Kunduz en Palestina

Kunduz en Palestina zijn in Nederland de twee meest gebruikte geografische eigennamen uit het Midden-Oosten. Kunduz is dat nog maar een paar jaar, Palestina wat langer, maar niet zo veel meer dan een halve eeuw.


Kunduz is een provincie in het Noorden van Afghanistan, waar wellicht ongeveer bijna een miljoen mensen wonen. Er wordt een vorm van Perzisch gesproken (meestal ‘Dari’), en een vorm van Turks (meestal ‘Oezbeeks’). Aan het begin van de Christelijke jaartelling was het een Boeddhistisch centrum. In het Perzisch betekent de naam ‘Het oude fort’. Iets als Oudeschans.

‘Doez’ is in het modern gesproken Arabisch iets als ‘indrukken’, als in ‘het gaspedaal indrukken’. Veel woorden in het Perzisch zijn verder zichtbaar verwant met de talen van Europa. Vandaar. Er zijn ook andere mogelijkheden om Kunduz tot een obsceniteit te maken, maar de ware obsceniteit is natuurlijk dat er mensen zijn die denken dat de Afghanen, de beste strijders van de wereld, van ons les in vechten nodig hebben, en dat belastingverhogingen bezuinigingen worden genoemd, zelfs af en toe door Geert Wilders.

En Palestina? In de Hebreeuwse bijbel, het Oude testament, komen Filistijnen voor. Het is sneu voor christelijke fundo’s, maar er is over de Bijbelse Filistijnen eigenlijk niets bekend. Zijn ze bedacht door de vertellers die verantwoordelijk zijn voor de verhalen die nu in het Oude Testament verzameld zijn? Het zou zo maar kunnen.

In de oudste (Griekse) bijbelvertaling, de Septuagint, die nog voor het begin van onze jaartelling gemaakt is, worden de Filistijnen allophuloi genoemd, ‘anders-stammigen’, van Grieks phulos, ‘stam’; het had dus weinig gescheeld of het was ‘allochtonen’, ‘anders-landigen’ geworden, van chtoon, ‘bodem’, ‘land’.


Zo’n soort naam, Andersstammigen, stemt niet hoopvol voor het echt-gebeurd zijn van de verhalen waarin Filistijnen hun rol als vijand spelen. Kennelijk hadden de Septuagint-vertalers het gevoel dat ze niet met een vergrieksing van de Hebreeuwse naam konden aankomen en hebben ze iets nieuws willen bedenken.

De Romeinen zijn in de 2de eeuw van de Christelijke jaartelling de naam ‘Palestina’ gaan gebruiken. Het Nieuwe Testament was er toen wel al, en als het verhaal van de geboorte van Jezus verteld wordt, gebruikt de auteur ‘Syrië’ als plaatsaanduiding van het gebied waar zijn verhaal gesitueerd is: ‘Toen Quirinius landvoogd van Syrië was geworden, ging er een bevel uit van Keizer Augustus...’, en dan gaan Jozef en Maria op weg van Nazareth naar Bethlehem.

Het Romeinse rijk, en dus ook wat daar in het Midden-Oosten tot de komst van de islam van over is gebleven, is de benaming Palestina blijven gebruiken. Ook de Arabische veroveraars die het gebied in de eerste helft van de 7de eeuw op het (Oost-) Romeinse rijk hebben veroverd, hebben die naam nog een tijd gebruikt.

In de Middeleeuwen spraken de Kruisvaarders van ‘het heilige land’, of van Outremer, Frans voor ‘Overzee’, ze hadden het niet over ‘Palestina’. Tijdens de Renaissance kwam in Europa de naam ‘Palestina’ weer in gebruik. Er zijn in de Middeleeuwen en tijdens de Renaissance veel Griekse geleerden naar het Westen gekomen om de islamitische veroveringen van wat nu Turkije is, te ontvluchten. Mogelijk zijn zij het die die naam hebben meegenomen en algemeen hebben gemaakt.

Joden en Arabieren zijn de benaming ‘Palestina’ pas laat gaan gebruiken. Joden gebruikten Bijbelse namen, in Arabische ogen ging het gewoon om een deel van Syrië, althans om een deel van de Arabische wereld, die zoals bekend bij het Turkse Ottomaanse rijk van de Kalief/Sultan in Konstantinopel/Istanbul hoorde.

De Britse imperialisten die na de Eerste Wereldoorlog met de zegen van de Volkenbond het gebied aan het Ottomaanse Turkse rijk onttrokken en in ‘mandaat’ kregen, spraken weer van Palestine. Op Eton hadden ze bij Latijn en Grieks immers goed opgelet. Arabieren waren destijds niet gelukkig met de benaming Palestine, en beschouwden die naam terecht als een symbool van de Britse imperialistische verdeel-en-heers tactiek.

Bij de voortgaande verval van het Turkse Ottomaanse rijk werd het Britse Mandaat Palestina opgedeeld. Na de oorlog van 1948 hadden Joden een groot deel van Palestina in handen, en noemden hun staat (wat destijds een verrassende keuze was) Israel. De andere delen van het Britse mandaat Palestina vielen onder Egypte, Syrië en Jordanië.

Egypte behandelde zijn deel als een apart bezet gebied: De Ghaza-strook, tegenwoordig een van de meest welvarende gebieden van de Arabische wereld, met een uitstekende gezondheidszorg, met de langste levensverwachting van de Arabische wereld: boven de 70. Jordanië annexeerde het deel dat onder Jordaanse controle was gekomen en gaf de Jordaanse nationaliteit aan alle inwoners van dat gebied, maar niet aan de Joden daar.

Toen Israel in 1967 dat Jordaanse deel (de ‘Westoever’, nl. van de rivier de Jordaan) veroverd had, ontannexeerde Jordanië de Westoever. Vanaf dat moment waren alle Jordaniërs die daar woonden Palestijnen geworden. Het gedeelte dat in 1948 aan Syrië was toegevallen, werd gewoon Syrië.

De bekende 19de eeuwse econoom en journalist Karl Marx, tevens bekend als uitvinder van het communisme, schreef op 15 april 1854 in the New York Daily dat er toen in Jeruzalem 4000 moslims en 8000 Joden woonden. Marx was in het gebied als verslaggever in verband met de Krim-oorlog. Jammer dat hij het woord ‘Palestijnen’ niet heeft gebruikt. Hij heeft het daarentegen over ‘Turken, Arabieren en Moren’ die ‘in alle opzichten de masters van de stad waren.

Ach, waar hebben we het over. Geschiedenis dient nergens voor, er wordt ook nauwelijks nog les in gegeven. Alleen als schatkamer om brokjes propaganda uit op te delven, heeft het zo nu en dan zijn nut. Maar één ding staat vast: ‘Kunduz’ en ‘Palestina’, het zijn immense verrijkingen van de Nederlandse taal.

11 opmerkingen:

  1. Dank voor dit lesje geschiedenis.
    Zouden politici en volgers van de profeet ook eens wat vaker moeten volgen.

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Er zijn nog meer mooie nieuwe woorden hoor, zoals de samenstelling "Palestijnse vluchteling". Een verrijking in het kwadraat, zeg maar.

    BeantwoordenVerwijderen
  3. En toch vindt ik windmolens belangrijker.

    BeantwoordenVerwijderen
  4. De Palestijnse "vluchteling" is ook de enige vluchteling die de vluchtelingenstatus van generatie op generatie kan erven en dat is eigenlijk heel bizar. Maar goed op die manier hou je wel een conflict in stand en daar is het de Arabieren om te doen. Nu Jeruzalem onder Israël valt kunnen moslims, christenen en joden probleemloos gebruik maken van hun moskee, kerk en klaagmuur. Toen Jordanië de zeggenschap over Jeruzalem had, mochten de joden niet bij de klaagmuur bidden. Zeer intolerant, want moslims mogen ook nu naar die El Aksa moskee. Daardoor zie je het verschil in tolerantie tussen moslims en de niet-moslims. Moslims eisen vaak tolerantie, maar zijn zelf niet tolerant.

    BeantwoordenVerwijderen
  5. Heerlijk, zulk vakwerk. Dat maakt het vak geschiedenis weer levendig en boeiend.
    Please, heeft u nog meer ?
    Want betreffende terechtheid van een Israelische claim op dit gebied, ben ik nog niet uit.

    BeantwoordenVerwijderen
  6. beetje zwak stuk vooral aan het eind krijg ik het idee dat de schrijver zelf de draad kwijt is en er snel een einde aan maakt.

    BeantwoordenVerwijderen
  7. Professor Jansen zegt het goed:
    De term "Palestijnen" is voor verschillende uitleg vatbaar.
    Wanneer men in de jaren '30 in Nederland sprak van de palestijnse geldadel zo bedoelde men daarmede rijke joden.
    Het is maar spijtig dat professor Jansen een germanisme bezigt:
    opgedeeld komt van aufteilen.
    Verdelen is beter nederlands.

    BeantwoordenVerwijderen
    Reacties
    1. En 'nederlands' met een hoofdletter N schrijven is nog beter Nederlands.

      Verwijderen
  8. Die Jansen moeten we in de gaten houden en héél erg zuinig op zijn.

    BeantwoordenVerwijderen
  9. Het grappige is natuurlijk dat de Arabieren voor 1948 het woord zo veel mogelijk vermijdden. Want de uitvinding van 'Palestina' als voor de Joden bestemd mandaatgebied was een joodse truc.
    Het fel nationalistische Arabische tijdschrift heette dan ook 'Zuid-Syrie'.

    De Palestijnse leider Al Hoesseini wees op die grond ook de tweestatenoplossing af: zoiets als Palestina had nooit bestaan, voor de Arabieren hoorde het Zuid-Syrie te blijven, zoals het altijd was geweest .....

    BeantwoordenVerwijderen