vrouwen zijn een akker voor u". 3. "De hoofddoek maakt me vrij!". 4. "Sla uw ogen neer" en last but not least 5. "Noli me tangere! (Raak me niet aan!)".

En natuurlijk hebben wij er geen bezwaar tegen als de voltallige Partij van de Arbeid zich solidair verklaart en er ook één gaat dragen.

De Jury


Eerdere reacties hierr.

De merkwaardige uitleg van Arco Verburg



De merkwaardige uitleg van Arco Verburg

Arco Verburg, voorzitter van het Amsterdamse stadsdeel De Baarsjes, heeft antwoord gegeven. Nee, niet op de brief die ik hem op 8 februari heb gestuurd. Wel op schriftelijke vragen van Coos Hoebe, fractievoorzitter van GroenLinks. In de diepten van de website van het stadsdeel vond ik een concept-verslag van de raadscommissie Wonen. Prachtwijk De Baarsjes geniet landelijke bekendheid vanwege de omstreden bouwplannen voor de Westermoskee, die door Trouw-columnist Sylvain Ephimenco treffend wordt omschreven als ‘malafide megapuist’.

In het kort samengevat. Het stadsdeel heeft bezwaren (‘privacyschending’) tegen de vermelding van de naam van Enver Varisli, medewerker van het Meldpunt Moslimdiscriminatie van het stadsdeel, in een tweetal reacties uit 2006 op de kritische website Hoeiboei. In plaats van contact op te nemen met de webmaster van Hoeiboei, stelt De Baarsjes na twee jaar plotseling een ultimatum via de provider van deze site, wat tot verontrusting en boosheid bij een flink aantal bloggers leidt. Varisli is immers geen anonieme medewerker van het stadsdeel. Hij is diverse keren naar buiten getreden namens het Meldpunt, heeft een interview afgegeven aan het weekblad Elsevier en bezoekt scholen namens het stadsdeel. Het vermelden van zijn naam in verband met een poging tot censuur op de cartoons van de omstreden tekenaar Gregorius Nekschot kan daarom onmogelijk als een schending van zijn privacy worden betiteld.

Wat heeft Arco Verburg daarop te zeggen. Ik citeer woordelijk het concept-verslag van de deelraadscommissie: “De heer Hoebe (GroenLinks) begrijpt dat het stadsdeel op grond van de privacywetgeving aan de website Hoeiboei heeft gevraagd om informatie te verwijderen van een van de werknemers van het stadsdeel. Op grond van welke wetgeving is dat gebeurd? Het ging over een activiteit van het Meldpunt Moslimdiscriminatie. Namens wie treedt het meldpunt momenteel naar buiten?

De heer Verburg (portefeuillehouder) zegt dat aan de host van Hoeiboei is gevraagd de naam van een medewerker van het meldpunt te verwijderen. Dat is gedaan omdat bij de acties rond de Deense cartoons door het Meldpunt Discriminatie acties zijn ondernomen en de medewerker van het meldpunt het mikpunt is geworden van nogal stevige, grove en beledigende taal. Er is ook aangifte gedaan bij de politie van smaad. Het verzoek aan de host om gegevens te verwijderen is een eerste stap om bij het College Persoonsgegevens een zaak aanhangig te maken. Nog niet alle hosts hebben de gegevens verwijderd, en op basis van art 6 en 36 van de Wet Bescherming Persoonsgegevens is men nu aan de slag, omdat deze medewerker ernstig in zijn privacy geraakt wordt. Het meldpunt ondersteunt mensen die zich gediscrimineerd voelen. Wie zich daar vervoegt wordt op de mogelijkheden gewezen om genoegdoening te krijgen en de klager moet zelf actie ondernemen. Op het moment dat de Deense cartoons speelden is er een meteen een stuurgroepvergadering geweest, waar de moskeeën hebben aangegeven zich niet te kunnen vinden in de publicaties op de sites. De medewerker moest dat afhandelen als een klacht. Men vond dat toen een verstandige werkwijze, maar hij vindt dat niet. Zo is dat toen gegaan en vervolgens zijn er nu een paar jaar later weer wat acties ondernomen.

De heer Hoebe (GroenLinks) is blij dat het meldpunt geleerd heeft hoe men in het vervolg op moet treden, en hoopt dat die werkwijze steeds gevolgd wordt, want anders zijn medewerkers onnodig kwetsbaar.”

Wat leren wij van dit antwoord? Verburg gaat niet in op de zaak, waar het eigenlijk omgaat. Hij geeft geen uitleg over de slinkse, ultimatieve poging tot censuur via de provider van Hoeiboei. Hij geeft geen toelichting over de zaak waar het om draait, de vraag of de privacy van medewerker Varisli daadwerkelijk is geschonden. Wel een warrig verhaal over de smaad waarvan aangifte is gedaan (door wie? tegen wie?). Aan welke smaad Hoeiboei schuldig zou zijn, blijft onduidelijk. Of het moet de overname zijn van een prent van Nekschot met de volgende vermelding: “Deze cartoon is gecensureerd door dhr Enver Varisli. Meldpunt Moslimdiscriminatie.” Als het gaat om deze meningsuiting - ernstiger zaken kan ik niet vinden op de site van Hoeiboei - dan zijn Verburg en zijn medewerker met hun smaadklacht bezig met een kansloze missie.

Grappig trouwens dat alles is begonnen om de Deense cartoons. Niet alleen de moellahs van Kaboel en Teheran, maar ook hun collega’s uit Amsterdam-West lopen, gesteund door een PvdA-gezagsdrager, kennelijk te hoop tegen de westerse vrijheid van meningsuiting. Uit het antwoord van Verburg blijkt dat hij nog steeds van plan is de vrijheid van meningsuiting van Hoeiboei en andere websites aan te tasten.

GroenLinkser Hoebe nam desondanks genoegen met het antwoord van Verburg. Mijn vragen blijven onbeantwoord. Arco Verburg kan binnenkort een nieuwe brief verwachten.

Carel Brendel

Brief aan Arco Verburg

Substantieel

Redbutton_top

Substantieel

Heeft u het ook gehoord, vanmorgen op het nieuws? Maanden is het stil geweest rond zijn persoon (tenzij hij weer eens in elkaar geslagen werd) maar ineens klonk zijn naam op de radio: Ehsan Jami! Vrijwel in één adem met die van Ayaan Hirsi Ali en Geert Wilders. NCTb-baas Tjibbe Joustra heeft vandaag het dreigingsniveau voor een terroristische aanslag in Nederland verhoogd van 'beperkt' naar 'substantieel' en daarom moest de naam van Ehsan Jami genoemd worden. Hij zwengelde destijds immers het debat over geloofsafval voor moslims in Nederland aan. Ayaan Hirsi Ali werd genoemd vanwege de hernieuwde discussie rond haar beveiliging en Geert Wilders vanwege zijn (nog niet vertoonde) koranfilm. En er was nog iets over Uruzgan. De beslissing van het kabinet om de militiare missie aldaar te verlengen, zou ook aanleiding geweest zijn voor Joustra om van alarmfase beperkt naar substantieel over te gaan. Dus goed onthouden: Ehsan Jami, Ayaan Hirsi Ali, Geert Wilders en Uruzgan.

Toch goed dat er een nationale coördinator terrorismebestrijding is.

Want als al die anderen die ons dag in dag uit al waarschuwen, politici, de media, allerlei maatschappelijke organisaties, agogen en wetenschappelijke of humanitaire raden, als die falen om u ervan te doordringen hoe we het beste vrede kunnen bereiken (of behouden zo u wilt), dan kun je maar beter een nationale coördinator terrorismebestrijding hebben die de zaken nog eens op een rij zet.

Wie faalden er zoal?

Neem bijvoorbeeld emeritus hoogleraar geschiedenis H.W. von der Dunk die duidelijk aangeeft waar de grenzen liggen om die felbegeerde vrede te bereiken. Of lees wat Anton C. Zijder­veld, emeritus hoogleraar sociologie en adviseur van het CDA te zeggen heeft over op welk moment kritiek niet meer gewenst is en geen vrede meer garandeert. De journalist Anil Ramdas kan u precies vertellen wat redelijk is en socioloog J.A.A. van Doorn legt haarfijn uit wat vrijheid van meningsuiting werkelijk inhoudt. Maar er zijn er nog veel meer die ons naar de ware vrede willen leiden: Erasmusprijswinnaar (2008) Ian Buruma, voorzitter van de HBO-raad en oud-voorzitter van het CNV Doekle Terpstra, hoogleraar migratierrecht aan de VU Thomas Spijkerboer, NRC-columnist Bas Heijne, adjunct-hoofdredacteur NRC Sjoerd de Jong, oud-commissaris van politie Joop van Riessen, hoogleraar strafrecht Ybo Buruma, schrijver Marcel Möring, cultuurhistoricus en politiek publicist Thomas von der Dunk, de historici Han van der Horst en Chris van der Heijden, Ed van Tijn, Anja Meulenbelt, Jan Peter Balkenende, Job Cohen, etc.

En natuurlijk moeten we ook de wegbereiders uit de groep nieuwkomers dankbaar zijn. Zij hebben de afgelopen jaren ongelooflijk goed maar zwaar werk verricht: Fatima Elatik , Ahmed Marcouch, Mohamed Rabbae, Tofik Dibi, Mohammed Yaakoubi, Ayhan Tonca, publicist Ali Eddaoudi (in de comments), Mohammed Benzakour, wat hebben ze afgezien de laatste jaren. Hulde!

En vergeet u de Koningin niet, de koningin die van ons allemaal is.

Want waarom zou je zaken als eerwraak ter discussie willen stellen? Waarom onnodig grieven? Waarom doodsbedreigingen bij afvalligheid of homosexualiteit aankaarten? Waarom in godsnaam het over vrouwenonderdrukking hebben? Waarom toch altijd weer polariseren?

Erken de superioriteit van het systeem/het geloof en de Mohammed Bouyeri's van deze wereld zullen in vrede met u en mij willen leven. Is het geen wonder? Vrouwen zullen, omdat ze zich volgens de jongste en enige mode kleden, eervol behandeld worden. Verkrachtingen, aanrandingen in en rondom zwembaden zullen tot de verleden tijd behoren. Diefstal eveneens. Ik garandeer het u. Smerige hondenpoep op straat? Verleden tijd. Eindelijk. Geen vrouw wordt meer voor hoer uitgescholden, er zullen geen hoeren meer zijn. Uw toekomst en vooral die van uw kinderen ziet er rooskleurig uit. Als u vindt dat ik overdrijf of - om een mode-woord te gebruiken - dat ik ben geradicaliseerd, moet u eens een kijkje nemen in de islamitische wereld, dan ziet u hoe vredig en beschaafd het er in de wereld kan toegaan.

Maar in Allah's naam, u kunt het goed maken, onderwerp u bijtijds zodat u kunt blijven doen wat u altijd al deed - althans voorlopig - daarna zal alles vanzelf gaan, daar hoeft u zich nu geen zorgen om te maken. Luister nu eindelijk naar de mensen die er verstand van hebben, die u voorgaan, zij zijn in de meerderheid en luister niet naar dat kleine, hardnekkige groepje vervloekte dwarsliggers dat terug in de tijd wil en niet open wil staan voor de eeuwige vrede. Dat is een schande! Deze mensen zullen hun verantwoordelijkheid moeten kennen en de gevolgen van hun gedrag moeten begrijpen. Maar er kan korte metten met hen gemaakt worden want dit is het echte leven, de echte wereld en geen stripboek. Het kleine groepje opstandelingen bezit geen toverdrank zoals in het stripboek Asterix en Obelix. We hebben van hen dus niets te vrezen.

Er komt een einde aan uw Fitna.

Dus geen paniek, vooral geen paniek. Dan maakt u het allemaal nog mee.

Annelies van der Veer

Reacties Substantieel

Het is ook mijn Allah

Mijnallah_2

Gnoe

Een huichelachtige moraal

Burgemeester59b9fff_1


Een huichelachtige moraal

Tijdens een herdenking van degenen die in vernieti­gingskamp Auschwitz zijn omgekomen hield de bur­ge­mees­ter van Amsterdam, Job Cohen, een toe­spraak, die op­geno­men werd in de Volkskrant (1-2-08) onder de kop 'Haat tegen de ander leidt tot Ausch­witz'. Hier­bij komt de vraag op: leidt haat tegen elke ander, ook bijvoor­beeld de ander die neo-nazi is, tot Ausch­witz? Nu ja, je mag veronderstellen dat deze vraag in de rede wel beant­woord zal worden. Co­hen zei over Ausch­witz:

'Auschwitz staat voor het ultieme kwaad dat men­sen elkaar kun­nen aandoen: de ontmenselijking van de ander, de syste­matische vernietiging van een groep op basis van ras, ge­loof en geaard­heid, waarvan in de Tweede Wereldoorlog voor­namelijk de joodse bevolking het slachtoffer werd, maar daar­naast ook de Roma, homoseksuelen geestelijk ge­handicap­ten, Jehova's Getuigen, Poolse politieke gevangenen en Russische krijgsgevangenen - eigen­lijk iedereen die niet tot het Arische ras be­hoorde vol­gens de definitie van de nazi's.'

Hierin valt vernietigen 'op basis van geloof' op. Als voorbeeld worden Jehova's Getuigen genoemd. In Neder­land werd hun werk, zoals predikatie aan de huisdeur, verboden. Enkele honderden van hen werden opgepakt, van wie ongeveer een vierde als direct gevolg hiervan omkwam. Niettemin waren er volgens Wikipedia na de oorlog niet minder van hen, maar ongeveer zes keer zoveel.

Deze vervolging van de Getuigen was dus heel iets an­ders dan de systematische ver­vol­ging van joden, die het aantal van hen in Ne­der­land de­cimeer­de. Joden wer­den in elk geval niet ver­moord op grond van hun gods­dienst, het judaïsme, m­aar op grond van hun af­stamming. Of iemand de joodse godsdienst had afgezwo­ren, maak­te de nazi's niets uit: zoiemand werd even­zeer genade­loos de gaskamer inge­dreven.

Auschwitz is niet symbolisch voor vervolging op basis van geloof, maar voor het met industriële mid­delen vermoorden van mensen op basis van origine. Waarom het van belang is dit te con­stateren komt la­ter uit.

Cohen gaat door:

'We leven nu in een andere tijd, maar angst en wantrouwen zijn sindsdien niet zo groot geweest. Angst en wantrouwen brengen mensen ertoe zich terug te trekken in de eigen groep, met uit­slui­ting van anderen. Als die uitsluiting maar ver genoeg gaat, ontstaat een ontmenselijkt beeld van de ander, verdwijnt de zorg voor de ander uit het blikveld. En waar dat in uiterste instantie toe kan leiden, is pre­cies wat ons vandaag bijeen­brengt.'

Bij wie zijn angst en wantrouwen zo groot geworden? Bij niet-islamitische vrouwen die het hoofddoekje en de boerka zien oprukken, die op straat voor hoer wor­den uitgescholden of in een zwembad aangerand? Of bij homofielen en joden die op straat afge­rost zijn? Co­hen zegt het niet, zijn moraal pre­ten­deert univer­seel te zijn. Maar wel zegt hij impliciet dat deze bange vrou­wen, homo's en joden, als ze uit wan­trouwen or­thodoxe mos­lims mij­den, die moslims uiteindelijk tot Ausch­witz ver­oorde­len. Hun eventuele angst en wan­trouwen zijn volgens Cohen immoreel. Mijns inziens is het niet of zwak optreden van burgemeester Cohen te­gen misdadi­ge, an­ti­semitische uit­latingen en gedrag immo­reel. (Zie bij­voor­beeld 'Am­ster­dams be­stuur is laf' van Hero Brink­man, Tweede Kamer­lid PVV, in de Volks­krant 29-1-08.)

Cohen gaat door:

'Wij allemaal, wie we ook zijn en wat we ook zijn, of je al lang in Nederland bent of maar kort, mogen daarom niet onver­schillig staan te­genover uitingen van haat jegens mensen die an­ders zijn, die een andere religie aanhangen, die niet tot dezelfde groep behoren.' (cursief van RM)

We begrijpen nu waarom Cohen van Auschwitz ook een sym­bool voor vernietiging op basis van religieus ge­loof wil maken. Dan kan hij de religie in het alge­meen beschermen en elke religie die zijn voorkeur heeft. Maar wat of wie zou Cohen hier op het oog heb­ben? Het hin­doeïsme of de islam die dat veelgodendom ver­foeit? Imams die in de preek in de moskee tot haat tegen onge­lovi­gen op­roe­pen? Of Geert Wilders die niet de moslims haat, maar wel zegt de ortho­doxe is­lam te haten.

Een vraagje aan Cohen: was het verkeerd om de na­tionaal-socialisten te haten? Nee, was dat niet ver­keerd? Maar waarom kleedt u uw moraal dan in algemene termen in? En als het niet verkeerd was de nazi's te haten, zou het niet mogelijk zijn dat er nog andere groepen zijn of komen die moreel even slecht zijn als de nazi's? En waren en zijn de communisten, die vol­gens een Frans zwartboek ne­gentig mil­joen slachtof­fers maakten, dan niet zo'n groep? En wat nu als de orthodoxe islam dezelfde jo­denhaat koestert als de na­zi's eens? Ja, de koning en rege­ring van Marok­ko doen dat niet, dat weten we. Maar veel ortho­doxe mos­lims wél, want dat ho­ren ze in de moskee, zeker ook hier en daar in Nederland, zoals in de door een Saoe­dische sjeik gesponsorde El Taw­heed mos­kee. Deze sjeik behoort tot de Moslim Broe­der­schap, befaamd om hun nationaal-socialistisch geïnspireerde jodenhaat. Som­mige jonge­re moslims le­ren het op internet. Ayaan Hirsi Ali werd in Ke­nia op­gevoed met het idee dat joden geen mensen zijn. U hebt ove­ri­gens ken­nis geno­men van dit soort jo­den­haat in de brief die Mo­ham­med Bou­yeri op het li­chaam van de ver­moorde Theo van Gogh vast­prik­te. En er zijn genoeg boeken en pre­ken van imams be­kend ge­wor­den waarin die dodelijke haat eruit spat. (In mijn boek Vermoord en verbannen heb ik er­uit ge­ci­teerd.)

Wat u wil is om niemand, dus ook nazis­tische jo­denha­ters niet, uit te slui­ten. Dat is uw moraal. Maar wel zijn uw multi­cul­turalistische mede­standers islamcriticus Geert Wil­ders aan het ont­men­selijken als Het Kwaad, waarna hij met plezier ge­mold kan wor­den. Gefeli­ci­teerd. U ex­ploiteert vernie­tigings­kamp Ausch­witz om mensen te pressen om ook joden­ha­ters in de armen te sluiten. Dat is een dia­lectische pres­ta­tie van for­maat. Dat is pas naas­ten­liefde!

René Marres

Islam is religie van menselijkheid dus...


(iingezonden) Uitgelicht: de Volkskrant, 4.3.2008 Mullah Mohammed Marouf

Mullah Mohammed Marouf van de universiteitsmoskee in Kaboel: "Islam is een religie van de menselijkheid. En dat moet je respecteren. Dus als iemand de islam beledigt, moet hij worden geëxecuteerd."

Heeft u ook voorbeelden van Jip-en-Janneke-verslaggeving/berichten/foto's gehoord/gezien op radio of televisie? Stuur deze, met bronvermelding, dan naar hoeiboei.web-log.nl. Gebruik het mailformulier (linksboven)

Assimilatie, het broertje van islamofobie

18_handen_schudden_1_klein

Assimilatie, het broertje van islamofobie

In zijn pamflet Gedoemd tot kwetsbaarheid schetst Geert Mak een dramatisch beeld van het fenomeen assimilatie. Aanleiding was het zogenaamde handenincident tussen minister Rita Verdonk en de salafistische imam Ahmed Salam uit Tilburg.

Mak: “Eén klein incident, ook in het najaar van 2004, was tekenend voor de nieuwe wind die was opgestoken. Toen een imam weigerde de hand te drukken van de minister voor Vreemdelingenzaken en Integratie - supervrome moslims hebben daar net als orthodoxe joden en de aanhangers van een paar andere wereldgodsdiensten nu eenmaal moeite mee - maakte ze daar voor de televisiecamera’s een kleine demonstratie van: secondenlang bleef ze met haar lege, uitgestoken hand staan. De bewindsvrouw gedroeg zich op dat moment niet meer als minister van integratie, waarbij uitgegaan wordt van een wederzijdse aanpassing, maar van assimilatie, een bijna onvoorwaardelijke overgave aan de Nederlandse cultuur. Het handdrukincident markeerde daarmee een fundamentele koerswending van het Nederlandse beleid: wie komt, dient alles achter zich te laten. Je bent Nederlander of niet.”

In zijn boekje vertelde Mak er niet bij dat op dezelfde bijeenkomst vijftig andere imams wel degelijk de hand hadden geschud van Rita Verdonk. Waren deze imams allemaal geassimileerd? Hadden deze vijftig mensen zich onvoorwaardelijk overgegeven aan de Nederlandse cultuur en alles achter zich gelaten? Was het schudden van een vrouwelijke hand dan niet strijdig met hun islamitische geloof? Of hadden de vijftig handschuddende imams zich over hun bezwaren heengezet uit respect voor de Nederlandse fatsoensnormen?

Op deze vragen gaf Mak geen antwoord. Hij had maar één reden om het woord assimilatie in zijn pamflet te droppen. Het is namelijk een probaat middel om critici van de multiculturele samenleving in de foute hoek te zetten. Assimilatie is wat dat betreft een broertje van islamofobie. Assimilatie helpt bij het verdacht maken van mensen, die vinden dat immigranten zich moeten aanpassen aan de basisnormen en gebruiken van het gastland - net zoals de beschuldiging van islamofobie wordt ingezet om zakelijke kritiek op de islam te ontwijken en weg te zetten als ‘racistisch’. Als assimilatie en islamofobie in het debat opduiken, is de Tweede Wereldoorlog nooit ver weg.

Assimilatie is een term uit de sociologie, waarmee het geleidelijk opgaan van een minderheidsgroep in de cultuur van de meerderheid wordt aangeduid. Assimilatie is vaak het eindpunt van een vrijwillige en geleidelijke aanpassing van een groep immigranten aan het land van bestemming. Een bekend voorbeeld zijn de Italianen en Ieren in de VS, die zich in enkele generaties hebben aangepast aan de Amerikaanse cultuur. Na een soms stormachtig begin, waarin de nieuwkomers een aparte groep vormden die in eigen wijken woonden, verlieten volgende generaties hun getto’s, vermengden zich met andere bevolkingsgroepen en maakten zich de taal en gewoonten van het nieuwe land eigen. De band met het moederland werd losser en kreeg een folkloristisch karakter. Ierse Amerikanen vieren de naamdag van Sint-Patrick, Italiaanse Amerikanen houden een sterke voorkeur voor pastagerechten.

Aanpassing of vrijwillige assimilatie was vrijwel altijd het recept voor een succesvolle immigratie. De Nederlandse migratiegeschiedenis kent talloze voorbeelden van nieuwkomers, die zich binnen redelijke tijd wisten aan te passen aan de heersende poldercultuur: Duitsers, Scandinaviërs, Franse Hugenoten, Portugese en Oost-Europese Joden tijdens de Republiek, Indonesische Nederlanders na de Tweede Wereldoorlog, Surinamers na de grote immigratiegolf rond 1975.

Voor de socialistische arbeidersbeweging was aanpassing door minderheden in het verleden nooit een probleem. De SDAP bijvoorbeeld speelde een grote rol bij de emancipatie van straatarme Joden, die rond 1900 de sloppen van de oude Jodenbuurt bevolkten en snakten naar een verbetering van hun lot. Onder vooruitziende vakbondsleiders als Henri Polak en Jan van Zutphen gingen ze samenwerken met ‘christelijke’ ofwel niet-Joodse arbeiders. In een prachtig artikel over zijn grootvader, een vooraanstaande bestuurder van Polaks diamantbewerkersbond, beschrijft Max Pam hoe Polak zijn Joodse achterban stimuleerde om zich niet alleen materieel maar ook geestelijk te verheffen. “Men had niet alleen een honger naar rechtvaardigheid, maar ook een honger naar schoonheid.”

Ook buiten Nederland speelde de sociaal-democratie een belangrijke rol bij de emancipatie van de Joden. In het tsaristische Rusland bestond de Bund, korte benaming voor de Algemeyner Yidisher Arbeter Bund in Lite, Poyln un Rusland, waarin Joodse socialisten uit Litauwen, Polen en Rusland zich hadden verenigd. De Bund streefde naar integratie als Joodse minderheid in een sociaal-democratisch Rusland en keerde zich tegen het ‘reactionaire’ karakter van het traditionele Joodse leven in de getto’s. De Bundisten voerden een strijd op twee fronten: tegen de orthodoxe rabbijnen uit eigen kring en tegen het tsaristische regime dat sociale onvrede probeerde af te leiden door pogroms tegen de Joden te organiseren.

Het leven in de Joodse getto’s zou je kunnen omschrijven als een parallelle samenleving. Alleen was in dit geval de apartheid van boven opgelegd en wilden veel bewoners van deze wijken niets liever dan uit hun isolement breken en als volwaardig lid worden opgenomen in de algemene samenleving.

Met aanpassing of vrijwillige assimilatie is dus niets mis. Immigranten die zich snel de taal en gewoonten van hun nieuwe land eigen maken, hebben meer kans op succes en minder last van discriminatie dan immigranten die vasthouden aan de zeden en gewoonten van het land van oorsprong. Overigens eist vrijwel niemand in de westerse wereld een volledige assimilatie, of zoals Mak het noemt een ‘onvoorwaardelijke overgave’ aan de heersende cultuur. In het emigratieland bij uitstek, de Verenigde Staten, gaven oorspronkelijk blanke Angelsaksische protestanten de toon aan.

In de Amerikaanse smeltkroes hebben inmiddels rooms-katholieken, oosters-orthodoxen, joden en moslims hun eigen religieuze plek gekregen. Ook in Nederland hebben moslims uit Marokko, Turkije en andere landen hun moskeeën gebouwd. Niemand eist dat deze moslims hun geloof in het land van oorsprong achterlaten. De critici van het integratiebeleid verwachten wel van de nieuwkomers dat ze hun religieuze overtuiging in overeenstemming brengen met de democratische seculiere samenleving, waar scheiding van kerk en staat, vrijheid van meningsuiting, gelijke rechten voor man en vrouw belangrijke waarden zijn.

Waarom is assimilatie dan toch op de verdachtenbank gekomen? Antwoord: omdat het net als islamofobie een containerbegrip is geworden, waarmee kritiek op de islam, het integratiebeleid of de multiculturele samenleving zonder duidelijke argumentatie kan worden bestreden. O meneer, u vindt de boerka een Middeleeuws vrouwvijandig kledingstuk? Nou, het is duidelijk dat u deze vrouwen hun keuzevrijheid niet gunt. U lijdt aan een ernstige vorm van islamofobie! Ach mevrouw, u stoort zich er aan dat een moslim in dienst van de overheid u geen hand wil geven? Weet u dan niet dat alle culturen gelijkwaardig zijn? U deugt niet want u eist volledige assimilatie van de islamitische minderheid! U vindt dat allochtonen zich moeten aanpassen? Ziet u wel, u pleit voor gedwongen assimilatie. U bent een onverbeterlijke racist!

Natuurlijk zijn het vooral conservatieve religieuze leiders die aanpassing en vrijwillige assimilatie te vuur en te zwaard bestrijden. Als migranten zich te veel naar de seculiere normen van hun nieuwe land gaan richten, raken ze hun greep op de kudde kwijt. Hun belangen vallen samen met die van de politici uit het thuisland, die invloed willen uitoefenen op de emigranten (en ook het economische belang van de vele overboekingen naar familieleden niet versmaden). Tenslotte zijn er ook in het Land van Aankomst sterke krachten die zich tegen aanpassing verzetten. Belangenbehartigers van religieuze of culture instellingen hebben er geen belang bij dat hun ‘cliënten’ op eigen benen staan en te snel integreren. Op die manier wordt hun bestaan overbodig en komen subsidies op de tocht te staan.

Assimilatie is al vroeg in het immigratiedebat ingezet als wapen om kritische geluiden tot zwijgen te brengen. In 1983 publiceerde de Socialistische Partij de brochure Gastarbeid en Kapitaal, die een groot aantal problemen rond de immigratie van Turkse en Marokkaanse gastarbeiders signaleerde - problemen die 25 jaar later nog steeds actueel zijn, zoals vijandig gedrag tegen Nederlandse vrouwen, het halen van importbruiden uit het thuisland en de aanwezigheid van conservatieve en reactionaire leiders, die aanpassing aan de Nederlandse samenleving verhinderen.

De SP pleitte er destijds voor dat de gastarbeiders zich zouden aanpassen aan de Nederlandse samenleving, daarbij geholpen door ‘kursussen’ die we vandaag de dag inburgeringscursussen zouden noemen. Als alternatief voor de migranten die hier niets voor voelden stelde zij een vertrekpremie voor, die door haar politieke tegenstanders al snel als ‘oprotpremie’ werd betiteld. Over de formulering en de onderbouwing van de SP-plannen is discussie mogelijk. Maar een serieus debat werd in 1983 niet gevoerd. De CPN zette de SP weg als een ‘linkse Janmaat-partij’. “Buitenlanders worden door de SP gedwongen tot assimilatie of vertrek, en dat heeft niets meer met socialisme te maken”, schreef het communistische dagblad De Waarheid.

Een kwart eeuw later roept de SP van Jan Marijnissen zichzelf uit tot de grote tegenstander van assimilatie. Dat gebeurt in een recente uitgave van Spanning, het tijdschrift van het wetenschappelijke bureau van de SP, waarin onder de kop ‘Wat Wilders wil’ de inhoudelijke strijd wordt aangebonden met de PVV van Geert Wilders: “Moslims moeten volgens Wilders niet integreren, maar assimileren. Zij kunnen eigenlijk alleen in Nederland blijven als zij geen moslim meer zijn”, schrijft Tweede-Kamerlid Ronald van Raak. “Nederlands genoeg? Wie niet assimileert moet van Wilders het land worden uitgezet”, staat onder een bijschrift van een foto, waarop twee moslima’s met hoofddoek te zien zijn.

Steen des aanstoots is het ‘assimilatiecontract’ voor niet-westerse allochtonen, dat Wilders in september 2006 lanceerde tijdens een interview met de nieuwszender RTL7. Het voorstel van de PVV-leider betreft niet-westerse allochtonen (een door de Nederlandse overheid uitgevonden categorie) die nog geen Nederlander zijn. Wilders wil dat ze een contract met de overheid tekenen, waarin ze beloven onze dominante waarden te respecteren, bijvoorbeeld als het gaat om de omgang met vrouwen en homo’s. Wie weigert te tekenen, moet het land uit.

Je kunt je inderdaad afvragen of zo’n assimilatiecontract zinvol is, zoals je ook kritiek kunt hebben op andere door de PVV voorgestelde maatregelen. Maar nergens in het voorstel van Wilders staat dat de ondertekenaar geen moslim mag zijn en daarom zal worden uitgezet. Van uitzetting van moslims met de Nederlandse nationaliteit is al helemaal geen sprake. In dit geval doet de demagogie van SP’er Van Raak dus niet onder voor de demagogie waarmee de CPN destijds de SP-brochure Gastarbeid en Kapitaal ten grave droeg.

Inmiddels weten we dankzij de Turkse premier Recep Tayyip Erdogan dat assimilatie ‘een misdaad tegen de menselijkheid’ is, vergelijkbaar dus met de misdaden waarvoor de nazi-top na de Tweede Wereldoorlog terechtstond in Neurenberg. In een stadion in Keulen vol Turken uit Duitsland, Nederland, Frankrijk en België waarschuwde hij zijn landgenoten om zich niet al te veel aan te passen aan hun westerse omgeving.

Fundamentalist Erdogan: “Ik begrijp heel goed dat jullie tegen assimilatie zijn. Er kan van jullie niet verwacht worden dat jullie assimileren” Een Duitse vertaling van de speech was er niet. Deze simpele vorm van beleefdheid tegenover zijn Duitse gastheren kon er niet af bij de Turkse premier. Te assimilerend?

Alles overziende is het niet verwonderlijk dat de European Commission against Racism and Intolerance (ECRI), het wereldvreemde comité uit Straatsburg, niet alleen de veronderstelde islamofobie maar ook de Nederlandse discussie over assimilatie hekelt. “Uitgebreide discussies hebben plaatsgevonden over de veronderstelde mislukking van de traditionele Nederlandse benadering van integratie, omschreven als multiculturalisme, en aanzienlijke steun is geuit voor een verandering in politiek die velen beschouwen als meer, en in sommige gevallen als wezenlijk op assimilatie gericht in haar aard.” Waarop sombere regels volgen over ‘de toon van het debat’.

Net zo min als bij het begrip islamofobie definieert de ECRI wat assimilatie is, en waarom dit zo verderfelijk is. Kritiek op de islam, discussie over aanpassing, voor de Europese commissie van ex-minister Winnie Sorgdrager (D66) zijn het vervelende kwesties, die je uit de weg gaat door alles af te doen als ‘islamofobie’ en ‘assimilatie’.

Carel Brendel


Carel Brendel is auteur van Het Verraad van links (homepage)

Handje geven

Molkenboer_1902_3

Handje geven

Leve het vriendelijke knikje. Waarom zou het ineens verplicht zijn iemand een hand te geven? Een onbekende die met uitgestrekte hand op mij af komt vind ik eerlijk gezegd opdringerig: ik wil eerst weten of ik hem wel wil aanraken. Een hand is een gebaar van vertrouwelijkheid, de allereerste vorm van lijfelijk contact, en het is onzin om dat van iemand te eisen.

In 1908 verbaasde Louise Stratenus, schrijfster van een veelgelezen etiquetteboek, zich erover dat sommige mensen elkaar al bij de eerste kennismaking de hand reiken: was een kleine buiging niet voldoende? In Engeland is dat nog steeds zo; daar heerst nog de gedachte dat een handdruk iets betekent. Net als hier te lande, twee of drie eeuwen geleden. Toen stond een handdruk voor de bezegeling van vriendschap, broederschap, verzoening of akkoord. Later werd het geven van een hand een gebaar van welwillendheid, dat alleen mocht uitgaan van wie ouder of deftiger was: nóóit mocht je je hand uitsteken naar een meerdere. Nee, je wachtte bescheiden af of je een hand kréég.

Etiquette is iets fascinerends. Het is een en al cultuur, er is niets 'algemeen menselijks' aan. Wat in Amerika en Frankrijk gewoon is, is uitgesloten in Marokko of Engeland. Algemeen menselijk is alleen: vriendelijk en beleefd zijn. Hoe iemand dat uitdrukt kan verschillen.

Ileen Montijn

Bad News From The Netherlands


Bad News From The Netherlands

De 'bad news from the Netherlands'-blog publiceert 5 dagen per week ware berichten in het Engels die een negatief beeld over Nederland geven. Het is een simpele techniek die laat zien hoe je imago's creëert over een onderwerp waar buitenlandse lezers nauwelijks iets over weten. Het idee achter de blog is om door het in het absurde doorvoeren van eenzijdige berichtgeving manipulaties door de media aan de kaak te stellen. Het nieuws op de "bad news from the Netherlands"-blog komt vrijwel geheel uit de grote Nederlandse dagbladen. De berichten vertellen over het falen van de Nederlandse regering, militairen, politie, justitie, en andere autoriteiten alsmede instellingen. Ze beschrijven discriminatie en geweld.

De blog is een reactie op de jarenlange negatieve gemanipuleerde berichtgeving van ondere andere leidende Nederlandse media over Israel.
Vele kranten en blogs in de wereld hebben over de enkele maanden oude 'bad news from the Netherlands'-blog geschreven in een aantal talen. Miljoenen mensen hebben er dus van gehoord. Er zijn ondertussen 10 soortgelijke blogs op het web over landen zoals Engeland, Zweden, Finland, België, en Frankrijk. Dit hele blog-gebeuren kost nauwelijks geld, en wekt fundamentele twijfel op aan de manier waarop de zogenaamde kwaliteitsmedia" berichten.

Vergelijk:

Bad News From Sweden

Bad News From Belgium

Bad News From CanadaBad News From France

Bad News From NorwayBad News From Finland

Bad News From England

Handicap


Help_kop

Handicap

Ik loop de snackbar op het plein binnen. De Egyptenaar begroet mij met meer enthousiasme dan gewoonlijk.
Hè, hè,” zegt hij, “daar ben je eindelijk!" Ik zie de opluchting op zijn gezicht.
Daar kijk ik van op want zoveel verdient hij – gelukkig maar - nu ook weer niet aan mij, en hoewel we altijd wat te kletsen hebben, het is mij volkomen onduidelijk waar ik deze uitbundige begroeting aan te danken heb.
Ja,” zegt hij lachend, “ik wilde je al maanden iets vragen maar je kwam maar niet!
Dat klopt, ik had me namelijk voorgenomen geen gefrituurde calorieën meer te eten want je kunt dat niet altijd ongestraft blijven doen. Maar goed, op deze informatie zit hij natuurlijk niet te wachten, dus ik vraag hem wat er is.
Hij vertelt me dat een goede vriend van hem, een Marokkaan, op zoek is naar een lerares Nederlands die bijles kan geven aan zijn zoontje. De moeder is een Egyptische en vooral de vader spreekt goed Nederlands, die heeft een eigen zaak en geld speelt geen rol.

De vader spreekt heel goed Nederlands,” herhaalt de Egyptenaar die een jaar of dertig in Nederland woont (Hij heeft nog bij een 'Wimpie' gewerkt in de Kalverstraat.) en nog steeds een kromprater is, dus hoeveel waarde ik aan deze mededeling mag hechten, valt moeilijk in te schatten.

Hoe oud is dat zoontje?” vraag ik.
Vier.”
Vier!?”, roep ik verbaasd uit. “Hoe kan een kind van vier nu bijles nodig hebben? Het zit amper op school!
De Egyptenaar heeft ondertussen de patat in het vet gegooid, het duurste en beste vet, heeft hij mij al eens verzekerd, dat hij altijd op tijd ververst. En zo hoort het ook.
Het zit zo,” legt hij uit. “De ouders willen dat hun zoontje goed Nederlands leert spreken, ze zijn bang dat hij een achterstand oploopt want in de klas spelen ze nu alleen maar. Begrijp je? Ze maken zich zorgen. Ze willen daarom dat hij nu al bijles van een Nederlandse lerares krijgt zodat hij goed Nederlands kan leren, dat vinden ze heel belangrijk maar ze kunnen niemand vinden en omdat ik jou ken, heb ik ze beloofd dat ik het jou zal vragen. Wacht, ik zal hem meteen even bellen, dan kun je met hem spreken.”
Hij loopt naar de telefoon.
Nee!” roep ik. “Niet doen, ik weet helemaal niet of ik hem kan helpen, want ik werk niet met kinderen maar met volwassenen.

De Egyptenaar kijkt me teleurgesteld aan. Hij begrijpt het niet, je bent een lerares Nederlands of je bent het niet, lijkt hij te denken. Waarom wil ik hem niet helpen? En wat ik heb gezegd, is niet helemaal waar, ik heb wel degelijk privéles gegeven aan jonge kinderen van allochtone (niet in Nederland geboren) ouders en nog niet eens zo lang geleden. Maar dat waren kinderen van 11 of 12 jaar die in de laatste klas van de Basisschool zaten. Dat waren slimme kinderen die normaal gesproken zo naar het VWO kunnen doorstromen ware het niet dat de Cito-toets feilloos zou aantonen dat ze op het onderdeel taal, met name de spelling, alarmerend laag scoren. Zo laag, dat het advies om naar een VMBO-school te gaan voor de hand liggender is, als ze de basisschool al kunnen verlaten. De ouders van deze kinderen – bijna altijd hoogopgeleid - hebben er dus wel wat voor over om hun kind snel van deze taalhandicap af te helpen want de school faalt hierin.

Via via zijn ze bij mij terecht gekomen en ik moet zeggen dat het bijzonder verfrissend is om af en toe zo'n kind een half jaar (1 uur per week) te begeleiden. Het zijn intelligente, vaak eigenwijze kinderen die ook ambitieus genoeg zijn om de vrije woensdagmiddag op te offeren voor een succesvollere toekomst. Dat heeft een prettige samenwerking opgeleverd en met die Cito-toets is het in deze gevallen altijd goed gekomen.
Maar een kind van vier jaar! Wat moet ik in godsnaam aan een kind van vier jaar leren? Ik zie het niet voor me, maar de Egyptenaar heeft zo alle hoop op mij gevestigd, dat ik hem beloof zijn vriend, de Marokkaan, te bellen. Wie weet schiet mij naderhand nog iemand te binnen die uitkomst kan bieden al acht ik die kans gering.
Echt doen hoor, echt bellen!” roept mijn patatboer me nog na als ik zijn zaak verlaat met een extra gevulde zak patat in mijn hand.

Dat heb ik later ook gedaan, waarbij ik al snel constateerde dat dat “heel goede Nederlands” van de Marokkaanse vader te sterk was uitgedrukt. Hij sprak gewoon slecht Nederlands. Deze ouders, geen van beiden hier geboren, zijn duidelijk niet in staat hun kind de Nederlandse taal bij te brengen terwijl zij weten dat dat belangrijk is voor de toekomst van hun kind. Ik begrijp goed waarom ze zich zorgen maken. De kans dat hun zoon een (taal)handicap voor de rest van zijn leven als Nederlander oploopt, is heel aannemelijk. Maar ik kan dit gezin niet helpen met het geven van 'bijles' en ik ken ook niemand die dat wel kan. Het kind moet tijdens de opvoeding Nederlands kunnen horen, leren en daarna dromen. De enige oplossing die ik kan bedenken is dat de vrouw van de Marokkaan ook gaat werken en dat de ouders van het door de moeder verdiende extra geld een Nederlandse 'oppas-oma' (zolang de voorraad strekt) 'huren' die hun kind na schooltijd een woordje Nederlands bijbrengt.

Ik vraag me af of Aboutaleb, staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid én verklaard voorstander van tweetalig onderwijs voor allochtonen dit voor ogen heeft. Want hoeveel van die ouders beseffen dat hun kind het risico loopt taalgehandicapt door het leven te moeten gaan? Althans in Nederland. In ieder geval zolang Nederlands de voertaal blijft. En hoeveel van hen die het wel beseffen kunnen het zich veroorloven hun kind op tijd het extra onderwijs/de extra aandacht te geven om te redden wat er nog te redden valt?

Om over de koning van Marokko (en de Turkse premier) nog maar te zwijgen.

Annelies van der Veer

Reacties: Handicap

Het slechte voorbeeld Ahmed Marcouch

18_handen_schudden_1_klein

Het slechte voorbeeld Ahmed Marcouch

Het grote voorbeeld Ahmed Marcouch’ luidde de kop boven een artikel dat ik in oktober 2007 op deze website plaatste. Ik prees de PvdA-voorzitter van het Amsterdamse stadsdeel Slotervaart voor zijn doortastende optreden na de rellen rond de dood van Bilal B. (de messentrekker die twee agenten van het bureau Slotervaart levensgevaarlijk verwondde) en voor het feit dat hij de problemen in zijn prachtwijk duidelijk durfde te benoemen.

In een tweede weblog (17 januari 2008) vergeleek ik Marcouch met de vroegere PvdA-coryfee Jan Schaefer. Beide gezagsdragers belichamen het oude ideaal van socialistische zelfverheffing: afkomstig uit een eenvoudig milieu zijn ze door zelfstudie en hard werken naar voren gekomen. Marcouch komt van heel ver. Hij kwam hier als analfabeet uit Marokko en leerde zichzelf Nederlands lezen en schrijven.

Mijn benaming ‘de nieuwe Jan Schaefer’ had ook een ironische ondertoon, die aan sommige lezers is ontgaan: Juist door het volslagen gebrek aan aansluiting met ‘de gewone man’ heeft de PvdA de neiging om de schaarse volkse types in haar gelederen op het schild te verheffen en als heilige te vereren.

Aanleiding tot het tweede artikel was een groot interview met Marcouch in De Pers. Daarin zette hij zijn idealen over zelfverheffing nog eens uiteen. Het zijn idealen die volgens mij het wezen waren van het vroege socialisme en in de loop der tijden zijn verkwanseld door de moderne sociaal-democratie. Marcouch: “Ik zeg tegen mensen: er is maar één werkelijkheid, en dat is dat je moet blokken, goede cijfers halen, solliciteren en aan het werk. Dat is hard. Want het liefst willen ze horen dat iedereen werkloos is omdat alle bedrijven discrimineren.”

Overigens zette ik in beide lovende artikelen enkele kanttekeningen bij het optreden van de orthodoxe moslim Marcouch. Voor hij de lokale politiek inging viel hij als bestuurder van de moskeevereniging UMMAO de Rotterdamse wethouder Marco Pastors aan wegens negatieve uitlatingen over Marokkaanse jongeren. Achteraf bleek dat Marcouch zelf bijna gelijkluidende uitlatingen had gedaan als Pastors.

Marcouch is daarnaast een bewonderaar van de omstreden moslimgeleerde Youssef el Qaradawi, een vooraanstaande leider van de Moslim Broederschap. Deze Egyptenaar geldt als ‘gematigd conservatief’, hoewel hij bijvoorbeeld zelfmoordaanslagen op Israëlische burgerdoelen goedkeurt, een fatwa heeft afgekondigd tegen het spelletje pokemon, islamitische straffen tegen homo’s verdedigt en het niet zo nauw neemt met democratische waarden. Marcouch, aldus het interview in De Pers, ziet El Qaradawi nog wel als een autoriteit, maar geeft aan hem niet meer blind te volgen.

Marcouch wordt niet alleen binnen zijn partij de hoogte in geprezen. Ook islamcritici als Afshin Ellian en Paul Cliteur zijn zeer positief over de voorzitter van het stadsdeel Slotervaart, dat geldt als een van de lastigste prachtwijken van Nederland. Ga er maar eens aan staan in deze bestuurlijk moeilijke omgeving!

Alle waardering neemt niet weg dat voor de veelgeprezen Marcouch hetzelfde geldt als voor alle andere gezagsdragers in Nederland: ze zijn verplicht om de seculiere waarden van onze samenleving te verdedigen tegen uitingen van religieuze intolerantie. Op dat punt laat het PvdA-wonderkind het de afgelopen tijd afweten.

Daar was allereerst het optreden van Marcouch in het discussieprogramma Buitenhof bij een debat over de hoofddoek bij de politie. De PvdA’er stond daar niet op de bres voor de scheiding van kerk en staat, maar verdedigde juist de komst van gehoofddoekte agentes. Zwak was het argument waarmee Marcouch de hoofddoek verdedigde: Door een verbod werden moslima’s volgens hem uitgesloten van het politiewerk. De orthodoxe Marcouch maakte daarmee de hoofddoek tot norm voor moslimvrouwen, en ging er volkomen aan voorbij dat heel wat moslima’s zonder hoofdbedekking door het leven gaan.

Ook in het debat over de vraag of ambtenaren en straatcoaches mogen weigeren vrouwen de hand te schudden kiest Marcouch tegen de scheiding van kerk en staat en vóór het vergoelijken van religieuze intolerantie. In dit geval volgt hij het slechte voorbeeld van burgemeester Job Cohen, die voorop loopt bij het goedpraten van religieus geïnspireerde discriminatie van vrouwen. Zelfs minister Ella Vogelaar is het dit keer niet eens met de steun van Cohen en Marcouch aan orthodoxe moslims, die volgens Cohen ‘effectief’ en ‘respectvol’ zijn en daarom de Nederlandse fatsoensregels niet hoeven na te leven. De website Hoeiboei noteerde vier recente uitspraken van Marcouch, die van Vogelaar niet gepikt zouden worden, maar die de allochtone politicus kan doen zonder al te veel kritiek te ontvangen.

In de deelraad van Amsterdam-Slotervaart hebben drie moedige PvdA-raadsleden een motie ingediend tegen het handenschudstandpunt van Marcouch. Het Parool bracht gedetailleerd verslag uit van het debat. Dissident Clyde Moerlie: “De PvdA-minister van Integratie en de PvdA-Kamerfractie vinden het weigeren van een hand onacceptabel. Als je een landelijke enquête zou houden onder PvdA’ers zou dat ook de uitkomst zijn. Het is eigenlijk de verantwoordelijkheid van de PvdA-fractie in de gemeenteraad om de burgemeester terug te fluiten, maar die houdt siësta of zo. Daarom komen wij met deze motie.”

Het is ontmoedigend te lezen hoe weinig steun Moerlie kreeg van zijn partijgenoten in Slotervaart en met wat voor drogargumenten de PvdA-meerderheid Marcouch en Cohen blijft volgen. Marcouch kwam net als in de hoofddoekkwestie met de vraag of je orthodoxe moslims wilt insluiten of uitsluiten, en beriep zich op de vrijheid van godsdienst.

Mijn antwoord op de vraag van Marcouh: Niemand sluit orthodoxe moslims uit. Ze sluiten zichzelf uit door zich niet aan Nederlandse omgangsvormen te houden. Bij de overheid hebben ze met deze instelling niets te zoeken. Door toe te geven aan de orthodoxe straatcoaches staan Cohen en Marcouch het begin van seksuele apartheid toe. ‘Waar gaat het eigenlijk over?’ is een veelgehoorde vraag in dit debat, gesteld door mensen die niet beseffen wat er op het spel staat. Mijn antwoord: Het gaat om een fundamentele kwestie. De burgemeester en de stadsdeelvoorzitter geven in feite aan de normen van de sharia belangrijker te vinden dan de normen van onze seculiere samenleving.

Dat brengt ons bij een gewetensvraag aan de PvdA. Stel: de denkbeeldige partijgenoot Arie Marcus, ouderling van de Gereformeerde Gemeente in Kesteren, in het hart van de Gelderse bible belt, treedt daadkrachtig op tegen de plaatselijke hangjongeren. Marcus durft deze crimineeltjes zonder blikken en blozen voor ‘tuig’ uit te maken. Maar hij probeert ze tevens met hulp van de kerk weer op het rechte pad te brengen. Arie Marcus is fel gekant tegen de Sinterklaasintocht (“een roomse heilige”), verkondigt dat getrouwde vrouwen niet mogen werken, ijvert voor de sluiting op zondag van het plaatselijke zwembad, en zegt zijn inspiratie te vinden bij de reformatorische geleerde Jodocus van Lodenstein. Zou de Partij van de Arbeid deze Arie Marcus net zo innig omarmen als Ahmed Marcouch?

Carel Brendel

Carel Brendel is auteur van Het verraaad van links
Poshlost_top

Poshlost (II)

Enkele jaren geleden maakte ik dankbaar gebruik van het Russische woord poshlost zoals mij dit bekend was van de schrijver Nabokov, om precies te zijn uit het interview met hem in The Paris Review van 1967, opgenomen in de interviewbundel Strong Opinions (voor wie dat boek ergens aantreft: twijfel geen moment en koop het!). Ik wendde mij tot deze term naar aanleiding van de 'Auschwitz' poster-actie van de NS, waarin een link werd gelegd tussen de Jodenvervolging en de huidige kritiek op de intolerante en extreme kanten van de Islam. Voor een beter begrip verwijs ik naar het stuk zelf, maar graag herhaal ik de omschrijving van poshlost die Nabokov hanteert:

'Poshlust, or in a better transliteration, poshlost, has many nuances, [...]. Corn trash, vulgar clichés, Philistinism in all its phases, imitations of imitations, bogus profundities, crude, moronic, and dishonest pseudo-literature - these are obvious examples. Now, if we want to pin down poshlost in contemporary writing, we must look for it in Freudian symbolism, moth-eaten mythologies, social comment, humanistic messages, political allegories, overconcern with class or race, and the journalistic generalities we all know. [...] Poshlost speaks in such concepts as "America is no better than Russia" or "We all share in Germany's guilt."' [Strong Opinions, blz.101]

Nabokov gebruikt het begrip voor zowel literatuur als voor meer algemene uitlatingen betreffende maatschappij en politiek. Waar het de literatuur betreft deel ik zijn mening niet altijd - wat uiteraard losstaat van mijn diepe bewondering voor een van de grootste schrijvers van de 20e eeuw - maar dat neemt niet weg dat het woord voor mijn eigen gebruik uitermate bruikbaar is gebleken. Ik hanteer het woord regelmatig in dialoog met mijzelf, als ik iets lees, zie of hoor. Maar meestal heeft dat betrekking op die tweede toepassing: poshlost als ontmaskering van een zogenaamd diepzinnige uitlating die niets anders is dan een cliché, een banaliteit verpakt als een origineel denkbeeld, een weinig verholen onkunde waar het op werkelijk intellect aankomt.

Voor alles is poshlost als begrip uitermate handig om het kaf van het koren te scheiden en om de verschrikkelijke nivellering tegen te gaan waarvan we de laatste decennia getuige zijn.
Een voorbeeld van poshlost noemde ik reeds aan het begin naar aanleiding van mijn eerdere stuk: de neiging om alle islam-kritiek op één lijn te stellen met de Jodenvervolging tussen 1933 en 1945. Maar er zijn legio voorbeelden, die lopen van het meest banale tot uitspraken van intelligente mensen van wie je beter zou verwachten. Om bij het banale te beginnen: Tijdens mijn jaren als docent Nederlands als Tweede Taal - de boeken NT2 zijn doortrokken van een politieke correctheid waar je helemaal wee van wordt - trof ik in het hoofdstuk over de passieve vorm als een van de voorbeeldzinnen: 'Ook in Nederland worden kleine kinderen in de gevangenis gezet'. Ongelooflijk maar waar. Veel vaker worden we getrakteerd op diepzinnig bedoelde opmerkingen die Bush en Blair op één lijn stellen met Bin Laden, Ahamadinejad en Saddam Hoessein. Ik denk niet dat Nederland hierin veel verschilt van Australië of andere westerse landen. Zo zei een van mijn toenmalige collega's enkele jaren geleden dat hij 'heel wat meer achting had voor de leiders in het Midden-Oosten dan voor de leiders van de VS'. Onnodig te zeggen dat een dergelijke platitude a] niet nader werd toegelicht en b] alom met instemming werd begroet.

De afgelopen week raakte ik in hevige discussie met de voorzitter van mijn plaatselijke filosofieclub die in een flink staaltje fisking bij hoog en bij laag (en ondanks kritiek van meerdere kanten) bleef volhouden dat alle ellende in het Midden-Ooosten wordt veroorzaakt door 'christelijk en joods fundamentalisme'. En dat uit de mond van een Universiteitsdocent filosofie, zegt natuurlijk helemaal niets, ik weet het.

Maar het komt ook van hogerop. Zo treffen we poshlost aan bij een gerespecteerde organisatie als Amnesty International, waar men nog niet zo lang geleden Guantanamo Bay vergeleek met de Gulags onder Stalin. Verplichte cursus Gulag van Anne Applebaum zou ik zo zeggen. Een ander voorbeeld is de voormalige Australische premier Paul Keating die zijn opvolger en grote vijand John Howard vergeleek met Hitler, dit puur vanwege het vreemdelingenbeleid. Zelfs de inmiddels al jaren in Australië woonachtige Nobelprijswinnaar J.M. Coetzee maakte een flinke uitglijder toen hij het anti-terrorisme beleid van John Howard enkele jaren terug vergeleek met het Zuid-Afrika ten tijde van de apartheid. Met name dat laatste ervaarde ik als een grote deceptie want ik heb veel bewondering voor de schrijver van Disgrace en voor de intelligente persoon Coetzee die ik in interviews heb aangetroffen. Alle 'schrijvers' en 'intellectuelen' die een directe parallel trekken tussen de nazi's en het Israelische optreden tegenover de palestijnen laat ik maar buiten beschouwing, want voor je het weet is het eind zoek.

De teneur van dit alles is natuurlijk dat we vooral continu naar onszelf moeten kijken en ons in een niet-aflatend schuldbesef moeten wentelen. Erger: we dienen terwijl we dit doen vooral de ogen te sluiten voor ongewenste praktijken, niet alleen elders in de wereld maar vooral onder onze eigen neus, dit alles onder dat aan poshlost onderhevige begrip 'de multiculturele samenleving'.

Ik schreef ooit een stuk getiteld Superieure beschaving. Naast veel bijval word je op zo'n stuk uiteraard aangevallen want volgens velen hebben wij niets om ons superieur over te voelen. En precies daar begint alle ellende. Ik zal de laatste zijn om te beweren dat de westerse maatschappij in zijn algemeenheid zonder gebreken is, verre daarvan. We hebben met zijn allen altijd nog te leren. Maar als het op de som der delen aankomt is de westerse maatschappij superieur aan andere samenlevingen. Ik vind het een teken van beschaving dat je iemand niet direct ophangt als deze persoon een - door beide partijen gewenste - sexuele handeling begaat waar jij het niet mee eens bent (dat feit op zich alleen al!) of wanneer deze persoon een in jouw ogen beledigende opmerking maakt over de hogere macht waar jij toevallig wel, maar anderen in het geheel niet in geloven. Om over de aberraties van de Communistische paradijzen nog maar te zwijgen, waar het 'beledigen' van de zonder enige uitzondering aan grootheidswaanzin lijdende 'grote leiders' het risico inhoudt van een jarenlange opsluiting, van China en Noord-Korea tot het zo vertroetelde Cuba.

Ondanks alle gebreken is onze westerse samenleving de beste die er op de wereld te vinden is. Ik sta er niet vaak genoeg bij stil, maar ik ben uitermate dankbaar dat ik in een land leef waar de autoriteiten mij met rust laten waar het de invulling van mijn leven betreft, in alle opzichten. Niet vreemd dat wereldwijd zo'n beetje iedereen droomt van een vrij bestaan in het Westen. Het ergste van alles is natuurlijk dat de nivellering die door de wijdverbreide poshlost wordt aangewakkerd al diegenen die het wereldwijd wat slechter hebben getroffen geen stap dichter bij een beter bestaan brengt; wij zijn tenslotte net zo erg als de rest, dus de angel om verbeteringen aan te brengen wordt weggenomen. Ik ga hier geen harde uitspraken doen maar een goede verstaander heeft maar een half woord nodig. En ik hoop dat de lezer het met mij eens is dat de conclusie die daaruit kan worden getrokken een uitermate trieste is.

Lees hier deel 1: Poshlost

Kees Bakhuyzen

Lieve Tiny en Simon,



V., 21 mei 1971

Lieve Tiny en Simon,

Eergistermiddag teruggekeerd in het Vaderland, was ik te moe om je te schrijven, en moest ik volstaan met het op de post doen van de reeds in Frankrijk vervaardigde brief. Gaarne verneem ik, wat je van mijn welgemeende poging tot een bijdrage aan je levenswerk denkt.

Morgenochtend word ik om 8 (acht) uur opgehaald. Niet door de Ophaaldienst, hoewel die al vaak gevaarlijjk dicht in de buurt is geweest, maar door mijn makelaar, die Huize 'Het Gras' en het Zomerpaleis met mij gaat bekijken. Eigenlijk heb ik nergens veel zin in. Maar je moet wel.

Kunstbroeder, ik wil dat je je eigen over de Dood absoluut geen kopzorg maakt. Dat heeft totaal geen nut. God roept je, maar je hoort Hem niet, want je slaapt. En God vraagt aan de Engel, die de zaak in handen heeft: 'Hoe zit dat?' En de Engel antwoordt: 'Koning der Eeuwen, U hebt goed roepen. Hij slaapt de slaap van de rechtvaardige happer.' En God zegt: 'Neem hem maar zo mede, slapend en al. Maak hem maar niet wakker.'

Wat jij aan die meiden vindt, in al die handgeknoopte divankleden en tafelkleden, waar jij op straat naar kijkt, dat begrijp ik weer niet. Ik kan het niet goed navoelen, bedoel ik. Ik kan wel zien, dat een vrouw mooi is, en ik krijg wel eens zoiets als een lichamelijke begeerte, maar dat echte diepe verlangen, dat wanhopige, verlatene noodlot, dat men verliefdheid of zelfs Liefde noemt, dat ken ik geloof ik niet jegens vrouwen. Veel andere mannen kennen dat wel, heb ik bemerkt. Het vervelende is, dat je het zo vaak moet uitleggen en verdedigen. Vroeger vooral. Nu niet meer. Het is alles eender, volgens mij. Het is alles heel goed, of heel slecht. Vermoedelijk is het heel slecht: alles is bezoedeld en zondig, behalve als het verlost wordt door Gods genade. Matig tot stevig gedronken vanmiddag. In Vino Veritas. Ja jongen, ik ben op een echte school geweest. Als ik naar de Hogere Textiel School was gegaan, dan was alles anders gelopen. Dan had ik die meiden in die beddespreien nagekeken op straat. Ik moet de makelaar vanavond om 9 uur opbellen, om te horen of zijn vader al dood is. Is die dood, dan gaat de reis morgen niet door. Je weet niet, wat je wensen moet. Ik bedoel: ik ken die vader helemaal niet. Heel veel liefs van je goeddeels uitgevloerde kunstbroeder.Gerard

Uit: De Taal Der Liefde - Gerard Kornelis van het Reve
Athenaeum - Polak & Van Gennep
Amsterdam
1972
Joopdenuyl_2

Een bruin vlekje op de Heilige Joop

Tijdens het eerste kabinet-Den Uyl (1973-1977) ging het hardnekkige gerucht dat de premier in het diepste geheim een kapitale villa bezat over de Belgische grens. Het was een brisant gerucht, want de PvdA-leider zou zich daarmee hebben gevoegd bij het groeiende legioen van belastingontduikers.

Nijvere journalisten speurden de complete grensstreek af op zoek naar het riante optrekje van de socialist uit Amsterdam-Buitenveldert. Tussen Wuustwezel en Maaseik vonden ze talloze door Nederlanders bewoonde herenhuizen en kasteeltjes, maar steeds woonde onze premier in het volgende dorp. Onnodig te zeggen dat de villa van Den Uyl nooit is gevonden. Ze is
opgenomen in de canon van Nederlandse broodje-aapverhalen.


Den Uyl koesterde ondertussen een geheimpje dat in de jaren 70 misschien nog wel voor meer deining zou hebben gezorgd dan een Belgische villa. De Partij van de Arbeid kreeg in die tijd een toestroom van jonge leden, naoorlogse verzetshelden voor wie de Tweede Wereldoorlog de maat van alle dingen was. Mensen uit oudere generaties werden beoordeeld en veroordeeld op grond van hun goede of foute gedrag tijdens de oorlog en ook wel wegens hun instelling voor de oorlog.

NAVO-topman en voormalig minister van Buitenlandse Zaken Joseph Luns (KVP) bijvoorbeeld werd pijnlijk met zijn vooroorlogsverleden geconfronteerd. In 1979 maakte historicus dr. Loe de Jong bekend dat de oud-diplomaat en politicus in zijn studententijd, van 1933 tot 1936, lid was geweest van de Nationaal-Socialistische Beweging van ir. Anton Mussert. Deze onthulling zou Luns waarschijnlijk de kop hebben gekost als secretaris-generaal van de NAVO. Om zich te redden liet Joseph zijn broer Huib Luns opdraaien voor het omstreden lidmaatschap.

In dezelfde tijd dat de katholieke student Joseph Luns nominaal lid was van de Mussert-partij schreef de gereformeerde scholier Joop den Uyl bewonderende opstellen over de nieuwe orde in Duitsland. In haar vandaag verschenen biografie Joop den Uyl 1917-1987. Dromer en doordouwer (Uitg. Balans) onthult Anet Bleich de jeugdige sympathieën van de latere premier. De Duitsers waren volgens hem een ‘herboren, zelfbewust volk’ dat in ‘eensgezindheid om den Führer (was) geschaard’. “Idealisten moeten we worden, mensen die (zonder loon!) goed en bloed voor hun volksgemeenschap, hun vaderland over hebben.”

Wat zouden de politieke tegenstanders van Den Uyl hebben gesmuld als deze teksten in de jaren 60 of 70 boven water waren gekomen. Neem Hendrik Koekoek, leider van de Boerenpartij, die in 1966 zelf in de problemen kwam door de benoeming van de foute ir. Hendrik Adams tot BP-senator. Koekoek verweerde zich door politici van andere partijen ten onrechte te beschuldigen. Van de jeugdzonde van Den Uyl wist hij echter niets. Zoals ook de aanmelding bij de Germaansche SS van CDA-voorman Wim Aantjes hem was ontgaan, hoewel deze affaire zich vlak bij Koekoeks geboortedorp Hollandscheveld had afgespeeld.

Met Anet Bleich ben ik het eens dat Den Uyls bewondering voor Hitler-Duitsland een jeugdzonde is. Kort na mei 1940 - terwijl veel Nederlanders nog dachten en hoopten dat het met de Duitse bezetting zou loslopen - keerde hij zich tegen anti-joodse maatregelen. Verderop in de oorlog ging de latere premier schrijven voor illegale verzetskranten, zodat hij zijn naïviteit uit de jaren 30 ruimschoots goedmaakte.

In de eerste berichten over de biografie lees ik niets over de eerste 15 jaar na de oorlog. Den Uyl
was in het begin van de Koude Oorlog een hartstochtelijke bestrijder van het communisme, zoals de meeste sociaal-democraten uit die tijd. Als woordvoerder van de PvdA verdedigde hij in 1955 het ontslag van 61 stakende werknemers van de gemeente Amsterdam. Het was een vurig
raadsdebat, waarin communisten en socialisten lijnrecht tegenover elkaar stonden. De plompe retoriek van de Koude Oorlog vulde de raadzaal van het hoofdstedelijke stadhuis.


De PvdA en de bevriende vakbeweging NVV maakten zich destijds ernstig zorgen over de ijzeren greep, die de communisten hadden op het lokale overheidspersoneel. De gemeente Amsterdam schakelde het leger in om een ‘wilde’ staking van trambestuurders, stadsreinigers en andere werknemers te breken. Om een voorbeeld te stellen werden 61 stakers ontslagen, vooraanstaande communisten - onder wie de bekende Februaristaker Dirk van Nimwegen - maar ook meelopers van wie niemand wist wat ze eigenlijk hadden gedaan. Eindelijk werd er hard opgetreden tegen de duistere, doorMoskou gestuurde antidemocratische krachten, juichte desocialistische partijkrant Het Vrije Volk.

Opvallend achteraf was de gebrekkige bewijsvoering. Van verzetsheld Van Nimwegen wist zijn directeur alleen te melden dat hij ‘een slechte invloed’ had op zijn collega’s, maar voorbeelden daarvan had hij er niet bijgeleverd. Voor het magazine van Vrij Nederland maakte ik een
reconstructie van deze staking (De stakers van 1955, 1 juni 1985). Bijna alle betrokkenen spraken vrijuit over hun rol in 1955. Opvallend echter was dat PvdA-leider Den Uyl, een van de drijvende krachten achter de onterechte ontslagen, niet thuis gaf. “De heer Den Uyl houdt niet historische exercities”, liet zijn woordvoerder weten.


Al met al ben ik benieuwd naar wat ex-communiste Anet Bleich van deze onbekende episode uit het leven van Joop den Uyl heeft gemaakt. Nieuwsgierig ben ik ook naar meer details over de ommezwaai van Den Uyl (sinds 1967 fractieleider in de Tweede Kamer) na het roemruchte partijcongres van 1969. Dat congres is vooral in de herinnering blijven hangen door de triomfantelijk ‘berendans’ van Nieuw-Linkser André van der Louw.

Den Uyl, voortkomend uit het oude als verstard en stoffig beschouwde partijestablishment, ziet aanvankelijkhelemaal niets in Nieuw Links, dat van de erkenning van de Duitse Democratische Republiek een belangrijk punt heeft gemaakt. Op het PvdA-congres van 1969 wordt een anti-KVP-motie aangenomen, die de verhoudingen met de vroegere regeringspartner op scherp zet. Bovendien stijgt het aantal Nieuw-Linksers in het partijbestuur nog verder.

Met name de oud-premier Willem Drees (de vader van de AOW) maakt zich ernstig zorgen over de radicalisering van de partij. Hij krijgt in eerste instantie de steun van Den Uyl. Het geschiedenisprogramma Andere Tijden wijdde in maart 2004 een uitzending aan dit onderwerp. Drees was verontwaardigdover het verloop van het congres en veronderstelde dat Van der Louwen zijn medestanders de zaak hadden gemanipuleerd.

Andere Tijden: “Ook Den Uyl heeft zijn twijfels en hij vraagt een paar dagen later aan Drees steun voor het bijeenroepen van een nieuw buitengewoon congres. Drees wil niets liever en in een interview in de NRC doet hij alvast een voorzet: hij spreekt van een volledige impasse in de partij en over de wenselijkheid een nieuw congres bijeen te roepen. De volgende dag, 12 maart, herhaalt hij de boodschap nog eens voor de VARA-televisie: hij heeft geen vertrouwen meer in het nieuwe partijbestuur en Nieuw Links moet als partij binnen de partij verdwijnen. Een vergadering van het partijbestuur besluit korte tijd daarna echter iets anders: er komt geen nieuw congres en openlijkwordt betreurd dat Drees en Mansholt (oud-minister van Landbouw eneveneens zeer prominent partijlid, CB) op eigen houtje uitlatingen van nogal defaitistische aard hebben gedaan. Drees en Mansholt blijven alleen met hun oproep, Den Uyl houdt zich gedeisd. NieuwLinks heeft nu werkelijk gezegevierd.”

Dankzij deze ommezwaai kan de voormalige communistenvreter Den Uyl uitgroeien tot de charismatische PvdA-leider, die het samenraapsel van radicale nieuwkomers en trouwe oudgedienden weer tot één geheel weet te smeden. Vier jaar later is Den Uyl de leider van het meest linkse kabinet uit de Nederlandse geschiedenis en acht jaar later bezorgt ‘Ome Joop’ de PvdA een ongekende verkiezingsoverwinning. Dat tweede kabinet-Den Uyl komt er niet - met dank aan radikalinski Piet Reckman uit Odijk. De eisen van de PvdA-partijraad zijn onverteerbaar voor het CDA. Van Agt en Wiegel weten elkaar daarop snel te vinden.

Den Uyl komt in 1981 onder Van Agt nog acht maanden terug als minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, maar dit vechtkabinet ploft na acht maanden uit elkaar. De glans is er af voor Den Uyl. Het tijdperk van Wim Kok breekt aan.

Of je van hem houdt of niet, Den Uyl heeft een groot stempel gezet op de naoorlogse politiek. Op zijn conto staat ook de redding van de monarchie, die in 1976 wankelde als gevolg van de Lockheed-affaire. In haar boek onthult Bleich dat Den Uyl een tweede smeergeldaffaire rond prins Bernhard in de doofpot heeft gestopt. Zo voorkwam de premier een strafrechtelijke vervolging van de prins, die weer tot het aftreden van koningin Juliana zou hebben geleid. ‘Premier Den Uyl redde troon Beatrix’ kopt De Volkskrant van 21 februari.

De opvallende toenadering tussen het Oranjehuis en de linkse politiek van na 1980 wordt veelal
toegeschreven aan prins Claus, die door zijn betrokkenheid bij thema’s als ontwikkelingshulp werd omarmd in progressieve kringen. Achteraf had vooral koningin Beatrix alle reden om de PvdA dankbaar te zijn voor de reddingsactie van 1976. Zo bezien is Joop den Uyl de man die de basis heeft gelegd voor het ‘multiculti-koningshuis’, het multiculturele verbond tussen oranje en rood.

Carel Brendel