De grondwettelijke godsdienstvrijheid heeft kwalijke effecten

  
Rolf Venema

Godsdienstvrijheid in de grondwet
De opstellers van de grondwet in 1915 hadden bedacht dat iedereen in dit land de godsdienst mochten belijden die ze wilden. Echter dachten ze daarbij zeer waarschijnlijk aan de verschillende denominaties binnen de christelijke godsdienst. Dat de islam een factor van belang zou worden in ons land kon toen niet vermoed worden.

In dezelfde versie van de grondwet werd ook de vrijheid van onderwijs bedongen. Om dezelfde motivatie. Vooral de christelijke partijen wilden dat verschillende denominaties van de christelijke godsdienst het recht kregen om hun eigen scholen op te richten, zodat hun kinderen separaat (apart) onderwijs konden volgen en dat niet gereformeerde kinderen gedwongen zouden worden om bij katholieke kinderen in dezelfde klas, of zelfs dezelfde school te moeten zitten. Bovendien werd toen bedongen dat de overheid (dus de belastingbetaler) de uit die scheiding in verschillende vormen van onderwijs voortvloeiende extra kosten zou dragen.

Grote veranderingen in ons land
Maar sinds 1915 is het in ons land erg veranderd op vele fronten, maar in ieder geval op het front van de levensovertuiging. De ontkerkelijking is groot; kerkgenootschappen die vroeger uiteen waren gegaan, hebben zich onlangs weer verenigd in de PKN. Echter waardoor er weer nieuwe kerkgenootschappen ontstonden gevuld met verontruste leden die die fusie niet mee konden maken. Kortom het aantal christelijke denominaties is nauwelijks veranderd en loopt nog steeds in de tientallen.

Andere dan christelijke levensovertuigingen hebben hun intrede in ons land gedaan. De meest bekende daarvan zijn het hindoeïsme en de islam. De laatste wordt vertegenwoordigd door ongeveer één miljoen

aanhangers. Her en der in het land verrijzen gebedshuizen van niet-oorspronkelijk Nederlandse godsdiensten zoals van het hindoeïsme en de moskeeën van de islam.


Recht wordt eis
Dat maakt dat er in ons land anders tegen godsdiensten wordt aangekeken en anders mee wordt omgegaan.
Toegespitst op de godsdienstvrijheid: werd dit grondrecht uitgevonden en ingevoerd om aanhangers van verschillende christelijke overtuigingen tegen elkaar en tegen niet-gelovenden (die zich overigens nauwelijks als zodanig hadden georganiseerd) te beschermen tegen aanvallen en discriminatie. En in het vervolg daarvan hen te verzekeren van geregelde financiële bijdragen van de staat.
Nu wordt het befaamde grondrecht van godsdienstvrijheid gebruikt om zelf in de aanval te gaan tegen alles en iedereen die niet deze of gene specifieke godsdienst aanhangt. Het recht is een eis geworden.
De effecten van deze paradigmawissel is dat er juist ten aanzien van de discriminatie van alles fout gaat.

Claims van godsdiensten
In de eerste plaats gaat het er niet meer om dat de vrijheid te geloven in welke god dan ook te beschermen, maar om te eisen dat anderen zich aan specifieke godsdiensten confirmeren.
Dat maakt een kleine uitweiding noodzakelijk over de aard en het karakter van de beide grote godsdiensten in ons land: het christendom en de islam.
Beide godsdiensten gaan ervan uit dat hun god de heerser is van deze wereld en dat deze godheid boven de wereldse machten staat. In ons land wordt dat onder andere zeer duidelijk door de titel waarmee onze koningin, het hoofd van de regering, de wetten ondertekent en bekrachtigt: ‘Beatrix, Koningin bij de gratie gods’.

Beide godsdiensten streven dan ook naar een theocratie in tegenstelling tot de democratie die we nu hebben. In wezen komt het erop neer dat er in dit land alleen wetten mogen worden goedgekeurd die in overeenstemming zijn met wat de gelovenden uitleggen als de ‘wil van god’.
Echter theocratie sluit democratie uit en omgekeerd. Zie daarvoor het artikel: ‘VVD capituleert voor de SGP’ op de site www.atheistischverbond.nl .


Kwalijke effecten
Dat levert een aantal zeer kwalijke effecten op.
Hoewel het aantal aanhangers van de officiële kerken drastisch terugloopt en de vertegenwoordigers van christelijke politieke partijen in aantal zijn geslonken tot een vijfde van de Tweede Kamer, lijken de eisen en claims van christelijke stromingen alleen maar toe te nemen, onder het adagium: er is godsdienstvrijheid, dus hebben we er recht op. Vooral nu blijkt dat de meest extreme politieke partij in de Kamer in een sleutelpositie is gekomen met haar twee zetels. Deze partij eist dat de winkels op zondagen weer gesloten blijven, omdat dat overeenkomt met hun interpretatie van de ‘wil van god’. Deze eis wordt nu als chantagemiddel gebruikt om wetgeving in dit land te blokkeren, of af te dwingen. Ik verwijs naar het eerder genoemde artikel.

Apartheid
Een ander kwalijk effect wordt het duidelijkst aan de hand van een voorbeeld waarin de islam een rol speelt.
Voor de Nederlandse wet is iedere burger gelijk en moet in gelijke situaties gelijk worden behandeld. Voor de wet kan niemand zich beroepen op zijn bijzondere afkomst of zijn bijzondere religieuze status: bij een overtreding of behoefte aan medische hulp speelt dat geen enkele rol.
Echter nu eisen de aanhangers van de islam dat vrouwen anders worden behandeld en benaderd dan mannen. Ook al is de situatie dezelfde. Dat gaat zover dat dat leidt tot daadwerkelijke apartheid.
Dat betekent dat er geëist wordt dat vrouwen apart worden gezet. Dat er aparte ruimten en voorzieningen voor vrouwen worden gecreëerd. Of dat behandelaars of andere dienstverleners vrouwen apart moeten behandelen. Dit omdat de interpretatie van de islam dat nu eenmaal voorschrijft.
Zo eisen zij dat er uitsluitend vrouwelijke verplegers aan het bed verschijnen van moslima’s, inclusief vrouwelijke artsen. Zo eisen zij dat vrouwelijke gevangenen uitsluitend door vrouwelijke gevangenisbewaarders bewaakt en verzorgd worden.
Zo eisen zij dat er in theaters aparte gedeelten worden ingericht uitsluitend voor vrouwen.
Als we in plaats van moslimvrouwen ‘gekleurde mensen’ zouden schrijven, dan is ons land te klein. Wij waren immers er tegen de apartheid in Zuid-Afrika.
Maar nu het moslimvrouwen betreft, klinkt er een oorverdovend zwijgen.


Met beroep op de grondwettelijke godsdienstvrijheid
Deze vorm van apartheid wordt verdedigd met een beroep op de godsdienstvrijheid zoals de grondwet die garandeert.
De betekenis van de godsdienstvrijheid is daarmee omgekeerd: van een wet ter bescherming van het vrije belijden van het geloof in welke god dan ook, in een eis om het leven ingericht te krijgen overeenkomstig de eigen religieuze eisen, waarbij het principe van gelijke behandeling in gelijke situatie voor alle burgers, ongeacht het geslacht wordt losgelaten.

Herziening van de godsdienstvrijheid
Dit vraagt m.i.om herziening van het begrip en de plaats van de godsdienstvrijheid.
Godsdienstvrijheid is een groot goed in ons land. Ook nu nog. En moet dus verdedigd worden. Echter niet tot alle prijs.
De prijs die er nu zo langzamerhand betaald moet worden is een toenemende grip op de hele samenleving van kleine groepen mensen die zeggen te handelen naar de ‘wil van hun god’. Een ‘wil’ die de meerderheid van de Nederlanders niet erkent. Voorbeelden zijn: het verbieden van open winkels op zondag; het verbieden van het plegen van abortus zoals dat nu geregeld is; het toepassen van euthanasie zoals dat nu geregeld is; kortom de scheiding tussen religie en staat (samenleving) steeds meer te doen vervagen.
De prijs is ook dat er daadwerkelijk apartheid voorkomt in ons land. Op grond van islamitische opvattingen moeten de vrouwen apart behandeld worden. In zekere zin geldt dit ook voor het verbod voor vrouwen om actief deel te nemen aan de verkiezingen voor vrouwen van de SGP.
Dit alles maakt het noodzakelijk dat het begrip Godsdienstvrijheid herzien moet worden alsmede de plaats van die vrijheid in de wetgeving.

Godsdienstvrijheid schrappen uit de grondwet
We staan nog steeds voor het recht op vrije godsdienstoefening, zoals dat ooit is bedoeld, namelijk om dat recht te beschermen. Maar daarvoor is het niet nodig om in de grondwet genoemd te worden.
De tekst van artikel 1 van de grondwet luidt:
Artikel 1
Allen die zich in Nederland bevinden, worden in gelijke gevallen gelijk behandeld. Discriminatie wegens godsdienst, levensovertuiging, politieke gezindheid, ras, geslacht of op welke grond dan ook, is niet toegestaan.
Hier wordt zowel “godsdienst” alsook “levensovertuiging” genoemd als gronden waarop niet gediscrimineerd mag worden. Echter elke godsdienst is een levensovertuiging. Maar niet elke levensovertuiging is een godsdienst. Het betekent echter wel dat het begrip ‘godsdienst’ geheel gedekt wordt door het begrip ‘levensovertuiging’. Dus feitelijk wordt godsdienst in dit artikel twee keer genoemd. Dat maakt het evident dat het begrip ‘godsdienst’ uit het artikel geschrapt kan worden. Temeer omdat er dan geen enkele onderscheid meer bestaat tussen andere religies en levensovertuigingen die niet een god of goden vereren.

Dan vervalt vervolgens ook het beroep op godsdienstvrijheid, zoals verwoord in de grondwet, waardoor er geen apartheid geëist kan worden voor vrouwen binnen de islam. Immers in hetzelfde artikel 1 wordt discriminatie naar geslacht verboden.

Door het begrip ‘godsdienstvrijheid’ uit de grondwet te schrappen kunnen de kwalijke effecten ervan effectief worden bestreden.

Rolf Venema
voorzitter Atheïstisch Verbond 

29 opmerkingen:

  1. Vergeleken bij de Atheïstisch Seculiere Partij heeft het Atheïstisch Verbond wel een heldere kijk op de islam. Nuchter en duidelijk analysrend wat godsdiensten als christendom, maar vooral ook de islam inhouden. Een actief atheïstisch verbond kan dan ook van grote betekenis zijn om de aanval van de godsdiensten en die van de islam in het bijzonder op de vrijheid van godsdienstkritiek en het secularisme ter discussie te stellen. De grondwet kan heel gemakkelijk onder het mom van anti-discriminatie worden misbruikt om godsdienstkritiek te criminaliseren. Dat is al vaker gebeurd. Daarom deugt artikel 1 van de grondwet niet. De Europese Unie wil onder druk van de intolerante islamitische landen kritiek op de islam indammen. Dat mag natuurlijk nooit gebeuren, want dan zit je zo honderden jaren terug in de tijd. Tot wat voor steriele en dode maatschappijen dat leidt is duidelijk te zien in islamitische landen.

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Goed, consequent stuk van Rolf Venema. Ik zie weinig verschilpunten met de uitgangspunten hieronder van de ASPartij. Ziet Venema die wel?

    BeantwoordenVerwijderen
  3. Zowel de islam als het atheïsme moeten worden bestreden, maar wel met vreedzame middelen.

    BeantwoordenVerwijderen
  4. Als ik de vrijheid mag nemen om aan twee stukken te refereren waarop door ene De Beer nader op deze materie wordt ingegaan (ik kan beide stukken aanraden:

    http://www.pauldebeer.nl/documenten/artikelen/Vrijheid%20van%20godsdienst.doc

    http://www.pauldebeer.nl/documenten/artikelen/De%20paradox%20van%20de%20godsdienstvrijheid.doc

    De eerste draagt zelfs de titel : "Waarom vrijheid van godsdienst uit de grondwet kan", daar is niets dubbelzinnigs aan.

    BeantwoordenVerwijderen
  5. @ Frits
    Ook als Venema 1917 bedoelt (1815 kan ook) dan heeft-ie het mis. De vrijheid van godsdienst staat al sinds 1814 in de Nederlandse Grondwet en de vrijheid van onderwijs vanaf 1848.

    http://tinyurl.com/2u8fb9w

    BeantwoordenVerwijderen
  6. Misschien heeft Venema wel de Grondwet van 1922 bedoelt blijkens de rest van zijn betoog. Rolf mag het weten maar voor iemand die deze twee al langer dan '1915' bestaande grondrechten vanuit een historisch perspectief schetst verwacht ik een minimum aan kennis van zaken. Toch ?

    BeantwoordenVerwijderen
  7. Je hoeft geen atheist te zijn om deze van Venema analyse te onderschrijven.

    Eerder heb ik al voorgesteld vrijheid van godsdienst te schrappen uit de Grondwet. Niet vanuit de redenering dat godsdienst en levensovertuiging elkaar dekkende begrippen zijn (hoewel ik Venema in deze redenering volledig volg), maar omdat godsdienstvrijheid bepaald wordt door de geloofsverklaring die de gelovige aflegdt voor zijn keuze. In die zin is geloof gelijk aan meningsuiting. Vrijheid van meningsuiting dekt naar mijn mening tevens de vrijheid van godsdienst.

    Historisch ving de vrijheid van godsdienst hier in dit land aan met Willem van Oranje. Vrijheid van godsdienst was uitsluitend bedoeld om animositeit, tussen katholieken en diverse protestantse stromingen, in te dammen. Dit was zonder meer een succes in die tijd (1581). Vandaar dat de Republiek sinds die tijd bekend stond als 'tolerant'. Deze tolerantie was overigens beperkt tot christelijke groeperingen. Andere godsdiensten, zoals het jodendom, vielen hier niet binnen.

    De Franse Revolutie schoeide dit, mede met het oog op de emancipatie van joden, vervolgens op seculiere leest, met alle nadelige gevolgen van dien: alle godsdienst vielen nu formeel binnen dit kader, dus ook de islam. We kunnen stellen dat de Franse definitie te formalistisch is, en voorbij gaat aan de cultuur waaruit ze zelf voort kwam. Je kan zelfs stellen dat deze Westerse overtuiging een zekere arrogantie aantoont: het houdt geen rekening met mogelijke zelfvernietiging op grond van dit zelfde grondwetsartikel.

    Vanuit christelijk perspectief is de redeneerwijze van Venema zeer wel te billijken. Het christendom staat en valt met keuzevrijheid van de gelovige. Hij die zijn keuze voor God baseert uit dwang, maakt voor God een keuze van nul en generlei waarde.

    Het toont eens te meer aan dat individualisme, als verschijnsel, zijn oorsprong vindt in het christendom, evenals het begrip vrijheid. Vrijheid van meningsuiting en individualisme zijn keerzijde van deze christelijke medaille.

    Dat vanuit deze vrijheid de keuze gemaakt wordt voor andere dan die voor de christelijke (joodse) God, of zelfs tegen of zonder Hem, is voor het christendom juist daarom acceptabel omdat zo het kaf van het koren gescheiden wordt.

    Ik meen dat elke christen en jood zich kan vinden in Venema's stelling dat de vrijheid van godsdienst uit de Grondwet kan worden geschrapt.

    Overigens maakt Venema's analyse vooral duidelijk, met zijn voorbeeld van de tot standkoming van de Grondwet van 1915, dat de aard van de huidige problematiek vooral van taalkundige aard is.

    Groet,

    Marc Bouwman

    BeantwoordenVerwijderen
  8. Je hoeft geen atheist te zijn om deze van Venema analyse te onderschrijven.

    Eerder heb ik al voorgesteld vrijheid van godsdienst te schrappen uit de Grondwet. Niet vanuit de redenering dat godsdienst en levensovertuiging elkaar dekkende begrippen zijn (hoewel ik Venema in deze redenering volledig volg), maar omdat godsdienstvrijheid bepaald wordt door de geloofsverklaring die de gelovige aflegdt voor zijn keuze. In die zin is geloof gelijk aan meningsuiting. Vrijheid van meningsuiting dekt naar mijn mening tevens de vrijheid van godsdienst.

    Historisch ving de vrijheid van godsdienst hier in dit land aan met Willem van Oranje. Vrijheid van godsdienst was uitsluitend bedoeld om animositeit, tussen katholieken en diverse protestantse stromingen, in te dammen. Dit was zonder meer een succes in die tijd (1581). Vandaar dat de Republiek sinds die tijd bekend stond als 'tolerant'. Deze tolerantie was overigens beperkt tot christelijke groeperingen. Andere godsdiensten, zoals het jodendom, vielen hier niet binnen.

    De Franse Revolutie schoeide dit, mede met het oog op de emancipatie van joden, vervolgens op seculiere leest, met alle nadelige gevolgen van dien: alle godsdienst vielen nu formeel binnen dit kader, dus ook de islam. We kunnen stellen dat de Franse definitie te formalistisch is, en voorbij gaat aan de cultuur waaruit ze zelf voort kwam. Je kan zelfs stellen dat deze Westerse overtuiging een zekere arrogantie aantoont: het houdt geen rekening met mogelijke zelfvernietiging op grond van dit zelfde grondwetsartikel.

    Vanuit christelijk perspectief is de redeneerwijze van Venema zeer wel te billijken. Het christendom staat en valt met keuzevrijheid van de gelovige. Hij die zijn keuze voor God baseert uit dwang, maakt voor God een keuze van nul en generlei waarde.

    Het toont eens te meer aan dat individualisme, als verschijnsel, zijn oorsprong vindt in het christendom, evenals het begrip vrijheid. Vrijheid van meningsuiting en individualisme zijn keerzijde van deze christelijke medaille.

    Dat vanuit deze vrijheid de keuze gemaakt wordt voor andere dan die voor de christelijke (joodse) God, of zelfs tegen of zonder Hem, is voor het christendom juist daarom acceptabel omdat zo het kaf van het koren gescheiden wordt.

    Ik meen dat elke christen en jood zich kan vinden in Venema's stelling dat de vrijheid van godsdienst uit de Grondwet kan worden geschrapt.

    Overigens maakt Venema's analyse vooral duidelijk, met zijn voorbeeld van de tot standkoming van de Grondwet van 1915, dat de aard van de huidige problematiek vooral van taalkundige aard is.

    Groet,

    Marc Bouwman

    BeantwoordenVerwijderen
  9. Je hoeft geen atheist te zijn om deze van Venema analyse te onderschrijven.

    Eerder heb ik al voorgesteld vrijheid van godsdienst te schrappen uit de Grondwet. Niet vanuit de redenering dat godsdienst en levensovertuiging elkaar dekkende begrippen zijn (hoewel ik Venema in deze redenering volledig volg), maar omdat godsdienstvrijheid bepaald wordt door de geloofsverklaring die de gelovige aflegdt voor zijn keuze. In die zin is geloof gelijk aan meningsuiting. Vrijheid van meningsuiting dekt naar mijn mening tevens de vrijheid van godsdienst.

    Historisch ving de vrijheid van godsdienst hier in dit land aan met Willem van Oranje. Vrijheid van godsdienst was uitsluitend bedoeld om animositeit, tussen katholieken en diverse protestantse stromingen, in te dammen. Dit was zonder meer een succes in die tijd (1581). Vandaar dat de Republiek sinds die tijd bekend stond als 'tolerant'. Deze tolerantie was overigens beperkt tot christelijke groeperingen. Andere godsdiensten, zoals het jodendom, vielen hier niet binnen.

    De Franse Revolutie schoeide dit, mede met het oog op de emancipatie van joden, vervolgens op seculiere leest, met alle nadelige gevolgen van dien: alle godsdienst vielen nu formeel binnen dit kader, dus ook de islam. We kunnen stellen dat de Franse definitie te formalistisch is, en voorbij gaat aan de cultuur waaruit ze zelf voort kwam. Je kan zelfs stellen dat deze Westerse overtuiging een zekere arrogantie aantoont: het houdt geen rekening met mogelijke zelfvernietiging op grond van dit zelfde grondwetsartikel.

    Vanuit christelijk perspectief is de redeneerwijze van Venema zeer wel te billijken. Het christendom staat en valt met keuzevrijheid van de gelovige. Hij die zijn keuze voor God baseert uit dwang, maakt voor God een keuze van nul en generlei waarde.

    Het toont eens te meer aan dat individualisme, als verschijnsel, zijn oorsprong vindt in het christendom, evenals het begrip vrijheid. Vrijheid van meningsuiting en individualisme zijn keerzijde van deze christelijke medaille.

    Dat vanuit deze vrijheid de keuze gemaakt wordt voor andere dan die voor de christelijke (joodse) God, of zelfs tegen of zonder Hem, is voor het christendom juist daarom acceptabel omdat zo het kaf van het koren gescheiden wordt.

    Ik meen dat elke christen en jood zich kan vinden in Venema's stelling dat de vrijheid van godsdienst uit de Grondwet kan worden geschrapt.

    Overigens maakt Venema's analyse vooral duidelijk, met zijn voorbeeld van de tot standkoming van de Grondwet van 1915, dat de aard van de huidige problematiek vooral van taalkundige aard is.

    Groet,

    Marc Bouwman

    BeantwoordenVerwijderen
  10. In feite zijn alle privileges die de kerk binnen de wet heeft, restanten uit een tijd, dat democratie en theocratie elkaar heveiger betwistten dan tot voor kort. Die privileges, als vrijstelling van belasting en extra bescherming in de grondwet (godsdienstvrijheid wordt in feite al gegarandeerd door de V.v. Meningsuiting en het recht op vergadering en vereniging) en recht op bijzonder onderwijs worden nu misbruikt, juist door de teruggang van de kerk, door de Islam, die dezelfde uitzonderingen en historisch gegroeide privileges gaat claimen.

    Ze dienen immers dezelfde god? Inderdaad springt zo de Islam in het gat dat de Christenen hebben opengelaten in de grondwet. Daarom is de 'compenserende neutraliteit' van Job Cohen een gotspe. Hij wil de voorkeursbehandeling die er voor de kerk onterecht bestat, uitbreiden naar in feite alle godsdiensten en dus ideologieen. Dan is het eind zoek en is de vrijheid in zijn tegendeel omgeslagen.

    Dus: geen godsdienstonderwijs op de basisschool, anders dan vergelijkend, vallend onder maatschappijleer in de hoogste klas. geen eenzijdige indoctrinatie op school. Geen privileges meer voor kerkgenootschappen. Laat ze hun eigen kerk maar bouwen en voorleesclubjes maar organiseren.

    BeantwoordenVerwijderen
  11. @ D.G Neree,

    Feitelijk pleit u voor dwang, door christenen niet meer toe te staan godsdienstonderwijs te geven. Mocht hetgeen waarvoor u pleit ooit tot wet worden dan zal ik, desnoods geheel gratis, christelijk onderwijs aanbieden aan de onderbouw van basisscholen. En ik zal mijn leerlingen meteen bijbrengen hoe ze dwingelandij van overheden en hun laïcistische belangengroepen kunnen doorzien.

    BeantwoordenVerwijderen
  12. Van keuze vrijheid is bij veel religies geen sprake.Neem de verplichtingen die heel jonge kinderen moeten ondergaan.Die oa onder de noemer discriminatie vallen zoals gescheiden onderwijs,sport etc.
    De keuze vrijheid zou alleen gelden als op volwassen leeftijd tot een godsdienst wordt toegetreden.zoals bij de volwassendoop en geloofsbelijdenis.
    Kritiek op godsdiensten moet absoluut mogelijk zijn want het tast onze verworven vrijheden aan.
    Daarom zo snel mogelijk aanpakken dat artikel 1

    BeantwoordenVerwijderen
  13. @ Anoniem 20:59,

    Atheïsten en anderen hebben zich gewoon niet te bemoeien hoe christenen hun kinderen willen opvoeden. En discriminatie door particulieren moet mogen. Het verbod op discriminatie houdt een vorm van dwang en schending van eigendomsrechten in. Baas in eigen huis. Baas op eigen school.

    BeantwoordenVerwijderen
  14. Clemens, ik ben niet voor dwang. Onderwijs hoort waardenvrij te zijn, zeker op die leeftijd en indoctrinatie in iets wat je niet kunt bewijzen is niet de taak van de staat. Taal, rekenen, geschiedenis, aardrijkskunde etcetera.

    Als ouders hun kinderen een boek willen opdringen als de waarheid mogen ze dat buiten schooltijd doen. Godsdienstles ok, maar dan een algemene vergelijkende inleiding waarin alle godsdiensten en levensovertuigingen aan bod komen. Niet 1 stem.

    BeantwoordenVerwijderen
  15. "Atheïsten en anderen hebben zich gewoon niet te bemoeien hoe christenen hun kinderen willen opvoeden."

    Het is precies andersom.Athe"isten erkennen de vrijheid van godsdienst, maar niet door de staat gepromote.

    financier zelf maar een zondagsschool. Dat werkte altijd goed. Voor de oude(ling)en.

    Als ik mijn kinderen over goden en duivels willen vragen, dan moeten ze ook alle kanten van de zaak horen en niet de ene kant meer, of alle zendtijd krijgen.

    Ga weg met je fabeltjes bij mijn kinderen. Ik heb zelf een boekenkast vol.

    BeantwoordenVerwijderen
  16. @ D.G. Neree,

    De staat dient zich sowieso niet met het onderwijs te bemoeien. Ook onderwijs op niet-christelijke grondslag moet geheel privaat en los van de staat zijn.

    Er zijn ook atheïsten die ondubbelzinnig pleiten voor dwang. De ASP bijvoorbeeld.

    BeantwoordenVerwijderen
  17. Daarom is de 'compenserende neutraliteit' van Job Cohen een gotspe.

    Tis maar net wat je een gotspe noemt @ D.G. Als jij je als RASterdammer eens zou verdiepen in de historie van de daar in het verleden gebouwde kerken en sjoelen zou je weten dat de 'compenserende neutraliteit' of gedoogsteun voor de stad en zijn bewoners economisch en maatschappelijk altijd tot een win-win situatie heeft geleid. Ik noem de Snoge van de sefardim en de Grote Sjoel van de asjkenazim die eerst dankzij een lening van de gemeente kon worden gebouwd @ Marc Bouwman. De Rode Hoed van de remonstranten. Ons' Lief Heer op Solder voor de papen. De Oude Lutherse Kerk aan het Singel voor de lutheranen. De Mozes & Aaron uit 1839 die een van de twee Amsterdamse waterstaatskerken is en die nogwel met behulp van Willem I is gebouwd om als kathedraal voor de roomsen te dienen. En laatstelijk nog de actieve steun van de stad om de vele zwarte en gekleurde christelijke gemeenschappen in Zuid-Oost van een passend onderkomen te voorzien. Het is jammer dat Amsterdam zijn eigen geschiedenis is vergeten want anders had ze de prachtige Westermoskee voor eigen rekening maar voor risico van de turken gebouwd. En als inmiddels doorwrocht islamkenner weet je dat de baas van de moskee het benoemingsrecht van de mannelijke imams en vrouwelijke vaizes heeft. Ik ben er van overtuigd dat Amsterdam ter compensatie en als token van haar neutraliteit de oprichting van een atheistische schoolvereniging met aanpalende Belijdeniszaal van harte zou ondersteunen. Als daarvoor een grootsteedse belangstelling zou zijn.

    BeantwoordenVerwijderen
  18. Ik ben zo blij dat ik na m'n indoctrinaire opvoeding in de gereformeerde gemeente gewoon m'n lidmaatschap kon opzeggen middels een brief aan de dominee.

    Inderdaad is een opvoeding, van welke aard dan ook, een 'aanslag' op het vrije denkvermogen van een kind. Maar gelukkig worden kinderen volwassen, en als ze dan zelf kunnen nadenken (oordelen), dan mogen ze in een vrije wereld, kiezen om hun standpunt te bepalen en desnoods hun doop herroepen.

    In ieder geval, schrappen die grondwettelijke vrijheid van godsdienst en streng handhaven de vrijheid van meningsuiting. Want een vrije mening laat ook een vrije godsdienst toe, tenzij die godsdienst die vrije mening wil beknotten.

    BeantwoordenVerwijderen
  19. @gymzaal.

    In het Islamitische geloof kunnen kinderen helemaal niet hun doop of aanname herroepen.Uitstoting en bedreiging
    staat hen te wachten.
    @clemens.
    Het ouderschap geeft niet het recht tot hersenspoelen.Een kinderziel is niet het bezit van de verwekkers.

    BeantwoordenVerwijderen
  20. @ Anoniem,

    Atheïsten hebben zich niet met de opvoeding van kinderen van christelijke ouders te bemoeien. Doen atheïsten dit toch dan hebben christenen het recht zich hier tegen te verdedigen.

    BeantwoordenVerwijderen
  21. @Clemens,

    Uw voorlaatste oproep is mij uit het hart gegrepen: de staat moet zich sowieso niet met onderwijs bemoeien, via het verlenen van gunsten met geconfisceerd geld (voeg ik dan maar even toe).

    Indoctrinatie wordt door sommigen eenzijdig aan levensbeschouwing opgehangen, of beter gezegd, meestal eenzijdig aan de christelijke levensbeschouwing (waarom eigenlijk?).

    Hersenspoeling van kinderen op staatsscholen t.a.v. bijvoorbeeld zaken als "ontwikkelingshulp" of de klimaathysterie, komen die in de ogen van salon-atheïsten eveneens in aanmerking voor het predikaat indoctrinatie? Waarom niet? ;-)

    Sag.

    BeantwoordenVerwijderen
  22. Het artikel van Rolf Venema is mij uit het hart gegrepen! Helder en duidelijk verwoord:
    ...Door het begrip ‘godsdienstvrijheid’ uit de grondwet te schrappen kunnen de kwalijke effecten ervan effectief worden bestreden...
    Daarmee is het dan ook van belang om artikel 23 van de grondwet te herformuleren: Zorg voor onderwijs dient openbaar onderwijs te zijn waarbij de maatschappelijk sociale culturele overdracht plaatst heeft, waarbij inzicht gegeven wordt in alle levensovertuigingen. Geen gesegregeerde onderwijs stelsel waar alle godsdiensten naast elkaar hun eigen dogmatische waarheden overbrengen aan kinderen. De ontwikkeling van een kind dient vrij van dogma's en gericht zijn op ontdekken en nieuwsgierig en onbevooroordeeld zijn op alles in de omgeving, natuur en samenleving. Dit komt ook tot uiting in de uitgangspunten van de ASP.

    BeantwoordenVerwijderen
  23. Art. 1 Gw Gelijke behandeling en verbod op discriminatie moet volledig worden geschrapt ! De Staat mag en kan (delen van) de bevolking niet discrimineren maar de overheid moet gedragen religieuze kenmerken door ambtenaren verbieden.
    De samenleving kan (behoudens de wet) discrimineren tot men groen en geel ziet. Het is wel geen fraaie maar niet verontrustend. Bij privatiseren van overheidsdiensten moeten clausules ingebouwd worden.

    BeantwoordenVerwijderen
  24. Deze reactie is verwijderd door de auteur.

    BeantwoordenVerwijderen
  25. @ J.Hans.dV,

    Ik zou mij verzetten tegen een door de staat opgelegde opvoeding die "vrij van dogma's" is, zoals de ASP voorstaat. Ik vind dat gezinnen het morele recht hebben zich te verdedigen tegen gewapende agenten die optreden tegen iets dat geen misdrijf is. Mensen krijgen tegenwoordig al zo weinig goed onderricht en nu pleit u voor verdere verschraling, die ook nog eens wordt opgelegd door een agressiemonopolist.

    Leve de overdracht van dogma's!

    BeantwoordenVerwijderen
  26. Schrappen art 1 Gw want
    1. discrimineren is kiezen en de bepaling 'op welke grond dan ook' sluit iedere vorm van keuze uit en
    2. Art 1 breidt ten onrechte (collectivistisch) gelijke behandeling en verbod discrimineren uit tot de gehele publieke sfeer !
    (Centraal komiteeer Elsbeth Etty ligt erbij te kwijlen)

    Schrappen art 6 Gw Ieder heeft het recht belijden Godsdienst en onderbrengen in het art. Vrijheid van Mening.

    Schrappen ingewikkelde art 23, lid 1 t/m 8. Religieus onderwijs niet meer op kosten van de atheistische belasting betaler

    BeantwoordenVerwijderen
  27. @ Theo,

    En ook geen atheistisch onderwijs op kosten van de religieuze belastingbetaler.

    BeantwoordenVerwijderen