Oud-weerman Erwin Krol noemde eens de zeventiende-eeuwse Jacob van Ruisdael zijn favoriete schilder van wolken, maar hij voegde er meteen aan toe dat ze metereologisch totaal niet kloppen. Ze schilderden toen in het atelier, nog niet buiten. Maar ook voor latere kunstenaars geldt, dat ze in een wolk hun eigen zielenroerselen kwijt konden. Dramatische onweersluchten in de tijd van de Romantiek, gevoel voor sfeer en ruimte bij impressionisten als Mesdag en Weissenbruch, Cobraluchten, fotografische experimenten, - in De Hallen in Haarlem is nog tot en met 7 september een scala aan luchten uit de Nederlandse (schilder)kunst te zien.
De tentoonstelling Lucht – in de Nederlandse kunst sinds 1850 van conservator moderne kunst Anton Erftemeijer kent geen chronologische indeling, wel een thematische. We gaan van wolkenluchten naar regenboog, horizon, maannachten enzovoort. We zien de dramatische luchten van Carel Willink, de voortdurende wolkenbewegingen bij Leo van Gestel, en natuurlijk de heel persoonlijke wolken van Jan Voerman die ze eindeloos schilderde aan de IJsel bij Hattem. Zo waren ze niet, die wolken. Zo ben ik van binnen, zei hij ooit. Hij zag zijn eigen ziel gereflecteerd in die wolken.
Je kunt er werkelijk van alles in zien. Het uitspansel verandert voortdurend. Het heeft iets mysterieus. Erftemeier heeft zo’n 150 werken bij elkaar gebracht, waarin de kunstenaar probeert die dynamiek en dat raadselachtige vorm te geven. Hij moest zich noodgedwongen beperken. Geen Van Gogh, geen Mondriaan, geen Cremer of Armando. Wel werken van Jan Sluijters, Corneille, Eugène Brands, Constant en Robert Zandvliet.
Er zijn in De Hallen voornamelijk creaties in verf te zien. Daarnaast ook wolken die met andere beeldende middelen zijn vorm gegeven. Curved Skyline van JCJ Vanderheyden is wel geschilderd maar gebaseerd op foto’s die hij vanuit een vliegtuigraampje maakte. Berndnaut Smilde maakt zelf zijn wolken. Zonder digitale manipulatie of fotoshop. Op You Tube kun je zien hoe hij ze bereidt. In een koele ruimte vol vochtige waterdruppeltjes spuit hij met een rookmachine een wolk die even blijft hangen. Van de tientallen pogingen maakt hij honderden foto’s op zoek naar de ultieme wolk. Dat moet snel gebeuren, want de wolk ‘leunt’ slechts enkele ogenblikken op de waternevel. De uiteindelijk te selecteren ‘secondenwolk’ is het kunstwerk. Daarvan is een reeks te zien in De Hallen. Smilde intensiveert de onontkoombare ongrijpbaarheid van wolken. Geheimzinniger kan een wolk niet zijn. Hij laat wolken zien waarin iedereen kan projecteren wat hij/zij wil.
Dat is het leuke aan wolken. Geschilderd of niet. Je kunt er van alles in ontwaren. Of we ze nu gade slaan in een museum, vanuit een trein, op een terras aan zee. Of liggend in het gras dus zoals het jongetje dat in het gedicht Wolken van Nijhoff van alles in de lucht herkent en projecteert. Het leuke aan wolken is ook dat ze verschuiven, veranderen. Het volgende moment kunnen ze al weer anders zijn. Eigenlijk zijn ze niet te ‘meten’, zoals de wolkenman van Jan Fabre zo graag wil. De man die de wolken meet (1998 – wisselend tentoongesteld maar niet in De Hallen) is een bronzen beeld van bijna vier meter hoog en 450 kilo zwaar. Maar wolken zijn moeilijk de maat te nemen. Ze zijn veelvormig, meerduidig, ze veranderen. Dat maakt ze boeiend.
Dick Gilsing
Geen opmerkingen:
Een reactie posten