'Zie hen,' fluisterde hij. 'Er is voor hen geen hoop. Ze leven in eenzaamheid. Waar ze om zich heen tasten, is leegte. Hun lichamen zijn een prooi van het verval. Haar heeft hij nog wel op zijn kop, een flinke bos. Nee, kaal is hij niet. Maar dat komt nog wel.'
Hij had de huisdeur bereikt. 'Vrede,' dacht hij, 'het is voorbij. Het is vrede. Een verheven blijmoedigheid stijgt op.' Met voorovergebogen hoofd ging hij naar binnen, klom zacht de trap op en liep langzaam door de gang. In de huiskamer stond zijn vader in ondergoed bij de kachel. 'Goedenavond,' zei Frits. 'Zo mijn jongen,' antwoordde de man. 'Hoe kan iemand zo'n uitpuilende buik krijgen?' dacht Frits. 'Een zwangere huisknecht.' ' Almachtige God,' zei hij bij zichzelf, 'zie dit. Hoe heet zulk ondergoed met hemd en broek uit één stuk? Hansop, geloof ik.' Hij bekeek de kleding nauwlettend. Aan de achterkant, onder aan de rug, was een lange, verticale spleet, die open stond. 'Ik kan zijn reet zien,' dacht hij. 'De klep om te kakken staat open.' 'Almachtige God,' zei hij bij zichzelf, 'zie toe: zijn reet is te zien. Zie deze man. Het is mijn vader. Behoed hem. Bescherm hem. Leid hem in vrede. Hij is uw kind.'
'Frits, ben je terug?' vroeg zijn moeder uit de achterkamer. Hij ging er binnen. Ze lag te bed. 'Was er nog wat op straat?' vroeg ze. 'Niet veel,' antwoordde hij, 'een paar vuurpijlen.'
Zijn vader kwam uit de huiskamer binnen en stapte in bed. Hij deed de leeslamp, die op een stoel bij het bed stond, uit. 'Blijf je niet te lang rondlopen?' vroeg zijn moeder. 'Ik ga meteen naar bed,' antwoordde Frits. 'Wel te rusten.' 'Val niet over het snoer,' zei ze. Hij verliet, de benen hoog optillend, de kamer, deed het licht in de huiskamer uit en ging in de keuken zijn tanden poetsen. Plotseling hield hij op, liet de borstel in zijn mond staan en spreidde de armen uit. Met grote passen liep hij naar de spiegel in de gang en ging er voor staan. Hij trok de borstel uit de mond.
'Ik leef,' fluisterde hij, 'ik adem. En ik beweeg. Ik adem, ik beweeg, dus ik leef. Wat kan er nog gebeuren? Er kunnen rampen komen, pijnen, verschrikkingen. Maar ik leef. Ik kan opgesloten zijn, of door gruwelijke ziekten worden bezocht. Maar steeds adem ik, en beweeg ik. En ik leef.' Hij liep terug naar de keuken, voltooide het poetsen en betrad zijn slaapkamer.
'Konijn,' zei hij, het konijn op de arm nemend, 'je straf is ingetrokken, gezien je grote verdiensten voor de zaak.' Hij zette het dier op de schrijftafel, sloot de gordijnen en begon zich uit te kleden. Toen hij gereed was, trommelde hij zich met de vuisten op de borst en betastte zijn lichaam. Hij kneep in het vel van de nek, in de buik, de kuiten en de dijen. 'Alles is voorbij,' fluisterde hij, 'het is overgegaan. Het jaar is er niet meer. Konijn, ik ben levend. Ik adem, en ik beweeg, dus ik leef. Is dat duidelijk? Welke beproevingen ook komen, ik leef.'
Hij zoog de borst vol adem en stapte in bed. 'Het is gezien,' mompelde hij, 'het is niet onopgemerkt gebleven.' Hij strekte zich uit en viel in een diepe slaap.
Uit: Gerard Reve - De Avonden
Een winterverhaal
Pag. 221/222
1982
Uitgeverij De Bezige bij
Amsterdam
Thanks on уour marvеlоus ρosting!
BeantwoordenVerwijderenI quite enjoуеd readіng it, yοu hapрen tο be a great
author.I wіll make cеrtain to boоkmark уour blog and
wіll often сοme baсκ at somе pоint.
I want to еncourаge you continuе yоur grеat poѕts, have a
nice day!
Alѕo visit my web-ѕite massage in Birmingham
my web page > massage in Birmingham