Ik vond dat zo dom dat ik zweeg.

J.J. Voskuil 
We gingen aan tafel, die midden in de tuin gedekt was. Terwijl we zaten te eten, werd het langzaam donker. Peer vertelde dat zijn moeder en zusje op bezoek waren geweest. Dat hadden we gezien. We praatten over zijn vader. Hij dacht dat zijn vader een beetje homosexueel was geweest. Ik vroeg of zijn moeder wel eens een ander had gehad. Zover hij wist niet.
'We hebben Shoa van Claude Lanzmann gezien,' vertelde Nicolien.
'Wij ook,' zei Peer. 'Prachtig!'
'Een van de mooiste films die ik ooit gezien heb,' vond Petrus. 'Nou ja, mooi, mooi is eigenlijk het woord niet.'
'Vond je dat echt?' vroeg ik.
'Jullie niet?'
Lannzmann
'Wij hadden er nogal wat bezwaren tegen, hè Maarten?'
'Ik vond het een rotfilm,' zei ik.
'Nee, een rotfilm vond ik het zeker niet.'
'Waarom vond je het dan een rotfilm?' vroeg Peer.
'Omdat hij met twee maten meet. Alle joden zijn goed en alle niet-joden zijn slecht.'
'Ik zou zeggen dat hij daar ook wel het recht toe heeft,' merkte Petrus op, 'na wat de joden is aangedaan.'
'Daar heb je natuurlijk nooit het recht toe.'
'Maar je wilt degenen die de joden dat hebben aangedaan toch niet
verdedigen?' zei hij geëmotioneerd.
'Ik wil ze niet verdedigen, maar ik wil ze ook niet op voorhand veroordelen. Je zult altijd moeten beginnen met je af te vragen hoe je jezelf in die omstandigheden gedragen zou hebben.'
'Dat begrijp ik niet. Je vraagt jezelf toch niet af of je kampbewaker had kunnen zijn?'
'Maar je vraagt je wel af wat die man bewogen heeft. Je moet wel proberen te begrijpen hoe zo'n man in elkaar zit. Anders ben je nergens.'
'Dat is psychologie,' weerde hij af.
'Neem die kampbewaker in die film.' Ik was nu ook geëmotioneerd geraakt. 'Een kleine man. Het blijft onduidelijk wat hij echt gedaan heeft, maar Lanzmann geeft zichzelf wel het recht om hem te belazeren, om hem stiekem van de straat af te filmen terwijl hij hem beloofd heeft dat hij dat niet zal doen! Dat moet jij toch ook veroordelen!'
'Ik vind dat hij daar na wat er gebeurd is het volste recht toe heeft.'
'Dat meen je niet.'
'Ik vind dat je met zo'n man geen rekening meer hoeft te houden.'
'Maar wie is Lanzmann?'
'Lanzmann is een jood en als jood komt hij op voor de joden. Daar heeft hij alle recht toe.'
Dat standpunt ergerde me geweldig. Ik had moeite om mezelf onder controle te houden. 'Heb je Presser gelezen?' Ik was me bewust dat het dreigend klonk.
'Natuurlijk heb ik Presser gelezen.'
'Presser had honderdmaal, duizendmaal, ontelbare malen meer recht dan Lanzmann om verhaal te halen. Dat doet hij ook. Zijn boek trilt van emotie. Dat mag. Maar als hij in de gevangenis met Aus der Fünten praat, of met Nederlandse nazi's, dan is hij fair. Hij probeert te begrijpen hoe het mogelijk is dat deze mensen dat gedaan hebben. En hij probeert dat eerlijk. In tegenstelling tot Lanzmann is hij volstrekt correct. Dat impliceert ook, al maakt hij daar verder geen punt van, dat hij bereid is zichzelf in deze mensen te herkennen.'
Presser
'Ik wil geen oordeel uitspreken over Presser, maar ik vind dat een gevaarlijk standpunt, want de volgende stap is dat je zo iemand gaat verdedigen.'
'Dat is het niet! Iemand die op grond van zijn karakter een ander leed heeft toegebracht, dient in principe datzelfde leed te ondergaan.  Dat zal iedereen begrijpen als hij geen psychopaat is. Maar op de manier van Presser is dat een volstrekt zuivere conclusie! Je neemt de man serieus. Je stelt hem verantwoordelijk voor zijn daden. Voor die daden dient hij ter verantwoording te worden geroepen, maar zonder dat je zelf buiten schot blijft!'
'Je moet me niet kwalijk nemen, maar ik begrijp daar niets van,' zei hij stijf. 'Ik vind dat je gevaarlijk psychologiseert.'
'Zouden jullie nou niet eens ophouden?' zei Nicolien.
'Nee, ik houd niet op.' Ik keek haar even aan. 'Ik vind dit veel te belangrijk.' Ik schonk mijn glas bij, keek de tafel over, schonk het hare en dat van Petrus bij - dat van Peer was nog vol. De wind was gaan liggen. Op de tafel brandden kaarsen.
'Waar was ik?' Ik had te veel gedronken om meteen de draad weer op te vatten.
'Er viel een ongemakkelijke stilte. Lanzmann, Presser  - ik probeerde mijn gedachten weer op orde te krijgen.
'Gaan jullie nog met vakantie dit najaar?' vroeg Peer aan Nicolien.
'Nee, we hebben geen plannen,' antwoordde ze, 'omdat we al naar Ierland zijn geweest.'
Hun stemmen kwamen van ver. Ik keek naar Petrus. Zijn gezicht was verstoord. Plotseling klaarde mijn hoofd op. 'Heb je je ook niet geërgerd aan de manier waarop hij die Poolse boeren behandelt die vlak bij Auschwitz woonden?'
'Nee, waarom?' vroeg hij geprikkeld.
'Omdat ze niets gedaan hebben.'
'Ja, dat verwijt hij hen ook.'
'Maar dat is toch te gek voor woorden! Wat hadden ze kunnen doen?'
'De joden helpen?'
'Heb jij de joden geholpen?'
Hij verstarde. 'Daar hebben we het niet over.'
'Daar hebben we het wel over, want dat is precies het verwijt dat wij Nederlnders ook krijgen. Dat is best, maar alleen als je zelf wel wat gedaan hebt. Wat heeft Lanzmann gedaan? Wat heeft die kapper gedaan die hij interviewt alsof het een held is, alleen omdat hij in dat kamp zat, maar die op de keeper beschouwd gewoon gecollaboreerd heeft? Hoeveel joden die die boeren en ons nu veroordelen, zouden zelf wel wat gedaan hebben?'
'Je moet me niet kwalijk nemen, het is dat ik je ken, maar anders zou ik je verdenken van antisemitisme.'
Het verwijt maakte me woedend. 'Als het antisemitisme is wanneer je kritiek hebt op die mentaliteit, dan wil ik dat best voor mijn rekening nemen!'
'Dat meen je natuurlijk niet, hoop ik.'
'Wel waarachtig meen ik dat!'
'Zou je  nou niet eens ophouden?' herhaalde Nicolien.
Haar tussenkomst irriteerde me. Ik vond het onbegrijpelijk dat ze zich in deze discussie afzijdig hield, terwijl ze het met me eens zou moeten zijn.
'Ik vind dat je psychologiseert,' zei Petrus, 'terwijl het gaat om goed en kwaad.'
'Goed en kaad liggen psychologisch verankerd,' antwoordde ik. 'Dat is voor ieder mens anders. het gaat erom dat je vaststelt bij wie je hoort en die verdedigt.'
'Dat vind ik gevaarlijke kletspraat. Dan kun je iedereen wel verdedigen. Dan kun je ook Eichmann wel verdedigen als je vindt dat je op hem lijkt.'
'Je hoeft hem niet te verdedigen. Dat moet hij zelf maar doen. Maar je kunt wel proberen vast te stellen hoe je jezelf in die omstandigheden gedragen zou hebben. Misschien niet zo, misschien een kleine Eichmann, misschien had ik de moed gehad nee te zeggen, ik hoop het, maar ik mag er niet op voorhand van uitgaan, zoals Lanzmann.'
'Als je het zo stelt, dan maak je ruim baan voor groepsverdwazing,' meende hij. 'En dat standpunt is er verantwoordelijk voor dat er zes millioen joden vermoord zijn.'
Ik vond dat zo dom dat ik zweeg.
'En ik vind dat je Lanzmann onrecht doet door hem erop aan te vallen dat hij voor de joden opkomt,' vervolgde hij.
'Presser komt ook voor de joden op. Ik heb daar geen woord van kritiek op, integendeel.'
'Iedereen die zich tegen deze misdaden keert en de beulen ter verantwoording roept, verdient onze steun.'
'Iemand ter verantwoording roepen zonder begrip en de bereidheid tot zelfonderzoek is moord.'
Hij zweeg.
Ik schonk mijn glas opnieuw bij.
'Zou je dat nou nog wel doen?' zei Nicolien.
'Ja!' Ik keek naar Petrus. 'Jij nog?' Het klonk niet vriendelijk.
'Nee,' zei hij kwaad.

'Dat is toch te gek dat hij me voor antisemiet uitmaakt,' zei ik zodra we alleen waren. ik was woedend.
'Ik begrijp niet waarom je altijd moet discussiëren. Je kunt toch ook wel over gewone dingen praten?'
'Maar ik ben toch niet over die film begonnen?'
'Nee, maar je had er beter niet over door kunnen gaan toen je merkte dat Petrus het niet met je eens was.'
Haar opmerking verbijsterde me. Uit haar mond was het onbegrijpelijk. 'Maar ik mag toch zeker mijn mening wel geven?'
'En ik begrijp ook niet hoe je kunt zeggen dat je Eichmann wel begrijpt. Ik begrijp niemand. Ik heb aan iedereen de pest.'
'Ik heb niet gezegd dat ik Eichmann wel begrijp. Ik vind dat je je moet afvragen wat je zelf zou hebben gedaan in zijn situatie.'
'En het zijn mijn vrienden.' vervolgde ze zonder naar me te luisteren. 'Ik wil niet dat je daar ruzie mee maakt.'
Ik zweeg. Ik voelde me in de steek gelaten.

Uit: J.J. Voskuil - De Buurman, pag. 219-224, Uitgeverij Van Oorschot, Amsterdam. Bolcom


7 opmerkingen:

  1. Jezus..wat een vreemde kronkels maakt een mens als ´ie het niet kan opbrengen om op te komen voor joden.
    Wisten we al natuurlijk.
    Er komen steeds meer mensen die volkomen de draad kwijt zijn. Ik wil geen partij trekken, zeggen soms mensen waarvan je dacht dat er mee te praten viel..De waarheid ligt in het midden en waar er twee vechten hebben er twee schuld. En ´iedereen heeft recht op zijn mening´ en daar moet je dan ook nog respect voor hebben
    Zou het voor zoete koek gegeten en vervolgens onverteerd terug gebraakte PoMo zijn?

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Interessant gesprek. De hoofdpersoon is nog steeds voor berechtiging van oorlogsmisdadigers maar plaatst o.a. kanttekeningen bij de film Shoah omdat hij dat geen integere film vindt en wordt vervolgens voor antisemiet uitgemaakt.

    BeantwoordenVerwijderen
  3. Hij wordt voor antisemiet uitgemaakt omdat iedereen met z´n klompen aan voelt waar zijn kanttekeningen vandaan komen..
    Die kanttekeningen zijn bovendien ontzettend misplaatst: waar een argeloos mens na Shoah te hebben bekeken getroffen zou zijn door de details van die industriele vernietiging van de joden, door wat toentertijd toch voor een beschaafd volk doorging komt Voskuil´s alter ego met vergezochte en kleinzielige grieven om aan de exclusiviteit van de onvergelijkbare tragedie die de joden - en de mensheid! - getroffen heeft, korzelig af te doen..

    Het is akelig, maar jodenhaat is een hardnekkige, niet uit te roeien afwijking die de mensheid in zijn greep houdt, hoe moeilijk het ook is om dat onder ogen te zien en de verleiding te weerstaan er ´oorzaken´ voor te willen aandragen.
    Vooral natuurlijk voor efficiente mensen die het frisse idee zijn toegedaan dat het verleden voorbij is, en dat we nou weer fijn met schone lei verder kunnen.
    Hou maar op met je zogenaamd rationele tegenwerpingen, want voor je het weet ben je de stukken aan het plaatsen voor de volgende gruweldaad

    BeantwoordenVerwijderen
  4. Deze reactie is verwijderd door de auteur.

    BeantwoordenVerwijderen
  5. Toch is het een briljant stuk. Hoe hij het opgeschreven heeft dan...

    BeantwoordenVerwijderen
  6. Ik vind Voskuil hier tamelijk fout. Natuurlijk heeft Lanzmann het volste recht om een film vanuit het standpunt van het slachtoffer te maken. Volgens mij heeft hij ook nergens geclaimd objectief te willen zijn. En het feit dat je poolse boeren niet zou mogen verwijten dat ze niets deden (of erger...) omdat "dat precies het verwijt is dat wij Nederlnders ook krijgen. Dat is best, maar alleen als je zelf wel wat gedaan hebt" is te belachelijk voor woorden. Veel van dit soort z.g. objectiviteit mondt uit in een ontkenning van verantwoordelijkheid.

    BeantwoordenVerwijderen
  7. het is een roman ! of bent u dat vergeten ?Voskuil is niet fout, Maarten hooguit..!! Victor begrijpt niet veel van literatuur geloof ik. !

    BeantwoordenVerwijderen