(...) Ik hark mijn tuin aan, en schrijf, en hoop daarmede God te behagen, of althans niet te veel Zijn misnoegen op te wekken. Ik schrijf, zo goed als ik kan, en als God het niet goed genoeg vindt, moet Hij zelf maar eens aan een schrijftafel gaan zitten! Het gebod van Christus is waarschijnlijk goed bedoeld, maar ik doe liever wat kalmer aan. Als Hij met dat 'Hebt Uw vijand lief' bedoelt: 'Weest grootmoedig jegens Uw verslagen vijand', dan ben ik het met Hem eens. Ik probeer mijn vrienden lief te hebben, en mijn vijanden niet te haten, en geen leed toe te voegen aan het leed dat al bestaat. (...)
Uit: Gerard Reve - Brieven van een aardappeleter
Pag. 120, Aan R.P. van Gorsel, 8 april 1968
Uitgeverij L.J. Veen Amsterdam Antwerpen
Bestellen?
Geen opmerkingen:
Een reactie posten