Tweehonderd pagina’s lang zitten we in het hoofd van Odette, “de meest gehate vrouw van België”. Haar levensfeiten komen overeen met die van Martin. De vertelster zit in de gevangenis, veroordeeld wegens medeplichtigheid aan de misdaden van haar ex-echtgenoot M. Het eigenlijke verhaal is een
terugblik op haar leven, dat van M en van hun verhouding. Haar miserabele jeugd komt aan bod, haar labiele moeder, de ontaarde moeder van M die in Congo opgroeide. Haar eigen moederschap. Van M kreeg ze drie kinderen. Al in het begin van haar monoloog refereert Odette aan die andere vrouw. “De meest gehate vrouw van België. Zo noemen ze mij. Veel gehater dan die vrouw die haar vijf kinderen heeft vermoord.” Die vrouw voert ze verschillende malen op als de meest overtreffende vorm van het kwaad. Bijna ter verontschuldiging van zichzelf. Het hele land haat háár maar dat monster zijn ze blijkbaar vergeten. Terwijl zij toch een goede moeder is. We worden meegevoerd in haar klaagzang, waarin duidelijk wordt, dat ze zichzelf als slachtoffer van M beschouwt. Hij is degene geweest die haar als slaaf gebruikte, die haar mishandelde en voor wie ze de meest vreemde klussen moest opknappen. Zoals ze zich liet manipuleren door haar moeder, zo liet ze zich begoochelen door haar echtgenoot, een gevoelsarme bruut die geen controle heeft over zijn lustgevoelens. M gaf haar het idee dat ze de moeite waard was, hij sleepte haar mee in zijn machtsspel. De combinatie van geweld en hitsigheid maakte haar zowel bang als opgewonden. Ze zag hun verhouding als een heilig verbond. Aan de perverse dwang daarvan viel voor haar niet te ontkomen. “Niet hem moest ik gehoorzamen, maar zijn penis.” “Het vuil wond me op.” Hemmerechts schetst via Odette’s monoloog een inktzwart beeld van hoe ouders met hun kinderen kunnen omspringen, hoe fouten in de opvoeding levensgrote gaten slaan. Ze beschrijft scherp en hard de naargeestige sfeer van een verdorven verhouding, de armzalige woonomstandigheden, de akelige familiebanden.
De vrouw die de honden eten gaf is zeker geen apologie. Hemmerechts laat zien, dat Odette en M aan elkaar gewaagd zijn. Schuldbesef kennen ze niet. Schuld zoeken ze bij anderen, niet bij zichzelf. Odette presenteert zichzelf als slachtoffer voor wie geen andere rol mogelijk was dan die van verslaafd te zijn aan een erotische bruut. Toch stoot je als lezer op tal van punten waarop zij anders had kunnen en moeten handelen. Hemmerechts laat haar hoofdpersoon wel beweren dat ze geen andere mogelijkheid had maar tussen de regels door toont de schrijfster, dat het betoog van Odette tekortschiet. De titel alleen al verwijst daarnaar. Wanneer M in voorarrest zit, moet Odette de honden eten geven. En ook de meisjes. Ze weet dat er in de kelder twee meisjes zitten te verhongeren. Maar ze ontkent het. Ze verdringt het voor zichzelf. Ze laat ze verkommeren. In haar retrospectief valt geen woord van berouw, er is geen greintje verantwoordelijkheidsbesef. Ze kon de zorg voor de kinderen in de kelder er ook niet nog eens bijnemen. Soms lijkt het alsof ze dit ontkenningsmechanisme in de gaten heeft maar in een volgende passage is dat besef al weer verdwenen. Dan is er alleen nog maar angst, of lafheid, of egocentrisme. Wreedheid ook. En een donkere zinnelijkheid die de twee met elkaar deelden.
Duidelijk is dat Hemmerechts in haar land heel wat verontwaardiging heeft gewekt door in de huid te kruipen van deze ‘gehate vrouw’. Het is in ieder geval een verhaal dat de tegenstrijdigheden in een verdorven ziel, slachtoffer of niet, op een scherpe manier blootlegt en een zaak behandelt die in België uitermate traumatisch is. Veronderstel dat hier een auteur de gedachtewereld van de moordenaar van Pim Fortuyn in een roman zou verwerken. De commotie zou er niet minder om zijn.
Jammer dat het slechts een interpretatie is van Hemmerechts, het blijft daarom fictie. Ik weet dat Martin nooit een boek zou kunnen schrijven, nooit zullen we daarom haar gedachten kennen en een kijkje kunnen nemen in haar ziel. Toch zou dat wel bevorderlijk zijn. Waar Mischelle Martin voor heeft gestaan overkomt duizenden. Hoe komt iemand er toe om het kwaad te laten doorgaan? Hoe kunnen mensen tegenwoordig hand en span-diensten verlenen voor de islam? Iedereen wordt gecorrumpeerd. Iedereen doet mee, het kwaad gaat stapje voor stapje en iedereen volgt. Niemand staat op tegen het kwaad. Dat deed Michelle Martin niet, maar dat beeld kennen wij van PvdA politici ook. Het is een beerput en niemand wil er de bezem door heen halen. Van België weet ik het niet maar het gedachtegoed van Michelle Martin leeft in Nederland, de andere kant op kijken en net doen alsof er niets aan de hand is.
BeantwoordenVerwijderen