Zelfislamisering versus Verlichtingsfundamentalisme

Constandse-lezing 2006

Zelfislamisering versus Verlichtingsfundamentalisme - Hans Jansen

Op een dag in januari van het jaar 630 trekt het leger van Mohammed van verschillende kanten de stad Mekka binnen. Acht jaar eerder, in 622, had Mohammed samen met zijn volgelingen zijn vaderstad Mekka verlaten. Mohammed en zijn aanhang waren in 622 bij machte uit Mekka te vertrekken omdat ze ergens anders welkom waren. Ze waren er in geslaagd uitgenodigd te worden om zich te komen vestigen in het naburige, deels door joden bewoonde Medina.

Medina was toen nog nauwelijks een stad. Het was een landbouwoase die vooral leefde van de dadelteelt. Maar het zou al spoedig blijken dat de moslims niet naar Medina waren geëmigreerd om daar dadels te komen verbouwen. Ze waren naar Medina gekomen om de wereld te veranderen.

Sinds hun aankomst in Medina waren de moslims dagelijks in getal, kracht en aanzien toegenomen. Ongeveer een jaar na Mohammeds aankomst in Medina voelden de moslims zich sterk genoeg om te beginnen aan een onwaarschijnlijk project: de systematische onderwerping van het gehele Arabisch schiereiland aan de islam. Na verloop van weer zo’n acht jaar, in de loop van het jaar 629, was het einde van dat karwei in zicht gekomen. Op de bewuste dag in het begin van januari van 630 was Mohammed terug in Mekka. Het was die dag de beurt van Mekka, waar het verhaal van Mohammed begonnen was, om geïslamiseerd te worden.

Volgens de islamitische overlevering, en andere bronnen over deze gebeurtenissen zijn er niet beschikbaar, vallen er de dag van de moslimse invasie van Mekka bij allerlei schermutselingen in het totaal vijftien of zestien doden. Dat is niet zo veel, want van georganiseerd verzet tegen de komst van de moslims was geen sprake. Dat er weinig verzet geboden werd, kwam niet doordat de Mekkanen de islam eigenlijk best wel een interessante verrijking van hun cultuur vonden. Het ontbreken van verzet had een totaal andere oorzaak.

En die oorzaak was, even vrij vertaald, dat de Burgemeester en de Wethouders van Mekka, terwijl hun stad onder de voet werd gelopen, thee zaten te drinken bij Mohammed in diens commandotent. Ze hadden zich net officieel tot de islam bekeerd, de stemming was opperbest, en samen met Mohammed en diens legeraanvoerders haalden ze herinneringen op aan hun onderlinge veldslagen en conflicten van de afgelopen tien jaar.

De bevolking van Mekka wordt ondertussen aan zijn lot overgelaten. Er zijn Mekkanen die zich nog wel enigszins proberen te verzetten. Toch, bij gebrek aan organisatie van dat verzet maakt de gefragmentariseerde bevolking van de stad maar liever gebruik van de door de moslims afgekondigde amnestie die geldt voor een ieder die zich aan hen onderwerpen wil. Dat onderwerpen verloopt overigens niet zonder mokken. Wanneer de bewoners van het Arabisch schiereiland niet veel later toch nog een laatste poging ondernemen om zich van Mohammed te ontdoen, wat uitloopt op de slag bij Hoenayn, lukt het gemakkelijk om brede steun van de Mekkanen te krijgen.

Het standaardverslag van de gebeurtenissen die in die tijd hebben plaats gevonden, is van de hand van een zekere Ibn Ishaq, die meer dan een eeuw later, ongeveer in 750 in Irak, zijn verhaal zwart op wit gezet heeft. Zijn verslag is nog steeds het oudste bewaard gebleven samenhangende relaas van het leven van Mohammed. Als Ibn Ishaq zijn boek schrijft, hebben de moslims al ruim een eeuw ervaring in het observeren van de elites van de gemeenschappen die zij hun wil willen komen opleggen.

De observaties die Ibn Ishaq neerschrijft over de bestuurders van steden die op het punt staan voor de islam te capituleren zijn klinisch en helder. Wat dit betreft lijdt het betoog van Ibn Ishaq niet aan enige vorm van prekerigheid. Bij veel verhalen die Ibn Ishaq over Mohammed vertelt, is dat anders. Veel van zijn verhalen zijn mogelijk niet gebaseerd op een herinnering aan een gebeurtenis, maar het zijn preken in verhaalvorm, ongeveer zoals wij dat kennen uit het verhaal van de Barmhartige Samaritaan. Mogelijk zijn alle verhalen die Ibn Ishaq vertelt een mengeling van vrome fantasie en historische herinnering. Maar helaas, er is behalve onze moderne intuïtie eigenlijk geen criterium bij de hand om die twee van elkaar te scheiden.

Hoe het ook zij, het komt er op neer dat in de moslimse ervaring, zoals Ibn Ishaq die al tegen het jaar 750 AD verwoordt, zuiver zakelijke technocratische bestuurders snel bereid blijken moslimse eisen geheel of gedeeltelijk in te willigen. Zulke technocratische bestuurders willen eigenlijk steeds zo snel mogelijk een deal maken met de moslims. Er hoeft maar iets van een islamitische dreiging aan de horizon te verschijnen of de superbestuurders passen zich aan en proberen het hun mogelijke nieuwe meesters naar de zin te maken.

Deze superbestuurders beschouwen zichzelf als superrechtvaardig, want in hun ogen zijn alle ambities en toekomstdromen van al hun onderdanen allemaal even supergewichtig dan wel allemaal even superdwaas. Dat sommige van die ‘onderdanen’ zich niet als onderdaan beschouwen, en maar van een ding dromen, de triomf van de islam, willen en kunnen deze bekwame supermannen en supervrouwen niet geloven of begrijpen.

Vanuit dit soort bestuurders zelf gezien is het ongetwijfeld een heel rationele houding die zij innemen. Ze zijn dagelijks bezig met brandjes blussen, en ze beschouwen de moslims als het zoveelste brandje. Verder weten bestuurders, overal ter wereld, uit eeuwenlange ervaring dat terreur en godsdienst een brandbare combinatie vormen, maar dat het meestal wél gaat om een soort vuur dat na een tijdje als vanzelf uitdooft, tenzij natuurlijk externe factoren het vuur blijven aanblazen. Een goede bestuurlijke elite beschouwt het eigen vermogen tot het absorberen van vreemde aspiraties en evidente malligheid als onbegrensd. Zo’n elite voelt zich als de Borg uit StarTrek: You will be assimilated. Resistance is futile.

Voor wie nooit naar StarTrek kijkt gaan we dit toch maar in gewone Nederlandse termen vertalen: In 1966 liep er een verwarde wat oudere jongeman in een regenjas langs de Amsterdamse grachten om praatjes te venten. Hij liet dat ook nog filmen. Hij wist daarmee een aantal jaren wat vriendjes in de Kamer gekozen krijgen. Een regime dat in staat was die man en zijn vriendjes te absorberen denkt natuurlijk ook in huis te hebben wat je nodig hebt om de moslims aan te kunnen. Maar dat staat nog te bezien. De islam heeft opvattingen over integratie en assimilatie die heel wat ouder zijn dan het jaar onzes Heren 1966. Op dat terrein hebben de moslims een even hoge dunk van zichzelf als de Borg.

De eerste overname van een stad of land door de moslims, was zoals bekend in 622, die van de oasestad Medina. Er was daar, aan de vooravond van de komst van Mohammed en de zijnen, sprake van twee bestuurders: een zekere Abdallah Ibn Ubayy, over wie we horen dat ‘niemand zijn gezag bestreed’. Ook was er een voorman die ‘de monnik’ werd genoemd omdat hij voor de komst van de islam asceet was geweest en een monniksmantel gedragen had. Deze ‘monnik’ luisterde naar de naam Aboe Aamir.

Het verschijnen van Mohammed en de moslims heeft deze Ibn Ubayy van zijn koningsschap over Medina beroofd, en dat terwijl zijn onderdanen al een diadeem om hem mee te kronen klaar hadden liggen. Ondanks die teleurstelling gaat Ibn Ubayy na een poosje, mogelijkerwijs zonder veel enthousiasme, tot de islam over. Maar Abou Aamir, zijn collega in het tweemanschap dat over Medina heerste, ‘weigerde hardnekkig te geloven’. Hij bleef de rest van zijn leven voor de moslimse troepen uit vluchten. Eerst naar Mekka, na de val van Mekka naar de stad Ta’if, en als ook die stad in handen van Mohammed valt, ten slotte naar Syrië. Daar overleed hij.

Ibn Ishaq weet dan nog te vertellen dat Caesar een conflict over de verdeling van zijn nalatenschap heeft moeten beslechten. Caesar is een titel die de antieke Arabieren aan elke Romeinse militaire bevelhebber toekenden, ongeacht zijn rang. Het zal wel om een lokale gouverneur of garnizoenscommendant zijn gegaan. Die opmerking over de verdeling van zijn nalatenschap is interessant, en wil er vooral op wijzen dat Aboe Aamir de sharia en de islam is blijven afwijzen, zelfs nog tot na zijn dood. Met volle overtuiging was hij de zaak van Byzantium en het christendom toegedaan. Capituleren voor de macht van de islam is hij levenslang blijven afwijzen.

Direct al bij de moslimse overname van Medina tekenen zich alzo twee typen van reacties voor het eerst duidelijk af: aan de ene kant halfhartige zelfislamisering, en aan de andere kant de principiële weigering het eigen cultuurgoed over boord te gooien. In tegenstelling tot de zelfislamiseerders zijn de weigeraars steeds mensen die zelf hardnekkig iets van oordeel zijn over de mens en de wereld, die hun eigen cultuur kennen, en die hun eigen cultuur respecteren. In het geval van Aboe Aamir was het het christendom dat hem zijn kompasgevoel dicteerde, en voor veel mensen vandaag de dag is het christendom dat nog steeds.

Het is duidelijk dat er meer ideologieën bestaan die mensen immuun voor de islam kunnen maken, maar het is tegelijkertijd nog duidelijker dat de post-moderne onwetendheid daar niet bij hoort. Wie denkt dat of iets waar is, er maar vanaf hangt hoe je naar de dingen kijkt, zo iemand is wanneer het eenmaal vrij worstelen wordt, geen partij voor solide activistische vroomheid van welke aard ook.

Ook de modieuze regenteske opvatting dat alle godsdiensten eigenlijk apekool zijn, is geen effectieve bescherming tegen de islam. Integendeel, wie gelooft dat alle godsdienst apekool is, onderschat zijn belagers. En, het is sneu voor Nederland, maar wij worden al jaren bestuurd door bestuurders die godsdienst, de islam incluis, als apekool beschouwen. En die vanwege hun minachting voor de islam en andere godsdiensten de risiko’s miskennen die inherent zijn aan machtsuitoefening door godsdienstige groepen.

Terug naar het Medina van 622. Had Aboe Aamir er gelijk in dat hij zijn leven lang voor de islamitische troepen uit bleef vluchten? Anders dan wij kon hij de geschiedenis van de islam immers nog niet kennen. Maar laten we eens kijken naar wat er precies gebeurde op de dag dat Mohammed Mekka innam, in januari 630. Een zekere Abdallah ibn Khatal was een Mekkaan die twee zangeressen in dienst had, die in hun liederen Mohammed plachten te bespotten. Mohammed gaf opdracht hen alle drie te doden. Een van de meisjes wist te vluchten en kreeg later amnestie.

Een andere Mekkaan, een zekere Huwayrith ibn Nuqaydh, had Mohammed beledigd, en werd door Mohammeds pleegbroer en schoonzoon Ali gedood. Een zekere Sara, een vrijgelaten slavin, ook cabaretière, had Mohammed beledigd. Ze wist nog een aantal jaren in leven te blijven maar is uiteindelijk gedood. Een zekere Miqyas was na een bloedwraakkwestie uit de islam getreden en vanuit Medina naar Mekka teruggegegaan. Ook hij werd gedood. Voor wie gewend is aan de Tweede Wereldoorlog of het communisme waar doden meestal met miljoenen tegelijk geteld worden, is het inderdaad niet veel. Tegelijkertijd is het goed denkbaar dat Aboe Aamir achteraf de juiste beslissing heeft genomen door voor de moslimse linies uit weg te vluchten.

Maar nu krijgen we iets raars. Meteen op de dag dat de stad Mekka in 630 in moslimse handen viel, zijn er dus een kleine twintig doden gevallen. Bovendien ziet het er naar uit dat de geringheid van het dodental eerder te danken is aan de heidense Mekkaanse leiders die hebben afgezien van het bieden van tegenstand, dan aan de moslims, die met een groot en indrukwekkend leger koers naar Mekka hadden gezet.

Karen Armstrong is in Nederland een van de best verkochte auteurs over godsdienst. Maar zij schrijft in haar boek over de islam van 2004: ‘Mohammed wist de stad Mekka in te nemen zonder een druppel bloed te vergieten’. Nu, volgens de islamitische overlevering is dat niet waar. Er gaapt een afgrond tussen de ongeneerde rapportage van Ibn Ishaq over Mohammeds bloedvergieten enerzijds, en anderzijds de bezweringen van Karen Armstrong, de diva van de zwevende hemel, de moeder-overste van de zelfislamiseerders.

Bij haar zelfislamisering is mevrouw Armstrong overigens de koers kwijt, en verdedigt ze haar favoriete godsdienst met argumenten die in strijd zijn met de inhoud van de gezaghebbende islamitische godsdienstige handboeken. Eigenlijk is het beledigend voor de islam dat Mevrouw Armstrong denkt dat ze de moslims een plezier doet door over bepaalde zaken uit de islamitische geschiedenis te liegen.

Dat laatste is trouwens een algemeen kenmerk van de zelfislamiseerders. Ze bevinden zich op zo grote afstand van wat de moslims werkelijk willen, dat je hun houding haast niet kunt beschrijven zonder woorden als ‘fantasie’ dan wel ‘liegen’ te moeten gebruiken. Dat wil niet zeggen dat we zelfislamiseerders niet serieus moeten nemen.

Bestuurders die aan het zelfislamiseren zijn geslagen, zijn kwade vijanden voor wie met hen in conflict komt. Ze missen meestal wel de benodigde vertrouwdheid met de materie maar besturen, intimideren en klemrijden, daar hebben ze verstand van. Er is een recent voorbeeld in de openbaarheid gekomen: de actie van het bestuur van de Utrechtse Theologische faculteit tegen hoogleraar Pieter van der Horst. Ten onrechte meende het faculteitsbestuur dat er moslims bestaan die zich beledigd zouden kunnen gaan voelen door de inhoud van zijn afscheidscollege. En niet zo maar moslims: het zou gaan om ‘goed-georganiseerde moslimjongeren’. U ziet het bloed al van de goedgeslepen messen afdruipen. En het bleek allemaal fantasie van het faculteitsbestuur te zijn.

Weer terug naar de jaren twintig en dertig van het Arabië van de zevende eeuw. Ook bij de verovering van de landbouwoase Khaybar en de stad Ta’if, krijgen we verhalen te horen over hoe Mohammed de leiders van zijn vijanden heeft aangepakt. Een van de notabelen van Ta’if wordt voor een enorm bedrag omgekocht, en heeft dan het probleem dat hij tegenover zijn minder bedeelde stadgenoten er discreet over moet blijven dat hij gaat overlopen. Deze omgekochte notabel maakt nog een mooi gedicht over zijn bekering, waaruit blijkt dat hij niet goed weet wat een profeet eigenlijk is en dat hij denkt dat Mohammed een helderziende is, een soort Jomanda:

Niet zag of hoorde je onder alle mensen
Ooit van een man als Mohammed
Hij houdt zijn woord en schenkt grootmoedig gaven
Wanneer je dat wilt, bericht hij je over de gebeurtenissen van de dag van morgen

Een andere leider, die van de oase Khaybar, heeft daarentegen minder geluk. Hij is jood en wordt er van verdacht de kas verborgen te hebben. Hij wordt geïmmobiliseerd, vervolgens wordt hij in opdracht van Mohammed gemarteld. Er wordt een vuurtje op zijn borstkas ontstoken, maar het slachtoffer weet niets of hij wil niets zeggen, en moet zich laten doodmartelen. Het verhaal zit overigens vol met antisemitische clichés die ik hier maar liever even oversla, het is zo al erg genoeg.

Het is in dit verband vermeldenswaardig dat tijdens een demonstratie in Amsterdam op 22 juli 2006 jonge moslimse demonstranten leuzen riepen die refereerden aan deze geschiedenis bij de oase Khaybar. De demonstranten riepen letterlijk: ‘Khaybar, Khaybar, o joden, het leger van Mohammed zal terugkeren’. Maak uw borst maar vast nat, zou ik zeggen.

Ik heb er alle begrip voor wanneer u het ophalen van deze oude geschiedenissen als anti-moslimse stemmingsmakerij beschouwt. Maar mag ik er toch op wijzen dat niet ik maar een aantal Amsterdamse moslims op 22 juli jongstleden die leuzen over Khaybar geroepen hebben? Wat ik nu doe is u uitleggen waar die leuzen op slaan.

U zou uw eventuele wrevel trouwens niet op deze onnozele demonstranten moeten richten, maar op een stadsbestuur dat zulke schandelijke openbare oproepen tot marteling en moord tolereert. Als Aboe Ghoerayb niet mag, waarom zouden deze veel erger dingen, een vuurtje stoken op iemands borstkas totdat de dood er op volgt, dan wel mogen? Omdat Mohammed er opdracht toe heeft gegeven?

Linkse politici neigen eerder tot zelfislamisering dan rechtse. Daarom hoorde Ayaan Hirsi Ali ook in de VVD thuis, en niet in de PvdA. Linkse politici willen de maatschappij, en met name de zogenoemde maatschappelijke structuren, ‘wezenlijk’ veranderen. Nu, dat willen de moslims ook. Links is tegen Amerika, en wel, dat zijn de moslims ook. Links is stedelijk, en dat zijn de moslims ook, denkt u maar aan Constantinopel, Cordoba, Cairo, en al die andere moslimse metropolen. De islam is een typische grotestadsgodsdienst.

Links is, grof geformuleerd, van oordeel dat onze kapitalistische consumentistische racistische neokolonialistische materialistische & seksistische maatschappij niet deugt. Ook de imams vinden dat. En weet u waar allochtone jongeren voor het eerst te horen krijgen dat de Nederlandse maatschappij niet deugt en op de schop moet? Een aantal jaren geleden ben ik dat allochtone studenten voorzichtig eens gaan vragen, en het antwoord luidde onveranderlijk: ‘Maar meneer, bij maatschappijleer natuurlijk’. Het is duidelijk dat als de imam dat in zijn preken bevestigt, voor veel jongeren de cirkel rond is.

Het huwelijk tussen links en de islam is voorwaar in de hemel gesloten, a match made in heaven, en zal de mens dan scheiden wat God verenigd heeft?

Linkse politici willen nivelleren, in die zin dat de sterkste schouders de zwaarste lasten te dragen krijgen, en we vinden dat als vanzelfsprekend redelijk, we zouden niet anders meer durven, we zouden niet eens meer weten hoe het anders kan. Maar het is wel iets heel anders dan de zwakken sterker en weerbaarder maken, wat ook wel een aardig doel zou zijn. Het komt er in werkelijkheid op neer dat nivellering de sterken zwakker maakt, en de zwakken niet sterker. In tegendeel, de zwakken hebben steeds meer hulp nodig om de kloof met de sterken te overbruggen, en het is wel duidelijk wie er moet opdraaien voor de kosten van die hulp, en voor de kosten van de organisatie en de bureaucratische begeleiding van die hulp. (1)

Kil bekeken willen die moslims die het Westen de oorlog hebben verklaard, ook niets anders dan eerlijk nivelleren, zij het op een andere golflengte. Zoals u weet heeft de islamitische cultuur een duizendtal jaren de wereld om zich heen weten te domineren, ongeveer zoals het nu de Verenigde Staten van Amerika zijn die sinds de jaren veertig de planeet domineren. De moslims zijn, na duizend jaar, ergens in de zeventiende eeuw hun voorsprong op het Westen kwijt geraakt.

Dat heeft vele oorzaken gehad. Een daarvan is dat de moslims niet hebben meegedaan aan de ontdekking van Amerika. Verder telt het ook zwaar dat de machthebbers in de islamitische wereld geen grenzen aan hun macht gesteld wilden zien, zodat wetenschappelijke en economische ontwikkelingen die de overheid mogelijk minder machtig zouden hebben kunnen gaan maken, altijd de kop is ingedrukt. Westerse machthebbers waren ook wel niet dol op grenzen aan hun macht, maar die zijn door het bestaan van kerken, kloosters en gilden altijd geconfronteerd geweest met tegenspelers die doodeenvoudig niet te elimineren waren. Misschien speelt een kleine klimaatsverandering in de jaren 1500-1700 ook een rol. Maar u weet, het eindresultaat is dat de politieke cultuur van de islamitische wereld in het teken staat van het concentratiekamp, de galg en het vuurpeloton.

Dus zijn de islamitische maatschappijen nu zwakker dan de Westerse. Behalve olie wordt er in de islamitische wereld dan ook niets geproduceerd dat wie dan ook buiten de islamitische wereld de moeite waard vindt of hebben wil. Finland heeft Nokia, Nederland heeft Heineken, Frankrijk heeft Bordeaux, Italië heeft Fiat, Japan heeft sashimi en suomo, Amerika heeft Microsoft, de islamitische wereld heeft niks. Ook geen Nobelprijzen in de Bèta-vakken, nauwelijks Olympische medailles, geen militaire successen behalve die die behaald zijn op de eigen inwoners – denk aan Darfoer en huiver.

Grote groepen in de islamitische wereld vinden dat verontrustend. Uiteraard erkennen ze de superioriteit van het Westen, maar ze hebben geen vrede met die superioriteit. Ze willen dat veranderen. Jammer genoeg niet door de islamitische wereld aan te pakken, maar door het Westen aan te pakken. De enige methode waarmee zulke groepen het Westen kunnen raken is terreur. Op elk ander gebied zouden de vijanden van het Westen direct zwaar de klos zijn. Dus plegen er moslims in naam van de islam terreur tegen het Westen, en laten zich daarbij inspireren door hun droomfantasie over de uiteindelijke triomf van de islam.

Het is maar hoe je het bekijkt, maar hoe je het ook bekijkt, het is wel degelijk nivellering. Zonder dat het de terroristen iets kost, gaat een steeds groter deel van ons geld naar de bewaking van personen, instellingen, faciliteiten, gebouwen, en zo voort. Uit respect voor de islam moet u uw schoenen uittrekken – niet alleen in de moskee maar ook op elk Amerikaans vliegveld, onder het oog van speciaal daarvoor opgeleide en betaalde functionarissen.

Opvallend vaak proberen politici en bestuurders van links de beschermende maatregelen die terreur moeten bemoeilijken, ineffectief te maken. Mag ik een voorbeeld noemen? Bijvoorbeeld door er op aan te dringen dat Ayaan door een leuke multiculturele mix van bewakers beschermd werd. Politiek heel correct, voor het zaklopen op Koninginnedag echt enig, zo’n multikulti mix, maar het had als bijeffect dat de codes van Ayaans alarminstallatie bekend konden raken bij mannen die neven hebben die mogelijk de mannen zijn tegen wie Ayaan nu juist bewaakt moest worden.

Ook door wat als racial profiling bekend staat als een vorm van superfascisme af te schilderen, probeert links de kansen voor de moslims te vergroten. Wie racial profiling een zinnige maatregel vindt, kan tegenwoordig wel op het dak gaan zitten. Nee, ook Chinese grootmoeders moeten intensief gecontroleerd worden, terwijl de hele terreurhandel gedragen wordt door nagenoeg uitsluitend moslimse mannen van 17 tot 30 jaar.

Links is volslagen zorgeloos over de eventuele politieke macht van een godsdienst. Links is absoluut ook niet bang voor die macht, omdat weldenkend links gelooft dat het einde van alle godsdiensten niet lang meer op zich zal laten wachten, ongeveer zoals vrome joden de messias verwachten. Die messias kon nog wel eens komen, je weet het maar nooit, maar echt, het einde van de godsdienst staat niet voor de deur. Zo lang mensen onvervulbare wensen koesteren, zullen er godsdiensten blijven bestaan die plechtig beloven die wensen toch te zullen vervullen. De rare verwachting dat het met godsdiensten snel zal zijn afgelopen is trouwens een erfenis van de Verlichting.

Ook op het punt van Jihad is links gevoeliger dan de verlichtingsfundamentalisten. Jihad wordt door God in zijn koran aan de gelovigen opgelegd. Jihad is oorlog tegen de niet-moslims. Iemand die u iets anders vertelt, probeert u te bedriegen. Moslims strooien hun tegenstanders graag zand in de ogen met zweverige verhalen over hoe Jihad ook innerlijke, psychische strijd voor een beter zelf kan zijn. Ja zeker, Mein Kampf zal u bedoelen. Jihad, zie de door moslims voor moslims gemaakte handboeken, is strijd tegen elke vorm van gezag en macht die niet door de islam gelegitimeerd wordt. Zoals Samir A. liet zien, ook dus tegen de Nederlandse overheid.

Jihad is landverraad, en moet dienovereenkomstig bestraft worden. Jihad is strijd, en strijd is ook van de linkse dromen een traditioneel onderdeel. In het refrein van het antieke strijdlied De Internationale horen we:

Makkers, ten laatste male
tot de strijd ons geschaard
en d’ Internationale
zal morgen heersen op aard.

Precies dit zelfde sentiment ligt ook ten grondslag aan de islamitische jihadideologie. Geen wonder dat links en de islam liefde op het eerste gezicht is geweest.

Voor we het over de verlichtingsfundamentalisten gaan hebben, eerst nog iets over de christenen. Die zijn ongeveer gelijk verdeeld tussen de zelfislamiseerders en de verlichtingsfundamentalisten. Christenen hebben namelijk een groot probleem: Jezus van Nazareth, die door christenen als de stichter van hun godsdienst beschouwd wordt, was zelf geen christen maar een gelovige jood. Om dat probleem op te lossen worden al eeuwen lang allerlei constructies aangedragen en allerlei theologieën neergezet.

Ook de moslims hebben voor dit probleem een mooie oplossing in de aanbieding. Jezus was, net als Adam, Abraham, Mozes en David eigenlijk moslim! Heel wat christelijke theologen vinden dat eigenlijk best aardig. Een moslimse Jezus, fraai is het niet, maar het is in ieder geval beter dan een jodenman. Een amusant voorbeeld van de vervanging van de joodse Jezus door een moslimse Jezus kon u horen op 1 december jongstleden: de oratie van de theoloog dr Karel Steenbrink, benoemd tot hoogleraar te Utrecht, over een volgens hem in de koran vervat ‘correctief evangelie’. Gek genoeg heeft het bestuur van de Theologische faculteit in deze rede geen reden tot ingrijpen gezien. Het spreekt vanzelf dat een christen die de joodse Jezus eenmaal geïslamiseerd heeft, vervolgens ook zelf graag aan de beurt komt voor zelfislamisering.

En dan de verlichtingsfundamentalisten. Het is een term die geïntroduceerd is om Ayaan Hirsi Ali en haar companen zwart te maken, maar die er om schreeuwt om een geuzenterm te worden. Net als de term ‘fundamentalisme’ zelf, is ‘verlichtingsfundamentalisme’ als term een succes geworden nog voor er over de inhoud en de betekenis was nagedacht. Maar daar gaan we wat aan doen.

Ik stel voor om bij de invulling van de geuzenterm ‘verlichtingsfundamentalisme’ bij de ethiek te beginnen. Met een paar grote stappen zijn we dan snel thuis. Verlichtingsfundamentalisme gaat uit van de antieke gouden regel Quod tibi non vis, alteri non feceris, ‘wat gij niet wilt dat u geschiedt, doe dat ook een ander niet’. De Romeinse keizer Severus Alexander (222-235) vond deze Gouden Regel zelfs zo mooi dat hij die op zijn paleis en op openbare gebouwen liet zetten. Wie die regel schendt, door te roven of te doden, geeft daarmee aan de overheid een vrijbrief om die regel ten aanzien van hemzelf ook te breken, en hem zo mogelijk te straffen. Daarbij moet de overheid dan wel heel zeker van haar zaak zijn, want in dubio pro reo, in geval van twijfel gaat de verdachte vrijuit.

Godsdienstige vergrijpen en ketterijen kunnen dan niet langer aardse bestraffing opleveren, want godsdienst en twijfel gaan samen als een hand en een handschoen. Bij elke beschuldiging van een godsdienstig vergrijp is er gezien de aard van het vergrijp voldoende twijfel aanwezig om de verdachte niet te laten onthoofden, doodtrappen of ophangen. Daarmee zijn dan alle bedreigingen die de islamitische sharia uit jegens niet-moslims en ex-moslims van de baan. Dat geeft weer even lucht.

Voor verlichtingsfundamentalisme is het essentieel dat de overheid daadwerkelijk het monopolie op het gebruik van geweld heeft. Het moet niet zo zijn dat er stadswijken bestaan die gebukt moeten gaan onder de fysieke controle van een vrome testosteronbrigade of dat ex-moslims voortdurend moeten blijven vrezen voor hun leven. Binnen zo’n systeem van verlichtingsfundamentalisme hebben moslims en christenen en elke andere religiueze beweging volstrekte vrijheid van godsdienst, mits ze hun handen thuis houden. Wie zijn handen niet thuis houdt, moet misschien zwaarder gestraft worden dan thans het geval is. Het is moeilijk te bedenken welke bezwaren de multiculturisten tegen zulk verlichtingsfundamentalisme in kunnen brengen dat in twee woorden is samen te vatten: handen thuis.

Simpel als het klinkt, er zijn moslims die wel degelijk tegen zulk verlichtingsfundamentalisme willen strijden, en die bereid zijn in de strijd hiertegen zo nodig te sneuvelen of opgehangen te worden. Sayyid Qutb, de geestelijke vader van het moderne islamitische fundamentalisme, liet zich in op 28 augustus 1966 glimlachend naar de galg voeren. Hij wist dat zijn martelaarsbloed niet tevergeefs vergoten werd. Hij streed tegen uw en mijn vrijheid van godsdienst. God hebbe zijn ziel.

Verlichtingsfundamentalisten hebben een probleem dat Sayyid Qutb niet had. Ze willen liever niet voor hun verlichtingsfundamentalisme sterven. Toch zullen ze er over na moeten gaan denken wat ze eigenlijk wél willen. Zich verzetten, met alle risiko’s van dien, of zich laten uitschakelen door mensen die zo zeker van hun zaak zijn dat ze zich glimlachend laten ophangen.

We zullen in ieder geval heel goed op het gedrag van de overheid moeten letten. Ook de kerstening van Europa zou niet mogelijk zijn geweest als de toenmalige lokale en nationale overheden er niet enthousiast aan hadden meegewerkt. Zonder overheidssteun kan geen enkele godsdienst de maatschappij waarin ze rondwaart gaan overheersen of tot last worden. We zullen dus goed moeten opletten of de volksvertegenwoordigers die wij gekozen hebben en de ministers die ons regeren zelfislamiseerders of verlichtingsfundamentalisten zijn. Want, om van Randwijk te citeren:

Een volk dat voor tirannen zwicht
Zal meer dan lijf en goed verliezen
Dan dooft het licht.


Dames en heren, dit was nog net niet alles wat ik u vanmiddag zeggen wou. Ik wil u ook nog voorstellen om straks wanneer het programma dat toestaat een dronk uit te brengen op twee afwezigen: Pim Fortuyn en Theo van Gogh. Neem me niet kwalijk dat ik mij alweer ga bedienen van bijbels jargon, maar mogen zij beiden, ondanks hun getiktheden, samen met de profeten, martelaren en heiligen schuilen onder de troon van de Allerhoogste.

Hans Jansen

Reacties

1 opmerking:

  1. Deze man heeft mooi gesproken. Ik kan hem niet op onwaarheden betrappen.
    Was het maar zo dat men deze gedachtengang ook op de andere abrahamitische geloven losliet. Neem een Wilders, die weliswaar elkenel valide punten maakt ten opzichte van de islam, maar zijn geloofwaardigheid vervolgens volledig onderuit haalt door te beginnen over joods-christelijk gedachtengoed.
    Zo komen we er natuurlijk nooit...

    BeantwoordenVerwijderen