Een land van racistische dwergen

Het regime van Kim Jong-il is nog gestoorder en verachtelijker dan je voor mogelijk hield.

Door Christopher Hitchens

[Noot vooraf van de vertaler: Onlangs verscheen het meest recente werk van Christopher Hitchens: Arguably, een lijvig boekwerk waarin Hitchens een zeer diverse reeks van zijn stukken van de afgelopen tien jaar heeft opgenomen. In het voorwoord, gedateerd 26 juni 2011, meldt de aan darmkanker lijdende Hitchens dat de artsen hem minder dan een jaar geven, maar desondanks treedt hij – mits de gezondheid het toelaat – nog steeds op in publieke debatten.

Ik heb gekozen voor de vertaling van een kort stuk over Noord-Korea. Deze keus is niet alleen ingegeven door de kracht van Hitchens’ betoog, maar eveneens door recente beelden omtrent een nieuwe op handen zijnde hongersnood in wat ik niet anders kan omschrijven dan het grootste concentratiekamp ter wereld. De beelden van uitgehongerde kinderen, sommigen met een gezicht vol zweren vanwege de verregaande staat van ondervoeding, behoren tot het meest mensonwaardige dat ik in lange tijd heb gezien. Als ze hun niet-aflatende obsessie met Israël eens een paar dagen naar het tweede plan zouden kunnen verplaatsen, lijkt me daar een mooie taak weggelegd voor de Verenigde Naties. Maar dat is wellicht een nutteloos pleidooi; ik ben bang dat het cynisme van de internationale betrekkingen hiervoor te weinig speelruimte laat. We shall see.]

Toen ik Noord-Korea enkele jaren terug bezocht, had ik het geluk te worden vergezeld door een redelijk vriendelijke ‘oppasser’ die ik de naam Mr. Chae zal geven. Hij leidde mij geduldig door het geruïneerde en uitgehongerde land, bij zijn uitleg vertrouwend op een soort ontkenningsmechanisme, waarbij hij een niet-aflatende belangstelling aan de dag legde voor de gigantische monumenten van de meest hysterische en theatrale leiderschapscultus ter wereld. Toen we een keer aan de avondmaaltijd zaten, waarbij we enkele voornamelijk uit bot bestaande stukken eend probeerden weg te werken, noemde hij een volgende reden waarom de dag niet meer ver verwijderd was waarop het gehele schiereiland herenigd zou zijn onder de bezielende leiding van de Geliefde Leider.
De bevolking van Zuid-Korea, zo verduidelijkte hij, veranderde langzaamaan in een land van bastaarden. Ze trouwden met buitenlanders – zelfs met zwarte Amerikaanse soldaten, zo had hij althans tot zijn grote afschuw vernomen – en begonnen hun puurheid en distinctie te verliezen. Mr. Chae was duidelijk niet gecharmeerd van het etnische mozaïek, maar zag meer in een rigide en onvervuilde gelijkvormigheid.

Het trof me op dat moment met welk een vanzelfsprekendheid hij dit zei, alsof hij er automatisch van uitging dat ik dit niet aanvechtbaar zou vinden. En voor even vroeg ik me af of deze vorm van totalitarisme (omdat niets ‘totaler’ is dan racistisch nationalisme), ook onderdeel was van de toon die de Noord-Koreaanse staat haar onderdanen oplegde. Maar ik was vooral bezorgd, net als de meeste van de weinige bezoekers aan Noord-Korea, over de opgelegde en uitheemse vormen van totalitarisme die het land te bieden had: over de gigantische mausoleums en parades die klassiek Stalinisme leken te doen samensmelten met een verwrongen vorm van het eerbiedige en patrtriarchale Confuciaanse ethos.

In zijn Achttiende Brumaire schreef Karl Marx dat zij die proberen een nieuwe taal onder de knie te krijgen altijd beginnen met het terug te vertalen in de taal die hen al bekend is. Ik doe mijn lezers tekort door mijzelf te beperken tot het gebruik van de reeds bestaande beeldspraak van Stalinisme en Oosterse cultus. Ik heb onlangs de dubbelfocusbril opgezet die B.R.Myers ons verschaft middels zijn spraakmakende nieuwe boek Het Zuiverste Ras: Hoe de Noord-Koreanen Zichzelf Zien en Waarom Het Van Belang Is en ik begrijp nu dat ik tot voor kort het plaatje of ondersteboven of binnenstebuiten zag.
Het hele idee van communisme is dood in Noord-Korea, en haar meest recente “grondwet”, die april jongstleden inging, heeft iedere referentie aan het woord laten vallen. De paralellen met Confucianisme zijn oppervlakkig, en de enige paralellen die mogelijkerwijs kunnen worden getrokken zijn door het regime alleen bedoeld om buitenstaanders een rad voor ogen te draaien. Myers weet ons te overtuigen dat we in plaats daarvan het systeem van Kim Jong-il moeten zien als een fenomeen van zeer extreem en pathologisch rechts. Het is gebaseerd op een totalitaire mobilisatie waarin het “leger eerst” komt en wordt in stand gehouden door slavenarbeid, terwijl het haar onderdanen een ideologie inprent van het meest rücksichtslose racisme en de meest intense vreemdelingenhaat.
Zijn hierboven vermelde conclusies, in een zeer goed beargumenteerd en briljant geschreven boek, dragen de zorgelijke implicaties dat de propaganda van het regime eigenlijk precies datgene kan betekenen wat het zegt, wat op zich weer zou inhouden dat vredes- en ontwapeningsonderhandelingen met dit regime een verspilling van tijd zijn – en wellicht een zeer gevaarlijke verspilling.
Het geeft te denken: zelfs tijdens de hoogtijdagen van het communisme waren er berichten van diplomaten uit het Oostblok en Cuba betreffende het paranoïde karakter van het systeem (dat haar eigen onderdanen vertelde dat ze het Non-Proliferatieverdrag met kwade bijbedoelingen had getekend) en haar intense haat tegenover buitenlanders.

Een zwarte Cubaanse diplomaat werd bijna gelyncht toen hij zijn gezin de bezienswaardigheden van Pyongyang wilde laten zien. Noord-Koreaanse vrouwen die zwanger terugkeren uit China – de grootste bondgenoot en beschermer van het land – worden gedwongen abortus te laten plegen. Posters waarop Japanners worden afgeschilderd als barbaren vinden hun gelijke alleen in de manier waarop Amerikanen worden gekarikatureerd als monsters met haakneuzen. (De illustraties in dit boek alleen al zijn veelzeggend). De Verenigde Staten en haar bondgenoten schieten te hulp waar Noord-Korea zelf tekort schiet in haar voedselvoorziening, maar er is niet het minste teken van erkenning of dank van de kant van de autoriteiten, die hun gevangen onderdanen vertellen dat de zakken graan met daarop het stempel van de Stars and Stripes een eerbetoon van een bang Amerika aan de Geliefde Leider betreffen.
Myers maakt ook duidelijk dat veel van de slogans die aangewend worden door het Noord-Koreaanse regime direct ontleend zijn – en dit is echt een punt van pure ironie – aan de kamikaze-ideologie van het Japanse imperialisme. Ieder kind wordt elke dag ingeprent dat het de prachtige kans heeft te sterven door opoffering in dienst van het vaderland en wordt geleerd niet bang te zijn voor de gedachte aan oorlog, zelfs niet aan een nucleaire oorlog.

Het regime kan niet regeren op basis van terreur alleen, en nu is het enige andere instrument dat het nog in petto heeft een op ras gebaseerde militaire ideologie. Geen wonder dat iedere “onderhandeling” met dit regime nog vernederender is dan het voorgaande. Zoals Myers terecht zegt; we kunnen niet verwachten dat het haar enige raison d'etre gaat wegonderhandelen

Ieder van ons die de handelingen van de Noord-Koreanen nauwlettend gadeslaat heeft vooral één vraag prominent in gedachte: Houden deze slaven werkelijk van hun ketenen? Het raadsel heeft verschillende obscene gevolgen. De bevolking van die kleine en nachtmerrieachtige staat is het natuurlijk niet toegestaan om hun levens te vergelijken met dat van anderen, en als ze klagen of aanstoot geven worden ze afgeserveerd naar kampen die – afgaande op de standaard aan zorg en voeding in de “grotere” maatschappij – een levende hel moeten zijn waarin de enige troost gelegen is in het feit dat de dood het verblijf hopelijk zo kort mogelijk maakt. Maar hysterie betreffende ras en nationalisme zijn krachtige bouwstenen voor de meest verwerpelijke systemen, zoals Europeanen en Amerikanen zich nog terdege zullen herinneren. Zelfs in Zuid-Korea zijn er mensen die vinden dat het regime van Kim Jong-il, waarin zij het zelf nog geen dag zouden kunnen uithouden, op de een of andere manier meer “authentiek” Koreaans is.

Hierbij nog twee schokkende feiten betreffende Noord-Korea. Ten eerste; als men het schiereiland bekijkt via een satellietfoto die na het invallen van de avond is gemaakt, dan is het een gebied van volstrekte duisternis. Er is nauwlijks een sprankje licht waarneembaar, zelfs niet in de hoofdstad. (Zie de beroemde foto). Ten tweede; een inwoner van Noord-Korea is gemiddeld 15 centimeter korter dan een inwoner van Zuid-Korea. De lezer mag zelf een voorstelling maken van de hoeveelheid aan meerwaarde die uit deze slaven is geperst en hoe lang dit al plaatsvindt, opdat men de gemilitariseerde misdadigersfamilie kan voeden en onderhouden en zij zowel het land als haar mensen volledig in haar bezit kan houden.

Deze voorbeelden onderstrepen het gelijk van Myers. In tegenstelling tot voorgaande racistische dictatoriale regimes, is het Noord-Koreaanse bewind er in feite in geslaagd een nieuw soort menselijk ras te produceren. Uitgehongerde en onvolgroeide dwergen, levend in het duister, vastgehouden in een voortdurende staat van onwetendheid en angst, gehersenspoeld in de haat, gedisciplineerd, gedwongen en ingeprent met een dodencultus: deze horroshow is onze toekomst en is zo ijzingwekkend dat onze eigen geliefde leiders hem niet recht in de ogen durven kijken maar alleen door hun vingers durven loeren om te zien wat er op ons afkomt.

Christopher Hitchens – Arguably, Allen & Unwin, 790 blz. Het origineel van bovenstaand stuk is te vinden op de bladzijden 556/558.

Dit stuk verscheen oorspronkelijk in Slate, 1 februari 2010

Vertaling: Kees Bakhuyzen, HoeiBoei

2 opmerkingen:

  1. Vergeef mij mijn kortzichtigheid en onkunde over de plaatselijke omstandigheden. Maar net als Radio Oranje in de tweede wereldoorlog werd tegengewerkt zal de radio die uit Zuid Korea wordt uitgezonden in de richting van Noord Korea ook worden tegengewerkt. Ik vermoed dat er geen afstemschaal op de radio's is en alleen TV's met maar één voorkeuze kanaal.

    Toch ben ik van mening dat de radio & TV en het internet een heel belangrijk hulpmiddel kunnen zijn voor het geestelijk bevrijden van de mensen in bezette gebieden. Eerst moet de mens geestelijk worden bevrijdt, dan is het vervolgens een peuleschil om de mensen fysiek te ontzetten en werkelijk vrij te maken.

    Misschien moeten wij in de vrije wereld meer aandacht besteden aan bevrijding! Misschien moeten wij meer mogelijkheden scheppen waarmee de onderdrukte bevolking zichzelf geestelijk kan bevrijden. De techniek is tegenwoordig zo goedkoop en algemeen beschikbaar dat iedereen bereikt moet kunnen worden, zelfs dat onzinnige landje achter het bamboe-gordijn. Na Noord Korea komt Jemen en Saudi Arabië aan de beurt. En dan nog een paar regio's.

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Goed stuk!

    Wij de vrije wereld maken ons liever druk over onze resourcen en voeren daar met het zogenaamde gelijk aan onze kant oorlogen voor. Bah bah heel erg bah....
    Arme donders die echt onze hulp nodig hebben tja daar sluiten we de ogen voor.

    BeantwoordenVerwijderen