Van ruilen komt huilen?

Een aantal jaren geleden kreeg ik een mail van een kennis, waarin ze me vroeg of ik iets te ruilen had. Ze bood mij een defecte klassieke staande klok aan. Wat moest ik daarmee? Ze had er een verhaaltje bijgedaan over de Canadese blogger Kyle MC Donald die in 2005 begon met een rode paperclip en een jaar later eindigde met een heel huis. Ik weet niet hoe het haar verder vergaan is qua ruilen maar ik denk niet al te best. Het was nog voor de crisis en ze had zich niet in mij, met wie ze iets wilde ruilen, verdiept. De tijden zijn inmiddels veranderd. Nederland lijkt zo’n beetje crisisland nummer 1. Maar we maken van de nood een deugd: we schijnen tegenwoordig liever te willen lenen of ruilen, delen en hergebruiken dan te kopen, getuige ook de talrijke sites via welke een levendige handel plaatsvindt. Toch is ook hier niet alleen maar sprake van ‘een verandering van waarden’ of een ‘transitie van bezit naar gebruik’. Er valt ook geld mee te verdienen. Veel geld. Zo is Albert Klein Haneveld al in het bezit van een Rolls Royce (met V-8 motor), terwijl hij begonnen was met een gratis konijn (waarde: 15 euro). Zijn einddoel is een miljoen.

Naamsbekend en publiciteit helpen natuurlijk ook een handje mee. Daarom deed Klein Haneveld zijn verhaal bij P&W. Het gratis konijn had hij aangeboden in een advertentie op Marktplaats. Binnen
twee weken wist hij het te ruilen voor een halogeenoven, een Tell Sell-miskoopje ter waarde van 100 euro. Vandaar ging het via een dakpannenlift, een week gratis werk van twee timmermannen, een tegoedbon voor een optreden van muziekband The Kik naar een kunstwerk van Diederick Kraaijeveld (getaxeerd op 15.000 euro). Een gerechtsdeurwaarder uit Utrecht was daarvan zeer gecharmeerd en deed een niet te weigeren bod: de Rolls Royce. Dat was voor Klein Haneveld een forse stap op zijn traject naar de finish van 1 miljoen.

Pet Van de Luijtgaarden noemt zichzelf een verzamelkunstenaar. In zijn atelier in Utrecht geeft hij veronachtzaamde spullen een tweede leven. Zo maakt hij van knuffels een bank, van aanstekers en knopen een struisvogel, van grammofoonplaten een schip en van dvd-hoesjes een robot. Op de jaarbeurs in Utrecht organiseerde hij een grote ruilplek. Met succes, want mensen hebben minder geld. Hij wist overigens zelf zo te ruilen dat hij er een verhuisbusje aan over hield. Met de Volkskrant ruilde hij tegen publiciteit wijsheden als ‘ruilen is efficiënter”, “de kans op verspilling kleiner”, “het is ook vermoeiend”, “je moet je wel verdiepen in de ander”, en “ruilen gebeurt nu nog in kleine kring maar neemt zienderogen toe”. Van de Luijtgaarden wil een tijdje leven van zijn ruilhandel. Misschien is de ziektekostenverzekering bereid hem een jaar lang een premie te schenken in ruil voor een knuffeldierenbank, oppert hij.

Kijk je op bijvoorbeeld ruilen. nl of ruilmee.nl dan zie je dat ruilen onmiskenbaar een trend is. In communicatietermen heet dat een ‘mindshift van bezit naar gebruik’. Het niet-materiële wint terrein en de wegwerpmaatschappij heeft afgedaan, zeggen trendwatchers. Je hoeft niet perse meer te kopen, je kunt ook lenen of ruilen. Jongeren zouden minder status ontlenen aan bezit. Eerder aan kennis en creativiteit. Maar als we nog minder gaan kopen, komt die economie van ons dan ooit nog uit het slop? Dan zijn Ruttes aansporingen om geld uit te geven bij voorbaat aan dovemansoren gericht. Communicatiedeskundigen haasten zich dan om het ruilfenomeen positief te duiden. Het is een reactie op nodeloze verspilling (zelfs kringloopwinkels gooien steeds meer weg). Het is juist prettig om dingen te delen en ruilen schept een band. Ruilen zorgt voor sociale cohesie.

Prinsjesdag leerde ons dat we de verzorgingsstaat hebben ingeruild voor een participatiesamenleving, maar dat lijkt eerder politieke koe- dan echte ruilhandel. Zeker wanneer zulke uitspraken worden gedaan door een koning die geflankeerd wordt door een in goud geklede koningin. Voor hen geldt niet dat de broekriem een gaatje strakker moet. Een jurk kan in die kringen maar één keer gedragen worden. Toch gaat het nog zover komen, dat ook de vorstenhuizen bij elkaar te leen gaan of onderling spullen ruilen. Daar ben ik zeker van.

Er valt nog een ander lichtpuntje te ontdekken in al die opkomende ruilhandel. Er zijn mensen die vinden dat diversiteit de sociale cohesie ernstig verstoort. Misschien dat het ruilfenomeen ook in dat opzicht iets zou kunnen betekenen. Al moeten we natuurlijk niet zover willen gaan, dat we zo maar Polen voor Bulgaren gaan ruilen. Om maar niet te denken aan Roemenen. IK wil bij deze een eerste stap maken op het traject van een nieuwe ruilketen. Ik bied ter ruil aan het op deze site aangeprezen boek Oikofobie. Waarde: 14,95 euro. Mijn einddoel is van bescheiden aard. Uiteindelijk hoop ik in het bezit te komen van het veel gespeelde gezelschapsspel Oikomanie, waarover een volgende keer meer. Wie biedt?

2 opmerkingen:

  1. Ik moet het boek eerst Oikofobie lezen voordat ik het eventueel wil ruilen voor een spelletje.

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Ruilen is niets meer dan kopen.
    Kopen is ruilen met geld er tussen.
    Geld is slechts een 'intermedium'.
    Ruilen is dus kopen zonder geld.
    Geld moet minimaal één eigenschap bezitten en dat is behoud van waarde. Goud dus. Of zilver.
    Dus eigenlijk oude wijn in nieuwe zakken.
    Wat voor de een van geen waarde is, wordt weggegooid, maar kan voor de ander wel wat betekenen... O, Ochtendster !

    Maar dat is verboten ! Apart inzamelen en/of naar de stort zodat het vernietigd wordt. Afgedankte (!) kleding wordt ingezameld om arme mensen te helpen. Maar is gewoon handel. Printer, lcd-scherm kapot ? Hup, geld zat, de economie moet draaien. We kopen wel een nieuwe.
    Die tijd is voorbij.
    De mensen maken nu een andere keuze. Ruilden ze vroeger geld in voor een (consumenten)artikel: Een vakantie, auto, ijsje, enz. Nu, heel verstandig, ruilen ze geld in voor....geld ! Dat wil zeggen: Ze lossen hun schulden af, zorgen eventueel voor een financiële buffer, want de wolken aan de horizon zijn donker. Zeer donker!
    Dan zijn er verkopers die dan niet meer van hun waren af komen. Die, niet anderen, roepen dan dat Nederland in een recessie zit.
    Het is nog maar de vraag óf een economie wel in een recessie kán zijn.
    De economie, menselijk handelen, verandert, past zich aan een nieuwe situatie. Producenten, consumenten hebben nu ineens een heel andere voorkeur. De markt verschuift.
    Van de allernieuwste mobiel tegen de allerhoogste prijs, naar het goedkoopste voor vrijwel nix. Tweedehands winkeltjes in opkomst. Reparatiewerkplaatsen zijn weer terug van weggeweest. Appie Happie onder druk; gouden tijden voor de Lidl en Aldi. Het geld wat men overhoudt wordt gespaard, gebruikt om schulden af te lossen.
    Nederland in recessie ? Nederland doet het goed, past zich aan aan een nieuwe realiteit. Loonsverlaging ipv werkeloosheid. Prima ! De Tering naar de nering. Jammer voor de verkoper, de koper bepaalt nu de prijs. Leve de deflatie !
    Goed bezig !

    BeantwoordenVerwijderen