betreft eerder in de roos. Het gemakkelijkst scoor je als je één voorstelling neemt die geheid goed is. Dat is Cyrano de Bergerac in het openluchttheater in het Amsterdamse Bos.
De moeilijkheid op de Parade is het grote aantal wisselende voorstellingen. Thuis zoek je de evenementen op die je leuk lijken, maar als je dan een avond gaat, blijkt dat je favoriete voorstelling net een paar dagen pauze heeft. De tweede stond alleen in Rotterdam en de derde is afgelast van wegen een voedselvergiftiging van de hoofdrolspeelster. Dat geldt ook voor de tientallen lekkere hapjes waaruit je kunt kiezen. De haute friture is om half acht, wanneer jij trek hebt, nog niet op zijn best. Xushi moet nog een nieuwe lading vis binnenkrijgen. De pannenkoeken met spek bij The artistic creperie zijn op. Het poffertjespaleis is even niet open. En de Taco- en Burritobar schijnt de avond tevoren bezocht te zijn door die hoofdrolspeelster.
Maar toch. Eenmaal daar vind je het nodige van je gading. Tim Kamps en Arjen Lubach zijn met hun Monica da Silva trio (leadzangeres Monica is nog altijd verhinderd) erg populair. Dus daar moet je snel bij zijn. Beide cabaretiers ( Lubach is ook schrijver) zijn bijzonder ad rem. Ze zijn erg goed op elkaar ingespeeld en kunnen ook improviseren op het publiek. En ze hebben fantastische liedjes, zoals het hiphopachtige Hard to get waarin we te horen krijgen waarom je een meisje na een eerste date nooit meteen moet terug sms’en. Theo Nijland schreef een minimusical (Debby’s droom) over een kassameisje op De Parade dat wegdroomt en terechtkomt in een aantal vreemde ontmoetingen en persoonsverwisselingen, uitgevoerd door vijf jonge acteurs. Leuke satire met intrigerende musical- en operamuziek. Het Volksoperahuis is er met hun stuk over slavernij. En toneelgroep Dood Paard staat in zijn achttienjarige bestaan voor het eerst op De Parade met een krankzinnige mini-komedie (Collega & collega), gespeeld door Gilles Biesheuvel en Kuno Bakker. De twee vrienden doen overvriendelijk tegen elkaar maar in monologen vertellen ze wat ze werkelijk van elkaar denken. Een mooie muzikale voorstelling is ook Mijn vader naar het boek van Toon Tellegen, ‘voor iedereen die een vader kent, is of heeft gehad’. Meeslepend is de performance ( The Rukavina Method) van Vanja Rukaniva, een jongen uit Bosnië-Herzegowina, die in Maastricht de toneelschool deed. Hij speelt luidruchtig en bombastisch de ware goeroe die ons allen naar het geluk zal brengen. Daarbij heeft hij een filmpje achter de hand met mensen die zijn methode volgden, zoals de acteurs Hans Kesting en Gijs van Scholten Aschat. In George en Eran lossen wereldvrede op gaan een Hollandse Jood en een Arabische Syriër een hard en komisch verbaal gevecht aan. Lachend, schertsend, ernstig en beschuldigend kaatst het tweetal hun monologen naar elkaar toe. En zo is er, zoals gezegd, keus te over. Vooral op het gebied van muziektheater.
Op het Boulevardfestival in Den Bosch is toneelgroep NT Gent nadrukkelijk aanwezig met een workshop en twee voorstellingen. Vals, geregisseerd door de inmiddels internationaal opererende Johan Simons, en geschreven door Lot Vekemans die er een prijs voor kreeg. En het bijzondere Rood, geïnspireerd op de van oorsprong Letse schilder Mark Rothko, die in de VS naam maakte met zijn grote kleurvelden, die steeds donkerder werden. Het stuk is een gesprek tussen Rothko en zijn jonge assistent in Rothko’s atelier , waarin hij in 1958/59 bezig is aan zijn doeken voor het peperdure restaurant Four Seasons. Het gaat over rood en zwart, over schilderen in het algemeen, over het nut van kunst en de hang naar commercie, maar ook over de oudere man en de jongen persoonlijk. Een ingetogen rol van de doorgaans uitbundige Wim Opbrouck als Rothko. Heel fantasievol theater is Blaas van Schweigeman&. Technisch inventief, spectaculair. Poëtisch en ontroerend zoals de toverwereld van kinderen .
Cyrano de Bergerac heeft echt bestaan. In 1655 stierf hij op 36 jarige leeftijd. De jongere Molière jatte een scène van hem voor zijn De schelmenstreken van Scapin, waarmee hij in tegenstelling tot Cyrano wel succes had. In het toneelstuk van Edmond Rostand (première in 1897) krijgt Cyrano dat te horen in de slotscène, waarin hij verzucht: “Heel mijn leven souffleer ik anderen – en mij vergeten ze.“ Dat gebeurt Cyrano ook in de loop van het stuk zelf. In het diepste geheim is hij smoor verliefd op Roxane, maar hij schaamt zich voor zijn legendarische enorme kokkert van een neus. Roxane is op haar beurt verliefd op de knappe jonge baron Christian, evenals Cyrano cadet bij het Gasconjer legioen. De liefde is wederzijds. Roxane valt echter ook op zwier, mooie teksten, esprit. Cyrano komt op het idee om zijn lyrisch woordenspel te koppelen aan het mooie lijf van de stotterige stuntel Christian. De magie van het woord wint. Roxane wordt verliefder en verliefder, meer op de liefdesbrieven dan op de mooie jongen. Maar Christian sterft in de smerige oorlog , net nadat ze getrouwd zijn, en Roxande verdwijnt in een klooster. Pas na veertien jaar krijgt ze toevallig de waarheid van Cyrano te horen. Het is een kleurrijke rol uit één van de bekendste komedies, in Nederland gespeeld door Guus Hermus, Cees Linnebank, Stefan de Walle, en nu door Bram Coopmans in het Amsterdamse Bos. Deze maakt er een glansrol van. Een figuur die geen blad voor de mond neemt, wars is van vleierij en zich uitleeft in prachtige taal. Zoals hij zelf in de frisse vertaling zegt: “…Van buiten slordig maar van binnen fijn- / besnaard / En alles blinkt en glanst aan mij als ik voorbij rijd…”.
Het is een lekker zomers spel waaraan ook door de slim bedachte en gebruikte toneeltechnieken veel te zien valt. Na afloop rijdt er over rails een wagon het toneel op met de nodige hapjes en drankjes. Ook hier.
Leuk!
BeantwoordenVerwijderen, pгzeciwnie zaś dawny w сharakterze http://www.dobrypoczatek.eu (http://sporelab.com/) diabli.
BeantwoordenVerwijderenWkrótce już sаm żеby zdechł. Vоn Eggеr milczał.
Ϲzuł sіę ωinniście, chοciażbу
słuѕznіe. Konstуtutуwnym, ϳaki wуskandował,
był podstępny ѕzewc, wapniak cechu. Smoka wprzódy nie stało, tudzież.