David Bowie: Young Americans (1975)


Too good to be forgotten (9)

[Waarin aandacht voor de platen die onterecht buiten de lijstjes van ‘De Beste 100’ vallen.]


David Bowie: Young Americans (1975)


Na een reeks klassiek geworden albums - van het folkgetinte David Bowie (later Space Oddity) uit 1969 tot het stilistisch veelomvattende Scary Monsters uit 1980, ging David Bowie op de commerciële toer met drie platen die hem in de jaren ’80 zowel ongekend succes als afkeer van critici en fans van het eerste uur opleverden. Ruim twee decennia later blijken die platen helemaal niet zo slecht als vaak gedacht – Let’s Dance (1983) en vooral Never let me down (1987) hebben zo hun momenten, alleen het uit ’84 stammende Tonight is een ware draak – maar het kwaad was geschied: Van een van de meest ‘coole’ rockmuzikanten uit de jaren ’70 – met Low en “Heroes” en de slogan ‘There is punk, there is new wave and there is David Bowie’ overleefde Bowie zelfs de voor vele oudgedienden funeste berdreiging van de punk – verviel Bowie tot absoluut ‘uncool’. Het Tin Machine-project van eind jaren ‘80/begin jaren ’90 bracht weinig soelaas. Pas vanaf de jaren ’90 deed Bowie weer bewuste pogingen opnieuw ‘en vogue’ te raken, maar echt gelukt is het nooit, dit ondanks het in artistiek opzicht zeer geslaagde tussendoortje The Buddha of Suburbia uit 1993 (opnieuw uitgebracht in 2007) en de hereniging met producer Tony Visconti op Heathen uit 2002, Bowie’s beste plaat sinds 1980, maar zeker in Nederland neergesabeld door de critici. Bowie kan bij ons echt geen goed meer doen, dit i.t.t. de UK, waar men nog altijd meer achting heeft voor zijn groundbreaking platen uit de jaren ’70 en waar ook zijn in artistiek opzicht meer geslaagde recentere platen veel positiever worden beoordeeld.

Gezien dit alles is het niet verwonderlijk dat Bowie steeds verder wegzakt in de lijstjes van ‘De beste 100’. Dat geldt bepaald niet voor ondergetekende: Hunky Dory (1972) is al jaren mijn favoriete plaat, op de voet gevolgd door Ziggy Stardust (1973), precies de twee platen die je nog wel tegenkomt in die lijstjes van critici en lezers.

Bowieyoung
Als het echter aankomt op de plaat die ik het meest heb gedraaid in zeg de afgelopen vijf jaar, dan maakt Young Americans uit 1975 de meeste kans op de eerste plaats te eindigen. Ik krijg nooit genoeg van Bowie’s ‘plastic soul’ en blijf deze prachtplaat herontdekken. Mooi, warm, swingend; Young Americans is en blijft een van Bowie’s sterkste platen, maar het grote publiek en zeker de critici lijken de plaat vergeten te zijn. Zelfs the man himself heeft er naar horen zeggen afstand van genomen. Uitermate vreemd, want als er één plaat is die aantoont op welke geniale wijze Bowie zichzelf opnieuw kon uitvinden dan is het wel Young Americans.

De kiem werd gelegd tijdens Bowie’s Amerikaanse toernee in 1974 – vastgelegd op David Live, een door critici en Bowie zelf zeer ten onrechte verguisde dubbelplaat. Bowie raakte onder de indruk van de Amerikaanse soul van de vroege jaren ’70, met name de nieuwe ‘Philly sound’ van componisten/producersduo Gamble & Huff, zoals beroemd geworden door acts als The O’Jays, The Three Degrees en Philly’s eigen huisorkest MFSB (Mothers, Fathers, Sisters & Brothers). Op David Live is te horen dat er tijdens de toernee een hoofdrol was weggelegd voor Aladdin Sane (1973) en Diamond Dogs (1974), maar Bowie was al op zoek naar iets anders. Geïnspireerd door de Amerikaanse soulklanken besloot Bowie te gaan werken aan een waar soulalbum, met nieuwe muzikanten als de zeer swingende gitarist Carlos Alomar. Zelfs gerespecteerde soulzanger Luther Vandross werd gevraagd zijn medewerking te verlenen. Aldus luidde Young Americans Bowie’s ‘Amerikaanse’ periode in.

Tony Visconti – vriend en producer uit het verleden – werd teruggehaald en met hem nam Bowie een reeks zeer homogene, prachtige soulnummers op in Philadelphia (waar anders?). Ingeleid door het enorm swingende titelnummer tot mijn favoriet ‘Right’; alles op Young Americans is even prachtig. - Dat wil zeggen; vooral alles op de originele Young Americans. Enkele weken na afronding van de opnames bevond Bowie zich in de New York, waar hij John Lennon ontmoette. De twee organiseerden een jamsessie in de Power Plant studio’s, met als resultaat een coverversie van de Beatles classic Across the Universe (een compositie van Lennon) en het funknummer Fame. Iedereen was zo onder de indruk van met name dit laatste nummer dat Bowie besloot deze twee songs toe te voegen aan Young Americans. Dit betekende dat twee door Visconti geproduceerde nummers van de lijst werden gehaald. Toen ‘Who can it be now?’ en ‘It’s gonna be me’ in 1991 eindelijk op plaat verschenen, bleek hoe prachtig ze pasten bij de rest. De twee nummers die voortkwamen uit de Bowie/Lennon-samenwerking zijn veel meer vreemde eenden in de bijt. Goede nummers op zich, maar ik heb een voorkeur voor de originele setlist. Bowie’s keus bleek echter een prima zet want Fame leverde hem zijn eerste Amerikaanse nummer 1 hit op.

De ‘Amerikaanse’ of ‘soul’ periode werd opgevolgd en tegelijkertijd afgesloten met het al even geniale Station to Station uit 1976. Bowie zelf schijnt zich niets van de opnamen te kunnen herinneren. Hij leefde in deze jaren met zijn neus een tikkeltje te stevig in de coke, als een zombie in zijn huis in Los Angeles dat er van buiten meer uitzag als een onneembare vesting. Bowie was van de wereld, mogelijk een belangrijke oorzaak van het feit dat hij zich liever distantieert van deze periode. Het optreden in de Dick Cavett show, waarin Bowie het titelnummer van Young Americans ten gehore brengt, laat goed zien hoe vel over been en ‘coked’ Bowie in die tijd was. Maar coke of geen coke: Young Americans is een inmiddels zeer ten onrechte vergeten meesterwerk, dat de weg plaveide voor vele acts, met name de soul-oriented Britse ‘New Romantics’ als ABC, Duran Duran en Spandau Ballet. Dat is misschien geen grootse erfenis, maar de plaat zelf – inmiddels volop verkrijgbaar inclusief alle oorspronkelijk geplande nummers - staat 35 jaar na dato nog altijd als een huis.

Kees Bakhuyzen

‘Young Americans’ in The Dick Cavett Show:
http://www.youtube.com/watch?v=Bed-pnf6oGY

‘Right’ (sound only):
http://www.youtube.com/watch?v=HABUcnLRcK4

6 opmerkingen:

  1. Een van m'n favoriete Bowie nummers is en blijft:

    Let's dance!

    http://www.youtube.com/watch?v=30AVhf-ZLwM

    BeantwoordenVerwijderen
  2. fame met john: http://www.youtube.com/watch?v=Lvzg5qgNNDM&feature=related

    van station naar station:
    http://www.youtube.com/watch?v=JwbxckoDgUA&feature=related

    maar dit is ook subliem, zoete jannie:
    http://www.youtube.com/watch?v=7FdWPeHFAMk

    BeantwoordenVerwijderen
  3. nou vooruit dan, nog eentje.
    Ziggy:
    http://www.youtube.com/watch?v=9a-8Zs5yXI4&feature=PlayList&p=2138705F2AA87BB0&playnext=1&playnext_from=PL&index=4

    BeantwoordenVerwijderen
  4. Deze reactie is verwijderd door een blogbeheerder.

    BeantwoordenVerwijderen
  5. Ik heb gisterenavond de dubbel-dvd 'Best of Bowie' weer eens bekeken. Wat een feest! Ik houd nog steeds het meest van Bowie's 'soul- en funk-nummers': Fame, Five Years, Fashion, Ashes to ashes, Golden Years en Let's dance'. Dat zijn nummers die me telkens weer raken. Maar er is meer en het blijft spannend om naar de man te kijken, of ie er nou als androgyne buitenaardse rockster uitziet of als 'the thin white duke'... (een swingende Bowie in net pak, is onweerstaanbaar).

    Zag ook het youtube filmpje (Fame) met John Lennon uit 1975, heel bizonder, maar wat stond die Bowie toen allejezus stijf van de coke!

    Leuk om bij dit artikel te lezen:

    http://nl.wikipedia.org/wiki/David_Bowie

    Bowie is pas 62 jaar!

    BeantwoordenVerwijderen
  6. Michael Jackson, een stuk jonger dan Bowie, is zojuist overleden

    Michael Jackson overleden

    BeantwoordenVerwijderen