Het nieuwe jaar begint met nieuwe woorden

Het meest verkozen nieuwe woord van 2013 in de door Van Dale georganiseerde publieke peiling was selfie: een foto gemaakt door de persoon die erop afgebeeld staat. Inmiddels kwam ik ook het woord fishie tegen: een foto gemaakt van een man die een gevangen vis vasthoudt. Meestal een hele grote vis. En felfie: afbeelding van een boer of boerin met boerderijdieren. Een farmerselfie zogezegd. Er zijn in 2014 al weer tal van nieuwe woorden ontstaan en gesignaleerd. Loktiener bijvoorbeeld. Maar laten we in de categorie zelf blijven. Daar prijkt bovenaan het woord zelfplagiaat. Het klinkt een beetje vunzig.
Zoiets als zelfbevlekking. Plagiaat houdt in dat je ideeën van een ander gebruikt zonder naar die ander te verwijzen. Bij zelfplagiaat knip en plak je het een en ander uit eerdere publicaties van jezelf (al of niet geschreven met behulp van co-auteurs) zo bij elkaar, dat het lijkt alsof er een nieuw artikel ontstaat. De econoom Peter Nijkamp heeft dit gedaan. Erg vaak zelfs. Anders lukt het je niet om een paar wetenschappelijke artikelen per week te publiceren. Merkwaardig dat dit zo maar zou kunnen. Tijdschriften checken toch, of de inhoud van een artikel eerder door de schrijver ervan gebruikt is. Kennelijk niet goed genoeg. In ieder geval niet op het gebied van de ruimtelijke economie waarop Nijkamp werkzaam is. De publicatiedrift in de universitaire wereld is hoog. Diederik Stapel en anderen zijn ervoor aan de schandpaal genageld en nu Nijkamp dus. Hij gebruikt overigens zelf liever het woord zelfcitatie. Begrijpelijk. Dat klinkt wat onschuldiger.

In de Volkskrant werd Nijkamp neergezet als een man met een ‘zonnebankbruin gelaat’, zelfs als ‘de George Cloony van de wetenschap’. Hij publiceert niet alleen veel, hij vliegt van hot naar her, treedt graag in het openbaar op, is een fanatiek zwemmer en vrouwen laten hem niet onberoerd. Geen wonder dus dat hij wel eens vergeet naar zichzelf te verwijzen. In wetenschappelijke publicaties dan. En dat zijn er nogal wat. 1.036 artikelen en boeken. Nadat de Volkskrant en NRC Handelsblad steekproeven hadden gedaan naar zelfcitatie/zelfplagiaat in Nijkamps publicaties en in proefschriften van door hem begeleide promovendi, heeft de VU bekend gemaakt al het werk van zijn hoogleraar te gaan onderzoeken. Wetenschappers dienen de regels voor bronvermelding en auteurschap nu eenmaal grondig in acht te nemen, ook als het henzelf betreft. En zeker als ze publiceren met co-auteurs. De enorme hoeveelheid publicaties lijkt de veronderstelling dat Nijkamp dit niet altijd zorgvuldig gedaan heeft, aannemelijk te maken. In dit verband is nog een ander nieuw woord opgedoken: publikatieboulimia. De vraag is of het een kwestie van ‘stelen’ is als je eigen woorden uit een ander artikel herneemt, ook al is dat samen met anderen geschreven. Nijkamp vindt van niet. Er zijn trouwens steeds meer mensen in de universitaire wereld die menen dat de publicatie eisen te hoog liggen en dat software wel kan blootleggen dat dezelfde zinnen worden gebruikt in verschillende artikelen maar niet kan aangeven wat de ernst van deze doublures is. Berichtgeving over wetenschappelijk wangedrag zou volgens sommigen van hen de vorm aannemen van een soort van ‘heksenjacht’. Dat er in de universitaire wereld een hoge druk staat op publicatie en dat ook wetenschappers gebaat zijn bij (positieve) publiciteit, is veelvuldig uitgesproken naar aanleiding van de zaak Stapel. Zo vaak zelfs, dat het ondoenlijk is hier naar al die uitspraken op een correcte manier te verwijzen. Feit is dat we het woord zelfplagiaat niet gekend zouden hebben, als kwaliteit werkelijk in alle gevallen boven kwantiteit zou gaan. Een fundamentele bezinning op de inrichting van het wetenschappelijk bedrijf en de publikatiefrequentie lijkt geen overbodige luxe te zijn.

Opvallend is, dat een ‘zonde’ in de wetenschappelijke wereld de zondaar aanzienlijk ernstiger wordt aangerekend dan op andere terreinen. Neem de advocatuur. Stapel en Moskowicz zijn beiden gevallen. Terwijl de eerste is uitgekotst en aan de schandpaal genageld, wordt de tweede beschouwd als een charmante boef. Stapel is afgeschilderd als een despotische wetenschapper met te veel geldingsdrang. Moskowicz kan in de media onbekommerd gekscheren over ‘dubieuze beroepspraktijken’. Hij hoeft niet heel erg veel moeite te doen om weer emplooi te vinden, terwijl Stapel helemaal nergens meer aan de bak komt. Aan een theatervoorstelling (De fictiefabriek) van Stapel met de schrijver Anton Dautzenberg wil geen enkele theaterexploitant zijn vingers branden. Moskowicz gaat rustig door met zijn optredens in RTL Boulevard, treedt op in tv reclame en schrijft met auteur Leon de Winter aan een driedelige thrillerreeks (Maffiamaat) die in het voorjaar op tv uitgezonden gaat worden. Kennelijk weegt in de wetenschap – terecht - het imago van onkreukbaarheid zeer zwaar, terwijl de advocatuur, uitgeoefend door mensen die toch ook wetenschappelijk zijn opgeleid, niet geassocieerd wordt met onkreukbaarheid maar eerder met slimme trucs en handige slimheid. Toegeven aan ‘perverse prikkels’ in de universitaire wereld wordt in de openbaarheid meer afgestraft dan in de advocatuur. Ook op de Zuidas geldt onkreukbaarheid bepaald niet als een pre, zoals drie vrouwen in hun net verschenen roman Project dromenland beschrijven: seksisme, fraude, oplichterij, ellenbogenwerk, het mag er allemaal. De superhaantjes op de Zuidas citeren zichzelf en elkaar bovendien voortdurend om hun smoezelige praktijken te rechtvaardigen. Zelfplagiaat. Het is een ziekte. Het wordt misschien wel dé ziekte van 2014. In de aanloop naar de OS in Sotsji zal Rutte zijn eigen woorden (we gaan in dialoog met Poetin) nog vaak citeren. En in de voorbereiding op het WK voetbal zal Louis van Gaal zich nog vaak herhalen, vooral in interviews met Hans Kraay jr. Al die voetbalprogramma’s zullen blijven herhalen dat Van Gaal zichzelf herhaalt. We zullen om de oren geslagen worden met zelfcitaten in optima forma. Met zelfplagiaat in het kwadraat. Ik kan het niet genoeg herhalen.

6 opmerkingen:

  1. Als 5000 wiskundigen elk 4 artikelen per jaar produceren, dan zijn dat 20.000 artikelen per jaar. Wie gaat dat lezen??? Laat ons een voorbeeld aan Gauss nemen, die helemaal niets publiceerde totdat hij heel zeker wist dat het perfect was.

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Als 5000 wiskundigen elk 4 artikelen per jaar produceren, dan zijn dat 20.000 artikelen per jaar. Wie gaat dat lezen??? Laat ons een voorbeeld aan Gauss nemen, die helemaal niets publiceerde totdat hij heel zeker wist dat het perfect was.

    BeantwoordenVerwijderen
  3. Als 5000 wiskundigen elk 4 artikelen per jaar produceren, dan zijn dat 20.000 artikelen per jaar. Wie gaat dat lezen??? Laat ons een voorbeeld aan Gauss nemen, die helemaal niets publiceerde totdat hij heel zeker wist dat het perfect was.

    BeantwoordenVerwijderen
  4. Over het woord "zelfplagiaat" : het gaat er niet alleen om of de tijdschriften hun controlerende taak naar behoefte invullen, nog veel verbazender m.i. is dat het in de betreffende wetenschappen niemand is opgevallen dat er eigenlijk niets nieuws is gepresenteerd. Hierboven verwijst Looijmans naar ongeveer de grootste wiskundige ooit (Euler had er ook nog wel bij gekund, maar dat terzijde), wat denkt u wat er zou gebeuren als iemand morgen een artikel zou opsturen naar een wiskundig tijdschrift waarin wordt uitgelegd dat als je een groot aantal onderling onafhankelijke en gelijk verdeelde stochastische variabelen met eindige variantie bij elkaar optelt dat je dan bij benadering een bepaalde klokvormige verdeling krijgt? (zie centrale limietstelling en/of kromme van Gauss),

    Ik denk dat de oorzaak van de ellende eerder gezocht moet worden in de aard van bepaalde wetenschappen (die meer gespecialiseerd lijken in het manipuleren van allerlei begrippen die voornamelijk in de publieke opinie rondzweven, dan in het onderhouden en verfijnen van wetenschappelijke theorieën), dan bij allerlei min of meer toevallige voorbijgangers. Het zijn de betreffende wetenschappen zelf die niet deugen, en daarom valt het niemand meer op als er rare dingen gebeuren. Wat als probleem wordt gepresenteert ("zelfplagiaat") is niet het eigenlijke probleem, het is het symptoom van een veel fundamenteler probleem: dat sommige disciplines ten onrechte de naam van "wetenschap" hebben opgeplakt gekregen. Waarschijnlijk gebeurt dat uit een (hier) onterecht streven door allerlei intellectuele randfiguren naar een bepaalde vorm van democratisch egalitarisme (of welke andere naam je er ook aan zou willen geven), we gaan toch geen onderscheid maken tussen echte en onechte wetenschappen he? dat zou discriminerend zijn!

    BeantwoordenVerwijderen
  5. Over het woord "zelfplagiaat" : het gaat er niet alleen om of de tijdschriften hun controlerende taak naar behoefte invullen, nog veel verbazender m.i. is dat het in de betreffende wetenschappen niemand is opgevallen dat er eigenlijk niets nieuws is gepresenteerd. Hierboven verwijst Looijmans naar ongeveer de grootste wiskundige ooit (Euler had er ook nog wel bij gekund, maar dat terzijde), wat denkt u wat er zou gebeuren als iemand morgen een artikel zou opsturen naar een wiskundig tijdschrift waarin wordt uitgelegd dat als je een groot aantal onderling onafhankelijke en gelijk verdeelde stochastische variabelen met eindige variantie bij elkaar optelt dat je dan bij benadering een bepaalde klokvormige verdeling krijgt? (zie centrale limietstelling en/of kromme van Gauss),

    Ik denk dat de oorzaak van de ellende eerder gezocht moet worden in de aard van bepaalde wetenschappen (die meer gespecialiseerd lijken in het manipuleren van allerlei begrippen die voornamelijk in de publieke opinie rondzweven, dan in het onderhouden en verfijnen van wetenschappelijke theorieën), dan bij allerlei min of meer toevallige voorbijgangers. Het zijn de betreffende wetenschappen zelf die niet deugen, en daarom valt het niemand meer op als er rare dingen gebeuren. Wat als probleem wordt gepresenteert ("zelfplagiaat") is niet het eigenlijke probleem, het is het symptoom van een veel fundamenteler probleem: dat sommige disciplines ten onrechte de naam van "wetenschap" hebben opgeplakt gekregen. Waarschijnlijk gebeurt dat uit een (hier) onterecht streven door allerlei intellectuele randfiguren naar een bepaalde vorm van democratisch egalitarisme (of welke andere naam je er ook aan zou willen geven), we gaan toch geen onderscheid maken tussen echte en onechte wetenschappen he? dat zou discriminerend zijn!

    BeantwoordenVerwijderen
  6. Het probleem wordt vooral veroorzaakt door het feit dat men geen onderscheid meer maakt tussen echte wetenschappen en nep-wetenschappen die zich voornamelijk afspelen op het vlak van sociologie, economie en communicatie"wetenschappen" etc.

    Wat denkt u wat er zou gebeuren als ik oude koek in een nieuw jasje stop en dat opstuur aan een (echt) wetenschappelijk tijdschrift? Als ik (of iemand anders) de centrale limietstelling in een ander jasje zou verpakken en zou opsturen naar een degelijk wiskundig tijdschrift? Dat wordt dan niet geplaatst.. "Uw artikel bevat niets nieuws, meneer", wordt er dan gezegd. Maar dat kan alleen maar gebeuren zolang het over echte wetenschappen gaat die een echte theorie hebben en echte grenzen aan hun kennis.

    De ziekte. is niet het zelfplagiaat, zelfplagiaat is het symptoom. Het zijn bepaalde wetenschappen (en daarmee ook bepaalde vormen van filosofie) die ziek zijn en dat toont zich alleen maar in dat zelfplagiaat.

    BeantwoordenVerwijderen