Gerard Reve over zijn Werk & Leven - Tom Rooduijn, pagina 149.
(...)
Het bracht hem op een jeugdherinnering. 'Ik was op een socialistisch jongenskamp op de Veluwe. Het was zondag, de leiders waren weg. Er werd gevoetbald wat niet mocht. We trapten met de bal een ruit in van een klein huisje. Ik nam het op me dat in orde te maken en ging naar een naburig dorpje. Alle gordijnen waren dicht. Ik klopte aan bij een verfwinkel, gaf de maat op en kreeg het stuk glas en wat stopverf. Ik wilde betalen, maar dat mocht niet. Want het was zondag.
"Dan komen we morgen terug." Kon ook niet. Dat maakte diepe indruk op me. Vrome gereformeerden met veel kinderen, die geen herrie maakten en vonden dat je iemand in nood moest helpen. Zonder eraan te verdienen. Die mensen zijn in de oorlog heel moedig geweest.'
Hij had ooit nog serieus overwogen tot het joodse geloof toe te treden, bracht ik in herinnering. 'Ja, een goed geloof. Joden hielden zich goed aan de wetten, maar wezen plezier, zang en dans niet af. Je hoefde het helemaal niet overal mee eens te zijn. Maar ik had geen zin in die besnijdenis. En het was niet zo makkelijk om joods te worden. Maar ja, ik moest ergens bijhoren.
'Waarom moest je ergens bijhoren,' vroeg ik.
'Je vindt allerlei religieuze ideeën bij zo'n club. Waarom zou je je er dan niet bij aansluiten?'
Zijn eerste religieuze ervaring, toen hij als kind 's zondags op de dijk luisterde naar een groepje mensen dat 'bij een traporgeltje heroïsch psalmen zong', wakkerde zijn belangstelling aan.
'Later ging ik stiekem naar de grote negentiende-eeuwse katholieke kitschkathedraal in Diemen,' vertelde hij. 'Ik hoorde die gezangen en die mensen die erg vrolijk waren, lachten. Ik dacht dat godsdienstigen voortdurend schuldbesef hadden en moesten wenen. De katholieke kerk is er voor iedereen. Je mag socialistisch zijn, alles mag. Een katholieke processie is vreedzaam. Marcheren met rode vlaggen is lelijk. Ik vond dat ook gênant, toen al, en een vernedering, dat er bij ons thuis iets was dat alles overheerste.'
Revelaties
Tom Rooduyn
Gerard Reve over zijn Werk & Leven
Uitgeverij Conserve
2002
Bol.com
One day some people asked Reve,
BeantwoordenVerwijderen“Why doesn’t our dear Reve keep the
Ramazan fast?” Reve replied, “By Allah I would, but my condition doesn’t allow it.” One of us asked, “If someone who was
fasting invited you to an iftar would you go?” “Ah! Without doubt!” responded Reve. Our Vaize (a vaize is sort of a female imam) exclaimed, “My God! You don’t follow any of Allah’s regulations yourself yet you are so eager to accept an invitation to eat from one of Allah’s obedient
servants?” Reve countered, “Why do you reprimand me? You all know that Allah is the Most Merciful of the merciful. He forgives with ease all those who spurn His call. But are the human beings like that? For the least of
reasons, they are insulted and dishonoured.
Because of that it’s necessary to accept their invitations immediately!”