De Riffijnen!

Berberm_2

De Riffijnen!

Opmerkelijk, zo'n stuk in De Volkskrant*. Die Van Ooijen durft, ofwel er moet sprake zijn van een verandering in de tijdgeest.

Masculiene Riffijnen... Tja, zo scheer je dus niet de hele bevolkingsgroep van Marokkanen over één kam, maar potdorie toch wel degelijk een hele Marokkaanse subgroep, namelijk de Riffijnen!

Zijn er niet heus bijzonder veel reuze brave Riffijnen? O, o, o, het blijft toch uitkijken geblazen! Hoe moet dat, nee zonder gekheid, voor de overgrote meerderheid van brave Riffijnen zijn, wanneer er generaliserend in zo negatieve termen over Riffijnen wordt gesproken? Alsof het speciaal Riffijns is om ambulance personeel te belagen of een buschauffeur met een mes in de hals te steken! Heeft zich al een verontwaardigde mannelijke woordvoerder van een Riffijnse belangenbehartigingsorganisatie gemeld om te vertellen dat het heel erg fout, want generaliserend en stigmatiserend is, om hier van Riffijnen te spreken? Jammer genoeg heb ik de Volkskrant niet zelf, maar het lijkt mij toch dat PvdA-wethouders als Robin de Bood dit niet zo maar over hun kant kunnen laten gaan en dat de ingezonden brievenrubriek moet vollopen met veel bijzonder boze reacties.

Dat doet er toch niets toe dat het toevallig Riffijnen zijn? Het zijn trouwens gewoon in Nederland geboren Nederlanders met een Nederlands paspoort in een achterstandswijk. Wat voegt het toe om van Riffijnen te spreken?

Die Van Ooijen kon wel eens vóór stigmatiseren zijn, als ik hem zo lees. Als intelligente, keurig Nederlands sprekende, universitair goed geschoolde en buitengewoon genuanceerd denkende en hun woorden goed afwegende Marokkanen terecht tegen stigmatiseren waarschuwen spreekt hij van Pavlov-reacties. Pavlov! Dat was toch iets met het kwijlen van een domme hond op het geluid van een bel? Hoe respectloos! Ze worden "vaak gesteund door autochtone cultuurrelativisten", voegt hij daar ook nog aan toe. Nu, dan voel je wel dat hij niet veel met autochtone cultuurrelativisten op heeft, en dat terwijl cultuurrelativisme natuurlijk een heel respectabele, ja bij uitstek fatsoenlijke positie is, een hoognodig tegenwicht tegen het misplaatste superioriteitsgevoel van de doorsnee blanke westerling. Juist de autochtoon siert het wanneer hij oprecht cultuurrelativist is. Die keurige Marokkanen en die autochtone cultuurrelativisten hebben een succesformule, schrijft Van Ooijen, want: "zij leggen de vinger op een nog steeds gevoelige zenuw van de Nederlandse cultuur: de angst voor discriminatie en stigmatisering." Dit lezend bekruipt mij het gevoel dat Van Ooijen die zenuw al te gevoelig vindt en dat het wat hem betreft tijd wordt dat die zenuw eens wat minder gevoelig wordt. Hij lijkt uit te zien naar de tijd dat we bevrijd zijn van de angst om te stigmatiseren en te discrimineren en dat we het weer eens lekker ouderwets op een potje discrimineren en stigmatiseren kunnen zetten, zoals ze dat voor de oorlog ooit in Duitsland gewend waren. Ja toch? Niet dan? Maar meneer Van Ooijen, dat wij hier bang zijn te discrimineren en te stigmatiseren, dat strekt de Nederlandse cultuur toch juist tot eer? Dat is tenminste iets positiefs dat we uit de bezettingsjaren hebben overgehouden!

Kees Rudolf

* Aanpak Marokkaanse criminelen moet pijn doen - Huug van Ooijen, De Volkskrant, 16.9.2008.
Complete tekst: zie eerste reactie.

3 opmerkingen:

  1. De Volkskrant, 16.9.2008

    Aanpak Marokkaanse criminelen moet pijn doen

    Criminele Marokkaanse jongeren moeten direct worden opgesloten en geraakt worden op hun gevoeligste plek, hun portemonnee, betoogt Huug van Ooijen.

    Het ambulance-incident, waarbij een Marokkaanse jongen het ambulancepersoneel met de dood bedreigde, is illustratief voor de beleidsreacties die op dit soort gebeurtenissen volgen.

    Met gillende sirenes stormt men op het probleem af, spreekt zijn verontwaardiging uit, voegt er aan toe dat het weer die Marokkanen zijn en dat natuurlijk niet alle Marokkanen zo zijn. Bestuurders kondigen ferme maatregelen aan en trekken zich terug in hun beleidsbastion.

    Dan is het wachten op het volgende incident.

    Dit 'ambulancebeleid' heeft rituele kenmerken. Het eerste is dat men maar wat roept, meestal iets ondoordachts. In dit geval spant wethouder Marijke Vos de kroon met haar idee in het onderwijs aandacht te besteden aan het ambulancewerk omdat leerlingen niet zo goed zouden weten wat dit inhoudt. Als deze malle aanbeveling navolging krijgt, wordt het in het onderwijs nog druk met buschauffeurs, vroedvrouwen, dokters, thuiszorgwerkers, winkeliers, homo's, joden, wandelende en fietsende vrouwen en andere passanten – ze hebben immers allen last van Marokkaanse relschoppers.

    Het tweede kenmerk zijn de Marokkaanse pavlov-organisaties, vaak gesteund door autochtone cultuurrelativisten. Zij leggen de vinger op een nog steeds gevoelige zenuw van de Nederlandse cultuur: de angst voor discriminatie en stigmatisering. Zo werd Cohen door het Samenwerkingsverband van Marokkanen in Nederland verweten dat hij 'stigmatiseert' en daarmee 'een hele bevolkingsgroep over een kam scheert'. Tot nu toe is het een succesformule gebleken, al heel wat minderheidsgroepen hebben dankbaar gebruik gemaakt van deze Hollandse neiging tot zelfkastijding.

    En zo keert de ambulance weer terug naar de garage, met achterlating van wat gesubsidieerde projecten en veelal Marokkaanse hulpverleners, zonder te weten wat de patiënt precies mankeert en zonder zich af te vragen hoe je het volgende incident kunt voorkomen.

    Maar er is hoop. De onvermoeibare Ahmed Marcouch stelt dat het gedrag van de jonge 'kwelgees - ten' wel degelijk Marokkaanse wortels heeft (Forum, 13 september).

    Volgens hem botst hier een overlevingsmentaliteit uit de Marokkaanse berggebieden op een cultuur van hulpvaardigheid uit de lage landen. Is dit asociaal gedrag typisch voor Nederland?

    Neen, ook in Brussel, Anderlecht en Sint-Jans Molenbeek verdwijnen steeds meer autochtone jonge vrouwen uit het straatbeeld, omdat ze worden lastig gevallen door jonge Marokkaanse mannen. 'We zijn het beu uitgemaakt te worden voor hoer', liet in 2005 de Belgische staatssecretaris van Gelijke Kansen Brigitte Crouwels weten.

    Wij menen dat er sprake is van een ernstig probleem: de Marokkaans- Riffijnse masculiene cultuur botst voortdurend met de Nederlandse feminiene cultuur. De eerste slaagt er niet in te integreren en de reactie van de Nederlandse samenleving wordt gekenmerkt door vals begrip, medelijden, schuldgevoel, zelfkastijding, wanhoop en onmacht. Binnen de Marokkaanse gemeenschap voltrekt zich een verontrustend proces van toenemende nadruk op etniciteit en islam. Een op achterklap en achterdocht gebaseerde, vaak van een uitkering afhankelijke groep, met een sterk misplaatst eergevoel, staat wantrouwend en vijandig tegenover de Nederlandse samenleving.

    Zij lijdt aan misplaatst slachtofferschap, verstikkende sociale controle en korte lontjesgedrag Natuurlijk zijn er veel 'goede en normale' Marokkanen, die ook balen van het gedrag van de relschoppers, maar het is deze ziekmakende context waarin veel jongeren opgroeien, waarin zij elkaar 'op - naaien' op straat en in het buurthuis met alle negatieve gevolgen van dien.

    Hoe kunnen we de Marokkaanse overlastgevers zodanig aanpakken dat zij het voortaan uit hun hoofd laten nog een keer over de schreef te gaan? Hoe kunnen we voorkomen dat tijdens het aanpakken van deze groep niet een volgende lichting al weer klaar staat? Is het nog wel mogelijk de Marokkaanse gemeenschap erbij te betrekken?

    Wij stellen voor bij elk incident de jongeren meteen op te pakken, in een politiecel te zetten, ouders erbij te halen en hen financieel te laten boeten. Kan men het niet betalen, laat de jongere er dan voor werken. Het moet pijn doen, de portemonnee is de gevoeligste plek. Het idee dat 'je in Nederland alles kan flikken, zonder ervoor te moeten boeten' moet verdwijnen.

    Naast de materiële straf moeten deze asociale jongeren verplicht les krijgen in beschaving, in normen en waarden en omgangsvormen.

    Er moet een open en eerlijk beschavingsoffensief van start gaan, waartoe ook Marcouch oproept.

    De publieke sector mag asociaal gedrag niet meer pikken en dient van zich af te bijten. Het is zaak dat richting overlastgevers en Marokkaanse gemeenschap, bij elke gepaste gelegenheid, helder wordt gemaakt op welke democratische en humanistische beginselen de Nederlandse samenleving is gebaseerd en hoe wij hier met elkaar omgaan.

    Ook moeten we ophouden met het stimuleren van de failliete Marokkaans- Riffijnse groepscultuur.

    De Marokkaanse gemeenschap is sterk verdeeld en lijdt aan cliëntelisme.

    Zodra van buitenaf kritiek komt, sluiten de rijen zich. Trek de subsidies voor de zichzelf in stand houdende Marokkaanse organisaties zonder achterban in, hou op met specifieke etnisch gebonden projecten, speerpunten, plannen van aanpak en activiteiten.

    Als dit wordt gerealiseerd, kunnen we eindelijk ophouden met de wederzijdse stigmatisering. Iets waarvan de vele goedwillende en goed geïntegreerde Marokkanen maar al te vaak last hebben. Een stevige, gedurfde en intensieve aanpak is nodig, duidelijk, consequent en individueel gericht.

    Huug van Ooijen is cultureel antropoloog en heeft onderzoek gedaan naar Marokkaanse jongeren in Gou da.

    BeantwoordenVerwijderen
  2. (ingezonden) Ter aanvulling: Het Parool, 16.9.2008

    'Misdaad ook etnisch registreren'


    'Misdaad ook etnisch registreren

    BeantwoordenVerwijderen
  3. Leuk humoristisch stuk en natuurlijk weet Kees Rudolf heel goed:

    De mantra van "je mag niet generaliseren" is met name heel leuk bedacht om te voorkomen dat bepaalde problemen en culturele uitingen van discriminatie en onderdrukking die heel cultuurgebonden zijn, om die vooral maar niet aan die cultuur te koppelen, waardoor er geen discussie ontstaat die deze kwesties zouden kunnen doen veranderen. Het is een heel kwalijke mantra die de intolerantie binnen een gemeenschap ondersteunt en ten koste gaat van het vrije individu. Het wordt gebruikt om maatschappelijke kritiek te smoren.

    BeantwoordenVerwijderen