"Kijk"


Lieve Tiny en Simon, V., 15 juni 1971

Veel dank voor je prentbriefkaart. Uitnodiging gaarne aanvaard.

Wederom ongehoord zwaarmoedig. Eerst was ik erg blij met dit weer, omdat ik dol begon te worden van die jubelende zon, maar nu verveelt het me alweer. In het huis is werkvolk bezig, dat gevelgaskachels en wastafels aanlegt, een en ander wel snel en vakkundig, maar met gefluit, de gehele dag, zeer luid en zeer vals. Dat is natuurlijk nog niets vergeleken bij een transistor radio. Het is kwart over vier in de middag. Ik verwacht de Jongens om zes uur terug uit Friesland, waar ze in Huize 'Het Gras' nog hier en daar iets moeten opknappen. Het liefste zou ik nu wijn drinken. De wijn is in huis, maar ik mag niet. Is dat niet erg, een jongeman van ...., die niet eens in zijn eigen huis mag drinken wanneer hij wil? Eindelijk kan ik het betalen: drank, vrouwen, automobielen, alles! De Jongens hebben de auto en mijn rijbewijs bij zich; vrouwen kijken mij niet meer aan; en de wijn moet ik laten staan. In bed liggen drinken, wat is dat iets heerlijks! Ik ken het nog slechts als een verre herinnering. Zitten drinken in een heet bad, daar gaat helemaal niets meer boven, behalve misschien op het hoofd gekrauwd en gemasseerd worden door iemand op wie je geil bent. Geslagen worden door iemand op wie je gek bent, dat mag er ook wezen. Er is veel, maar het vele wordt weinig, als je ouder wordt. Laat ons elkaar maar moed inspreken. Laten we gedurende de dagen van onze ontmoeting elkaar maar zo veel mogelijk troosten, en niet van elkanders werk, persoon of kop zeggen dat die niet goed zijn. ('Het is een kop', zeggen ze van mij. Geen dag ziek geweest.)

Het enige is de Kunst. Ik bedoel, wat nog enige bevrediging geeft om te doen. Lichamelijke liefde, wijn, het verdampt allemaal. De Kunst, die geeft houvast, door hare volstrekte nutteloosheid. En de Kerk, natuurlijk, zolang zij geen nut heeft, en zich niet in het maatschappelijk krakeel mengt, waarin zij tot nu toe met onfeilbare zekerheid vóór de moordenaars, vóór de gangsters en vóór het gepeupel heeft gekozen (zoals zij nu ook, van lieverlede, op de rode nazis en mensenslachters verkikkerd begint te geraken). De rooms-katholieken zijn hier een even kleine als oppassende minderheid, met één modern, zeer aanvaardbaar kerkgebouw. Zondag jongstleden las de pastoor (naar mijn indruk een lieve, goedwillende man, die jaren geleden Woelrat moed ingesproken heeft en psychiatries konsult verschafte terzake zijn, Woelrats, Griekse beginselen) een bisschoppelijk schrijven voor, waarin de voor de zoveelste keer opduikende ketterij aangaande de natuur van Christus beleefd doch beslist werd afgewezen, tot mijn grote opluchting en tevredenheid. Het betreft de malle, saaie en fantasieloze idee, volgens welke Christus uitsluitend mens zou zijn. Een uiterst verwerpelijke dwaling, dat kan ik je wel vertellen. er zou eens flink opgetreden moeten worden.

(Kijk: toen de christelijke religie zich formeel en leerstellig nader omlijnd vastlegde, betoogde zij, dat in Christus God en mens in één persoon verenigd zijn. Maar na een tijdje werden allerlei neuzelaars gesignaleerd die, medegesleept door de drogredenen van zekere Arius, een priester uit Egypteland, beweerden dat Christus wel een zeer hoog en begenadigd schepsel, maar niet God was. Tenslotte wees de Kerk dat officieel af, op het Concilie van Nicea, waar Christus, in het aldaar gebakken, baaie mooie Credo 'Licht uit Licht, God uit God', en 'waarlijk God uit die waarlijk God is' genoemd werd. Later kwam er weer een ontwikkeling in de richting van een andere uiterste: op instigaatsie van een 'zeer vrome' Rus of Roemeen of wat voor Karpathenkop dan ook, werd op grote schaal de mening verkondigd, dat Christus uitsluitend God was. In zoverre Hij als mens optrad, was dat slechts een zinnebeeldig spel of maskerade. Je ziet dat het beide keren volksvreemde elementen zijn geweest, van buiten de grenzen., die de waarheid belaagden. Van huis uit staan wij, trouw aan het geloof, rondom ons Vorstenhuis geschaard. Met de komst van al die tienduizenden vreemdelingen echter, die onze zeden en onze gezondheid, ook op geestelijk gebied, aantasten en met voeten treden, is het verval van geloof en moraal begonnen. In ieder geval moest toen weer juist de menselijkheid van Christus worden veilig gesteld. Het is eeuwen lang op die manier heen en weer gegaan, totdat de Kerk, merkwaardig genoeg op een concilie te Efesus, dezelfde stad waaruit de verkopers van zilveren Diana-beelden Paulus verdreven, de dubbele natuur van Christus eens en voor altijd bevestigde door Maria uit te roepen tot theotokos = de God barende, of de Moeder van God, als je wilt. Eeuwen en eeuwen heeft het geduurd, miljoenen mensenlevens en geweldige oorlogen heeft het gekost, omdat er altijd weer mensen samenrotten die dachten dat het geloof iets begrijpelijks was, en hom of kuit wilden. Dus telkens kreeg je het gezeik van: Hij is mens. Of van: Hij is God. Tot ze er uitkwamen: Hij is allebei. De beide voorafgaande standpunten waren in hunne eenzijdigheid onwaar.)

Vroeger pakten ze die kankeraars, die miesmachers met hun zuur riekende adem stevig aan. Toen werd de waarheid nog verdedigd! Weet je, wat het beroerde is? Alle geestelijke moeite lijkt wel voor niets gedaan. De diepzinnigste boeken zijn geschreven, televisie en radio omspannen de wereldkloot, maar de studenten reciteren Mao zijn rode Ot en Sien boekje als hield het iets in.

Ik post deze opgewekte brief nu, dan haalt hij nog de nachtposttrein. Heel veel liefs van jullie

Gerard

Uit: De Taal Der Liefde - Gerard Kornelis van het Reve
Athenaeum-Polak & Van Gennep
Pag. 59-62
Amsterdam 1972

3 opmerkingen:

  1. Een mooie brief en met tevens vooruitziende blik en voorspellende elementen onderwijl terugkijkend naar het verleden.

    BeantwoordenVerwijderen
  2. "De diepzinnigste boeken zijn geschreven, televisie en radio omspannen de wereldkloot, maar de studenten reciteren Mao zijn rode Ot en Sien boekje als hield het iets in." - Prachtig! Ik ben bang dat de tijden niet heel erg veranderd zijn.

    BeantwoordenVerwijderen
  3. nalv een vraag, wat ik van de opmerking van Van 't Reve denk, die hij over de ontwikkeling van het christendom schrijft:

    Helemaal eens met Gerard in dat stuk tussen haakjes; de RK kerk van na de 4e eeuw heeft er een zooi van gemaakt, meer dan erg.
    De discussie over de 2 naturen leer over Christus loopt vanaf die tijd en men kwam er steeds minder uit, doordat men de Joden + Tora er antisemitisch uit gooide; de kerk is nog steeds als een mannetje (of vrouwtje) wat de tak doorzaagt aan de verkeerde kant van de boom, waarop men zit, naar beneden, breekt de benen en heeft geen poot meer om op te staan!

    Juist als je terug gaat naar de roots, begrijp je hoe goed de gemeente te Yerushalayim was net na de opstanding en uitstorting van de Geest van God op alle gelovigen.
    Men ging gewoon door met de Toralijn van doen, volgde er Yeshua in na, want Hij leerde en deed dat.
    De kerk in de 4e eeuw en later heeft dat alles grondig verwoest, Maria als medeverlosseres geintroduceerd en daarmee haar geheel ten onrechte vereenzelvigd met de heidense Koningin des hemels, als afgodin!!
    Ook daarom zijn er afsplitsingen gekomen en om tal van andere redenen.

    Dus je begrijpt dat ik me heel goed voel en Bijbels in de Tora-Yeshua gedachte van de eerste gemeente te Yerushalayim; we zijn inmiddels gestart in Amersfoort, zie website onder de kop Tora-Yeshuagemeentes.
    http://torayeshua.nl/cms/?page_id=576

    Tot later, bedankt voor je vraag, stel er gerust meer als je dat wilt,
    shabbath shalom,
    Ben Kok (joods-chr, pastor)

    BeantwoordenVerwijderen