Trefzekere kroniekschrijver van de demonisering

Trefzekere kroniekschrijver van de demonisering

Na de voordracht van Ahmed Aboutaleb tot burgemeester van Rotterdam plaatste Trouw een artikel van Cilay Özdemir. De columniste van de benoem-en-bouw-krant hield één grote klaagzang over de ‘xenofoben’ in Nederland, waarmee ze de mensen bedoelde die kanttekeningen hebben gezet bij deze benoeming. “Rechtse extremisten als Wilders, Pastors en ook Rita Verdonk zullen hun gif blijven spuien als het gaat om Marokkanen en moslims.”

Van het vermaledijde drietal heeft alleen Geert Wilders krachtige taal laten horen over de islam en over de problemen met Marokkaanse jongeren. Maar zelfs zijn meest doorgeschoten uitlatingen staan mijlenver van het gedachtegoed van extreemrechtse neo-nazis. Desondanks plaatst Özdemir de PVV-leider zonder blikken of blozen in de extremistische hoek.

Wat Rita Verdonk heeft gedaan om voor deze kwalificatie in aanmerking te komen, is mij onduidelijk. De oprichtster van Trots op Nederland schittert door afwezigheid in het debat. Het opkomen voor een Nederlandse traditie als Sinterklaas lijkt me niet bepaald extreemrechts. Verdonk voerde als minister het door haar voorgangers ontwikkelde vreemdelingenbeleid nogal star uit, maar daarvan werden niet zo zeer moslims en/of Marokkanen het slachtoffer, maar vooral autochtone Nederlanders met een buitenlandse partner.

Waarom Marco Pastors door Özdemir in de uiterst verdachte hoek wordt geplaatst, is helemaal een raadsel. Goed, de voormalige wethouder van Leefbaar Rotterdam kreeg ooit een klacht aan zijn broek van de toenmalige Amsterdamse moskeebestuurder Ahmed Marcouch. Dat was omdat het Pastors was opgevallen dat Nederlands-Marokkaanse criminelen vrijwel nooit oude vrouwtjes uit de eigen groep beroven. Maar wat bleek: klager Marcouch had in een tv-uitzending vrijwel precies dezelfde ‘racistische’ uitlatingen gedaan. Pastors trad later op als lijstrekker van de partij EenNL en plaatste zelfs twee kritische moslims op de prominente plaatsen drie en vijf van zijn verkiezingslijst.

Op zulke momenten betreur ik dat de publicist René Marres de laatste tijd weinig van zich laat horen. Marres is de ‘chroniqueur van de demonisering’. In een eerder boek, Vermoord en verbannen, legde de neerlandicus nauwgezet vast hoe Pim Fortuyn, Ayaan Hirsi Ali en Afshin Ellian door hun tegenstanders in de verdachte fascistische en islamofobe hoek werden gezet. Woord voor woord rekende Marres af met de drogredeneringen waarmee dit trio op de verdachtenbank was geplaatst.

Na de verschijning van dit uitstekende boek zette Marres zijn goede werk voort, vooral op de website Hoeiboei. Het resultaat daarvan is een nieuw prikkelend boek met de titel De verdediging van het vrije woord. Beide boeken zijn uitgegeven door Aspekt in Soesterberg.

Met Fortuyn uit de weg geruimd en Ayaan verbannen naar Amerika, is tegenwoordig vooral Geert Wilders het mikpunt van weldenkend Nederland. Een groot deel van Marres’ boek bestaat dan ook uit het verdedigen van de PVV-leider, voor zover de aanvallen op hem onterecht zijn. Marres is het niet te doen om de redelijke kritiek op Wilders, maar om ‘smaad en laster’. Marres verdedigt bijvoorbeeld niet het door Wilders voorgestane koranverbod. Wel ageert de auteur tegen het Wilders in de mond leggen van uitspraken die hij nooit heeft gedaan, het toeschrijven aan Wilders van bedoelingen, die hij overduidelijk niet heeft, en het zonder feiten of argumenten koppelen van Wilders aan fascistische misdadigers als Hitler en Mussolini.

Het was allemaal een beetje weggezakt, maar de fine fleur van het Nederlandse opiniewezen heeft zich massaal op Wilders gestort tijdens de gekte rond de film Fitna. Onder anderen oud-minister Ed van Thijn, schrijver Marcel Möring, politieman Van Riessen, oud-vakbondsman Doekle Terpstra, socioloog Anton Zijderveld en historicus H.W. von der Dunk gaan ongenadig over de knie bij Marres als straf voor hun onterechte vergelijkingen, het wegrelativeren van de vrijheid van meningsuiting en (zoals bij Von der Dunk) het indirect goedpraten van geweld tegen critici van de islam.

De methode van Marres is systematisch. Steen voor steen breekt hij de redeneringen van de weldenkende elite af om aan het slot van zijn korte columns genadeloos uit te halen. Marres laat bijvoorbeeld geen spaan heel van de Amsterdamse burgemeester Job Cohen, die bij een herdenking verkondigde dat ‘haat tegen de ander leidt tot Auschwitz’.(Zelf schreef ik hierover een blog met de titel ‘Altijd weer Auschwitz’).

De methode-Marres bestaat uit het nauwgezet vergelijken van wat iemand beweert met de reëel bestaande werkelijkheid. In het geval van Cohen blijft er na deze tekstanalyse weinig heel van diens Auschwitz-retoriek. Marres aan het slot van zijn betoog over Cohen: “Wat u wil is om niemand, dus ook nazistische jodenhaters, uit te sluiten. Dat is uw moraal. Maar wel zijn uw multiculturalistische medestanders islamcriticus Geert Wilders aan het ontmenselijken als Het Kwaad, waarna hij met plezier gemold kan worden. Gefeliciteerd. U exploiteert vernietigingskamp Auschwitz om mensen te pressen om ook jodenhaters in de armen te sluiten. Dat is een dialectische prestatie van formaat. Dat is pas links-christelijke naastenliefde!”

Op één punt vind ik dat Marres zelf doorschiet. Hij stelt terecht aan de kaak dat sommige tegenstanders Wilders zien als de personificatie van Het Kwaad. Maar hij gaat in mijn ogen te ver als hij stelt dat mensen als Doekle Terpstra er op uit zijn om Wilders - in navolging van Fortuyn - fysiek te laten elimineren. Hoewel Marres wel weer gelijk heeft dat het vergelijken van tegenstanders met Hitler, Mussolini of Het Kwaad minder heldere geesten tot een dergelijke gedachte kan brengen.

In zijn inleiding zegt Marres dat hij inmiddels ‘een hoog percentage van de multiculti praatjes heeft doorgeprikt’. Misschien is dat de reden dat hij de laatste tijd wat minder productief is. Jammer, want de Çilay Özdemirs van deze wereld krijgen nog steeds ruim baan op de opiniepagina’s en in de praatprogramma’s, terwijl een kritische auteur als Marres zelden aan bod komt.

Carel Brendel


René Marres: De verdediging van het vrije woord. De kwestie Wilders en de demonisering van een debat. Uitg. Aspekt (Soesterberg, 180 blz., € 16,95, ISBN 978059117884.

Carel Brendel is auteur van Het verraad van links (Uitg. Aspekt)

3 opmerkingen:

  1. Vanmorgen, had Özdemir ook weer een huilerig stuk over die zielige gediscrimineerde allochtonen, in "Trouw". Elke week dezelfde litanie.
    Ja, de goede "linksmensch" gaat maar door met haatzaaien.
    Tony van der Meulen, columnist van het Brabants Dagblad laat geen gelegenheid voorbijgaan om Geert Wilders, Rita Verdonk of de LPF,nog steeds,belachelijk te maken of in een kwaad daglicht te stellen. Doet er niet wat zijn onderwerp van de column is.
    Dick Pels, gisteren in Stand.nl, probeerde de luisteraars wijs te maken dat Wilders over zijn hoogtepunt heen is. De lieve Nederlandertjes betoonden zich wat zachter tegenover de Islam. In Mumbai zijn de mensen nog in shock door de terroristische aanvallen van moslims.
    Dat zegt Dick Pels met zijn beschaafde stem. Heeft die man wel een geweten.?
    Ook Rita Verdonk maakt niks klaar in zijn ogen en heeft totaal geen charisma.
    Dit nieuwe boek van René Marres is daarom hard nodig .
    Als geen ander, kan hij uit de doeken doen, hoe een situatie in werkelijkheid is.
    Ga het dan ook zeker kopen.
    Hele goede beschrijving van Carel Brendel trouwens.

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Dank voor dit artikel. Voor mij een reden dit boek aan te schaffen!

    BeantwoordenVerwijderen
  3. Verheugend om te lezen dat René Marres weer een boek heeft uitgebracht. Zijn eerdere boeken ovr Fortuyn en Ayaan waren zeer de moeite waard, vooral door de scherpe analyse van alle drogredenen die tegen hen worden gebruikt. Het klagen van typetjes als Özdemir over zogenaamde discriminatie is geheel los van de werkelijkheid, want nergens worden minderheden, voor zover ze er nog zijn, erger gediscrimineerd dan in islamitische landen, waaronder Turkije, het land van die Özdemir.

    BeantwoordenVerwijderen