Pioniers in de lucht

Tien dagen geleden, op 25 november 2011, vloog de 51-jarige Zwitserse piloot en avonturier Yves Rossy, bijgenaamd de Jet Man, een stukje boven de Zwitserse Alpen, vergezeld van twee straalvliegtuigjes (het NOS-journaal deed er verslag van). Niet in een comfortabel toestel van Swiss International Air Lines, waarvoor hij als piloot werkt, maar uitgerust met een door straalmotoren aangedreven vleugel op zijn rug. Hij stuurde daarbij door zijn lichaam te bewegen. En dat met een snelheid van 300 km per uur. Het was niet de eerste keer. Op elf mei 2011 dook hij met een soortgelijke vleugel op z’n rug vanuit een helikopter in de vrije ruimte boven de Grand Canyon. Zijn poging op 25 november 2009 om De straat van Gibraltar over te steken mislukte. Rossy kwam in de wolken terecht, raakte gedesoriënteerd en zocht met z’n parachute een veilig heenkomen in zee. En op 26 september 2008 stak hij – vleugel op de rug - in negen minuten Het Kanaal over (toen nog met een snelheid van 190 km per uur). En wel precies langs de route die Louis Blériot op zijn historische vlucht in 1909 had genomen.

De eerste vlucht boven Nederlandse bodem maakte Anthony Fokker 100 jaar geleden. Het was zijn



befaamde rondje om de Sint Bavokerk in Haarlem. Om precies te zijn op 31 augustus 1911 in een Fokker Spin. Fokker was toen 21 jaar. Nadat hij een vliegtuigschool in Duitsland had gedaan, maakte hij samen met een Duitse vriend dit legendarische toestel. Fokker kocht die vriend uit, toen deze tot twee maal toe een exemplaar door zijn slechte vliegkunsten volledig had verwoest, en hij sleutelde alleen verder. Zijn vader was lid van het Oranje Comité en vroeg zijn zoon op Koninginnedag (toen op 31 augustus) een rondje te vliegen. Zo gezegd zo gedaan. De jonge Fokker wilde wel alle onkosten vergoed hebben. Behalve luchtpionier was hij een goed zakenman.

Anthony Fokker
Van 26 augustus tot 4 september j.l. werd deze historische vlucht herdacht met het Fokker Spin Centennial Festival, met activiteiten door heel Haarlem, van een tentoonstelling, symposia en optredens tot een vlucht in een Fokker 50 (www.fokkerspincentennial.nl). Op de tentoonstelling stond niet het originele vliegtuig waarin Fokker z’n rondje vloog, maar wel het laatste identieke model van de Spin uit de jaren dertig. Het vliegtoestel is gemaakt van bamboelatten en canvas. Met spandraden zitten de vleugels vast aan het frame. Letterlijk een spin in het web. Het toestel is open en in het midden zit een stoel met een hoogteroer om de richting te bepalen. Fokker beproefde – na zijn vlucht rond de Bavo - zijn geluk in Duitsland. In WO I leverde hij legendarische gevechtstoestellen (hij testte zijn toestellen ook altijd zelf uit) aan de Duitse stijdkrachten. In 1919 keerde hij terug naar Nederland en richtte daar de Nederlandse Viegtuigfabriek op. In de jaren twintig beleefde Fokker zijn hoogtijdagen. Het verkeersvliegtuig F7, met houten vleugels, was een enorm succes. Op de tentoonstelling zag ik daar een miniatuurversie van. Passagiers zaten, net als in een postkoets, tegenover elkaar. In 1923 emigreerde Fokker naar de Verenigde Staten en opende er drie fabrieken. Daarmee werd hij de grootste vliegtuigfabrikant van dat moment. Op 49jarige leeftijd overleed hij aan de complicaties van een operatie aan de neusbijholten. Hij was toen al enige tijd niet meer in dienst van de eigen Fokker.

In de loop van de jaren dertig werd de FVII, waarmee Charles Edward Kingsford-Smith als eerste de oversteek maakte over de grote oceaan, met name in de VS bijzonder populair. En in 1933 maakte een driemotorige Fokker Pelicaan een postretourvlucht Amsterdam – Batavia. Hét paradepaardje in de historie van Fokker was de Fokker F-27 Friendship (1951). In 1962 volgde de Fokker F-28 Fellowship. In de jaren tachtig moesten de Fokker 50 en de Fokker 100 de diensten van de Friend- en Followship gaan overnemen, maar de kosten wogen niet meer tegen de baten op. In 1992 werd Fokker overgenomen door DASA. Vier jaar later ging Fokker failliet. Op dit moment is NG Aircraft bezig met de ontwikkeling van een nieuwe Fokker 100 (een oud exemplaar – een oude cityhopper van de KLM – valt op Schiphol nog te bewonderen), die in 2015 op de markt gebracht zal worden. Daarnaast bestaat nog Fokker Technologies, dat zich specialiseert in het ontwerp en de productie van vliegtuigonderdelen, elektrische systemen en onderhoudsprogramma’s. Zijn directeur, Sjoerd Vollebregt, sprak op het symposium van het Fokker Spin Centennial. De naam Fokker is dus nog steeds verbonden aan de luchtvaart maar de tijd van de luchtpioniers is al lang voorbij. Tegenwoordig schieten onbemande vliegtuigjes gevreesde tegenstanders dood. Alleen de Jet Man zeilt dus nog als een onverschrokken Icarus door het luchtruim.

Frankrijk nam een belangrijke plaats in, als het gaat om de beheersing van het luchtruim (‘A nous les airs’). Het bracht luchtpioniers voort, aviateurs die uitgroeiden tot ware romantische helden. Getooid met vliegeniersbril en leren muts en verpakt in leren jassen maakten ze avontuurlijke tochten, voerden – eenzaam in de cockpit – heroïsche gevechten tegen de elementen, beleefden desastreuze rampen of kwamen nooit meer terug. In 1909 vloog Blériot dus als eerste Het Kanaal over. In Cambrai vind je een groots monument voor hem. Roland Garros (geëeerd met één van de bekendste tennistournooien) vloog als eerste de Middellandse zee over en was in WO I een bekend gevechtspiloot, die vocht tegen de vliegtuigen van Fokker. Jean Mermoz en Henri Guillaumet waren de helden van de postluchtvaart in de twintiger en dertiger jaren. Voor het bezorgen van post kregen ze veel terug. Beiden werden geadoreerd en bedolven onder post van uitzinnige fans, vooral de womanizer Mermoz. Beiden maakten waanzinnige survivaltochten mee. Mermoz was de piloot die – vaak als eerste – onbekende berggebieden (de Andes) bedwong en in zijn tijd het record op lange afstanden verschillende malen verbeterde. In 1936 verdween hij – 35 jaar oud - op een vlucht over de Atlantische oceaan naar Dakar. Er is niets meer van hem vernomen. In zijn geboorteplaats Aubenton herinnert een museum aan hem. Henri Guillaumet werkte – evenals Mermoz en vliegenier-schrijver Antoine de Saint-Exupéry – voor de luchtpostmaatschappij Latécoѐte, die de lijndienst Toulouse – Casablanca – Dakar onderhield. Daarna bij Aeropostale dat postvluchten uitvoerde tussen Zuid-Amerika, Afrika en Frankrijk . In 1930 crahst Guillaumet met zijn Potez 25 in slecht weer op 3200 meter hoogte bij het Laguna Diamanta in Argentinië. In zijn pilotenjack zwoegt hij vijf dagen en vier nachten door onherbergzaam besneeuwd gebied alvorens hij de bewoonde wereld bereikt. Hij verklaart, dat hij de barre tocht alleen heeft kunnen volhouden door aan zijn vrouw Noëlle te denken en met haar te praten (dit heldenverhaal is verfilmd in Wings of Courage – 1995 – de eerste oorspronkelijke speelfilm in IMAX 3D, vertoond in vier bioscopen in de VS). In november 1940 wordt zijn viermotorige Le Vervier neergeschoten door een Italiaans jachtvliegtuig. Zijn laatste kreet: “Sommes mitrailleés… avion au feu SOS SOS…”. Ook voor hem een monument in zijn geboorteplaats, Bouy, in de Champagnestreek. Evenals naar Mermoz zijn naar hem straten, pleinen en bergen vernoemd, bv de Aguja Guillaumet, een bergketen in Patagonië.

St. Exupéry was met deze beide luchtpioniers bevriend. En werkte met hen samen bij Latécoѐte en Aeropostale. Evenals zij was hij een groot vrouwenliefhebber. In tegenstelling tot hen was hij misschien een groot schrijver maar beslist géén groot vliegenier. Eerder een brokkenpiloot. Daarvan getuigt Biografie van de schrijver van De kleine prins (1993 – vert. 2000) van Paul Webster, een boek dat ik in één adem uitlas. Evenals zijn biografie over Consuleo, de vrouw van de schrijver. De laatste publiceerde de autobiografie Memoires van de roos Portret van een onmogelijk huwelijk (2000 - vert. 2001), lang nadat haar man was omgekomen. Kort nadat St. Exupéry zijn toekomstige vrouw in Parijs ontmoet had, nodigde hij haar uit voor een tochtje boven Buenos Aires, waar hij op dat moment verkeersleider was. Eenmaal daar troonde hij haar mee naar een Latécoѐre 28 die aan 9 passagiers ruimte bood. Terwijl de rest van het gezelschap achter in chique stoelen zat, mocht Consuelo op de plek van de co-piloot zitten. Daar bestudeerde ze het landschap tot ze plotseling met een bevel van de piloot werd geconfronteerd. “Geef me een kus”, gebood hij. Toen ze weigerde (een Spaanse vrouw kust alleen de man van wie ze houdt), leek hij ontroostbaar en zei dat ze het niet wilde doen omdat hij te lelijk was. Hij zette de motoren stil en kondigde aan dat hij hen in de Río de la Plata zou storten. Consuelo schrijft, dat ze van haar weigering afzag en haar lippen op de zijne drukte, voordat ze hem verzekerde dat hij niet lelijk was.


Antoine de
Saint-Exupéry

Gewoonlijk zette St. Exupéry de motoren tijdens een vlucht natuurlijk niet stil, maar hij zette wel regelmatig de stuurknuppel met een elastiek vast op een lange tocht om te kunnen schrijven, te mijmeren of een sigaret op te steken. Zo moest hij verschillende malen een noodlanding maken. In 1933 maakte hij een bijna fatale fout met een vliegboot. Daarbij ontsnapte hij zelf ternauwernood aan de verdrinkingsdood. In 1935 deed St Ex een poging de tijd tussen Parijs en Saigon te bekorten in een Simoun, de Bugatti onder de vliegtuigen van dat moment, alvorens met een snelheid van 270.000 km per uur neer te storten en bijna te sterven van dorst in de Egyptische woestijn, net ten oosten van Lybië. De prijs voor het arriveren binnen 99 uur, 150.000 francs, genoeg om de dringendste schulden af te lossen, kon niet geїnd worden. In 1938 deed de schrijver-vlieger een officiële poging de weg te bereiden voor een luchtroute van 14.000 km van New York naar Patagonië, opnieuw in een rode Simoun. Na een landing in Guatemala-stad stortte het vliegtuig kort na het opstijgen neer. Waarschijnlijk door een overgewicht aan brandstof. De piloot en de mechanicus werden buiten bewustzijn uit het wrak getrokken. St. Exupéry zou blijvend last ondervinden van zijn verwondingen. Toen hij in de oorlog hartstochtelijk bedelde om verkenningsvluchten te mogen maken, werd hij aanvankelijk afgekeurd omdat hij bij een oefening een gevaarlijke manoeuvre had uitgehaald. In 1944 kwam er een einde aan zijn non-conformistische en rusteloze leven, toen hij met zijn Lockheed P-38 Lightning in de Middellandse zee neerstortte. Kort daarvoor was hij over zijn geboortestreek in de Provence gevlogen, waar hij ook zijn eerste vlucht had gemaakt met de Poolse broers Wroblewski-Salvez, die kort daarna in een steengroeve waren gestort. Een derde broer beweerde later (1914) dat de Fokker uit die tijd verdomd veel leek op het toestel waarmee zijn broers waren verongelukt. In 1998 vonden vissers in hun visnet een zilveren identiteitsbandje met het opschrift: ‘Antoine de Saint Exupéry (Consuelo) c/o Reynal and Hitchcock Inc. 386 4th Avenue, New York’. Dat was het adres van de uitgever van De kleine Prins (Amerikaanse uitgave 1943 – Franse uitgave 1945) . Zes jaar later zijn de wrakstukken van het vliegtuig van St Ex in de Middellandse zee gevonden. Ook zijn betekenis in de luchtvaart is gestold in monumenten en de namen van bijvoorbeeld vliegverenigingen. Het vliegveld van Lyon is naar

Le Petit prince (op dit moment ligt de derde druk van een driedimensionale Nederlandse pop-up editie in de boekhandel) is het bekendste werk van St Ex geworden, nog altijd verplichte kost op de basisschool in Frankrijk. De verteller ervan is piloot en ontmoet na een noodlanding in de woestijn de kleine Prins die hem vertelt van bijzondere dingen op zijn planeet. Het verhaal (met tekeningen van de schrijver zelf) was bedoeld voor kinderen maar vond ook zijn weg naar volwassenen. In andere werken verhaalt St Ex meer direct van zijn eigen belevenissen in de luchtvaart en die van anderen. Zoals in Vol de Nuit (1930), Terres des Hommes (1939) en Pilote de Guerre (1942). De eerste en de laatste zijn vertaald door Adriaan Viruly, zelf vliegenier in de jaren dertig, veertig en vijftig, vooral in dienst van de KLM, schrijver van verschillende boeken over de luchtvaart, zijn vluchten naar Nederlands-Indië, Amerika, Zuid-Afrika en Suriname, en later getrouwd met actrice Mary Dresselhuis (onder acteurs waren beiden bekend als Kunst en Vliegwerk, de titel van een theaterprogramma dat ze in 1970 maakten). Een aantal jaren geleden zag ik op 27 juli, een prachtige zomerse dag, een theatrale bewerking van Vol de nuit (Nachtvlucht) door het Muztheater uit Zaandam. Het publiek werd door de spelers meegenomen van buiten naar binnen. Er was prachtige muziek, een indrukwekkend geluidsdecor, en er werd gespeeld zoals je op zolder speelt, met veel verve en fantasie, met gebruikmaking van attributen en rekwisieten die er toevallig lijken te liggen en die je op allerlei verschillende manieren kunt gebruiken. In de voorstellingsfolder las ik een citaat van hoofdpersoon Riviѐre, de leider van een Zuidamerikaans luchtpostbedrijf: “Je kunt niet 1000 kilometer vliegen als je je blindstaart op het landschappelijk schoon van een enkel meisje. Het gaat hier om een veel groter landschap, dat is alles! Ofwel, je berijdt de storm ergens ten zuiden van de ribben van je geliefde, of je berijdt de hele hemel. En het is allebei liefde.” En Engel, een vliegeniersvrouw, zegt: “Zij hebben zo hun eigen tragedies, weet je, die kleine mensjes. Die gewoon maar leven en liefhebben. Jij mag dan wegen banen door de sterren, zij hebben hun eigen grootsheden. Passies. Verlies. Spijt. Wat is grootser dan dat?”

In het Panthéon in Parijs is Saint Exupéry geëerd met twee inscripties. Hij staat eervol vermeld in de lijst van schrijvers die voor Frankrijk gesneuveld zijn. In zijn eentje staat hij nog een keer op een steunbeer met de vermelding ‘dichter, romancier, vliegenier’. De Fransen weten hoe ze hun luchtpioniers moeten eren, zoals de Russen en Amerikanen hun heroïsche astronauten, Gagarin en Armstrong, een generatie later op een voetstuk plaatsten. Fokker is in De wereld draait door op de lijst van beroemde Nederlanders naar aanleiding van Steve Job’s helden- think- different-clip één keer genoemd, geloof ik. Op het Fokker Spin Centennial is hij – voor een klein publiek – naar behoren herdacht. En altijd zullen er weer nieuwe Icarussen opstijgen. Nu is het de Jet Man.

1 opmerking: