Berg, nu gespeeld door Leny Brederveld, Aat Ceelen, Raymonde de Kuyper en René van ’t Hof. Regie: Aat Celen. Eindregie: Beppie Melissen. Er was nog wat geld over, daarvan werd in samenwerking met Theater Bellevue in Amsterdam en Theaterzaken Rudolphi deze voorstelling gemaakt. Een heerlijke tragi-komedie met absurdistische trekken, zoals Carver en ook De Mexicaanse Hond van Alex van Warmerdam, waartoe Aat Ceelen behoort, betaamt.
De groep ontleende in 1989 haar naam aan de schrijver Raymond Carver (1938-1988), de meester van het korte verhaal, ook wel de Amerikaanse Tsjechov genoemd, die in de VS aan de wieg stond van het Dirty Realisme. Carvers verhalen kennen geen grootse plots maar minimale props, waarin voorwerpen
vaak een belangrijke rol spelen. Ze verbeelden de treurige wereld van vrachtrijders, diensters, agenten, monteurs, huisvrouwen en werkloze vertegenwoordigers, de miserie, de drankzucht en het relatieleed van een onderklasse, het tragikomische bestaan van gewone mensen, die vaak geen kant uit kunnen maar toch gewoon door moeten . Zelf noemde Carver zijn personages ‘ontgoocheld en van applaus verstoken’. Ze zoeken troost in drank, kaarten en vissen. Een happy end zit er bij deze zoon van een serveerster en een alcoholische houtzager niet in. De verhalen eindigen meestal in een ongemakkelijke patstelling. Kenmerkend is de sobere, kale, uitgebeende en minimalistische stijl ervan. Ze zijn wel eens vergeleken met de schilderijen van Edward Hopper. In 1993 maakte Robert Altman van negen verhalen en één gedicht van Carver de speelfilm Short Cuts, waarin hij de personages uit de verschillende verhalen elkaar laat ontmoeten of op een andere manier met elkaar verbindt. Altman situeert de personages van Carver in buitenwijken van Los Angeles en laat in zijn mozaïekfilm vooral hun problemen en frustraties zien en daarmee de keerzijde van de American Dream. Onder de titel Short Cuts zijn deze verhalen plus gedicht ook in boekvorm uitgebracht. De beginzin van het eerste verhaal in deze bundel (Buren – Neighbors uit de bundel Where I’m calling from) is typerend voor de thematiek en stijl van Carver: “Bill en Arlene Miller waren een gelukkig paar. Maar nu en dan hadden ze het gevoel dat zij als enigen van hun kennissenkring op de een of andere manier overgeslagen waren, in de zin dat Bill was blijven steken in zijn boekhouderswerkzaamheden en Arlene nog steeds dezelfde klusjes deed op kantoor.” De figuren van Carver zijn ‘overgeslagen’. Zo voelen ze zich in ieder geval.
Overgeslagenen vinden we in tal van voorstellingen van toneelgroep Carver terug, te beginnen in Café Lehmitz (1991), gemaakt op basis van een fotoboek van Anders Petersen. Deze Zweedse fotograaf kwam eind jaren zestig toevallig terecht in Café Lehmitz, aan het eind van de Reeperbahn in Hamburg, dat bevolkt werd door mensen aan de zelfkant van de samenleving. Twee jaar lang bleef hij het café frequenteren en zo kreeg hij het vertrouwen van de clientèle. Toneelgroep Carver, waarvan de spelers uit de mimesector afkomstig waren, won met deze productie de Dommelsch Theaterprijs en de VSCD Mimeprijs. Vooral René van ’t Hof ontwikkelde zich als een sterk mimische speler (een Mr. Bean maar dan minder gladjes), ook in tal van films (zijn tien minuten durende act van het oude vrouwtje in de film Ober – 2006 - van Alex van Warmerdam is bijvoorbeeld onnavolgbaar). In Café Lehmitz speelt hij een muizig klein mannetje dat onnavolgbaar onhandig een pak kaarten schudt en zich verlustigt aan een aangevreten gevulde koek. Toneelgroep Carver nam in januari 2013 afscheid met een reprise van deze voorstelling met René Groothof in de rol van Jim van der Woude. In de tussentijd bracht de groep tal van producties uit, die altijd veel bezoekers trokken, zoals Fred, De verbouwing, Ex, Pi/Po/Pa & Pé en Zuur. Met een fysieke speelstijl en een minimaal gebruik van tekst creëert Carver steeds een unieke theatertaal, waarmee ze een wereld van losers verbeeldt. De spelers vergroten de alledaagsheid van hun figuren uit zonder hun tragiek aan te dikken, zodat ze ontroeren en compassie oproepen.
Zo gebeurt het ook in de toegift van Toneelgroep Carver: Mijn slappe komedie voor vier mensen een handjevol personeel en een tafel die niet vrijkomt. Omdat de tafel niet vrijkomt, wachten ze in de bar bij het restaurant. Ze praten over vissen, een caravan, een opvallende blouse en vegetarische geitenkaaskroketjes. De caravan is de inzet van de avond voor de exen Louise en Ben, en hun geliefden Don en Ellis die met verbazing toekijken, worden in dit spel betrokken. De situatie wordt natuurlijk steeds pijnlijker en de frustratie groter. De voorstelling berust op een uitgeschreven tekst, in korte zinnen met steeds terugkerende herhalingen, maar ook hier zijn de fysieke speelstijl en de timing weer uiterst belangrijk. Het zit ‘m vaak in kleine gebaren, zoals het rommelen in een handtas, het ongemakkelijk zitten onder een palmplant of met z’n vieren op een te kleine bank. Of juist in pijnlijke stiltes. De voorstelling is een uiterst geestige maar ook zeer navrante oefening in ongemak. Hopelijk krijgt ook dit toetje van Carver nog een reprise. Hoe dan ook, het merk Carver blijft ongetwijfeld voortbestaan. Al was het maar in de CD bij het tienjarig jubileum (met muziek van de huiscomponisten Louis ter Burg en Truus Melissen) en het uitvoerige plakboek ter gelegenheid van het twintigjarige bestaan.
Lijkt me een heerlijk toetje, alleen is het al 'uitverkocht'...
BeantwoordenVerwijderenAnnelies