Betsy Udink: Steniging

Sinds Salech bin Meshil op de parkeerplaats bij de Mesgid al-Doecha in het centrum van Riyadh werd onthoofd zijn er, voor zover ik het in de Saoedische kranten heb kunnen nagaan, eenentachtig mensen geëxecuteerd.* De meesten waren beschuldigd van moord, handel in verdovende middelen of verkrachting en doodslag. In Mekka werden op één dag - 0p 21 september - zestien mannen tegelijk onthoofd. Zij hadden een paar maanden ervoor bomaanslagen gepleegd op de Heilige Moskee in Mekka. Onder de eenentachtig bevond zich

een Filippijnse vrouw die, wanhopig geworden omdat ze maandenlang geen loon had gekregen en het huis niet uitmocht, de familie voor wie ze werkte had aangevallen en het jongste kind had gedood. De voltrekkingen van de doodstraffen vinden plaats op grond van de shari'a, de islamitische wet, die de wet is van Saoedi-Arabië. De shari'a is gebaseerd op de koran, op het doen en laten van de profeet Mohammed, op de consensus van schriftgeleerden en op de analogie. Nagenoeg het hele godsdienstige en maatschappelijke leven van de Saoediërs wordt door de shari'a gereglementeerd. Zij stelt in Saoedi-Arabië ook de straffen vast voor bepaalde misdaden. Op moord en verkrachting staat onthoofding, evenals sinds een paar jaar op de handel in verdovende middelen. Op diefstal staat het afhakken van de rechterhand, en bij een nieuw vergrijp het afhakken van een voet. Het drinken van wijn en andere alcoholische dranken kan bestraft worden met tachtig zweepslagen. Op overspel staat voor de (getrouwde) vrouw de dood door steniging en voor de (getrouwde) man onthoofding. Het valselijk beschuldigen van een vrouw van overspel wordt bestraft met tachtig zweepslagen.

In andere gevallen worden behalve geseling ook gevangenisstraffen of geldboetes opgelegd. Aziatische en Arabische arbeiders in het Koninkrijk klagen dat zij vaker tot lijfstraffen worden veroordeeld dan westerlingen, die er meestal met een gevangenisstraf of een uitzetting van afkomen. Zij halen daarbij als voorbeeld aan het Brits-Ierse echtpaar dat al drie jaar in de gevangenis van Taïf zit, een stad in de bergen ten oosten van Djeddah. Zij worden ervan beschuldigd een Ierse verpleegster te hebben vermoord. Tot een vonnis, tot een veroordeling tot onthoofding, is het nog steeds niet gekomen omdat de Saoediërs terugdeinzen voor de gevolgen. Zij zijn bang voor de protesten uit de westerse wereld.

Het toedienen van zweepslagen wordt beschouwd als een voorbeeldige islamitische straf. Enige tijd geleden werd een Indiase arts door een Saoedische vrouw beschuldigd van oneerbare betastingen, terwijl hij, naar de arts beweerde, slechts gevraagd had haar longen te mogen beluisteren. De vrouw diende een aanklacht in en twee dagen later werd de arts gearresteerd. Binnen twee uur was alles voorbij: arrestatie, veroordeling en voltrekking van het vonnis. De arts kreeg vijftien zweepslagen, toegediend ten overstaan van het voltallige personeel van de kliniek waar hij werkte. De arts was ontroostbaar. Hij hield bovendien zijn onschuld vol. Diep vernederd wilde hij onmiddellijk het Koninkrijk verlaten, maar kreeg geen toestemming. Twee maanden moest hij wachten voor hij zijn paspoort - dat iedere buitenlander bij aankomst moet inleveren - terugkreeg.

Een enkele keer ontkomen ook westerlingen niet aan lijfstraffen. Dan moet een voorbeeld gesteld worden. Aan mensen uit bepaalde Europese landen - met name aan de Engelsen die zich, naar de smaak van de Saoediërs, het meest liederlijk gedragen van alle Europeanen. Vorig jaar werd in Riyadh een Engelsman veroordeeld. De Brit woonde op de compound van het Oogziekenhuis aan de rand van de stad. Hij had last van het lawaai dat uit het huis van zijn buurman kwam, een Saoedische arts. Na de zoveelste keer klagen bij de buurman ontstond er een handgemeen waarbij de Saoediër knock-out ging. De Engelsman werd gearresteerd en veroordeeld tot twintig dagen gevangenisstraf en evenzovele zweepslagen. De geseling vond plaats na het uitzitten van de gevangenisstraf. Een 'milde' geseling in vergelijking met de straf die twee Jemenieten werd opgelegd in Skaka, in het noorden van Saoedi-Arabië. Ze hadden meegedaan aan gewapende overvallen. De een kreeg behalve tien jaar gevangenisstraf achthonderd zweepslagen en de ander zeven jaar cel en vijfhonderd zweepslagen.

Amputaties en andere lijfstraffen worden zelden gepubliceerd. Van onthoofdingen wordt altijd trouw verslag gedaan: eerst aan het einde van het televisie-journaal op de dag waarop de executie heeft plaatsgevonden, en de volgende dag in de kranten. Een enkele keer lees je iets over handen afhakken. In maart bijvoorbeeld stond alleen in de Saudi Gazette een bericht over twee mannen bij wie in Medina wegens het plegen van verschillende diefstallen de rechterhand bij de pols was afgehakt. Later, tegen eind september, werd in Sakaka de rechterhand afgehakt van een Jemeniet die had meegedaan aan gewapende overvallen. (Zijn mededaders kregen honderden zweepslagen.)**

Het afhakken van de handen vindt, net als onthoofdingen, in het openbaar plaats en wordt door een beul met zijn zwaard gedaan. Aan het handen afhakken van dieven valt niet te tornen, vinden de Saoediërs, want Allah zelf heeft die straf in de koran opgelegd 'En de dief en de dievegge, houwt hun handen af tot vergelding van wat zij verdiend hebben, als een voorbeeld van kastijding van Allah. En Allah is geweldig en wijs'. (Vijfde Soera, vers 38)

Wordt vervolgd

Betsy Udink

Uit: Achter Mekka - Betsy Udink
Auteur van Allah & Eva
Eldorado Reizen, www.uitgeverij-eldorado.nl

Bestellen?