Iedereen kent de traditie volgens welke een middelbare scholier op 4 mei, daartoe uitgekozen, een zelf geschreven gedicht voorleest bij het monument op De Dam. Dit jaar gaat dit onderdeel van de herdenking niet
door. Het gedicht van de vijftienjarige Auke de Leeuw is door het Nationaal Comité teruggetrokken, omdat het Centrum Informatie en Documentatie Israël en het Auschwitz Comité er tegen waren. In zijn gedicht schrijft de scholier over de foutieve keuze van zijn oudoom die zich aansloot bij de Waffen SS.
Het is ook – sinds twee jaar –gebruik, dat er na de Dodenherdenking (vanaf 21.00 u ) overal in Amsterdam, en ook elders, bestaande en nieuwe toneelproducties gebracht worden die zich direct of indirect verhouden tot de periode van de Tweede Wereldoorlog of tot oorlogen en het herdenken daarvan in het algemeen ( http://www.theaternadedam,nl" www.theaternadedam,nl ). Zo presenteert Toneelgroep Amsterdam met een toneellezing in de Stadsschouwburg Incident in Vichy van Arthur Miller, een oorlogsdrama waarin een groep mannen in een politiekantoor op hun verhoor wacht. Allen zijn zonder aanleiding opgepakt. Eén voor één verdwijnen ze door een deur om nooit meer terug te keren. In de tussentijd discussiëren ze over hun lot en praten ze over hun leven. Ze proberen zichzelf - tegen beter weten in - vrij te denken. Ook in Theater Perdu wordt een lezing gegeven, in dit geval van Het vuil, de stad en de dood, het omstreden stuk van Rainer Werner Fassbinder dat in 1986 in Duitsland en in 1987 in Nederland (in de regie van Johan van Doesburg) niet tot een voorstelling kwam.
Er zijn ook reprises van gespeelde (of nog lopende) voorstellingen, zoals Soldaat van Oranje in Theater Carré: verschillende scènes en liedjes uit deze al zeer lang lopende musical worden gebracht en afgewisseld met speciale gasten, zoals Ellis Brandon, de laatste vrouwelijke Engelandvaarder die nog leeft. Haar kleindochter, Carlijn Vis (1983), schreef een roman over de belevenissen van haar oma (op 19 april verschenen). Ook Anne & Zef van regisseur (van jeugdtheater) Ad de Bont wordt op deze speciale avond in Frascati herhaald. Het stuk is gebaseerd op het Dagboek van Anne Frank, die in deze versie de Albanese jongen Zef ontmoet.
Ook worden er speciaal voor deze avond gemaakte voorstellingen gebracht, zoals in het Compagnietheater een productie over poëzie, geschiedenis en muziek gedurende de eerste helft van de 20ste eeuw aan de hand van Mahlers Vierde Symfonie en de dirigent Willem Mengelberg. Met acteur/dichter Ramsey Nasr, sopraan Hanneke de Wit en het Amsterdam Ensemble. Of een monoloog over herdenken van Sadettin Kirmiziyüz, een theatermaker met twee paspoorten. Heel opmerkelijk is een wandelvoorstelling door de Spaarndammerbuurt over hoe het was om jong te zijn ten tijde van de Tweede Wereldoorlog. Zes jongeren van nu spraken met jongeren van toen en maakten daar een voorstelling over. Tenslotte wordt er ook een Nacht na de Dam gehouden in de Stadschouwburg in Amsterdam, waar o.a. Hadewych Minnis, George Groot, Thomas Spijkerman en Huub van der Lubbe optreden.
Zelfportret Else Berg |
In zijn net gepubliceerde studie (‘Wij weten niets van hun lot.’ Gewone Nederlanders en de Holocaust) komt historicus Bart van der Boom tot de conclusie, dat Nederlanders niet wisten van de Holocaust. Het algemene beeld is, dat we op de hoogte waren van wat Joden in Polen te wachten stond, maar dat we het lieten gebeuren. Van der Boom laat aan de hand van zijn bestudering van honderden dagboeken (o.a. opgeslagen in het Nederlands Instituut Voor Oorlogsdocumentatie) van ‘gewone Nederlanders’ zien, dat dit beeld niet klopt. De collectieve herinnering dat we wat dit betreft slappelingen waren, vindt hij op basis van zijn studie een karikatuur van de werkelijkheid. In een interview in Het NRC Handelsblad zei Van der Boom wel flinke kritiek op zijn conclusies te verwachten. “Mensen zullen zeggen dat ik probeer recht te praten wat krom is. Dat ik de oude mythe van Wir haben es nicht gewusst opwarm. Dat is niet zo. Ik heb me willen verplaatsen in de gedachten van de gewone Nederlanders in die tijd. Dan kun je ze weer zien als gewone mensen: geen helden, maar ook geen monsters.”
In de archieven van het Joods Historisch Museum ligt het complete schilderwerk van Charlotte Salomon. Ik zag in de winter van 1990 een overzichtstentoonstelling daarvan en kreeg het lijvige boekwerk, waarin de ruim 800 prachtige gouaches (beeld en tekst) staan afgebeeld, cadeau. In 1972 was haar ‘zangspel’ Leben ? oder Theater? al te zien geweest in De Waag op de Nieuwmarkt in Amsterdam, waar toen het Joods Historisch Museum nog gevestigd was. Voor filmregisseur Frans Weisz (Amsterdam, 1938) was het liefde op het eerste gezicht. Charlotte Salomon had in al die expressionistische gouaches met teksten en verwijzingen naar muziek haar leven verbeeld. Ze was in 1917 in Berlijn geboren en in 1939 door haar vader en stiefmoeder uit angst voor de nazi’s naar haar grootouders in Zuid-Frankrijk gestuurd, waar ze haar werk in een soort van explosie gemaakt heeft. Voor Weisz was die tentoonstelling ook als een venster naar zijn vader, die voor de oorlog acteur in Berlijn geweest was (Charlotte en zijn vader hadden elkaar bij wijze van spreken tegen kunnen komen, toen de laatste in haar buurt een film opnam) en na zijn vlucht naar Nederland aan het begin van de oorlog werd verraden en hetzelfde lot onderging als Berg en Schwartz en ook Charlotte Salomon: vergassing in Auschwitz. Charlotte was op het moment van haar deportatie en dood 26 jaar oud en vijf maanden in verwachting.
Frans Weisz |
Tenslotte het verhaal over het Ereveld van Russische soldaten in Amersfoort, dat Remco Reiding vertelt in zijn onlangs verschenen boek Kind van het Ereveld. Op het moment dat hij zich na de dood van zijn moeder (zijn vader zit - zolang hij zich kan herinneren - in een psychiatrische inrichting) bijzonder ontheemd voelt, krijgt Reiding als 22-jarige journalist van de Amersfoortse Courant bij de koffieautomaat een idee aangereikt: de identiteit achterhalen van 856 soldaten van het Rode Leger die aan de zuidrand van Amersfoort onder de grond liggen. Bij geen enkel graf had ooit een nabestaande gestaan. Dertien jaar lang heeft hij er uiteindelijk aan gewerkt. Het onderzoek voerde hem langs tientallen archieven in Nederland, Duitsland en Rusland. In het voorjaar van 2000 belde hij in Jalta op de Krim voor het eerst aan bij een nabestaande, de zoon van Vladimir Botenko, graf 363 op het ereveld. Inmiddels zijn de nabestaanden van 187 soldaten getraceerd. Toen Reiding eraan begon, was het Russische ereveld, evenals Kamp Amersfoort, in de vergetelheid geraakt. In de herfst van 1941 waren de Duitse bezetters op het gruwelijke idee gekomen om 101 zieke en vervuilde Sovjetsoldaten van het oostfront naar Kamp Amersfoort te brengen, waar veel leden van het Nederlandse verzet gevangen zaten. Waarom? Om die zogenaamde verzetsstrijders duidelijk te maken: “Deze apen zijn nou jullie bondgenoten.” De nazi’s wilden de Nederlandse gevangenen laten zien wat voor Untermenschen deze Mongools ogende spleetogen met hun bolsjewistische gedachtengoed waren. Van deze Aziatische Russen overleefden er 77 van de 101 de strenge winter van 1941/42. Op 9 april 1942 werden de overigen geëxecuteerd. Het Ereveld is aangelegd in 1947. Het is een verzamelplaats voor 865 Russische doden geworden. De 101 Centraal-Aziaten hadden in massagraven gelegen, voordat ze naar het Ereveld gebracht werden. De overige stoffelijke overschotten kwamen voor een groot deel van de begraafplaats Margraten in Limburg, die tot een exclusief Amerikaans kerkhof gemaakt was. Behalve de nabestaanden van Botenko hebben inmiddels tientallen andere familieleden het Ereveld kunnen bezoeken. Dankzij Remco Reiding, die zich samen met zijn Russische vrouw blijft inzetten voor het Ereveld en de Russische nabestaanden, zodat ook zij – na ruim 65 jaar - aan herdenken toekomen.
Maurice de Hond |
"Bedreigingen van de rechtsstaat zijn ook nu actueel."
BeantwoordenVerwijderenInderdaad, al eerder dan het moment toen Balkenende onze grondwet verkwanselde aan EU-kwezels.
Zonder het te beseffen hebben we een fascistische staat gecreerd.
Het wordt steeds erger die herdenking. Vliegtuigen mogen niet meer vliegen, kermissen worden stilgelegd, nog even en je sterft in een ambulance omdat die stil moet rijden. Wat mij betreft nooit meer 4 mei. En weer behoorlijke Jezusfilms rond Pasen.
BeantwoordenVerwijderenKijk, dit stuk gaat nog eens ergens over. Honderd keer beter dan een Damherdenking waar ze de praatjes maar beter achterwege kunnen laten.
BeantwoordenVerwijderenOnkiese keuze: opwinding om niets?
BeantwoordenVerwijderenAlle opwinding rond het besluit van het comité 4-5 mei, een (door ‘Westerbork’) geweigerd gedicht over een SSer op de Nationale Dodenherdenking 1940-1945 te laten voorlezen, komt niet uit de lucht vallen. Wat opvalt is dat velen de langzamerhand vergeten wereldoorlog 1940-1945 veronachtzamen, waaraan de Nationale Dodenherdenking en Nationaal Monument hun bestaansrecht ontlenen. Zij staan daarin niet alleen. Daar is een gewenningsproces aan vooraf gegaan.
Het is een logisch gevolg van het feit dat de Nationale Dodenherdenking doelbewust is omgevormd tot aanhangsel van ons buitenlands beleid na 1945. Er is eenvoudig een ‘memorandum’ aan vastgeplakt strekkende tot vandaag, dat ruimte geeft alle oorlogen die wij voerden resp. waaraan wij deelnemen, te legaliseren en ‘onze’ doden mee te nemen in de herdenking.
Een woordvoerder van dat comité 4/5 mei schreef mij op 25 mei 2011 o.a.: ‘In alle naoorlogse jaren is Nederland betrokken geweest bij meer dan vijftig oorlogssituaties en vredesoperaties.’ Hij schreef er niet bij in wiens belang... Doorzien we nu waaraan deze onverkwikkelijke zaak is te danken?
Wordt vervolgd.
Kees Mattijsen, Eindhoven, raek@planet.nl
www.raek.nl