De Tweede Wereldoorlog, Hannah Ahrendt en het proces Eichmann. Over de film Hannah Arendt

Niet alleen op tv verschijnen rondom 4/5 mei films over WO II, ook in de bioscoop zijn een aantal films met betrekking tot die periode in première gegaan, waarvan vooral de film Hannah Ahrendt veel aandacht heeft gekregen. Deze biopic concentreert zich op de periode dat deze filosofe haar controversiële artikelen over het Eichmann-proces (1961) schreef. In zijn boek Baltische zielen wijdt Jan Brokken een mooi hoofdstuk aan Koningsbergen en Hannah Ahrendt die van haar vierde tot haar zeventiende in deze stad heeft gewoond. Het oude Koningsbergen is in 1945 kapot geschoten. Nu is het een exclave van Rusland, genaamd Kaliningrad, grenzend aan Polen, Litouwen en de Baltische zee. Het standbeeld van de filosoof Kant, geboren in Koningsbergen, staat er nog.

Hannah Ahrendt studeerde filosofie in Berlijn, Marburg (bij Heidegger met wie ze een liefdesrelatie kreeg en die zich ontwikkelde tot een enthousiast aanhanger van het nazi-regime), in Freiburg (bij Husserl) en Heidelberg (bij Jaspersen schreef ze er haar proefschrift). Ze was actief in de zionistische beweging en kreeg contact met de zionist Kurt Blumenfeld in Palestina, die ook in de film voorkomt. In 1933 vluchtte ze naar Parijs, waar ze als statenloze in 1940 werd vastgezet, later in het kamp Gurs in Zuid-Frankrijk. Vandaar wist ze te ontkomen en reisde ze met haar tweede man via Lissabon naar New York, waar ze zich een bestaan verwierf als schrijfster en docente aan universiteiten. Ze werd vooral bekend door publicatie van The origins of Totalitarianism (1951) en Eichmann in Jerusalem. A report on the banality of evil (1963) dat eerder was verschenen in de vorm van artikelen in The New Yorker. De film is in cinematografisch opzicht niet zo interessant. Het gaat vooral om de stellingname van Ahrendt ten aanzien van de figuur van Eichmann, de showelementen in het proces, de rol van de Joodse Raden bij de organisatie van de Holocaust, en de storm van kritiek die haar standpunten teweegbrengen. Zelfs Kurt Blumenfeld met wie ze tijdens het proces wel van mening verschilt maar met wie ze dan als vanouds nog goed contact heeft, keert zich in de film op zijn sterfbed in Jeruzalem van haar af.

Barbara Sukowa, die ook in eerdere films van Von Trotta speelde, is een warmbloedige Ahrendt, voor wie vriendschap een ernstige zaak is (zelfs Heidegger heeft ze nooit helemaal laten vallen) en denken
een hartstocht. De verdediging van haar standpunten over het proces ten overstaan van een zaal vol studenten en een aantal verontwaardigde collega’s is een emotioneel betoog gebaseerd op wel doordachte argumenten. In werkelijkheid schijnt Ahrendt een koelere verschijning geweest te zijn met een donkere stem van het roken (ook in de film rookt ze heel wat af), getuige ook de verwijten van gebrek aan tact, gevoelloosheid en arrogantie die ze ook al voor haar reportage over Eichmann kreeg. 

Wat Ahrend het meest werd kwalijk genomen is, dat ze Eichmann niet beschreef als de incarnatie van het kwaad, maar als een banale man, een nobody die bevelen opvolgde en niet in staat was na te denken. Hij kan zich alleen in clichés en bureaucratische ambtenarentaal verantwoorden voor de door hem georganiseerde transporten naar vernietigingskampen. Hij voelt zich niet schuldig. Hij volgde slechts bevelen op en niemand had hem ooit verteld dat het fout was wat hij deed. Overigens kwam Harry Mulisch, die eveneens het proces bijwoonde, tot een soortgelijke conclusie in De zaak 40/61, door Ahrend vol lof in haar geschriften genoemd. Von Trotta heeft er voor gekozen het proces niet na te spelen maar gebruik te maken van archiefopnamen. Dat werkt goed. Anders zou het te gemaakt zijn geworden. We kunnen nu de waarnemingen van Ahrendt, die vooral vanuit de perszaal de opnamen volgt, meebeleven, en we zien ‘de banaliteit van het kwaad’, waarover zij schrijft, in historische lijve voor ons. Paradoxaal genoeg maken deze oude opnamen duidelijk hoe actueel het punt is dat Ahrend destijds maakte. We zien een kleurloze man die de aanklacht niet lijkt te kunnen bevatten. Ook Ahrendt’s irritatie over de ‘tijdrovende en irrelevante’ getuigenverhoren in de rechtszaal in Jeruzalem lokte woedende reacties uit. Ahrendt constateerde dat het proces meer ging over het lijden van het Joodse volk dan over Eichmann en zijn daden. Volgens haar had Eichmann, die naar haar mening overigens volkomen terecht de doodstraf kreeg, eigenlijk terecht moeten staan voor een internationaal strafhof en niet voor een Joodse rechtbank, voor misdaden tegen de mensheid in plaats van tegen het Joodse volk. Ook haalde ze uit naar president Ben-Gurion die daags voor het proces verklaarde dat dit de ontmanteling zou zijn van de betrekkingen tussen nazi’s en Arabieren en daarmee het proces tot een politieke aangelegenheid maakte.

Ook haar kritiek op de rol van de door de nazi’s ingestelde Joodse Raden, die volgens haar veel te braaf zouden hebben meegewerkt, kwam haar op woedende reacties te staan. Ahrendt kreeg naar aanleiding van haar publicaties over het proces heel wat verwensingen en doodsbedreigingen toegestuurd, die we tegenwoordig samenvattend haatmail noemen. De film laat uiteindelijk zien hoe standvastig Ahrendt hiermee omging. Ze heeft er minder moeite mee dan haar man en ze blijft trouw aan haar ingenomen standpunten. Die heeft ze niet zomaar opgeschreven. Ze heeft er lang over nagedacht, en de processtukken eindeloos uitgeplozen. De redactieleden van de The New Yorker worden er in de filmbewerking van Von Trotta helemaal radeloos van. Toen zij Ahrendt de journalistieke opdracht verleenden, hadden ze niet in de gaten dat ze te doen hadden met een autonoom denkende vrouw. Eentje die consequent doordacht.

Het zal niet toevallig zijn, dat toneelgroep Mug met de gouden tand een toneelstuk uit 2006 over Hanna Ahrendt nu heeft hernomen. Hannah en Martin is te zien op 4 mei in het kader van Theater na de Dam (voorstellingen na de Dodenherdenking), daarna nog in Theater Bellevue, en gaat over de verhouding tussen deze twee filosofen. Verschil in leeftijd, in filosofische en politieke standpunten. Ahrendt ’s werk is nog vrij vitaal, dat van Heidegger tamelijk ontoegankelijk. Beiden hebben het nooit over hun verhouding willen hebben. Tegenwoordig zijn politiek en privé niet meer zo gemakkelijk te scheiden. De laatste, die in 1950 van zijn doceerverbod werd ontslagen, heeft de eerste overigens wel overleefd, maar hij rookte niet zo ongelooflijk veel, of eigenlijk helemaal niet. En dat deed Hanna Ahrend, die in 1975 op negenzestigjarige leeftijd overleed, dus wel. Wanneer zie je dat nog, dat er in een film zoveel gerookt wordt? En dan te bedenken, dat Ahrendt volgens een neef van haar – zo vertelt Von Trotta in een interview - in werkelijkheid veel meer rookte dan Sukowa in de film doet. Ik betrapte me erop, dat ik tijdens het zien van de film soms heel even afstand nam van deze consequente doordenkster met de gedachte: ik rook dus ik ben.

3 opmerkingen:

  1. Gabriel Bach(openbaar aanklager) vertelde onlangs dat Hannah Ahrendt geen enkele aandacht voor zijn documenten had en haar volkomen foute oordeel over Eichmann allang gevormd had(al paffend).

    BeantwoordenVerwijderen
  2. "Wanneer zie je dat nog, dat er in een film zoveel gerookt wordt?"

    Misschien niet in film maar wel in de serie MAD MEN.

    BeantwoordenVerwijderen
    Reacties
    1. Die serie speelt zich dan ook af in een tijd waarin er veel gerookt - en gezopen! - werd, dus het zou niet erg authentiek zijn als je dat dan niet zou tonen...

      Verwijderen