Is de vrijheid van meningsuiting onverenigbaar met de godsdienstvrijheid? Minister Nicolai vindt van wel. Die verkondigde vorige week dat de vrijheid van meningsuiting voorrang moet krijgen op de godsdienstvrijheid, wanneer die twee grondrechten met elkaar “botsen”.
Het kabinet denkt er genuanceerder over: als twee grondrechten met elkaar opgespannen voet staan, aldus een nota uit 2004, dan moet per geval worden bekeken welk grondrecht de voorrang heeft, en als de politiek er niet uit komt, dan moet de rechter het maar doen.
Nicolai wil dus een vaste rangorde voor grondrechten invoeren, en het kabinet wil nu eens de godsdienstvrijheid laten prevaleren, en dan weer de vrijheid van meningsuiting, al naar gelang dat het beste uitkomt.
Maar dat is van ministers kennelijk teveel gevraagd. Die lossen het liever op z´n Orwelliaans op. `Alle grondrechten zijn gelijk, maar sommige grondrechten zijn gelijker dan andere´, als het ware.
Ik begrijp trouwens in de verste verte niet waar Nicolai en het kabinet het idee vandaan halen dat de godsdienstvrijheid en de vrijheid van meningsuiting elkaar ondergraven. Volgens mij is dat je reinste kwatsch. Godsdienstvrijheid houdt in dat niemand u kan verbieden om er een religie op na te houden van welke aard dan ook, en daar luidkeels van te getuigen, desnoods door overal rond te bazuinen dat alle godloochenaars eeuwig in het vagevuur op hun tong zullen moeten kauwen, gezeten naast de duivel. Dat bent u helemaal vrij in. U bent ook volkomen vrij om vijf maal daags met het gelaat naar Mekka te gaan liggen, of geknield naar Santiago de Compostella te kruipen, of in tongen te spreken, of om alle trappen van het Vaticaan schoon te likken als u daar aardigheid in heeft.
Vrijheid van meningsuiting houdt in dat ik mag vinden dat u van lotje getikt bent als u dat soort dingen doet, en dat ook in woord en geschrift mag uiten.
Ik zie niet in waarom die twee grondrechten elkaar bijten. U beperkt mijn vrijheid niet door naar Santiago de Compostella te kruipen, en ik beperk de uwe niet door te vinden dat u niet goed wijs bent. Zelfs door u en uw geloof te beledigen, bijvoorbeeld door te beweren dat u een smerige christenhond bent, of een geitenneuker, of wat niet al, tast ik uw godsdienstvrijheid in de verste verte niet aan. Als ik geweld zou gebruiken om u het kruipen naar Santiago de Compostella te beletten, of uw huis in brand zou steken omdat u uw geloof niet wilt afzweren, dan zou het wat anders zijn. Maar dat staat de vrijheid van meningsuiting mij dan ook niet toe.
Waarom houdt het kabinet dan toch koppig vol dat die twee met elkaar botsen? Hoor eens, het kabinet weet ook donders goed dat de vrijheid van meningsuiting hoegenaamd geen inbreuk vormt op de godsdienstvrijheid, en dat vrijdenkers nog nooit geprobeerd hebben hun inzichten met geweld aan kerkgangers op te leggen. Ik zou tenminste geen enkel voorbeeld weten.
Maar het omgekeerde is schering en inslag, vooral sinds de Islam hier zijn intrede heeft gedaan. Geweld tegen vrijdenkers wordt om de haverklap gerechtvaardigd met een beroep op de godsdienstvrijheid. Vraag maar aan Mohammed B. Voor Mohammed B. betekent godsdienstvrijheid niet de vrijheid om te geloven wat je wilt, maar de vrijheid om critici van dat geloof de strot af te snijden.
Het lijkt verdorie waarachtig wel of het kabinet, in zijn muticulturele geloofsijver, die opvatting heeft overgenomen! Want alleen als je Mohammed B. zijn definitie hanteert, kom je inderdaad in de knel. (“Verrek! Het grondrecht om andersdenkenden te doden staat haaks op het grondrecht om er een afwijkende mening op na te houden! We hebben een staatsrechtelijk probleem! Laat ons snel een nota schrijven!”)
Als het kabinet een knip voor zijn neus waard was, dan zou het luid en duidelijk verklaren dat er van botsende grondrechten geen sprake is, en dat godsdienstvrijheid een logisch uitvloeisel is van de vrijheid van meningsuiting. Dat het gelijkwaardige grootheden zijn, die elkaar eerder versterken dan dat ze elkaar tegenspreken. En dat er dus geen enkele noodzaak is om ze tegen elkaar af te wegen. Tenzij je onder godsdienstvrijheid verstaat wat Mohammed B. eronder verstaat. Maar zo diep zijn we nog niet gezonken, mag ik hopen.
Wat wel op zeer gespannen voet staat met de vrijheid van meningsuiting, dat is onze anti-discriminatiewetgeving. Pim Fortuyn heeft daar al op gewezen, en hij had volkomen gelijk. Kijk, dat de overheid zijn burgers gelijk moet behandelen, dat spreekt natuurlijk vanzelf, en dat staat ook niet voor niks in artikel 1 van de grondwet. Maar een paar jaar geleden heeft de overheid besloten dat burgers elkaar niet meer mogen discrimineren, en dat vastgelegd in het Wetboek van Strafrecht. Wie iets onaardigs zegt over sommige bevolkingsgroepen, of niks met sommige bevolkingsgroepen te maken wil hebben, die riskeert nu een jaar cel. Je mag iemand niet kwetsen of discrimineren op grond van zijn geloof, levensovertuiging, seksuele voorkeur, of ras. (Dus je mag wel zeggen dat Amerikanen een rotvolk zijn, of dat je de schurft hebt aan mannen met baarden, maar niet dat je de pest hebt aan zevendedagsadventisten, of dat Marokkanen zich nogal vaak onledig houden met tasjesroven. Dat laatste is nog het gekste, welbeschouwd, want Marokkanen zijn helemaal geen ras. Maar als je er eentje weigert in een disco krijg je toch een strafklacht aan je broek wegens racisme. Als een imam daarentegen oproept om homo´s van flatgebouwen te gooien gaat ie gek genoeg vrijuit.)
Onduidelijkheid troef dus, over wat je wel en wat niet mag zeggen, en dat leidt ertoe dat mensen huiverig worden om uberhaupt iets generaliserends te beweren over welke bevolkingsgroep dan ook. Je kunt immers nooit zeker weten of het misschien strafbaar is. Een zichzelf respecterende overheid behoort mensen nooit te vervolgen vanwege hun opinie, hoe onwelgevallig die ook mag zijn. Dan wordt de vrijheid van meningsuiting een dode letter. En te oordelen naar het politiek correcte gelul in de media is ie intussen al geruisloos een zachte dood gestorven.
Pamela Hemelrijk
30.1.2007
Sjonge, wat mis ik haar...Wat zou ik graag nog eens met haar de laatste ten hemel schreiende nieuwsberichten doornemen, en naar haar honend commentaar luisteren; horen wat zij d'r nou van zegt,en hoe. En nieuwe stukken van haar hand vinden natuurlijk, en me afvragen hoe het toch mogelijk is dat de kranten en magazines niet stonden te dringen op de stoep om haar vlijmscherpe, schijnbaar simpele stukken te plaatsen. Hoe het kan dat in dit Nederland zo iemand gewoon door de kranten gemeden wordt alsof ze melaats was, terwijl stemmen als de hare onbetaalbaar en onnavolgbaar zijn
BeantwoordenVerwijderenWat zònde is het toch, dat ze d'r niet meer is; ze kon helemaal niet gemist worden - dappere, moedige, onvermoeibare Pam!
Tja, die lieve Pamela is in het Hemelrijk. Alhoewel dat niet bestaat.
BeantwoordenVerwijderenHoe het kan dat ze gemeden wordt?
Gisteren schreef ik een comment op een blog van Marbe in de Volkskrant. Ik kwam op voor Nausicäa tegen drie oervervelende reageerders. Ben er meteen uitgeflikkerd. Ik had niet gescholden, maar het was wat teveel waarheid van het goede.
Zo verging het Pamela in het groot.