Lawfare, boycot, redelijkheid en billijkheid

Al ruim negentig jaar woedt er een existentiële oorlog tegen de Joden in de enkele tientallen kilometers smalle landstrook tussen de Jordaan en de Middellandse Zee. Onderdeel van die oorlog is een niet aflatend propagandaoffensief. Daarin is de demonisering van Joden, en na 1948 ook van de Joodse staat, het meest venijnige en vredesperspectief-ondermijnende wapen.

Juridische jihadisten 
Niet minder demonisch en gevaarlijk dan reguliere demonisering is het recentere fenomeen van de
juridische oorlog tegen Israel. Deze wordt al lang niet meer alleen door mohammedaanse tegenstanders gevoerd, maar heeft inmiddels wel alle kenmerken van een juridische 'jihad'. Deze kreeg de treffende bijnaam lawfare, een woordspeling op warfare. De bedrijvers ervan beogen door manipulatie van 'het internationale recht' het zelfverdedigingsrecht en in veel gevallen zelfs het bestaansrecht van de Joodse staat te ondermijnen. Een belangrijk deel van deze anti-Israelische lawfare is antisemitisch, want gericht tegen Joodse vestiging in het centrum van Jeruzalem en de landstreken Judea ('Jodenland') en Samaria. Het is ook demoniserend, omdat deze Joden ervan worden beschuldigd misdadige en oorlogszuchtige kolonisten te zijn, terwijl zij alleen maar vreedzaam in hun eigen land willen wonen. In de visie van de juridische jihadisten mogen Joden echter niet wonen in het gebied waar zij vandaan komen en hetgeen naar hen is vernoemd. Zij mogen niet wonen in het gebied waar de Joodse koning David ruim 3000 jaar geleden zijn hoofdstad vestigde en waar sindsdien altijd Joden hebben gewoond -- ondanks vervolging en herhaaldelijke verdrijving. Zij mogen niet wonen in het gebied wat nota bene volgens het internationale recht aan het Joodse volk toebehoort. Dat laatste werd op de San Remo Conferentie van 1920 expliciet en onweerlegbaar vastgelegd. In San Remo en nergens anders werd de volkenrechtelijke basis gelegd voor de moderne Joodse staat en de grenzen daarvan. En die omvatten Judea, Samaria en Jeruzalem. Een behartenswaardige uitleg van dit rechtsfeit is te vinden op: http://www.givepeaceachance.info/ . Uit alle macht proberen de juridische jihadisten echter het door hen vervloekte 'San Remo' met hun mantel der onrechtvaardigheid te bedekken. En daarin hebben zij tot nu toe veel succes gehad.

PKN-organisaties boycotten Joodse reisgids 
Wim Kortenoeven
Lawfare gaat in de regel gepaard met oproepen tot de instelling van sancties tegen Israel, alsook tot desinvestering en het boycotten van Israelische producten en diensten. Dat laatste overkwam een mij bekende Israelische reisgids van Nederlandse afkomst. Zij ontving op 29 januari 2013 een schrijven van programmamanager Hanneke van den Biggelaar van de interkerkelijke organisatie voor internationale samenwerking ICCO. In de brief werd een overeenkomst voor een tour door Jeruzalem eenzijdig geannuleerd met de woorden: "Het heeft alles te maken met het standpunt van de organisaties waar ik voor werk en van waaruit ik dus ook de reis organiseer. Het is tegen ons beleid dat ik samenwerk met iemand die in een settlement woont en voor de diensten betaal." De betrokken reisgids woont in het dorpje Efrat ('Efrata') in Judea. De gidsenovereenkomst betreft een oriëntatiereis voor christelijke jongeren. En naast ICCO zijn bij die reis betrokken de Protestantse Kerk Nederland (PKN) en de PKN-onderdelen KerkinActie en JOP (Jeugdwerk Protestantse Kerk). Dat ICCO Joden boycot vanwege hun woonplaats hoeft niemand te verbazen. Men voert al ruim tien jaar politieke campagnes en boycotacties tegen de Joodse staat. Bovendien subsidieert ICCO andere anti-Israelorganisaties, waaronder de 'Electronic Intifada', een club die op haar beurt Hamas en Hezbollah promoot. Het lijkt echter onvoorstelbaar dat de PKN het boycotten van Joden en Israel zou steunen. 

Lawfare en VN-resolutie 242
Een van de bekendste Nederlandse voorvechters van lawfare tegen Israel is oud-minister van Justitie Dries van Agt. In zijn kruistocht tegen de Joodse staat heeft Van Agt het altijd over gerechtigheid. Maar hij en zijn kompanen bedrijven het ergste onrecht door het recht doelbewust te manipuleren en een valse voorstelling van zaken te geven. Zo verwijzen zij graag naar VN-Veiligheidsraadresolutie 242 (november 1967) om te eisen dat Israel zich volledig terugtrekt uit Judea, Samaria en 'Oost'-Jeruzalem. Echter, op grond van '242' moeten Israelische troepen zich terugtrekken uit "gebieden die in het recente conflict zijn bezet" (niet uit de gebieden). En dat heeft Israel inmiddels ruimschoots gedaan: in het kader van de vredesverdragen met Egypte en Jordanië en de troepenscheidingsovereenkomst van 1974 met Syrië. Resolutie 242 bevestigt voorts het door Van Agt en zijn kompanen genegeerde recht [van Israel] "op leven in vrede binnen veilige en erkende grenzen, gevrijwaard van dreigementen of gewelddaden". Verdedigbare grenzen dus.

Territoriale diepte 
Dat brengt mij bij het oorlogsrecht en het juridische principe van redelijkheid en billijkheid. Zelfs al zou in San Remo het Joodse recht op Judea, Samaria en Jeruzalem níet volkenrechtelijk zijn vastgelegd, dan nog zijn er andere juridische argumenten om Israel in het bezit van die gebieden te laten. In de eerste plaats vormden ze na 1917 geen onderdeel meer van een andere staat. Jordanië heeft ze in de anti-Israelische agressieoorlog van 1948 weliswaar bezet en later geannexeerd, maar dat werd door de wereldgemeenschap niet erkend. In juni 1967 viel Jordanië Israel opnieuw aan, maar verloor die confrontatie én de gebieden. Israel veroverde ze toen in een daad van legitieme zelfverdediging en kan er óók om die reden aanspraak op maken. Zonder die gebieden zou de territoriale diepte van de Joodse staat immers opnieuw worden gereduceerd tot een volstrekt onverdedigbare 15 kilometer (ter hoogte van Herzliya). Daarmee wordt een nieuwe oorlog tegen Israel feitelijk uitgelokt.
Na Auschwitz, na meerdere tegen de Joodse staat gevoerde vernietigingsoorlogen, en rekening houdend met de serieuze islamitische dreigementen om een nieuwe vernietigingsoorlog te voeren tegen de Joodse gemeenschap in de smalle landstrook tussen de Jordaan en de zee, gebiedt ook het rechtsbeginsel van redelijkheid en billijkheid dat Israel een reële overlevingskans wordt gegund. Het zou onrechtvaardig zijn om de Joodse bevolking van Israel te veroordelen tot wat door de Israelische staatsman Abba Eban treffend werd getypeerd als "Auschwitzgrenzen". Juist het wegnemen van een reële overlevingskans lijkt echter het werkelijke doel van de zich op rechtvaardigheid beroepende bedrijvers van lawfare tegen de Joodse staat.

Wim Kortenoeven 

Dit artikel werd gepubliceerd in IsraëlAktueel van maart 2013.

3 opmerkingen:

  1. Een correcte weergave van de huidige situatie, waarin de linkse kerk parasiteert op het Palestijnse slachtofferschap, en opportunisten als Dries van Agt, opgevoed onder de invloed van de antisemitische encycliek A quo Primum (1751) het Palestijnse volk als schaamlap gebruikt om zijn latent aanwezige antisemitisme te verhullen.
    Het nieuwe antisemitisme, waarin de individuele Jood als slechterik wordt ontzien, maar de haat zich keert tegen de Jood als volk of natie.

    BeantwoordenVerwijderen
  2. "Israel veroverde ze toen in een daad van legitieme zelfverdediging en kan er óók om die reden aanspraak op maken."

    Oorlog is een wrede gebeurtenis en voor de verliezer zijn de consequenties historische gezien erg groot. Met de zelfstandigheid is het daarna vaak gedaan, de overwinnaar bepaalt immers de toekomst van de verliezer. Iets dat wij tot nu toe oppermachtige Westerlingen een beetje vergeten zijn. En toch hebben ook wij Nederlanders kunnen zien, dat de Amerikanen Duitsland veroverde, en net als in heel Europa daar een Democratie vestigde en het land meer vijftig jaar lang met een enorm leger bezetten. Het is een van de meest succesvolle bezettingen, want niemand noemde het nog een bezetting en er waren zelfs Duitsers die gingen demonstreren tegen het Amerikaanse vertrek.

    De Polen weten natuurlijk wel beter wat oorlog betekend, want hun grenslijnen zijn al zo vaak opnieuw getekend. Want als je een oorlog verliest, is het heel gebruikelijk dat je ook grondgebied verliest. Dat kan zijn om economische redenen, en zeker ook om militair strategische redenen.

    De Arabieren hebben nu al zo vaak oorlog gevoerd, en sommige zijn nog steeds officieel in Oorlog met Israel, dat het historisch eigenlijk heel raar is om te verwachten dat het aangevallen land, Israel in dit geval, daarom nog die gebieden zou moeten opgeven die het in deze oorlogen heeft gevonden.

    Tegen de Arabieren moet verteld worden, maak vrede, want anders moeten jullie zelf gaan verhuizen. Zo was het altijd, en zo moet het weer worden, want alleen als mensen de prijs van oorlog moeten betalen zullen ze bereid zijn de concessies benodigd voor vrede doen. Hoe hoger de prijs, hoe meer kans op vrede.

    BeantwoordenVerwijderen
  3. Er werken intussen steeds meer Palestijnse Arabieren samen met Palestijnse Joden.
    Ook is het voor Palstijnse Arabieren uit het binnenland mogelijk, aan georganiseerde busgroepsreizen deel te nemen, voor een dagje naar zee.
    Aan de TH , het Technion, en aan de universiteit van Haifa studeren intussen 18 % Palestijnse Arabieren.
    Een goede afspiegeling van het aantal Arabieren met Israelische nationaliteit.
    Het probleem is, dat over de vele positieve ontwikkelingen door de mainstream-media niet wordt bericht.

    BeantwoordenVerwijderen