Wijn


Wijn

'Welzeker', zegt Madame Morin. 'Ik heb veel over uw land gehoord. Een tante van ons - ja, het is eigenlijk geen echte tante, maar we zeiden altijd tante tegen haar - die is verleden jaar nog in Brussel geweest. Een grote stad, een prachtige stad! En iedereen spreekt er Frans! Ze zeggen dat het komt omdat het vroeger bij Frankrijk was.'

'Alles was vroeger bij Frankrijk', stel ik vast. 'Het waren ook betere tijden dan nu.'

Mevrouw Morin kijkt mij heel even vorsend aan. Dan, na een kort nadenken, brengt ze de oervroeg te berde: 'Verbouwt men in uw land ook wijn?' Ik knik. 'O ja? Wat voor wijn is dat dan, Monsieur Rêve?'

'Witte wijn, Mevrouw', begin ik haar uit te leggen. 'Wij hebben alleen witte wijn, omdat het in ons land altijd erg koud is. Een groot deel van het jaar is ons land overdekt met sneeuw en ijs. Als de wijn geoogst moet worden, ligt er al een dik pak sneeuw over de wijnvelden. Om die sneeuw weg te krijgen, hebben we grote windmolens - moulins à vent - die met de wind die ze maken de sneeuw van de druiven blazen, zodat ze geoogst kunnen worden. Ze zijn bevroren, als ze geplukt worden, maar dat hindert niet, want het is een speciale soort. Ze worden ontdooid, en de wijn wordt geperst. Het eerste vat is voor onze koningin. Op de eerste dag van het Oogstfeest verschijnt de koningin op het balkon van haar paleis. Honderdduizenden mensen staan te kijken. En dan drinkt de koningin de eerste nieuwe witte wijn uit een reusachtige kristallen bokaal, die ze in één lange teug leeg moet drinken. Daarna voert ze op het balkon een korte rituele dans uit, en als die afgelopen is, barst een groot wijnfeest los, dat drie dagen achtereen duurt.'

'Witte wijn', zegt Mevrouw Morin zonder enige geestdrift. 'Houdt uw koningin daarvan?'

'Ze moet hem wel opdrinken, die witte wijn, omdat het volk dat wil', leg ik uit. 'Maar ze drinkt zelf veel liever rood; ze heeft veel liever een goede rode wijn.'

'Maar die verbouwen ze dus in uw land niet', stelt Mevrouw Morin snel en met nauwelijks verholen leedvermaak vast. 'Wat voor soort rode wijn drinkt ze dan, uw koningin?' En ietwat beschuldigend laat ze erop volgen: Uw koningin komt heel weinig in Frankrijk, geloof ik, is het niet?'

'Onze koningin heeft een klein huisje in Italië, aan de zee', begin ik te vertellen. 'Ze is het liefste waar het heel eenvoudig en stil is. Onze koningin houdt niet van drukte of van wasmachines of allerlei weelde, of van veel personeel. Ze doet vaak zelf het huishouden. En bijvoorbeeld zelf koffie zetten, dat vindt ze gewoon heerlijk! Ze kookt ook vaak zelf het eten. Hare Majesteit zegt: "Een vrouw moet iets te doen hebben. Een vrouw mag niet stilzitten. Er is altijd wel iets wat gedaan moet worden".'

'Daar heeft uw koningin groot gelijk in', beaamt Mevrouw Morin met klem. 'Je moet iets doen, het geeft niet wat. Weet u, dat ik me helemaal beroerd veel, als ik niets te doen heb? Ik word er gewoon ellendig van, eerlijk waar.'

'Maar in dat huis van onze koningin dus, in Italië', ga ik voort, 'daar is op een keer een jonge journalist over de muur geklommen en binnengedrongen. En opeens staat hij pal tegenover de koningin! Hij schrikt zich natuurlijk een ongeluk, maar de koningin stelt hem gerust en glimlacht en vraagt: "Wat wil je allemaal weten, jongmens?"'

Mevrouw Morin glimlacht met bijna moederlijke tederheid. 'Ze is geloof ik erg eenvoudig, uw koningin.'

'Ja, erg eenvoudig', bevestig ik. 'En daarom antwoordt ze ook heel gewoon en geduldig op alle vragen van die jonge journalist. Hij wil graag weten, wat Hare Majesteit het liefst eet. "Ach", antwoordt de koningin, "een mens moet alles leren eten wat goed en gezond is. Ik vind eigenlijk alles wel lekker. Behalve rode kool, maar die groeit hier niet." Onze koningin houdt niet van rode kool, dat is bekend', zeg ik verduidelijkend.

Mevrouw Morin schudt, bijna betoverd door de glans van het aardse sprookje, peinzend het hoofd.

'En toen wilde die jongen natuurlijk ook weten, wat Hare Majesteit het liefste dronk. En wat zegt onze koningin, terwijl ze midden in Italië zit, tegen die Italiaanse journalist?' "Franse rode wijn", zegt ze, want ze is in waarheidsliefde en oprechtheid opgevoed. "het liefste drink ik een Franse rode wijn".'

Het gelaat van Mevrouw Morin krijgt van voldoening een bijna milde uitdrukking. 'Franse rode wijn...' zegt ze me op trotse toon na.

'Maar dat heeft me toch een schandaal in de Italiaanse pers gegeven, Mevrouw! De Nederlandse koningin, die midden in Italië woont, en zegt, dat ze het liefst Franse rode wijn drinkt. Een tumult! En een heleboel boze stukken in de Italiaanse kranten!'

'Nu, daar begrijp ik niets van', zegt Mevrouw Morin schamper. 'Franse rode wijn, dat is toch heel goede wijn? Ja, je hebt natuurlijk wijn die heel erg goed is, en je hebt wijn, die iets minder goed is, maar de Franse rode wijn, die is toch heel goed?'

'Zeer zeker, Madame', val ik haar bij. 'De Franse rode wijn is heel erg goed.'

Gerard Reve

Uit: Gerard Reve - Verzameld Werk deel 6
Uitgeverij L.J. Veen
Amsterdam/Antwerpen
2001

1 opmerking: