Brieffragment



Tanger, 16 augustus 1963

Lieve Zusjes,

(....)
Na twee rothotels, waar ik telkens één dag verbleef, heb ik nu een uitmuntend verblijf, in de Medina, vlak naast de moskee (Een hels lawaai als die mezzanen of God weet hoe zoon man heet, van de minaret tot gebed oproept, want tegenwoordig heeft hij mikrofoon en luidspreker, en het klinkt of acht mensen tegelijkertijd met kokend water worden overgoten.) Het kost 7 1/2 gulden per dag, en ik heb er een grote, kraakzindelijke kamer voor, groot bed, elke dag 2 schone handdoeken, een eigen douche. Zelfs de wc's hier zijn schoon, want ze worden elke dag met Vim geboend en met chloor ontsmet. Wat een weelde, elke dag een douche.

Ik zwom wel elke dag, maar ik was na einde mei niet meer in bad of douche geweest. Nee, wat dat betreft ben ik wel tevreden. Maar het heimwee kwelt me, en dat wachten op dat geld maakt me beroerd. Ik lees zo veel mogelijk, en drink veel koffie, wat ook opbeurend werkt. Savonds drink ik flink wat wijn, waar ik goed op slaap. Het lawaai is hier beslist minder dan in Spanje: om één uur, half twee, wordt het stil en pas om zeven uur begint het lawaai weer. Van de Arabiese muziek en zang word ik gek, trouwens van alles wat Arabies is - het is mij vreemd en boezemt mij vrees in.

Vooral die indolentsie van die mensen, en hun gebrek aan belangstelling voor iets essentieels. De helft van de plaatselijke jongelingschap probeert op het strand met de H.H. vreemdelingen kontakt te maken om seks met ze te hebben (achter het strand, in de duinen, kost dat omtrent 75 cent, in je hotelkamer zeg 4 gulden). Het is een algemene bijverdienste van de jongens, die allemaal homoseksuele activiteiten onderhouden, hoewel ze waarschijnlijk niet allemaal homoseksueel zijn. Voor hen is seks met een man van dezelfde orde als ergens iets eten of drinken, met dit verschil, dat je er nog geld voor krijgt ook. Nu begrijp ik, waarom deze stad en dit land, zo in trek is bij veel cyniese, welgestelde homoseksuelen, die, niet meer bij machte iemand te bekoren, bereid zijn voor seks te betalen. (Zowat de hele Amerikaanse kolonie hier doet dat.) Ik zal het nooit van mijn leven doen, zo helpe mij God. Als je dancing days over zijn, moet je je daarbij neerleggen, al is het vergeeflijk, dat mensen troost blijven zoeken in de schijn van het geprostitueerde kontakt. Ik neem het ze niet kwalijk, vooral niet mensen zonder verdere bestemming of bezieling of innerlijke opdracht, voor wie de tastbare genietingen van het leven en het leven zelf identiek zijn.

De andere helft van de jongelingschap probeert je een hotel aan te smeren, een restaurant, een café (van alles, ook het kleinste bedrag van een kopje koffie op een terras, krijgen ze dan hun minieme percentage), marihuana, hasjisj, heroine, middelen die officieel verboden zijn, maar die je de mensen rustig, zittend in hun deuropening, uit hun kleine pijpjes ziet roken. (Dat roken dan alleen wat betreft die marihuana, die andere dingen snuif je of prik je, geloof ik.) Burroughs ook, de hele Amerikaanse troep 'rookt' en prikt, zodat ik uit hun buurt blijf. Burroughs maakt de indruk niet helemaal te weten waar hij is. The Naked Lunch heeft hij, beweert hij, onder marihuana geschreven - het is er dan ook naar, slecht gekomponeerd, inkoherent, zwakke beelden, geen plastiese voorstelling eentonig, etc.

Het strand is magnifiek: 5 km lang en 80 meter breed, van het fijnste, helderste zand, altijd beschut, het water nog schoner dan dat bj Algeciras, van een overheerlijke temperatuur, en met weinig teer, die steeds toenemende gesel van alle Europese zowel als andere stranden.Het is een dure stad, die helemaal bestaat van het toerisme, en absoluut geen plek voor mij om te wonen, maar dat schreef ik, geloof ik al. Ik ben erg nieuwsgierig naar september. Misschien wordt plotseling de geest vaardig over me en maak ik iets heel merkwaardigs.

Ik verlang ook erg naar R. Hij is zo lief en voorkomend en heeft zo veel voor iemand over en is zo attent en denkt in zulk een mate aan alles, dat het je schuldig maakt. Mij zou hij bederven, misschien. Maar dikwijls denk ik er ernstig over, om mijn nette, antracietgrijze pak aan te doen, zijden zakdoekje in reverszakje, en dan bij hem op bezoek te gaan en zijn hand te vragen, want hij is een kleine Wasbeer. (Ik ben een Panda.)

De Marokkanen springen met dieren nog erger om dan de Spanjaarden, laat ik er maar over zwijgen. Je beseft meer en meer dat je in een bizondere, beschutte hoek van de wereld opgegroeid bent, en dat het nog eeuwen zal duren, voordat het grootste deel van de wereld iets als matiging, verdraagzaamheid, verinnerlijking, verantwoordelijkheidsgevoel jegens de medemens e.d. zal kennen. Ik bewonder de mensen die in een land als dit proberen onze westerse idealen te verbreiden. Van individualisaatsie is nog geen sprake - vandaar dat het niemand stoort als vier radioos vier verschillende stations, binnen 15 meter afstand van elkaar, de straat op brullen. Nu is hij vol, en een ander blad kan niet per luchtpost. Veel liefs van Broer

Gerard.


Gerard Reve - Brieven aan Josine M.

1959-1975

G.A. van Oorschot/Uitgever
Amsterdam
1981

Eerdere reacties

Geen opmerkingen:

Een reactie posten