Het is weer bijna 4 en 5 mei...

Magnolia

Mijn vader was een hoffelijke man. Een man die de zakdoek van een vrouw opraapt als zij die verliest. Dat werd hem noodlottig want enkele jaren voor het einde van z'n leven, brak hij op die manier zijn knie. Hij was zelf namelijk al te slecht ter been om dergelijke fratsen uit te halen maar dat was hij even vergeten. Het 'een heer zijn' zat hem kennelijk in 't bloed.


Dat zette in de familie de poppen aan het dansen. Kon de oude man zich tot die tijd nog zonder veel bemoeienis alleen redden in ons ouderlijk huis aan de X-laan in de provinciestad H., nu was dat uitgesloten. De thuishulp, 'Tafeltje-dekje' en de vaste wekelijkse bezoeken van mijn overbezorgde zuster Y. en mijn broer Z, de door mijn vader aangestelde uitvoerder van zijn laatste wil, die waren niet meer genoeg. Alle hulptroepen moesten worden ingeroepen want vanaf zijn val stond meteen vast dat hij niet bereid was zijn 'zelfstandigheid' op te geven. Hij was behalve hoffelijk ook koppig hetgeen bij hem gemakkelijk tot een driftbui kon leiden. Anders gezegd, mijn vader wist wat hij wilde.

Aangezien ik als enige van mijn zeven broers en zussen in dezelfde plaats als mijn vader woonde, lag het voor de hand dat ik vaker langs ging. Toen hij weer een beetje kon lopen, bezocht ik hem uiteindelijk elke vrijdagmiddag. Dat was in het begin wel even wennen want voorheen kwam ik gemiddeld twee keer per jaar. Een groot gezin is niet automatisch een gezellig gezin.

Waar moest ik het over hebben? We hadden wel gedeeltelijk dezelfde interesses maar een totaal andere smaak. Ik had me ten onrechte zorgen gemaakt. De gepensioneerde leraar Frans was een echte causeur. (Daar kunnen met name zijn ex-leerlingen over meespreken. Een moeilijke klas wist hij tot rust te krijgen door te gaan vertellen.) Als ik maar ja en nee zei en af en toe een vraag stelde dan ging hij wel door. Zijn gedetailleerde beschrijvingen stelden mijn vermogen om geduldig te zijn op de proef en de mensen over wie hij sprak interesseerden mij niet in het bijzonder want zij waren in het algemeen wildvreemden voor mij. En toen zijn geheugen minder werd, verloor hij nog eerder de draad tijdens het spreken, dan begon hij weer van voren af aan en ook dan moest je het niet wagen hem te onderbreken - maar hij had wel verhalen.

Behalve over zichzelf sprak hij graag over de Tweede Wereldoorlog. Ik had daarbij altijd het gevoel dat hij die tijd niet als een dieptepunt in zijn leven had ervaren. Nooit kon ik hem op verdriet of grote emoties betrappen, eerder kreeg ik het idee dat het een spannende en interessante tijd voor hem was geweest die hij niet had willen missen. Dat oorlog iets is wat bij het leven hoort, wat je als man moet meemaken. Mijn vader was een opgewekt mens.

Hij was een tijd in Duitsland te werk gesteld en altijd weer vertelde hij de volgende anekdote. Toen de Duitse commandant de lijst met namen oplas waarop ook zijn achternaam stond, stopte de Duitser even: "Ach so, we hebben een man van adel in ons midden: VON der Veer." (Iets in die geest.)

Mijn vader had dat prachtig gevonden want hij was natuurlijk helemaal niet van adel maar in het Duits schijnen de voorvoegsels 'van der' grote indruk te maken. Althans toen. Mijn vader moet hebben geglunderd en dat heb ik op zijn zachtst gezegd altijd vreemd gevonden, hij ging er toch niet vrijwillig en voor zijn plezier werken en die Duitser was behalve mens, toch ook de vijand?

Noch fysiek, noch psychisch had hij in deze oorlog geleden. Hij keek bijna met weemoed terug naar die tijd waarin hij een jonge, levenslustige man was geweest. Mij bekroop een ongemakkelijk gevoel want er was toch wel iets aan de hand toen? Ja, hij wist natuurlijk dat er vreselijke dingen waren gebeurd. Met de joden. Hij had dat echter allemaal niet van dichtbij gezien en men sprak er niet over. Maar hij wist van de verschrikkingen. Kon zoiets nu niet weer gebeuren, vroeg ik? Zouden bijvoorbeeld Nederlanders niet eveneens tot deze gruweldaden in staat zijn? Of mensen uit andere landen? Het choquerende antwoord van deze meer dan tachtigjarige luidde, en hij keek mij er bijna samenzweerderig bij aan, zijn stem was zachter geworden, maar overtuigender heb ik hem zelden meegemaakt: "Nee Annelies zoiets zullen Nederlanders nooit doen, dat zit niet in ons, dat kunnen alleen de Duitsers doen."

Annelies van der Veer,

Deze tekst verscheen eerder op VetVEtVET.

10 opmerkingen:

  1. Nederland had het hoogste aantal SSers en Oostfrontstrijders.
    In Nederland zijn percentueel de meeste Joden weggevoerd naar de
    concentratiekampen..........opgehaald door de Nederlanders zelf, de Duisers hoefden niets te doen...Men had in Duisland als Jood 10% meer overlevingskans...
    Ze hadden aan een half woord genoeg........
    Maar de eigendunk en propaganda is genant.
    Ik zou er aan willen herinneren dat toen hare majesteit Beatrix bij een staatsbezoek aan Israel en zij de Knesseth ging toespreken de parlementariers uit protest tegen de Nederlandse houding in de oorlog massal wegbleven. Niets of nauwelijks van dat al in de berichtgeving in de Nederlandse kranten.
    Ach greet hofmans en de lockheed affaire kwam ook door berichtgeving van buitenlandse media naar buiten.
    Toch????...........
    karel martel
    herstal

    BeantwoordenVerwijderen
  2. De boches van oude stempel weten feilloos het verschil tussen de ene en de andere Willem van Prusio. De ene Willem van Pruisen is Willem V. Preussen en de andere Willem von Preussen. De eerste staat in het Rode Boekje en de andere in het Groene. Niet dat ze het Rode of het Groene Boekje kennen maar ik zeg het alleen om het verschil te duiden tussen echte adel en het patriciaat. De enkele Opperlandse inwijkeling die ook Willem van Pruisen heet staat nergens in. Niet in de Almanak van Gotha of op welk ander lijstje dan ook. Ausnahmweise das Telefonbuch.

    Van http://tinyurl.com/ckvazs

    zijn wij tig-keer de tafeldame geweest. Huize Doorn und so weiter. Hij zat IRL in de geurtjes, smaakjes en kleurtjes van alles wat over de tong en door je neus gaat. Ook de andere Prins van Oranje kennen wij goed. De ene wordt achterin Gotha's Catalogus als deurmat beschreven voor de ander die op de omslag staat

    http://tinyurl.com/cttt6e

    BeantwoordenVerwijderen
  3. Scherwitz: Der jüdische SS-Offizier, Anita Kugler (Cologne: Kiepenheuer & Witsch, 2006 ) wist van de buik van de walvis.

    BeantwoordenVerwijderen
  4. "Het is weer bijna 4 en 5 mei..."
    Wij hadden op de WC al zo'n vermoeden toen we in de Blokkerfolder de aanbiedingen zagen van DVD's over de 2e wereldoorlog...Kijk ik op de kalender en verdomd als het het niet waar was...

    BeantwoordenVerwijderen
  5. Tja, die gaskamers. Het is inderdaad moeilijk voor te stellen dat Nederlanders die bedacht zouden kunnen hebben.

    Maar ik geloof niet dat je dat kunt uitsluiten.

    BeantwoordenVerwijderen
  6. Ik hoorde aan de zuid-oever van het Meer van Geneve het volgende broodje Aap verhaal. De Duits Gründlichkeit strekte so weit dat judische verbrecher eerst hun straf moesten uitzitten voor ze naar het Oosten werden afgevoerd. Lebenslang klonk het lachend om me heen. Jankend ben ik het meer ingelopen.

    BeantwoordenVerwijderen
  7. @ Willem 8:55

    De Fransen noemen de Duitsers boches en de Hollanders triple boches. Niet onterecht of erg verdreven imho.

    http://tinyurl.com/cw86ys

    BeantwoordenVerwijderen
  8. Deze reactie is verwijderd door de auteur.

    BeantwoordenVerwijderen
  9. ...en zes mei natuurlijk.


    "Ja, hij wist natuurlijk dat er vreselijke dingen waren gebeurd. Met de joden. Hij had dat echter allemaal niet van dichtbij gezien en men sprak er niet over. Maar hij wist van de verschrikkingen."

    Tja, weer iemand die niks van de vaderlandse geschiedenis kent. Hoe moet je nu met de toekomst omgaan als je het verleden niet kent.

    Joden, joden, maar vooral Anne Frank hype.
    Nooit eens een spannend boek en een leuke verfilming ervan over hoe de Duitsers voor de uitgang van kerken de jonge mannen opwachtten. Zo en hup na de heilige communie meteen de vrachtwagens in en rechtstreeks richting Duitsland. Maakt niet uit hoe oud je was. Veertien of veertig, afscheid nemen van je vrouw en kinderen of je moeder was er niet bij. Sofort. Zo'n vier tot vijfhonderdduizend, voornamelijk mannen, ondergingen dat lot. Sterven in de Duitse oorlogsfabrieken of net achter het oostfront ter ondersteuning van de duitse troepen. Op basis van vrijwilligheid suggereert de malloot vandenboom. De sukkel heeft kennelijk nog nooit gehoord van Holland Aktion I en Holland aktion II.
    En wat men niet kent,...bestaat gewoon niet.
    Is het niet gek, dat in bijna al die oorlogsfilms of "documentaires" de Joodse component de boventoon voeren en dat er vrijwel geen aandacht wordt besteed aan al diegenen die gevallen zijn in de krochten van de bezetter. Wat men niet weet, bestaat gewoon niet. Dat is pas ausradieren !

    Voor diegenen die wel wat meer willen weten en zich niet laten vervallen in het stomme geleuter a la vandenboom (en velen met hem/haar), doe jullie je best eens en ga op zoek naar het gehele verhaal.
    En zo moeilijk is dat toch niet :
    http://nl.wikipedia.org/wiki/Arbeitseinsatz

    Je zult versteld staan !

    BeantwoordenVerwijderen
  10. Voorlaatste oorlogsjaar, 10 oktober 1944. Er staat een 21-jarige Nederlandse postbode op het station van Güstrow, een slaperig stadje in het armelijk agrarische Mecklenburg, waar hij, `langs een boerenroute', dertien maanden post heeft bezorgd. Hij is juli 1943 – een kwart eeuw voor hij een van de machtigste politici in Den Haag zal zijn – door de PTT naar Hitler-Duitsland gestuurd. Maar hij wil, per spoor via Hamburg, terug naar Nederland, naar zijn geliefde Alblasserwaard. Dat is de `bevindelijke' streek van herkomst van deze jonge gereformeerde bonder, die in 1942 aan het Marnix-gymnasium in Rotterdam zijn diploma heeft behaald. Daar, herinneren schoolgenoten zich, maakte hij weleens een pro-Duitse indruk. Dat ontkent hij later niet, in zoverre dat hij dan toegeeft dat zijn inzichten als scholier soms `onrijp' waren.

    Hij is 1942 in Bleskensgraaf in tijdelijke dienst bij de PTT getreden, een jaar later in Dordrecht in vaste dienst, en heeft zich, zal hij later zeggen, naar Duitsland laten sturen om te helpen voorkomen dat anders een gehuwde man met kinderen zou moeten gaan. En ook wel een beetje, zal hij erbij zeggen, omdat er in de streek en kerk van zijn geboorte nu eenmaal nogal speciale opvattingen bestaan over wat men de overheid verschuldigd is, zelfs al betrof het in dit geval een bezetter.

    Herfst 1944 staat het Rode Leger al in Polen en rukken de Westelijke geallieerden na hun invasie in Normandië op in West-Europa, zij hebben Zuid-Nederland al bereikt. Onze postbode, die zijn werk doet met het woord Ausländer op een armband, heeft nóg een reden om uit Güstrow weg te willen. Hij heeft namelijk als 'Willem Antjes' getuigd in een rechtszaak tegen de burgemeester en Ortsgruppenleiter van Klein Schwieso, een van de dorpjes van zijn route. Deze Herbert Theuermeister, NSDAP-lid sinds 1937, heeft na het overlijdensbericht van een soldaat over diens weduwe opgemerkt, hoorbaar voor de postbode, dat zij nu haar 'verdiende straf' had gekregen. Hij is daarom juni 1944, mede op grond van de verklaringen van die Nederlandse PTT'er, wegens belediging van een oorlogsweduwe veroordeeld tot elf weken celstraf. Die postbode, de latere ARP- en CDA-fractievoorzitter mr. W. Aantjes dus, heeft daarna van bevriende klanten het advies gekregen als buitenlander voortaan uit te kijken voor mogelijke wraakacties van NSDAP-leden.

    Neem van mij aan dat Willem lopende langs een boerenroute niets tekort is gekomen. Helemaal niets want de heren des huizes zaten & lagen aan het front. Ze hielden zich daat onledig met het sturen van ansichten van de plaatselijke omgeving naar de durskes thuis. Willem mocht ze bezorgen. Willem had de tijd van zijn leven. Goed doorvoed en af en toe een boerenrok.

    BeantwoordenVerwijderen