Immigratie

Eind augustus bezocht ik het debat over immigratie in De Balie in Amsterdam, georganiseerd naar aanleiding van Het immigratietaboe10 wetenschappers over de feiten van Joost Niemöller. Arabist Hans Jansen had er die zelfde dag al over geschreven in Immigratis. Hij speelt in zijn stukje op deze site een beetje in op mogelijke angstgevoelens en eindigt met de conclusie dat de immigratie ons nog heel wat ‘ellende’ zal brengen. Hoe geheel anders waren toon en inhoud van de discussie in De Balie.
Ik was net op tijd in De Balie voor de opening door de baas, Yoeri Albrecht, waarna twee sprekers (Hans Roodenburg en Leo Lucassen) hun verhaal zouden doen, gevolgd door een paneldiscussie met Jaap Dronkers, Monique Kremer en de onvermoeibare debater over immigratie en vaak als PvdA-ideoloog aangeduide Paul Scheffer. Joost Niemöller was er uiteraard ook. En, een beetje verscholen op de achterste rij, zat een andere partij-ideoloog. Martin Bosma van de PVV. 

Hans Roodenburg, oud-hoofdonderzoeker van het CPB, ook lid van de PvdA, kwam met harde cijfers, waarmee hij wilde aantonen, dat de verzorgingsstaat zoals we die nu kennen niet te handhaven is met de huidige immigratie van laagopgeleiden en kansarmen. Zelfs de hardwerkende Polen kosten meer dan dat ze opleveren. Een andere stelling van hem (en anderen): Vergrijzing is niet op te vangen met immigratie. Dan zou Nederland in 2100 honderdvijf miljoen inwoners moeten tellen. Alleen dan dus. Het model van Canada of Australië (slechts mensen toelaten waar tekorten zijn op de arbeidsmarkt; ze moeten al in de eerste generatie voldoende belastingen en premies opbrengen; je moet er enige tijd werken voordat je in aanmerking komt voor sociale zekerheid) zou een mogelijkheid kunnen zijn om immigratie in goede banen te leiden, maar dat model wordt uitgesloten door Europese politici en de bedrijfslobbyisten. Een helder, technisch en gortdroog economisch betoog was het. Zonder menselijke maat. Enige politiek gekleurde uitspraak van Roodenburg: Immigratie van grote groepen laag opgeleiden is rechts.

Leo Lucassen, hoogleraar Sociale Geschiedenis in Leiden, samen met zijn broer Jan auteur van Winnaars en Verliezers. Een nuchtere balans van vijfhonderd jaar immigratie, bleek een kritikaster te zijn van Niemöllers boek. Daarom was hij ook gevraagd. Hij nam het op tegen de ´immigratiepessimisten´, die in diens boek ruim aan het woord komen. In hun boek verwerpen de broers de mening dat massa-immigratie mogelijk is gemaakt door de linkse partijen en de schuld is van ‘de linkse kerk’. Volgens hen, en trouwens ook volgens Mr. Tesseltje de Lange, die in haar proefschrift Staat, markt en migrant onderzoek deed naar de naoorlogse besluitvorming over arbeidsmigratie en die in Het immigratietaboe door Niemöller geïnterviewd wordt, waren de werkgevers en de VVD de voorstanders van immigratie. De KVP bepleitte gezinshereniging. Aanvankelijk voor Italiaanse en Spaanse gastarbeiders. Later ook voor andere groepen immigranten. Vooral de vakbonden, en ook de PVDA en later de SP, verzetten zich tegen al te grote immigratiestromen. Niemöller geeft in zijn boek de beide broers gelijk wat betreft de rol van de werkgevers inzake immigratie, maar hij bestrijdt hen op het punt van de verhouding immigratie/emigratie en de interpretatie daarvan.

Toen Lucassen uitgesproken was, reageerde Niemöller onmiddellijk. En hij werd bijgevallen door Scheffer, die het boek van Lucassen betitelde als een schande voor het wetenschappelijk/filosofisch denken: “Lucassen vervuilt het wetenschappelijk debat omdat hij andere meningen op emoties en niet op argumenten berispt”. Scheffer vond het boek van Niemöller juist zeer belangrijk, omdat de moeilijke berekening van kosten en baten van immigratie en een debat daarover niet (door) gevoerd wordt.

Ook Jaap Dronkers, hoogleraar te Maastricht en één van de geïnterviewde wetenschappers in het boek van Niemöller, onderstreepte het belang van economische onderbouwing van argumenten voor en tegen immigratie. En evenals Scheffer wees hij op het gebrek aan effectiviteit van de overheidsmaatregelen tot nu toe, en op de neiging tot taboeïsering van de discussie van het onderwerp immigratie. Monique Kremer, als Reserch Fellow werkzaam bij de WRR (Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid) , was als vervangster van Prof. Entzinger gevraagd, maar leek het boek van Niemöller niet of nauwelijks gelezen te hebben.

Kortom: pogingen alom om de hele discussie over immigratie in ieder geval uit de taboesfeer te halen. Al betwijfelden verschillende aanwezigen het nut van dit soort ‘vrijblijvende, wetenschappelijke’ bijeenkomsten, en al kun je bij een aantal gepresenteerde data ook weer grote vraagtekens zetten. Bijvoorbeeld over de interpretatie van gegevens met betrekking tot de verhouding tussen immigratie en emigratie, het veronderstelde aandeel uit islamitische landen in het totaal van immigranten, de veronderstelde effecten van integratie dan wel segregatie in het onderwijs en metingen van het IQ gerelateerd aan het land van herkomst.

Jaap Dronkers verdedigde bijvoorbeeld de stelling, dat bij etnisch diverse klassen de prestaties omlaag gaan, zoals hij dat ook tegenover Niemöller in diens boek doet. Andere wetenschappers, zoals Joep Bakker en Eddie Denessen van de Radbout Universiteit in Nijmegen, zijn van oordeel, dat daar helemaal geen sluitend bewijs voor bestaat: de cijfers zijn vaak tegenstrijdig; ze wijzen niet in één richting. Bovendien speelt volgens hen de leraar in etnisch diverse klassen een grote rol. Zijn/haar houding ten opzichte van de verschillende etnische groepen is van invloed op het leergedrag en de prestaties van de leerlingen.

Wat betreft het vraagstuk van de immigratie moeten we, na de verkiezingen, misschien eerst weer even terug naar af en weer bij de basis beginnen. Verschillende politieke leiders in Europa hebben het afgelopen jaar de multiculturele samenleving dood verklaard. Ondertussen leeft deze nog steeds. Paul Cliteur, toch bepaald geen pleitbezorger van het multiculti-denken, heeft de verwarring van multiculturalisme en multiculturele samenleving een keer helder uit elkaar gehaald: “De multiculturele samenleving is nog niet gelukt, maar als we het multiculturalisme als ideologie overboord gooien, dan zal dat eens wel moeten lukken.”

Vóór 12 september is immigratie nauwelijks een (verkiezings)item geweest. Alleen Diederik Samson deed in het Parool een uitspraak over de multiculturele samenleving. Geen naïef multi-culti-idealisme meer maar feiten onderkennen. Eerste feit: Nederland is een multiculturele samenleving. Nu de andere feiten nog. Het debat in De Balie op basis van het boek van Niemöller was een duidelijke poging om die boven water te krijgen.


1 opmerking:

  1. Ik heb de stream bekeken maar de sfeer van de avond was helemaal niet anders. Hoe komt Dick Gilsing daar bij? Misschien dat hij alleen naar de WRR-medewerkster heeft geluisterd en voor de rest z'n oren dichtt heeft gehad? Ik heb toch een hele andere indruk van de avond gekregen, namelijk dat het allemaal nog veel erger is dan we dachten en dat we er ook nog eens niets aan kunnen veranderen i.v.m. het Europese corset rondom immigratiezaken.


    BeantwoordenVerwijderen