Aat Ceelen |
Ceelen is ook auteur van vier verhalenbundels en vijf korte romans of novellen, waarin hij (evenals Van Warmerdam in zijn stukken en films) de lezer een vrij absurdistische, hilarische en tragikomische wereld presenteert. Zijn hoofdfiguren zijn vaak marginale eenlingen die balanceren op de grens van realiteit en fantasie, zoals de ik in Door de liefde toegetakeld (2006), die een dolkomische, hilarische, absurdistische zoektocht onderneemt naar de roodharige trambestuurster Sonja, waarbij je soms niet meer weet of je je bevindt in de werkelijkheid of in de bizarre geest van de hoofdpersoon. Deze novelle is verfilmd door Ari Deelder, de dochter van Jules, die – evenals Ceelen zelf, en John Buijsman, Leny Brederveld e.a.- terloops in de film verschijnt. De hoofdrollen zijn voor Raymond Thyri (van Oorlogswinter), Anna Hermanns en Stefaan Degand (van Rundskop). De première is op het Rotterdams Filmfestival in februari 2013.
Ook in Het Kanaal, Aan mijn vrouw en Komedie van Aat Ceelen leven de hoofdfiguren in hun eigen wereld. Ze kunnen zich nauwelijks aan de maatschappij aanpassen. Ze gaan zich – al of niet onder invloed van drank, drugs en muziek – te buiten aan bizarre fantasieën en grillige gedachtenkronkels. Realiteit en verbeelding zijn soms nauwelijks van elkaar te onderscheiden.
Bijzonder is de stijl waarmee Ceelen deze wondere wereld van kleurrijke zelfkanters tevoorschijn tovert. Het is een krachtige, beeldende en spitsvondige taal die uit heel verschillende elementen is opgebouwd. Verbasteringen als azzie, hebbie, pedon. Straattaal maar ook in onbruik geraakte woorden als zeperd, kwant, foef. Dialecten (vooral Rotterdams). Poëzie. Naїeve kinderlijke uitdrukkingen. Bargoense scheldpartijen. Liederlijke taal. Een mengelmoes van verschillende registers. Rake dialogen. Een snelle, theatraal getinte kakofonie van grillige en geestige taaluitingen die op de lachspieren werken.
Als Negerhenkie in Het heerlijk avondje toch arriveert met zijn wodka, weed, strooigoed en Wit-Russische kolen- en staalmeisjes, probeert Pjotr te midden van de zwijnerijen het woord te vinden waarmee Marie voorgoed gelukkig zal worden en waarmee Potr ook de mensheid van zijn lijden zal verlossen. Het bezoek van de drie smeerpijpers wil hij zien om te vormen tot een avond van mooi heilswerk. Zo verzinkt hij in gemijmer en gepeins over zijn bijzondere missie. Voortaan zou het op 5 december Sint-Pjotr moeten zijn in plaats van Sinterdekees. Het woord voor Marie zal hij vinden en hij zal de Wit-Russische halfhoertjes redden en de zwarte zondaar Negerhenkie bekeren. En een kindje maken voor Marie. Dat was hij bijna vergeten. Het moet een heerlijk avondje worden waarop ieder gul geeft en het zijne of hare krijgt. En zo gebeurt het. Alleen Pjotr beschouwt voornamelijk en staat aan de zijlijn. Hij probeert middels zijn gedachten de zwijnerijen zin te geven en zo een nieuw heerlijk avondje voor het nageslacht te creëren. In het geheel van uitspattingen probeert hij zelfs uiteindelijk het woord te ontdekken in de machtige fontein van witwasgoed van Negerhenkie.
Het laatste gedeelte van het verhaal doet soms denken aan de erotische fantasieën van Paul Rodenko. Maar Aat Ceelen maakt van 5 december toch vooral een bijzonder surrealistisch en tragi-komisch avondje, waarin de gemankeerde schepper uiteindelijk beseft dat hij tekort is geschoten.
Het proza van Aat Ceelen is niet zo bekend maar Het heerlijk avondje staat nu op de voorlopige groslijst van de Libris Literatuur Prijs 2013.
Net als Dick Gilsing ken ik Aat Ceelen van de stukken van Alex van Warmerdam (toneelgroep De Mexicaanse Hond). Heerlijke stukken, geweldige acteur. Z'n proza ken ik wel, althans 'Hotel Kramoesie, 'De Kachelman', 'Ivan en Rosa', 'Aan mijn vrouw' en 'Door de liefde toegetakeld'. Sommige verhalen zijn mij iets te absurdistisch maar Ceelen is ongetwijfeld een van de betere Nederlandse schrijvers.
BeantwoordenVerwijderen