Een verborgen pas in de bergen

Lieve Ellen, 

Vanuit Krimpen op een door regen en kou verloren zondag, het volgende:

De dromer en zijn droom. 

In de jaren dertig vertrokken drie werkloze jonge mannen uit Krimpen aan de Lek. Evert Westbroek, Bastiaan Alblas, Pieter Benschop. In het gedenkboek van Krimpen staat het zo mooi. Het waren drie musicerende muzikanten die een rondreis door Nederland gingen maken. Om tijdens de tocht in hun levensonderhoud te kunnen voorzien speelden zij mandoline- muziek in doortrekkende gemeenten. Ze kregen een verklaring mee van de burgermeester. In deze officiële brief stelt hij: ‘Zij staan in deze gemeente gunstig bekend en zijn voor zoveel hem bekend van goed zedelijk gedrag’. Wat er van hen gekomen is vermeldt de kroniek niet. Wat zouden ze allemaal beleefd hebben? Werden de verhalen steeds sterker? Bleven zij wel van goed zedelijk gedrag?

Als kind was ik al gek op ridderverhalen. Favoriet, de koning Arthur sagen. Als centraal middelpunt de queeste, een zoektocht die door de held van het verhaal tot een goed einde moet worden gebracht. Soms worden boeken als deze nog geschreven. Cormac Mccarthy’s ‘De Kruising’ handelt over een jongen die
drie reizen onderneemt van New Mexico naar Mexico. In de eerste reis vangt hij een vrouwtjeswolf -schitterend beschreven- en tracht haar terug te brengen naar haar geboortegrond. Hij komt allerlei bijzondere mensen tegen die hem verhalen vertellen over oorlog en revolutie. De beschrijvingen van zijn tocht laten een diepe indruk achter bij de lezer. Hier even een stukje:

Grijze hemel, grijze aarde. De hele dag zwoegde hij noordwaarts op het natte, ploeterende paard, door het zanderige slijk van de landwegen. De regen striemde over de weg bij vlagen en roffelde op zijn cape en de hoefsporen spoelden achter hem dicht. Die avond hoorde hij de kraanvogels weer, hoog boven het wolkendek, beraadslagend over het weer, de kromming van de aarde. Hun metalen ogen onwrikbaar gericht op de route die God voor hen had uitgestippeld. Hun harten ervan vervuld. 

De jongen, Billy, wordt geconfronteerd met het meedogenloze van het lot. Toch wordt hij hier wijzer van. Hij trekt maar verder. Komt in een sneeuwstorm waarin het gaat onweren. Donder en bliksem. Maar kan de bliksem zelf niet zien. Alles wordt helemaal licht om hem heen, zo wit als katoen. Alsof hij door een tunnel van lakens loopt waarachter krankzinnige fotografen continu hun flitslampen aan en uit zetten.

Hij ontmoet een troep zigeuners die een vliegtuig door de woestijn slepen. De zigeuners, die en passant ook nog zijn paard genezen, vertellen het verhaal van het vliegtuig. Het vliegtuig is uit de bergen gehaald voor een vader wiens zoon dertig jaar eerder met dat vliegtuig was verongelukt. Omdat de vader denkt dat hij met dat gedoemde vliegtuig zijn verdriet pas kan verwerken, stuurt hij de mannen op pad. De zigeuners bemachtigen het vliegtuig na een afschuwwekkende tocht.

Ze brachten negen dagen in de kloof door, terwijl het bleef regenen en de rivier al hoger en hoger steeg, tot ze tenslotte hoog in een rotsholte bleven steken, zeven man, als gevluchte bosmuizen, zonder eten, zonder vuur, en de hele kloof trillend alsof de wereld zelf zich onder hen zou splijten en hen zou verslinden. 

Ze werden van te voren gewaarschuwd door een waarzegster van hun eigen volk de reis niet te ondernemen.

Toch gaan zij op pad, het lot tartend of het lot volgend?

Hij had haar waarschuwing overwogen, maar hij wist iets wat zij niet wist. Dat, als een droom een toekomst voorspellen kan, hij die toekomst ook kan verhinderen. Want God staat ons niet toe te weten wat de toekomst inhoudt. Hij laat zich door niemand voorschrijven welke koers de wereld volgen zal en degenen die er door droomuitleg misschien in zouden slagen een tipje op te lichten van de sluier die al wat voor hen ligt in het donker hult, zijn er juist de oorzaak van dat God de wereld op een totaal andere koers zet, en waar blijft de waarzegger dan? De dromer en zijn droom? 

Mijn reis door Azië kan met een beetje fantasie ook wel in het voornoemde genre worden geplaatst. Ik heb bij aanvang echter geen brief van de burgermeester meegekregen. Ook tijdens de trip en het aandoen van talloze logementen kwam ik vreemde elementen tegen. Zo stonden we met op een treinstation in Bangkok om een nachttrein te nemen die ons 900 kilometer verderop zou brengen. Het volkslied was net gespeeld zoals iedere avond op stations en misschien ook wel op andere plekken. Hierbij gaat de locale bevolking staan. Naast ons een man. Een Nederlander. Ouderwetse tropenkleren en van onbestemde leeftijd. Zijn gezicht was vreemd omdat het leek alsof het bovenste gedeelte volledig was verstard. Als hij sprak bewoog alleen zijn onderkaak waardoor hetgeen dat hij zei bij voorbaat al komisch was. Soort Beavis & Butthead maar dan oudtestamentisch. Dat laatste vooral door wat hij zei. Hij sprak zich uit over het morele verval van Thailand en riep schande uit over toeristen die alleen maar voor seks kwamen. Hij richtte zich niet zozeer op ons, hoewel daar wel reden voor had kunnen zijn. Ons gezelschap bestond namelijk voor de helft uit locale vrouwen. Ik zat hem wat te sarren en vroeg hem of hij soms ook op zoek naar een vrouw was. Hij murmelde:

“Een vrouw moet wel heel goed zijn wil ze beter zijn dan ‘geen vrouw’ ’’ 

Uren later zaten de dames nog na te griezelen in de trein. W. had ontdekt dat de penetrante geur die de man omringde vooral uit zijn koffer kwam en had daar allerlei fantasieverhalen over.

Ik was al een aantal dagen aan het twijfelen om naar Laos te gaan. Beetje rondhangen in een klein dorp aan de grens. Mukdahan aan de Mekong rivier. De hotelbaas, een halve Amerikaan, was blijven steken in de Vietnam tijd. Van zijn receptie had hij een soort jungle gemaakt. Zwart wit foto’s van Amerikaanse Gi’s. De muziek ook allemaal uit die tijd. Doors & Creedence Cleerwater Revival. Hij had wel 14 luidsprekers en vond het geweldig om de gasten te vermaken met het donderende geluid van de Bell Huey Cobra helikopters in Billy Joels ‘Goodnight Saigon’.

Boven mijn bed hing een filmaffiche van ‘Apocalypse now’. De horrorkop van Marlon Brando. Op de deur naar de badkamer een foto met de oude Bob Hope, omring door vier schaars geklede vrouwen. Was even bang dat er agent orange uit de douchekop zou komen. In het kleine hotel maakte ik kennis met een Nederlander. Ik trok met hem en zijn Thaise vriendin op en we bezochten samen een hoog in de bergen gelegen tempel. Schitterend hoor de idolatrie van Boeddha. Die tempel was volledig van hout gemaakt. Het waren net katholieken. Teennagels en okselhaar van Boeddha in een vitrine. Ze baalden er wel van dat hij niet gekruisigd was denk ik. Spijkers en hout maken toch een meer bestendige indruk.

De man vertelde enige feiten over zijn leven. Hij werkte bij de politie en was betrokken bij de toen beruchte Epener incestzaak. Die Jolande bleek later een notoire fantaste. De hele zaak schijnt uit haar zieke brein te zijn ontsnapt. Al weet ik er het fijne niet van. Hij vertelde ook dat hij al jaren weduwnaar was en dat hij blij was weer naar Holland te gaan. Zijn, inderdaad zeer chagrijnige, Thaise vriendin begon hem danig op zijn zenuwen te werken. ’s Avonds kreeg hij het voor elkaar om 100 gulden van mij te lenen. Als onderpand gaf hij zijn politiepas en een Lonely Planet gids van Laos.

Geen wonder? 

Wat is eigenlijk een wonder? Laat ik eens modern doen en op Wikipedia kijken:

Een wonder of mirakel is een zeer indrukwekkende en rationeel (schijnbaar) onverklaarbare gebeurtenis.

Op een zomeravond in het jaar 2010, zit ik met Teunie op een verjaardag in Hendrik Ido Ambacht. In een tuin in een Vinex wijk waarvan er in Nederland zoveel zijn. Er loopt een Franse Hangoor rond van 9 kilo maar dat is een detail wat niet echt terzake doet. Het is wel een zindelijk beest en het konijn heeft menselijke trekjes. Het kan de charleston dansen en als het kucht is het net een astmatisch kind. Rond een uur of tien zien wij en nog 12 andere gasten, een vurig voorwerp hoog in de lucht op ons afkomen. Het lijkt op een vliegtuig dat brandend naar beneden stort. Ineens maakt het een haakse bocht en accelereert . Binnen een oogwenk is het hele geval weer verdwenen. We zijn met stomheid geslagen. Wat was dat voor ding?

De Bhagavad-Gita is een heilig boek van de Hindoestanen. Het is eigenlijk een onderdeel van een veel groter episch werk, de Mahabarata. Deze boeken worden gedateerd op een ouderdom van meer dan 3000 jaar. De Bhagavad-Gita is een dialoog tussen God in de gedaante van Krishna en de prins Arjuna. Het mooie is dat Krishna de dienende strijdwagenmenner is van de prins! Arjuna komt in dit boek op het slagveld van Kurukshetra tegenover zijn familie en vrienden te staan. Hij moet met de ene helft tegen de andere helft van hen ten strijde trekken om de heerschappij over zijn land terug te krijgen. Hij verloor die macht toen hij met zijn broers bedrogen werd in een dobbelspel. Arjuna wil niet vechten tegen zijn familieleden maar Krishna overtuigd hem het wel te doen. Oorlogvoeren is domweg zijn lot en zijn plicht. De hele tekst staat vol wijsheden en draait om de hunkering van de enkelvoudige ziel (atma) naar de super-alles omvattende ziel (paramatma) losgekoppeld van het lichaam. Er staan ook onbegrijpelijke dingen in, zo moet men bij ieder handelen niet denken aan het resultaat. Alles draait bij die Hindoemannen om harmonie en rust. Deze is ook mooi:

De geest moet zijn als een vlam in een lantaarn, tegen wind beschut, die niet flikkert. 

Krishna stelt de goedheid voorop als het zuiverste. Hij waarschuwt tegen de hartstocht als de bron van alle kwaad. Hij stelt dat lust en woede, voortkomend uit hartstocht de allesvernietigende grote vijand is. 

Medio maart woonde ik met een collega een avondlezing bij over het Hindoeïsme. Om precies te zijn, over de heilige oorlog binnen deze godsdienst. Een dag later lag er een exemplaar van de Bhagavad-Gita op mijn bureau. Het zag er splinternieuw uit ondanks dat het een druk uit 1948 is. Tot nu toe weet ik niet hoe dat boek daar is gekomen. Laat staat wie het daar neer heeft neergelegd. 


Testimonia.

Hoe is verder gegaan met de jongens uit Krimpen die op reis gingen in de jaren dertig? Zijn ze allemaal de oorlog doorgekomen? In hoeverre kon men zich in de jaren dertig bedruipen door muziek te spelen? In deze tijd zouden ze het nog geen week uithouden. Hoeveel uur moet je op een mandoline tokkelen om de zorgverzekering te kunnen betalen? Ik zal de komende jaren via hun eventuele nazaten achter de waarheid komen. Hoeveel tijd het ook kost. 

‘De kruising’ van Cormac Mccarthy is een deel van de Grenstrilogie. Met het eerste deel ‘Al die mooie paarden’ is Cormac van een weinig gelezen schrijver tot een beroemdheid geworden. Misschien is het deel ‘Steden van de vlakte’ wel het mooiste. Het is net waar je voor kiest. Steden van de vlakte verwijst naar de bijbelse steden, Sodom, Gomorah, Adma, Zeboim en Bela.

Een cowboy knoopt een onmogelijke relatie aan met een Mexicaanse prostituee. Dit zet onherroepelijke dingen in gang die een vernietigende werking hebben. In alle drie de boeken genereert de persistente herhalende stijl een soort koortsdroom als trouwe vriend van het zinderende, eindeloze landschap. 

De man op het station van Bangkok was heus nog wel eens in mijn gedachten geweest. Toch schrok ik mij dood toen ik hem, duizenden kilometers verderop, langs de kant van de weg zag staan. Dat was op het eiland Flores in Indonesië. Hij stond daar eenzaam te orakelen in de brandende zon. Ik ben niet naar hem toe gegaan.

De weduwnaar van de honderd gulden heb ik nooit meer gezien. Hij maakte het geld niet over. Toen heb ik naar het politiebureau dat op zijn pas stond gebeld. Een dag later kreeg ik bezoek van een hoge politie inspecteur. Een echte ouderwetse diender met walrussnor. Hij bezwoer me alles te vertellen wat de man over zijn politiewerk aan mij had gezegd. Ieder detail moest hij weten. Zeer geheimzinnig allemaal. De man bleek al maanden niet meer voor de politie te werken. Hij was helemaal geen weduwnaar maar gescheiden. Een geschifte figuur die geestelijk zeer labiel was. Hij gelastte mij niemand ook maar iets van het hele voorval te vertellen. Aan die belofte heb ik me tot dit moment gehouden. Een paar dagen later stond er 100 gulden op mijn rekening. De Lonely Planet gids van Laos heb ik als herinnering en rente gehouden.

En dan was er de UFO in Hendrik Ido Ambacht. De dag erna heb ik het internet afgestruind. Het voorval heb ik op een speciaal daarvoor bestemde website gemeld. Het is door meerdere mensen waargenomen. Na alles overwogen en onderzocht te hebben kan ik maar tot één conclusie komen. UFO waarnemingen zijn niet zomaar af te doen als onzin of waandenkbeelden. Dat was geen gezichtsbedrog. Als je het zou hebben gezien.. dan vond je het niet vreemder dan een reuze konijn dat swingend met armen en benen beweegt. Als een dansmeisje in een Amerikaanse revue.

Was het neerleggen van de Bhagavad-Gita een grap van een collega? Het kan bijna niet. Vrijwel niemand wist dat we naar die lezing gingen. Het zou al een wonder zijn als iemand zoiets zou bedenken. De prins Arjuna trekt tenslotte gekalmeerd ten strijde. Hij overleefd de slachting samen met zijn broers. Toch kan hij niet voorkomen dat er een duister tijdperk aanbreekt. In de eeuwenoude tempel Anghor Vat in Cambodja staan zijn epische avonturen in meterslange stenen muren gegrift. Op Java kan je met een beetje geluk het hele verhaal aanschouwen door naar een wajang voorstelling te gaan.

Soms droom je over mensen die je helemaal niet kent. Waar komen die mensen vandaan? Alle reizen kun je opnieuw in je dromen beleven. Kris kras door elkaar.

Het is de wereld van onze reis die niet in kaart te brengen is.

Een verborgen pas in de bergen.

En alles is mogelijk.

2 opmerkingen:

  1. Dat verhaal over die drie mannen uit krimpen ken ik niet.
    Vreemd want ik ben opgegroeid in Lekkerkerk.

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Een wolf van het vrouwelijk geslacht is een wolvin.
    Denk aan I figli della lupa.
    De Baghavat Gita is een boek van de Hindoe's, niet van de Hindoestanen.
    Hindoestan is een aardrijkskundige bepaling.
    Het is de Mahabharata . Bharat is de meer correcte naam voor het land dat wij met een anglicisme "India" noemen. Indië is beter nederlands.

    BeantwoordenVerwijderen