De 50 beste gedichten
Manuel Bandeira - In diepe slaap (1930)
Toen ik gisteren insliep
Het was de nacht van Sint-Jan
Was er vrolijkheid en drukte
Geknal van bommetjes Bengaals vuur
Stemmen gezang en gelach
Rond de brandende vuren.
Midden in de nacht werd ik wakker
Hoorde geen stemmen meer geen gelach
Alleen ballonnen
Dreven over
In diepe stilte
Alleen het geluid van een tram
Zo nu en dan
Doorboorde de stilte
Als een tunnel.
Waar waren zij die zojuist nog
Dansten
Zongen
En lachten
Rond de brandende vuren?
-Ze sliepen allemaal
Ze lagen allen
Te slapen
In diepe slaap
*
Toen ik zes jaar oud was
Kon ik het eind van het Sint-Jansfeest niet zien
Omdat ik in slaap viel
Nu hoor ik de stemmen niet meer uit die tijd
Mijn grootmoeder
Mijn grootvader
Totônio Rodrigues
Tomásia
Rosa
Waar waren zij allemaal?
-Ze slapen allemaal
Ze liggen allen
Te slapen
In diepe slaap.
(vertaling August Willemsen)
'Willen weten waarom iets mooi is, is een zekere weg naar de waanzin', aldus August Willemsen naar aanleiding van In diepe slaap in zijn essaybundel De taal als bril. Evenzozeer vraag ik mij al lang af waarom dit gedicht niet zozeer een van mijn favorieten alswel mijn uitgesproken favoriet is en waarom ik het om de paar dagen weer wil lezen, keer op keer op keer. Waarom vind ik dit op het oog zo simpele gedicht zo ontroerend?
Het waardevolle van poëzie wordt mede verklaard vanuit het feit dat het altijd iets onverklaarbaars houdt, maar er zijn zeker een aantal elementen op te noemen die dit gedicht zo groots maken. Het moet iets te maken hebben met diezelfde simpelheid van taal, de beelden die worden opgeroepen, het mooie van de stilte van de zwevende ballonnen, in al zijn eenvoud zo beeldend beschreven, het geluid van de tram die diezelfde stilte doorsnijdt. Maar het is vooral de analogie van het Sint-Jansfeest naar het leven zelf, het oproepen van hen die allen liggen 'Te slapen, In diepe slaap', de enorme troost die uitgaat van de bijna bezwerende slotstrofe die in het origineel Profundamente nog mooier is. (Niets ten nadele van August Willemsen, de vertaling is prachtig, maar dit is gewoon een verschil in taal):
- Estão todos dormindo
Estão todos deitados
Dormindo
Profundamente.
De dood is in dit gedicht niets om bang voor te zijn. August Willemsen verklaart deze houding tegenover de dood vanuit het feit dat Bandeira vanaf zijn achttiende leed aan tuberculose (pas tegen zijn vijftigste verdween het gevaar en Bandeira bereikte de gezegende leeftijd van 82 jaar). De dood was derhalve altijd dichtbij en verloor daardoor zijn grimmigheid, aldus Willemsen.
Manuel Bandeira (1886-1968) is een van de grootste Braziliaanse dichters van de 20e eeuw. Zijn werk wordt in zijn geboorteland wel a poesia da ausência genoemd, de poëzie van de afwezigheid of het gemis, al moge uit het voorgaande duidelijk zijn dat het niet gaat om een smartelijk gemis. In zijn gedichten gaat Bandeira vaak 'op zoek naar de verloren tijd', naar het Recife van zijn kinderjaren. Daarbij keren een aantal personages regelmatig terug, als een soort archetypen van het verleden, zoals hier Tôtonia Rodrigues en Tomásia, de oude kokkin uit het huis van zijn grootvader.
Niet voor niets lijken de gedichten van Bandeira vaak op kinderversjes, al zijn die op het oog zo simpele woorden bedriegelijk Hoe vaker je de gedichten herleest, hoe meer erin te ontdekken valt en hoe meer je bemerkt hoe goed ze in elkaar zitten, zoals bij de sterke analogie tussen het feest en het leven zelf in In diepe slaap.
Voor zover mij bekend, is er slechts één uitgave met vertalingen van Bandeira door August Willemsen, maar die bundel stamt uit '82 en ik heb geen idee of deze uitgave nog verkrijgbaar is. Geïnteresseerden verwijs ik daarom naar het eerdergenoemde De taal als bril (De Arbeiderspers, Synopsis, 1987), niet alleen een van de leukste essayboeken die ik ken, maar direct een mooie inleiding op de grote Portugese dichter Fernando Pessoa en vele andere namen uit de Braziliaanse literatuur. Voor hen die het Portugees een beetje beheersen, is er nog veel fraais te vinden via het net.
Kees Bakhuyzen
Obrigado, muito obgrigado, obgrigadinho's.
BeantwoordenVerwijderenImho kun je portugeze gedchten alleen waarderen als je op je schoot de teksten hebt liggen in zowel het Nederlands (august w) als het Portugees/Braziliaans c.q. Portugees en een voordracht door een landsman hoort. De klank van die talen is zoveel anders dan het Spaans en het slepen van al die essen en ssjjen moet je horen. Essentieel. Zonder die voordracht kan het alleen maar mooi zijn. Met die voordracht plus een dot kennis van land en volk wordt het schitterend. Vertel maar niet dat Portugezen of Brazilianen eigenlijk moslims zijn uit Al'garbe die zo schitterend kunnen voordragen uit een sprookje voor een nacht. Niet doen want anders vliegt Pension Hommeles naar Down Under om U mussenbeten te bekomen.