Het zijn de Polen die het doen

U denkt misschien wat heb ik ermee te maken? Maar dan vergist u zich toch. Ze zijn namelijk overal: de Polen. Ik kan er inmiddels over meepraten.

Nog geen half jaar geleden verneem ik het volgende van
een Noorse cursist die zojuist zijn eerste appartement in Amsterdam heeft gekocht. Hij wil een kleine verbetering aan dit appartement aanbrengen en hij legt daarom zijn wensen aan drie aannemers voor van wie hij een offerte verlangt. Nederlandse aannemers welteverstaan.

Eén aannemer maakt wel een afspraak maar komt niet opdagen. De tweede verschijnt keurig op tijd en belooft een offerte te sturen. Die offerte komt, zij het met grote vertraging, maar mijn Noorse cursist moet die wel opzij leggen vanwege de krankzinnig hoge prijs. Ook de derde aannemer legt een bezoek af aan de Noor en zegt toe een offerte te sturen maar die is nooit, ondanks verscheidene telefoontjes van de Noor in voortreffelijk Nederlands, aangekomen.

De Noor heeft het dan helemaal gehad met de Nederlandse aannemers en belt op een doordeweekse dag een Poolse aannemer, van wie hij via via heeft gehoord. Nog dezelfde avond - het is echt waar – komt de Pool bij de Noor langs en de volgende dag ligt de offerte in de Amsterdamse brievenbus. Voor slechts één-derde van de (Nederlandse) prijs voert het Poolse bedrijf de verbouwing uit. Iedereen dik tevreden.
Tot zover het goede nieuws. Aan mijn huis valt weinig te verbouwen. Daar heb ik het speciaal op uitgezocht. Ik heb namelijk andere hobby's dan verbouwen of laten verbouwen (of door de muren heen ervan meegenieten), ik heb er eigenlijk een pesthekel aan. Geliefde en ik wonen dus in een nieuwbouwhuis in een zogeheten 'inbrei-wijk'. (Wat dat is, bewaar ik graag voor een andere keer.) Voor ons geen 'zeer geliefde jaren dertig woning' meer maar een stevig huis, gebouwd volgens de laatste, verbeterde bouwvoorschriften.

U kent het wel, het geluid van een auto die keihard voor uw woning staat te bassen. Dat duurt even, soms wat langer maar u weet altijd zeker dat het van voorbijgaande aard is, op een gegeven moment rijdt de auto verder. U ondergaat deze penetrante verstoring dan ook gelaten. Op een zonnige dag in juni van dit jaar houdt dit geluid echter ongekend lang aan. Onderzoek leert dat het geluid niet uit een geparkeerde auto komt maar uit één van de huizen aan de overkant van de straat waar niet lang daarvoor nieuwe bewoners zijn neergestreken.

Het blijft niet bij één zonnige middag (er volgen er nog vele) maar bij de tweede keer stap ik er resoluut op af. Je kunt zoiets maar beter meteen de kop indrukken. Het duurt even voordat het bonte gezelschap dat - met de schuifpui wagenwijd open - rond een salontafel bijeen is gezeten, mij opmerkt. Het is er ook zo'n kolere herrie! Geen van de pakweg tien aanwezigen spreekt Nederlands. Engels gaat wel. Op mijn eenvoudig verzoek de ramen dicht te houden wanneer men zo luid (bass)muziek wenst te beluisteren terwijl men zich ondertussen volgiet met en te pletter rookt aan dit of dat (dat laatste zeg ik er natuurlijk niet bij, maar dan krijgt u een beeld van het tafereeltje), levert o.a. de volgende reacties op: “Yes, but it is weekend!” “It's too hot to shut the window!”. Op vrijdags: “but it is Friday!” Op zaterdags: “but it is Saturday!” Op woensdagavond: “But our friends are leaving tomorrow!” “But this is the music I like!” en “You are the only one complaining!” en, na verloop van tijd, “But that neighbour is also playing his music loud!”

Dat laatste is waar, want in plaats iets van de geluidsoverlast van de Polen te (durven?) zeggen - ja, deze jongelui zijn Polen -, heeft de Hollandse buurman zelf de volumeknop flink naar rechts gedraaid. Dan verloederen we maar met z'n allen, moet hij gedacht hebben. Andere buurtbewoners komen hun tuintjes niet uit maar willen wel aan mij kwijt dat het 'wel een verandering' is ja. Eerst was het er niet en nu ineens wel! Ze vinden het ook vervelend maar ja.... het zijn Polen en ze zeggen overdag toch vriendelijk gedag?!

Het zijn er natuurlijk ook zo veel. Je weet eigenlijk niet tot wie je je moet richten want elke keer kom je nieuwe gezichten tegen en moet je je eenvoudige verzoek opnieuw uitleggen, waarbij opvalt dat de antwoorden nagenoeg dezelfde blijven (“But it is friday!”, etc.). Het lijkt er soms wel een café. (Eén keer ben ik zo vrij geweest zelf de schuifpui met één ruk dicht te schuiven zonder dat iemand het in de gaten had.) Maar nee, dat zie ik verkeerd, in hun huis wonen echt drie mensen, niet meer, maar aangezien niet al hun mede-arbeiders zo riant wonen als zij komen die gezellig bij hen bijeen om te ontspannen want ze werken zich uit de naad, deze jonge katholieke timmermannen, loodgieters en schilders die Nederland zo broodnodig heeft. Daar moet ik toch begrip voor hebben, dat die een kleine kamer bewonen, dat is toch zielig, zegt er één terwijl hij mij met bloeddoorlopen ogen aankijkt.

Maar wie zijn ook alweer de eigenaren/verhuurders van dit huis en waar zitten die en hebben die weet van de ruige taferelen die zich afspelen in hun voorheen zo rustige, doorsnee Hollandse dwarsstraat? Dat vraagt u zich ondertussen natuurlijk ook af. Ik raadpleegde het Kadaster en vanwege een bijzondere achternaam, zijn de naar het buitenland vertrokken eigenaren snel gevonden. (Internet, Vrede Zij Met U!) Het is zomaar een gok maar al bij het eerste telefoontje krijg ik een Nederlands sprekende stem aan de lijn. Het is de huiseigenaar. Hij veinst met groot gemak niet verbaasd te zijn dat iemand hem uit zijn oude straat belt.

De zoektocht op internet levert nog meer op. Werken in Holland is big business! Er zijn talloze Poolse websites die adverteren met 'karakteristieke, rustig gelegen, Hollandse dijkhuisjes' waar toekomstige Poolse werknemers zo in kunnen trekken als ze als bouwvakker worden uitgezonden.

Dus, ziet u het huis van uw buurman op zo'n Poolse website staan, let dan op want het kan zomaar gebeuren dat uw nieuwe buren bouwvakkers en luidruchtige feestvierders zijn (wie gunt het ze niet?). Zij hebben immers geen enkele sociale relatie of binding met hun nieuwe (tijdelijke) omgeving (moeder en moeder-de-vrouw zijn meestal thuis gebleven) behalve met de baas, verder is het na gedane arbeid party time!

Annelies van der Veer
10 oktober 2007, (Daar komen de Polen)

3 opmerkingen:

  1. "70% van onze export gaat naar de EU."
    "Nederland dankt zijn welvaart aan de EU".

    NL export is 700 Miljard. Onze vier grootste EU- handelspartners zijn:
    Duitsland 25%, België 12,4%, Groot-Brittannië 10,1%, Frankrijk 9,9%, Italië 6%, Verenigde Staten 4,3% (2005)
    Met de rest van de 24 EU-landen hebben we nauwelijks contact.

    Ons bnp per capita is vier maal groter dan het Poolse, twee keer voor het Spaanse.
    Het is dus een wijs besluit van Poolse mensen om Nederland op te komen bouwen.

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Deze reactie is verwijderd door de auteur.

    BeantwoordenVerwijderen
  3. Nederlanders doen misschien, in tegenstelling tot Polen, het werk niet, maar ze doen ook iets anders niet: optreden als iets fout gaat.

    BeantwoordenVerwijderen