Kurkije en Turdistan

Zondagmiddag 23 oktober stonden er honderden Turkse jongeren op het Museumplein in Amsterdam. Aan het eind van de middag ontaardde het samenzijn in een poging de Koerden in Amsterdam hardhandig een lesje te leren. Daarbij heeft de politie ten slotte moeten ingrijpen. Dat moet een hele verrassing voor de Turkse testosteronbrigade geweest zijn.
Eerder die middag moeten ze het gevoel gekregen hebben dat ze ver boven de Nederlandse wet stonden. In het volle zicht van publiek en politie hieven ze massaal hun gestrekte rechterarm op, en brulden Allahoe ekber, dat is de manier waarop Turken het bekendere Allahoe akbar uitspreken. Die vrome formule betekent ‘God is de grootste’. Het is de triomf- en oorlogskreet van de islam. Ook de Libiërs die in het kader van de Arabische lente Qaddhafi aan het lynchen waren, riepen dronken van bloeddorst Allahoe akbar.

Wanneer extreem rechtse jongeren op dezelfde manier hun rechterarm gestrekt zouden optillen, en van bloeddorst aan het krijsen zouden slaan, dan zou de politie zeker direct hebben ingegrepen, en terecht. Spreekkoren van jongemannen in zwarte leren jekjes die opgefokt de Hitlergroet brengen, daarvoor kan geen plaats worden ingeruimd in Nederland. Behalve als de politie bang is voor deze militante medelanders.

Die bangigheid was er de oorzaak van dat de politie pas ingreep toen ‘een kleine minderheid’ van zo’n honderd Amsterdamse testosteronturken aan het einde van de middag op het punt stond hun Koerdische stadgenoten aan te pakken. ‘Niet ingrijpen om erger te voorkomen’ is niet alleen laf, het is ook contraproductief. De orde herstellen kost veel meer energie dan de orde bewaren.

Wanneer het om Nederlanders gegaan zou zijn, is het uitgesloten dat de politie niet eerder in de middag op het Museumplein al zou hebben opgetreden. Zulk meten met twee maten is niet te rechtvaardigen. Niet optreden als het om Turken gaat, heeft later op de middag dan ook tot de problemen geleid bij het Amsterdamse kantoor van de Koerdische PKK-beweging.

Dat de politie bang is voor Turken, pleit voor hun gezonde verstand. Maar een politiemacht die bang is en daarom zo lang mogelijk niets doet, dat is een voor de hand liggende prooi in tijden van bezuiniging. En wat wil de Nederlandse politie trouwens eigenlijk aan de Afghanen leren? Dat je moet uitkijken voor mensen die mogelijk geweld gebruiken?

Het is maar gedeeltelijk waar dat de ellende op het Museumplein en bij het kantoor van de Koerden een gevolg is van misdragingen van ongeïntegreerde islamitische immigranten. De problemen zouden zonder de misdragingen van de Nederlandse politieleiding (dapper tegen Nederlanders, bang voor migranten) nooit zo hoog zijn opgelopen.