JIHAD IN AFGHANISTAN, OF WAAROM WIJ ONGEWILD BETROKKEN ZIJN BIJ EEN GODSDIENSTOORLOG.

(In het januari-nummer van de Militaire Spectator van dit jaar was een gastcolumn opgenomen van een derdejaars studente Arabisch, (1) die daarin een lans brak voor het begrip jihad als rechtvaardige oorlog. Hoewel zij niet expliciet inging op de militaire problemen in Afghanistan bood haar openingszin genoeg aanleiding om te veronderstellen dat de Militaire Spectator haar betoog zeer relevant achtte voor haar lezers bij de krijgsmacht. (2) Ondergetekende heeft een reactie geformuleerd op deze column die helaas niet geplaatst kon worden. Mij werd meegedeeld dat het specifieke karakter van gastcolumns geen reacties toelaat. Wat nu volgt is een uitgebreide en enigszins gewijzigde versie van mijn oorspronkelijke reactie aan de Militaire Spectator)

Het is triest en tegelijkertijd verontrustend in deze tijd van transnationale oorlogsvoering in naam van religie, in casu de islam, wanneer het erop lijkt dat universiteiten hun studenten niet helpen bij het krijgen van een objectief begrip van wat de strijders van deze oorlogen motiveert en bindt. In de gastcolumn over Jihad als just war krijgt de lezer een erg eenzijdig beeld van deze complexe kwestie.

Jihad, zegt de auteur, is alleen bedoeld om "de islam" te beschermen en strijders als Bin Laden voeren een "zogenaamde" dus onechte jihad. Opposing Militant Forces (te denken valt aan Talibanstrijders) zijn niet bezig met jihad maar met qital, 'gevecht', 'strijd' of 'slag'. Het doden van vrouwen, kinderen, oude mannen en verwoesting van infrastructuur past niet bij jihad, meent zij.

In de Egyptische Van Dale Al-Mu'gam al-wasit staat dat het woord jihad (preciezer: jihaad met twee a's) niet afkomstig is van jahada maar van jaahada (let op de twee a's). Jahada is volgens dit woordenboek 'streven naar' en 'inzetten voor' zoals Groeneveld zegt, maar jaahada (twee a's) heeft een andere betekenis. Het Arabische woordenboek zegt: 'Object van het werkwoord Jaahada is de vijand, als zelfstandige naamwoorden aan te treffen in mujaahada en jihaad en de betekenis ervan is: hem (=de vijand) te bestrijden.' (3) En onder jihaad vinden wij: 'Jihad (volgens de religieuze wet) is het bestrijden van diegenen onder de ongelovigen die geen bescherming genieten volgens diezelfde wet.' (4) (pagina 142 van mijn editie uit 1972) De primaire betekenis van Jihad in religieus-juridische zin is dus niet bescherming, zoals de columniste zegt, maar het bestrijden van een vijand van de islam. Bovendien wordt het woord qital 'vechten', anders dan zij stelt, in dit woordenboek rechtsreeks gekoppeld aan het woord jihad. Dit is ook een normale wijze van formuleren in de Arabische commentaren en Sharia-handboeken.

De uitleg dat jihad bedoeld is om de islam te beschermen bevat wel een kern van waarheid, maar helpt niet wanneer wij willen begrijpen waarom ook de Taliban en Bin Ladens (of Hamas) van deze wereld hun militaire operaties legitimeren vanuit de islamitische leer. Jihad is alleen een just war voor rechtzinnige islamieten als die in het belang van Allah is, in het Arabisch: al-jihaadu fii sabiili allaah. Letterlijk: 'De strijd (qitaal 'het vechten') op het pad van Allah'. De Islamitische rechtsgeleerden definiëren het doel van dit pad als de hegemonie van de Wet van Allah, de leef- en gedragsregels van de islam. De vaagheid van de term 'pad' maakt het mogelijk dat islamieten zeer uiteenlopende activiteiten als jihad beschouwen: Voor de Europese moslimprediker Tariq Ramadan is zijn bemoeienis met het onderwijs van moslimjongeren een vorm van jihad (al-jihaadu bil-lisaan 'de jihad met de tong'), voor het Saoedische koningshuis zijn de miljoenen dollars voor Europese moskeeënbouw een vorm van jihad (al-jihaadu bil-maal 'de jihad met geld'), en voor de Taliban is het doden van vijandelijke troepen en 'hypocriete' Afghaanse meelopers een vorm van jihad (al-jihaadu bis-sayf 'de jihad met het zwaard'). Al deze categorieën staan in de canonieke wetboeken van de islam.

Natuurlijk vinden in islamitische kringen heftige discussies plaats over de beste toepassing van religieus-juridische regels op conflicten met een godsdienstige dimensie. Er zijn moefti's of rechtsadviseurs die al dan niet in opdracht van hun regering proberen om de militante jihadisten te veroordelen als (niet-religieuze!) misdadigers, die de zaak van de islam alleen maar frustreren. En andere moefti's komen hen juist te hulp. Het is een juristenstrijd die ons vreemd aandoet omdat hij in dienst staat van één doel: de heerschappij van het woord van Allah zoals neergelegd in de koran. Maar wij moeten wel oog hebben voor de rijke verscheidenheid aan opvattingen binnen dit ene kader.

De Militaire Spectator columniste meent bijvoorbeeld op grond van een secondaire bron (het boek Islamic Political Ethics, Civil Society , Pluralism and Conflict bezorgd door Sohail Hashimi) dat het doden van non-combattanten en vrouwen, kinderen en ouden van dagen "dus" verboden is. Maar in het Sharia handboek 'Umdatu s-saalik van Ahmad Ibn Naqib al-Misri, dat met goedkeuring van de Egyptische religieuze autoriteiten in de Verenigde Staten (!) werd uitgegeven in 1991, lees ik: 'Het doden van vrouwen en kinderen is niet toegestaan tenzij ze (mee)vechten .... het doden van oude mannen is toegestaan als zij ouder dan veertig jaar zijn, evenals monniken ....en het is toegestaan hun (=de vijandelijke) bomen om te hakken en hun huizen te verwoesten.' (5) Dit is een wetboek van de Shafi'itische rechtsschool, een variant binnen de grote moederschoot van de Sharia-wetgeving. Die is ook nu nog dominant in Noord-Egypte, Zuid-Arabië, Oost-Afrika, Maleisië en Indonesië. Moeten we op grond hiervan concluderen dat bijvoorbeeld monniken of mannen ouder dan veertig jaar hun leven niet zeker zijn in Indonesië? Natuurlijk niet. Maar we moeten niet raar opkijken als daar een radicale geestelijke zijn volgelingen weet op te roepen tot agressie tegen bijvoorbeeld christenen en hun kerkgebouwen.

In Afghanistan richten de orthodoxe moslims zich op de Hanafitische rechtsschool, die evenals de Shafi'itische alleen op ondergeschikte punten afwijkt van de allesoverheersende Sharia-norm. Ook de Taliban beroepen zich op de regels van deze Hanafitische rechtsschool, maar zien hun toepassingen wel als de meest zuivere vorm ervan. Het zal niet verbazen dat het begrip jihad ook bij de Hanafieten een centraal leerstuk is:

'Jihad in het (dagelijkse) taalgebruik is het kosten noch moeite sparen van wat in iemands vermogen ligt om te spreken en te handelen, en in de Sharia is het het doden van ongelovigen en vergelijkbare (handelingen) zoals ze slaan, het plunderen van hun bezittingen, het verwoesten van hun gebedshuizen en het breken van hun afgodsbeelden.' (6) Deze weinig pacifistische definitie van jihad werd geciteerd door de grootvader van Tariq Ramadan, de oprichter en ideoloog van de Moslimbroederschap Hassan Al-Banna in diens tractaat over de jihad. (7) Onder het hoofdje 'De jihad is een religieuze plicht voor iedere moslim' begint de schrijver zijn tractaat met de volgende zin: 'God heeft de jihad opgelegd aan iedere moslim als noodzakelijke en resolute plicht waaraan geen ontkomen of uitvlucht (mogelijk) is. Hij heeft hem gemaakt tot voorwerp van hoogste verlangen en leidend tot grootste beloning in het hiernamaals voor strijders (moejahidien) en martelaren.' (8)

Het jihadisme in de Islamitische Republiek Afghanistan is een reëel probleem. Wat sommige westerse politici en analisten niet lijken te beseffen is dat de jihad als tactisch wapen wordt ingezet door Afghanen zelf. Bin Laden zit allang hoog en droog in Pakistan, of misschien zelfs als gegijzelde gast in een ommuurde enclave in Iran. Vanuit radicale islamitische denkkaders is de Afghaanse lokale jihad volkomen legitiem. Hij ondervindt warme steun van geestelijke leiders en rechtsadviseurs in veel landen waar moslims wonen. Tot in Amerika toe wordt op het internet opgeroepen om mee te vechten of de zaak financieel te ondersteunen. Vaak gepropageerd als het doneren voor 'de heilige strijd' al-jihaadu l-muqaddas. (9) We zijn in Afghanistan verwikkeld in een godsdienstoorlog die in feite draait om maar één zaak: de leef- en gedragsregels van de islam. De ene partij wil totale, 'zuivere' Sharia (Taliban en symphatisanten buiten Afghanistan), de andere een Sharia light (regeringskringen, gesteund door het Westen). De steun voor méér islam in het openbare leven, de strijd tegen het verdorven secularisme geïmporteerd uit Europa en Amerika zal niet verdwijnen met nog meer opbouwmissies en goedbedoelde ontwikkelingshulp. Daarvoor is het een te groot en vooral globaal probleem.

Simon Admiraal

Simon Admiraal studeerde Arabisch van 1974-1980 en was o.a. actief in het Midden-Oosten als vertegenwoordiger van een Amerikaans bedrijf. Hij verzorgde in 2009 een workshop 'Militaire theologie van de islam' voor Defensieleergangen en bereidt een proefschrift voor over de spanningen tussen de seculiere rechtsstaat en de politieke islam in het Westen.

Simon Admiraal is een van de drie getuigen in het Wildersproces.


1. F. Groeneveld Militaire Spectator, januari 2010, jaargang 179 nummer 1, pp. 58-59: "Jihad als vorm van just war".

2. 'Wanneer Opposing Militant Forces (OMF) 'Allahu Akbar' schreeuwen voordat ze de trekker overhalen, betitelen we ze meestal als jihadi's.'

3. ǧāhada: al-ʿaduwwa, muǧāhadätan wa ǧihāda-n; qātalahu.

4. al-ǧihādu: šarʿa-n qitālu man laysa lahum ḏimmätun mina l-kuffār.
5. lā yaǧūzu qatlu n-nisāʾi wa ṣ-ṣibyāni illā an yuqātilū .... wa yaǧūzu qatlu š-šuyūḫi wa huwa man ǧāwaza l-arbaʿīna wa r-ruhbāni .... wa yaǧūzu qaṭʿu ašǧārihim wa taḫrību diyārihim.

6. al-ǧihādu fī l-luġäti baḏlu-n mā fī l-wusʿi mina l-qawli wa l-fiʿli wa fī š-šarīʿäti qatlu l-kuffāri wa naḥwihi min ḍarbihim wa nahbi amwālihim wa hadmi maʿābadihim wa kasri aṣnāmihim. (uit maǧmaʿu l-anhuri fī šarḥi multaqà l-abḥur, een Hanafitisch handboek)

7. Risālätu l-ǧihād, tientallen keren uitgegeven in de Arabische wereld. De alom gevierde bruggenbouwer Tariq Ramadan is in staat geweest dit tractaat van zijn grootvader te verdonkeremanen in zijn proefschrift Aux Sources du Renouveau Musulman dat voor een belangrijk deel gewijd was aan de vermeende hervormer Hassan Al-Banna.

8. Farraḍa l-lāhu l-ǧihāda ʿalà kulli muslimi-n farīḍäta-n lāzimäta-n ḥāzimäta-n lā manāṣa minhā wa lā mafarra maʿahā wa raġġaba fīhi aʿẓama t-tarġībi wa aǧzala ṯawābi l-muǧāhidīna wa š-šuhadāʾ.

9. Het is een bekende truc in de apologetische literatuur, ook in de westerse wetenschap, om te benadrukken dat jihad géén heilige oorlog is omdat in het Arabisch anders gesproken zou worden van al-ḥarbu l-muqaddas (letterlijke vertaling van 'heilige oorlog') in plaats van al-ǧihād ('jihad', 'strijd'). Men vergeet er dan bij te vermelden dat het woord 'heilig' in Arabische publicaties regelmatig bij het woord 'jihad' gevoegd wordt zodat de term 'heilige oorlog' verschijnt!

14 opmerkingen:

  1. In de mystieke islam beschrijft de mysticus Mevlana de heilige Jihad als "de INNERLIJKE strijd tussen goed en kwaad". Dit is de enige ware definitie van Jihad. De rest heeft er iets heel anders van gemaakt en misbruikt de islam voor eigen machts- en overheersingsdoeleinden.

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Gelukkig nog een actueel onderwerp!
    Dacht eerst op een cultuursite van Nova te zijn beland....

    Of jihad nu met één of tien a's wordt geschreven is helaas van geen enkel belang meer.

    Véél belangrijker is dat de overgrote meerderheid van islamieten zich niet willen distantiëren van een barbaarse veroveringsideologie incl. de miljoenen slachtoffers!

    Hitler is een maar klein peutertje vergeleken met 14(!) eeuwen martelen en moorden van 'ongelovigen' zoals ik.
    Als Aap, Hond, Varken, Homo of Hoer, wacht mij hetzelfde lot.

    De opmaat naar de 3e wereldoorlog is allang ingezet door de license-to-kill-appearsers in dit land en Europa.
    Bosnië aan de Noordzee.... De rivieren van bloed gaan overlopen.

    BeantwoordenVerwijderen
  3. Goh, Anoniem, wat knap, dat je dat allemaal weet. Wel gek dat de moslims zelf Jihad heel anders opvatten en dat in hun Boeken Jihad vooral gewoonweg 'oorlog' betekent. Beste Anoniem, ga het gauw uitleggen in de moskee op Vrijdag. Doen hoor!

    BeantwoordenVerwijderen
  4. Mijn reactie geldt Anoniem 1, vanzelfsprekend. Die van 18:10.

    BeantwoordenVerwijderen
  5. @roelf-jan,

    Heel bergijpelijk :)

    Mvgr,
    Anoniem 18:42

    BeantwoordenVerwijderen
  6. Des te meer ik er over lees des te meer ik begin te beseffen dat we er goed van overtuigd moeten zijn dat we over een aantal jaren werkelijk in The Planet of the Apes zijn beland. Dat dan werkelijk de wereld wordt bestuurd door een groep mensen die elke vorm van intelligentie afwijzen.
    Ik kom tot het inzicht dat het web van leugens en verdichtingen zo strak in elkaar is geweven dat er geen ontsnappen aan is. Iedereen die ooit is gevangen in dit stelsel van zelfbevestigende leugenachtige logica komt er nooit meer uit.

    Eerst had ik nog de hoop dat logisch nadenken de oplossing was, en dat na enige tijd de waarheid als onweerlegbaar zou hebben moeten overwinnen. Dat er een bevrijding mogelijk was voor allen die nu gebukt gaan onder het juk van de islam. Nu na dit stuk denk ik dat het allemaal nog veel moeilijker in elkaar steekt dan ik eerst vermoedde.

    BeantwoordenVerwijderen
  7. Het blijft vreemd dat de Militaire Spectator zo kritiekloos een stuk plaatst van een apologeet van de islam zonder dat er dus een ander geluid bij komt. Mensen die een kritiekloze houding hebben t.a.v. een totalitair gedachtegoed, hier de islam, en daardoor bewust of onbewust propaganda bedrijven voor een totalitaire politieke ideologie, noemt men nu in verband met de islam apologeten, maar in de koude oorlog noemden men deze categorie kritiekloze mooipraters ‘fellow travellers’. Het patroon waarmee zij alles van de communistische ideologie goedpraatten, lijkt sterk op dat wat apologeten t.a.v. de islam nu doen. Ontkennen, lelijke dingen wegpoetsen en de schuld steeds bij de ander leggen. Er zijn veel overeenkomsten tussen apologeten en fellow travellers. Veel misleiding heb je ook op het gebied van de ‘tolerante’ islam en dan zeker wanneer men stelt dat in de ‘gematigde’ islamitische landen godsdienstvrijheid geen probleem zou zijn. Helaas niets is minder waar, neem nou een ‘gematigd land als Marokko. De piepkleine niet-islamitische minderheden hebben beperkte rechten om hun geloof te belijden, maar het probleem zit hem met name in het recht om van godsdienst te veranderen en dat recht wordt IN GEEN ENKEL islamitisch land erkend. Ook niet in Marokko waar artikel 220 van het Wetboek van Strafrecht verandering van godsdienst strafbaar maakt. Bijbels in het Arabisch mogen niet worden ingevoerd. Maar zolang er binnen de islam geen echte godsdienstvrijheid is, zullen er vanuit de islam altijd spanningen zijn met de rest van de wereld. Bizar is het dat in het westen iemand probleemloos zonder vervolging door de overheid moslim kan worden, terwijl in islamitische landen het recht om christen of boedist te worden gewoon niet wordt erkend. Sharia en nationaal recht. Rechtssystemen in moslimlanden tussen traditie, politiek en rechtsstaat (v11 apr 06)– WRR (wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid) - J.M.Otto

    BeantwoordenVerwijderen
  8. Als ik Admiraal goed begrijp is het begrip jihad evenzeer ingebed in de plichtenleer als het vijfmaal bidden. Een goed moslim kan zich er niet aan ontrekken zonder, vanuit eschatologisch oogpunt, zijn 'leven' op het spel te zetten. De betekenis van jihad is dan het bestrijden van de vijanden van de islam. En evenzo als er wordt opgeroepen tot het gebed (een dagelijkse aangelegenheid) kan er opgeroepen worden tot jihad (gelang het inzcht van een geestelijk voorman). Wordt die laatste oproep gedaan dan is het wat naief direct te denken aan de Soefistische interpretatie.

    Een vergelijkbare situatie heeft toch ook in westen gespeeld maar dan met totale afwezigheid van het leerstuk.
    De dertigjarige oorlog stond, zij het niet uitsluitend, toch primair in het teken van een religieus verschil van mening en de daaraan verbonden consequenties voor de gewone gelovige. De kwalificatie 'godsdienstoorlog' was dus niet ver gezocht. Maar alle studies die gericht zijn op dit kleine stukje in de tijd (1618-1648) reppen met geen woord over een 'heilige' oorlog. Alle manschappen die op de been werden gebracht waren het resultaat van harde valuta. Als er al oproepen werden gedaan vanaf de kansel dan was de uitwerking daarvan te verwaarlozen.

    Het opkomen vanwege je 'nummer' of vanuit religieus zielenheil is inderdaad een wereld van verschil. Maar mij is nog niet duidelijk waarin dat verschil zich laat gelden. Is het de mate van fanatisme, de brandstof voor een langslepend conflict of iets anders? Ik zie het nog niet of het moet zo zijn dat het westen zich in den aard gemengd heeft in een interne islamitische kwestie die, hoe sektarisch zij elkaar ook mogen bestrijden, feitelijk dezelfde aversie koesteren tegen de ongelovige. In die strijd schudden ze elkaar achter de schermen de hand.

    BeantwoordenVerwijderen
  9. "Ondergetekende heeft een reactie geformuleerd op deze column die helaas niet geplaatst kon worden. Mij werd meegedeeld dat het specifieke karakter van gastcolumns geen reacties toelaat."

    Goed dat er internet is, ruimte genoeg!

    BeantwoordenVerwijderen
  10. Knap concies stuk, Simon.

    Mij valt ihkv Het Proces op dat journalisten en advocaten die zich met de discussie over GW bemoeien idee hebben wat de islam is. Ze denken dat de islam een gewone religie is.

    Je krijgt dan rare fouten zoals het bericht over de vorige week opgepakte neurologe en beoogd zelfmoordterroriste, door Het Parool in de rubriek Religie en Spiritualiteit geplaatst.

    Of het opiniestuk van twee advocaten in dezelfde krant, die boos zijn op GW omdat hij de rechtbank heeft beledigd door nota bene juristen als getuigen op te roepen. Alsof de NL rechters niet bevoegd tot oordelen zijn, schande!

    Inderdaad, ze zijn niet bevoegd tot oordelen omdat ze niks van de sharia weten en, om de snel gekwetste moslims hier te lande niet te ontrieven, al helemaal niet (willen) begrijpen dat de islam grotendeels bestaat uit de sharia.
    Bernadette de Wit

    PS: smullen, die ontbrekende voetnoot uit het proefschrift van de kleinzoon

    BeantwoordenVerwijderen
  11. Deze reactie is verwijderd door de auteur.

    BeantwoordenVerwijderen
  12. Even voor de duidelijkheid het Sharia handboek "Umdatu s-saalik van Ahmad Ibn Naqib al-Misri" is natuurlijk het boek "Reliance of the Traveller: The Classic Manual of Islamic Sacred Law Umdat Al-Salik". Gewoon een Engels boek en te bestellen bij Amazon.com:

    http://www.amazon.com/Reliance-Traveller-Classic-Islamic-Al-Salik/dp/0915957728/

    Ook aanbevolen door Arabist Jansen.

    BeantwoordenVerwijderen
  13. Op de grens van de dood is leven gereduceerd tot bewustzijn. De zintuiglijke ervaring is geen voorwaarde meer van het leven maar een exponent. Leven betekent in zijn essentie bewustzijn. Dit is geen filosofische deductie anders dan dat het de uitkomst is van de ervaring zelf waarbij de dood, die onvermijdelijk scheen, niettemin uitbleef. Dit soort ervaringen zijn zeldzaam. Men overleeft het ‘onvermijdelijke’ .

    De Latijnse christelijkheid spreekt in zo’n geval over een wonder, de islam over inshalla. Het subtiele verschil daar tussen is gelegen in de geest zelf. Waar christenen spreken over de Heilige Geest om op het rechte pad te blijven heeft de islam de sharia ter meerdere zekerheid ingevoerd. Waar Jezus, zonder de wetten af te schaffen, er nog twee aan toevoegde ten opzichte van het individu, heeft Mohammed ‘rechtvaardigheid’ teruggebracht tot een bestel en de maatschappij zelf.

    Wat men daar ook van moge vinden, het overleven van het ‘onvermijdelijke’ is en kan nooit gevonden worden in het toegeven. Het bewustzijn, net zo min als de natuur, kent het verschil tussen goed en kwaad. Het bewustzijn handelt uit noodzakelijkheid zonder morele overwegingen. Het failliet van de islam ligt in zijn kern dat Allah nooit het ‘onvermijdelijke’ heeft overleeft. Wat als 'inshalla' werd voorgesteld was het ontkennen van de veerkracht en persoonlijkheid van mensen.

    BeantwoordenVerwijderen
  14. Niet te vergeten in the Reliance of the Traveller: Who is Subject to Retaliation for Injurious Crimes. blz. 582, 583 en 584. Geen straf/vergelding voor een Moslim voor het doden van een Niet-Moslim.(02.0(2))

    BeantwoordenVerwijderen