De tribale connectie bij de integratieproblematiek

 
Politieke correctheid dwingt ons hen op de eerste plaats als Nederlanders te zien, terwijl landen van herkomst als Turkije en Marokko er alles aan doen om hen niet te laten vergeten dat ze op de eerste plaats Turks of Marokkaans zijn en verplichtingen hebben aan hun land van herkomst. Het is een van de complexe en nauwelijks op te lossen hindernissen die integratie in de weg staan. Ook het moslim-zijn is zo’n hindernis. Tariq Ramadan, een van de belangrijkste ideologen als het gaat om in West-Europa levende moslims, pleit voor (economische) participatie in plaats van integratie en voor het behoud van de eigen islamitische cultuur. Het feit dat in de meeste gezinnen Nederlands de secundaire taal is, is daar een gevolg van.
Er is nog een derde hindernis, een die maar zelden wordt genoemd. De tribale cultuur is het feitelijke cement dat de boel religieus en naar afkomst bij elkaar houdt. De problemen met allochtonen waar we in Nederland en andere West-Europese landen naar kijken, hebben te maken met de komst van bevolkingsgroepen met een gesloten cultuur in samenlevingen met een open cultuur. Het is een onderwerp dat sociologen over het hoofd zien. Het Amerikaanse model dat voorziet in een fasegewijze integratie in drie generaties, werkt niet als het om allochtone bevolkingsgroepen in West-Europa gaat. De vergissing is onder meer te vinden bij Leo en Jan Lucassen in hun boek ‘Winnaars en Verliezers’. Zij menen (pagina 230) dat het soort obstakels dat ik noemde te klein is om het integratieproces op de lange duur wezenlijk te beïnvloeden. Als het op integratie aankomt verwijs ik ze graag naar de Indonesische Archipel waar een paar generaties moslims een groot deel van de bevolking wist te integreren in de islam. Het onderzoek naar culturen heeft lang in het verdomhoekje gezeten. Een volledige generatie van academici is opgevoed met de gedachte dat het onderzoek naar andere culturen dan de eigen cultuur zonder vooringenomenheid niet mogelijk was. Pas sinds een paar jaar begint deze opvatting te slijten. De Canadese antropoloog Philip Salzman is een van de pioniers geweest bij het vinden van wegen om de politieke correctheid bij menswetenschappen te doorbreken. Zijn werk ‘Culture en conflict in the Middle East’, heeft de antropologie weer enig aanzien gegeven.

In zijn onderzoek naar hoe families, clans en stammen zich tot elkaar verhouden laat hij zien hoe de eigen regels en afspraken binnen een tribale cultuur zich handhaven in een door overheden geschapen wettelijke omgeving. De Arabisch georiënteerde tribale cultuur kan volgens Salzman worden gekarakteriseerd als een specifieke vorm van sociale controle die alles en iedereen beïnvloedt. De regels zijn geordend binnen een structuur van ‘balanced opposition’ die gebaseerd is op proportionele afschrikking, dreiging en vergelding. Familie tegen familie, clan tegen clan en stam tegen stam met een collectieve verantwoordelijkheid van elk lid voor ieder ander afzonderlijk lid. De Islam vormt een super-stam. De veiligheid van ieder lid is gegarandeerd omdat hij beroep kan doen op zijn hele groep voor bijstand. Wie tribaal denkt, voelt en leeft en de sociale controle draagt daar sterk aan bij, ziet de autochtone Nederlander als lid van een andere stam. Die andere ‘stam’ krijgt te maken met de afschrikking, dreiging en vergelding en weet zich daar (te) weinig raad mee. De overheid speelt binnen de tribale cultuur een secundaire rol. Er wordt voorkeur gegeven aan de eigen regels. De overheid is een lastpost, wordt gedoogd en vooral gezien als bron van inkomen en voorzieningen voor de eigen groep.

Tribale cultuur en Islam versterken elkaar en scheppen een vorm van ‘balanced opposition’ met hun omgeving. Het voordeel van de eigen stam is als regel leidend en wanneer de Nederlandse ‘stam’ niet aan de wensen voldoet, volgt het repertoire van afschrikking, dreiging en vergelding. Het juiste antwoord daarop is nog steeds niet gevonden.

In de Deurnse kwestie zagen we een groep Marokkanen die voor hun ‘vermoorde’ clanleden opkwamen. Dat was een uit het oogpunt van tribale cultuur volstrekt logisch optreden. Je laat agressie zien en als de andere ‘stam’ geen afdoende maatregelen neemt, volgt er vergelding. Jeugdige criminelen van allochtone herkomst zijn in feite niet meer dan het topje van de ijsberg van de problemen die de tribale cultuur veroorzaakt. Het benadelen van de andere ‘stam’ is binnen eigen kring bepaald geen taboe. Het zijn dan ook niet alleen de jongeren, maar ook de volwassenen die met fraude, bedrog de verkeerde lijstjes aanvoeren en in eigen kring bescherming vinden. Wilders en zijn PVV kunnen worden gezien als de opkomst van een verkeerde ontwikkeling in de zin dat onder autochtonen het tribale denken groeit. Die ontwikkeling is verkeerd omdat die het gezag van de overheid als waker over ieders veiligheid ondermijnt. Dat is gelijkertijd ook de verklaring. Het aarzelende en vaak als soft geziene optreden van de Nederlandse overheid schept ruimte voor allochtone tribaliteit en versterkt de ontwikkeling van tribale gevoelens onder de Nederlandse bevolking. Wanneer er geen oplossingen worden gevonden zal het probleem in de toekomst alleen maar groter worden en leiden tot verharding en verdere polarisatie binnen de Nederlandse samenleving. Er is maar één oplossing die door leden van een tribale cultuur worden begrepen en dat is ‘zero tolerance’. Alle andere middelen die tot nu toe zijn ingezet worden onvoldoende serieus genomen of zelfs voor eigen doeleinden benut. Onderwijs zoals D’66 bepleit zal niet helpen en dat geldt bijvoorbeeld ook voor het zich tegen discriminatie keren zoals de PvdA voorstaat. De Nederlandse samenleving heeft baat bij een zeer strenge overheid die alle vormen van criminaliteit, uitkeringsfraude, economische delicten en geweld met een zekere agressiviteit bestrijdt. Ze zal daarmee door moeten gaan tot het gedrag dat voortkomt uit de tribale cultuur uitdooft en er een basis ontstaat voor feitelijke integratie.

Peter Louter

10 opmerkingen:

  1. Ik kan niet anders dan mijn instemming betuigen met dit stukje. Ik wil er nog wel één ding aan toevoegen, en dat is een illustratie van het feit dat de inhoud van het een en ander allang bekend was in islamitische kring. En hier moet Ibn Ghaldoun genoemd worden. Kenmerkend voor de man is o.a. : "Hij legde uit dat solidariteit, gemeenschapszin door hem `asabiyah genoemd, het sterkst is in tribale maatschappijen omdat deze gebaseerd zijn op bloed- en stamverwantschap en omdat, zonder solidariteit, overleving in een moeilijke omgeving onmogelijk is. Als deze solidariteit samen gaat met de andere sterkste gemeenschapsband, religie, dan tendeert de combinatie van beide, tot onoverwinnelijkheid." (bron: Wikipedia). Is het werkelijk verbazingwekkend dat de school met deze naam naar deze man vernoemd was?

    BeantwoordenVerwijderen
  2. @j.morika, dank voor de aanvulling middels de verwijzing naar Ibn Ghaldoun, die ook wel als de eerste socioloog ter wereld wordt gezien.
    Ik zie dagelijks met verbazing hoe het tribale aspect ondergesneeuwd raakt onder allerlei vermijdende verklaringen. Dat bijvoorbeeld Marokkaanse opvoeders hun taak niet serieus zouden nemen, is onzin. Hun dochters zijn als regel voortreffelijk opgevoed. In de tribale cultuur is het vooral een taak van zoons om waar nodig met dreiging en geweld voor afschrikking te zorgen en de balans in evenwicht te houden met andere (groot)families, clans en stammen. Het 'gebrek' aan opvoeding is vanuit de tribale cultuur gezien niet onbedoeld. Er is behoefte aan assertiviteit en agressiviteit.

    BeantwoordenVerwijderen
  3. de Vlaamse filosoof Etienne Vermeersch noemt dat tribale denken "rootisme". Zie http://www.etiennevermeersch.be/search/node/rootisme voor verschillende artikels.

    Een uittreksel: "Een ander gevaar ligt in een fenomeen dat ik 'rootisme' genoemd heb. Terwijl de racist anderen op biologische gronden in een vakje plaatst, doet de 'rootist' (van roots, wortels) dat met zichzelf: hij is ervan overtuigd dat de eigen identiteit bepaald wordt door biologische afstamming. Rootisme is niet zo verderfelijk als racisme, maar het heeft er een verdacht biologisch aspect mee gemeen. Als jongeren die hier geboren en getogen zijn, zich toch als Marokkaan beschouwen, dan baseren ze dat op het feit dat ze biologisch van Marokkanen afstammen. Daarmee gaat veelal de overtuiging gepaard dat men aan de eigen roots trouw moet blijven op het gebied van nationaliteit, cultuur, godsdienst.

    Voorstanders van een 'multiculturele samenleving' zijn geneigd dat rootisme te stimuleren. Ze vinden het passend dat mensen zich op basis van hun afstamming als leden van een bepaalde groep beschouwen die een eigen gemeenschappelijk groepsbesef in stand moeten houden. Het individu wordt daarbij geacht zich aan de normen van die groep te houden (collectivisme) en die groep zelf vereist een bijzondere solidariteit ('Eigen volk eerst')."

    BeantwoordenVerwijderen
    Reacties
    1. Interessant. 'rootisme' lijkt me een bruikbaar begrip. Het weerspiegelt een overmatig bewustzijn van de eigen identiteit.
      Tribalisme gaat een stuk verder omdat de eigen identiteit wordt bepaald door het collectief dat zich op alle leden kan verlaten, ook als het er om gaat het eigen belang met afschrikking en zo nodig met geweld te verdedigen.

      'Rootisme' zou dan een wat zwakkere versie van tribalisme zijn.

      Verwijderen
  4. Zeer interessante benadering en herwaardering van de culturele anthroposofie. Heb u, dhr Peter Louter, misschien ook nog iets inzichtgevends te melden ter verklaring van het solidaire gedrag van de zogenoemde 'goedmenschen' met deze vreemde en aggressieve stammen, behalve een psychiatrische?

    BeantwoordenVerwijderen
    Reacties
    1. Ik bedoelde natuurlijk culturele antropologie.

      Verwijderen
    2. Hans Parcival, dat zou ik moeten kunnen. Per slot van rekening ben ik zelf zo'n 'goedmens' geweest die zich ooit nog heeft ingezet voor gezinshereniging. Vanaf 1985 zag ik het verkeerd gaan. Groeiende criminaliteit, ernstige problemen in volkswijken en ketenmigratie door import van bruiden en bruidegommen. Er zijn gewoon goede mensen en die zijn er nog steeds. In de vreemdeling zien ze op christelijke wijze een medemens.Maar goede bedoelingen leiden nogal eens tot al te opportunistisch gebruik van die goede bedoelingen. Ik reken deze 'goede mensen'tot de naïvisten zoals die beschreven worden door Jespersen/Pittelkow. Maar de 'goedmens'is een verzamelnaam. De ergsten zijn degenen die menen te weten wat anderen horen te denken en te voelen, zonder zelf in de schoenen te hebben gestaan van mensen in de oude wijken en mensen aan het 'front'. Ze veroorzaken een ander type 'goedmens'. Dat is degene die kritiekloos anderen napraat om bij de 'goeien' te horen. Niet zelden zijn het angsthazen die bang zijn uit de boot te vallen vanwege de 'verkeerde' mening. Politieke correctheid houdt ze bij elkaar. Idealen zijn mooi totdat ze moeilijk te dragen vruchten voortbrengen. laten we dus voor een tijdje maar realistisch zijn met z'n allen. Ik kom er nog eens uitvoerig op terug.

      Verwijderen
  5. Toch apart dat de Turken gemiddeld minder vaak verdachte zijn van een misbrijf dan autochtonen met een gelijk gemiddeld inkomen. De tribale cultuur van de autochtonen is blijkbaar crimineler dan die van de turken.

    BeantwoordenVerwijderen
  6. Goed stuk, Peter. Ik ga het voorleggen in mijn debatgroep. Daar zit nog een oldschool socioloog in.

    BeantwoordenVerwijderen