De God der Wrake

Wafasultan_3

Wafa Sultan is opgeroepen als een van de door Geert Wilders verzochte en door het hof goedgekeurde getuigen in het tegen hem aangesponnen proces wegens haatzaaien. De Amerikaans-Syrische psychiater werd een wereldwijd fenomeen door een optreden op Al-Jazeera in 2006, waarin ze het opnam tegen een moslimgeestelijke. Haar standvastige weerwoord tegen het kant noch wal rakende geschreeuw en getier van de imam werd een Youtube-hit die meer dan een miljoen kijkers trok. Het bracht Wafa Sultan tot de Time Magazine lijst van 100 meest invloedrijke personen in dat jaar.

Wafa Sultan geldt als een van de bekendste islamcritici met een moslim-achtergrond en daarmee schaart ze zich bij andere vermaarde islamcritici als Ayaan Hirsi Ali en Irshad Manji. Sultan heeft in de afgelopen jaren regelmatig publikaties geleverd aan kranten en tijdschriften maar tot voor kort ontbrak het aan een volledig boek van haar hand. De recente publikatie A God who Hates is het eerste boek op haar naam en het biedt vooral veel van wat we van haar konden verwachten gezien de eerdergenoemde en latere Youtube video’s en publieke optredens.

Evenals Ayaan Hirsi Ali in Mijn Vrijheid, heeft Wafa Sultan haar eigen leven en ervaringen als uitgangspunt genomen voor haar aanval op de traditionale denkbeelden binnen de islamitische gemeenschap, zowel in Syrië als in de VS. De kleine Wafa blonk al vroeg uit op intellectueel gebied en we leren over haar reeds vroeg ontwikkelde honger naar kennis en leesmateriaal. De helft van haar maandelijkse zakgeld ging op aan een exemplaar van Reader’s Digest, wat haar voor het eerst in aanraking bracht met de Amerikaanse cultuur.

Er zijn enkele belangrijke omstandigheden en gebeurtenissen die een sterk stempel op haar leven hebben gedrukt. De belangrijkste geschiedenis is waarschijnlijk het schrijnende relaas van haar grootmoeder. Op 23-jarige leeftijd had ze al vijf kinderen; drie jongens en twee meisjes. Een pokkenepidemie eiste echter het leven van alle drie de jongens zodat Wafa’s grootvader achterbleef als een ‘vader van dochters’; op zich al beschouwd als een beschamende situatie, werd dit nog versterkt door het feit dat hij ‘dorpshoofd’ was. Hij gaf zijn vrouw de schuld voor zijn ongeluk en zocht een nieuwe bruid, waarbij hij haar de vernedering liet ondergaan haar rivale met veel ceremonieel vrolijk te verwelkomen in haar eigen huishouden. De nieuwe bruid zorgde voor tien zonen en Wafa Sultans grootmoeder werd gedegradeerd tot huisslaaf op haar eigen terrein. Het ontging Wafa Sultan niet dat deze op zich sterke en intelligente vrouw alle mogelijkheden tot ontwikkeling werden ontzegd.

Een ander schrijnend verhaal vormt de geschiedenis van een nichtje dat op haar elfde werd uitgehuwelijkt aan een man van veertig. Na zich tien jaar lang intens ongelukkig te hebben gevoeld in haar huwelijk maakte ze een eind aan haar leven. Wafa Sultan voert overtuigend aan dat het leven van de Profeet Mohammed – en zijn jonge bruid Aisha, die hij trouwde toen ze 6 was en met wie hij geslachtsgemeenschap had toen ze 9 jaar oud was – de bron vormen van deze wantoestanden binnen de islamitische wereld, waar Mohammed en het door hem geleide leven als na te volgen ideaal worden gezien. Dit soort ellende kan daarom niet worden uitgeroeid als deze zienswijze niet bij de wortel wordt aangepakt. ‘Moslims hanteren het geloofsartikel dat alles wat de Profeet Mohammed zei en deed werd geïnspireerd door God. De islam staat het geen van haar volgers toe te twijfelen aan de morele standaard van deze woorden en daden - overal en in alle tijden.’

Uitermate schrijnend zijn ook de verhalen die Wafa Sultan aanhoorde toen ze tijdens haar studie medicijnen enige tijd werkzaam was voor een gyneacoloog. Deze had vaak tot taak maagdenvliezen te herstellen - het gebroken maagdenvlies was altijd veroorzaakt door een ‘val’ op jonge leeftijd - en abortussen uit te voeren, waarbij het slachtoffer na enig aandringen vaak te kennen gaf al lange tijd te zijn verkracht door vader, broers, ooms en/of andere aanverwanten. In plaats van mededogen te tonen vroeg de arts een schrikbarend hoog bedrag voor de abortus, dat de vrouwen vaak alleen konden betalen door hun juwelen te verkopen.

Een bepalend moment was de moord op haar leraar oogheelkunde door moslimextremisten in 1979. ‘Eerst realiseerde ik me niet wie er was vermoord. De schoten kwamen van alle kanten en lieten iedereen in een shock achter. Ze gingen gepaard met de stem van de moordenaar die uit de luidpsrekers schreeuwde: “Allahu akbar…Allahu akbar!” [...] Sinds dat moment staat Allah in mijn gedachten gelijk aan het geluid van een kogel en is hij een God geworden zonder respect voor het leven van de mens. Vanaf dat moment sloeg ik een nieuwe zoektocht in naar een andere God - een God die het leven van de mens respecteert en die ieder mensenleven als waardevol ziet.’

Wafa Sultan vertelt uitgebreid waar de houding van mannen tegenover vrouwen vandaan komt en hoezeer angst het gedrag van de moslimman bepaalt. De moslim neemt ook geen Wafasultan
verantwoordelijkheid voor zijn daden want alles wordt beslist door Allah. Mocht dat niet helpen, dan zijn daar altijd nog de Joden die verantwoordelijk worden gehouden voor zo’n beetje alle ellende in de wereld (vreemde contradictio trouwens; wie is nou uiteindelijk verantwoordelijk, Allah of de Joden?) Sultan geeft enkele voorbeelden van het diepgewortelde en niet zelden de paranoia overschrijdende anti-semitisme in de moslimwereld. ‘Heb je al gehoord dat Israel prostituees met AIDS naar Jordanië en Egypte stuurt om zodoende AIDS in onze landen te verspreiden?’

Zo nu en dan fronste ik bij lezing van A God who Hates de wenkbrauwen, met name als ik vreesde dat Sultan emotioneel uit de bocht vloog. Zo stelt ze dat het stelen de moslims ingebakken zit, een feit voortkomend uit de overlevingsinstincten uit de barre tijd waarin de islam is ontstaan. Daar mag historisch een kern van waarheid in zitten, maar Sultan lijkt op zulke momenten door te slaan, ook al komt ze met relevante voorbeelden van haar bekende Arab Americans die graag her en der zoveel mogelijk stelen om de Amerikanen een hak te zetten. Een ander terugkerend thema is de haat die de meeste Arab Americans koesteren tegen hun nieuwe vaderland. ‘Als de VS moreel decadent is, waarom staan er dan zoveel van mijn Syrische landgenoten in de rij voor de Amerikaanse ambassade?’, zo vraagt Sultan zich terecht af.

Analoog aan Bruce Bawers waarschuwing aan het Westen voert Sultan aan dat Amerikanen ziende blind zijn. ‘Amerikanen […] zeggen wat ze denken en ze denken wat ze zeggen. Ze hebben er geen idee van dat ze te maken hebben met mensen die er bedreven in zijn te zeggen wat ze niet denken en te denken wat ze nog nooit gezegd hebben.’ Natuurlijk ligt het verwijt van een selectief gebruik hier voor de hand, maar daar kan tegen ingevoerd worden dat Sultan mogelijke kritiek voor blijft door met plausibele en schokkende voorbeelden te komen.

Een ander element dat als kritiekpunt zou kunnen worden aangevoerd is dat de islamitische wereld niet alleen staat in veel van de wantoestanden die Wafa Sultan beschrijft. Ik noem alleen maar het eerder aangehaalde voorbeeld van de jonge meisjes die door verschillende familieleden zijn verkracht. In hoeverre deze voorbeelden representatief zijn is en blijft ongetwijfeld een onderwerp voor niet-aflatende discussie. Maar een argument voor het boek is dat Wafa Sultan als (ex-)moslim voorbeelden aanhaalt uit haar eigen ervaring en aannemelijk maakt dat er een direct verband is tussen de islamitische mindset en deze wantoestanden. Selectief of niet, die voorbeelden liegen er niet om. Het is vooral van belang dat deze verhalen een discussie op gang zetten en dat moslims in het algemeen zich niet blijven terugtrekken in slachtoffergedrag, zoals in de Australische moslimgemeenschap, waar men zich twee jaar terug en masse beklaagde bij de overheid omdat na het geheime bezoek van Wafa Sultan bleek dat zij gesprekken had gevoerd met zowel de Liberals als Labour.

Wafa Sultan hanteert een stijl die zowel harder als emotioneler is dan die van bijvoorbeeld Ayaan Hirsi Ali of Nahed Selim, die ik daarom sterker vind dan Sultan. De grootste smet op het boek vormen echter de herhalingen; een goede redacteur had hier oog voor moeten hebben. Het eerder genoemde barre karakter van de woonomgeving van de woestijnbewoners ten tijde van het ontstaan van de islam is een interessant en belangrijk gegeven, maar het hoeft niet herhaalde keren terug te komen in nieuwe bewoordingen. Na hooguit twee keer is de boodschap duidelijk.

Ten slotte zullen critici van Wafa Sultan haar waarschijnlijk ook haar bijna blinde liefde voor Amerika verwijten. Er is inderdaad geen spoortje van kritiek te vinden op haar nieuwe vaderland (afgezien van een wat breedsprakige aanval op Colin Powel, omdat deze had beweerd dat het op zich geen probleem zou zijn als een moslim President van de VS zou worden), maar gezien de met name door vrouwen ondergaande ellende in de moslimwereld waarvan Wafa Sultan verslag doet, is het volledig te begrijpen dat Amerika voor haar als een waar paradijs van de vrijheid moet overkomen.

A God who hates
is een aanrader voor allen die zich willen mengen in de islam-discussie. En dan heb ik het zowel over voor- als over tegenstanders van Wafa Sultan. Ik las ergens een reactie van een lezer die dit boek niet zozeer zag als een aanval op de islamitische gemeenschap als wel als een aanzet zich te bevrijden van het keurslijf waarin men zichzelf al veertien eeuwen dwangmatig gevangen houdt. Een mooi pleidooi waar ik me graag bij aansluit. Terwijl ik dit boek las, zag ik een bericht in Trouw waarin werd vermeld dat liberale moslims het opnamen voor de bedreigde Kopten in Egypte. Dit zijn de berichten die we nodig hebben en die ik zie als hoopgevend voor de discussie die op gang moet komen. Als Wafa Sultan daar met dit boek haar steentje toe kan bijdragen dan heeft ze absoluut mijn zegen. Ik hoop het van harte.

Kees Bakhuyzen

Wafa Sultan: A God who Hates.
St Martin’s Press, New York.

Bol.com

8 opmerkingen:

  1. Helaas Kees, al is dan weer mìjn persoonlijke getuigenis met ervaringen in noord-afrika en mo, meisjes en vrouwen worden heel vaak verkracht door familieleden. Talloos, de hersteloperaties, talloos de trucjes (buideltje bloed in de vagina), talloos de zelfmoord(pogingen) met bijv de geest van azijn, talloos de abortussen.

    En wat betreft het stelen. Ik zeg wel eens dat ik nog nooit een moslim in mijn huis gehad heb, die niets van me meegenomen heeft. Was het niet de fles whiskey na een overvloedig etentje, dan wel een camera na installatie van de parabool of het vlees uit de koelkast na het schilderen van de luiken. Overigens zijn hier in Nederland toch ook veel voorbeelden van als het criminaliteitscijfer zo veel hoger is dan dat van de autochtone Nederlander?

    Het is goed dat je kritiek hebt op de persoonlijke insteek van Sultan, maar begrijp wel dat je het hebt over een cultuurgroep waar het niet gebruikelijk is direct de 'waarheid' te spreken.
    Ja inderdaad, ook liegen lijkt voor ons westerling bij hen ingebakken. Edoch de moslim zal dit als niet liegen zien, maar eerder als verstandig met de feiten omgaan. Maar het begrip waarheid is arbitrair. De echte waarheid is voor familie en dan nog mannen-mannen, vrouwen-vrouwen. De buitenwacht krijgt de sociaal wenselijke versie. De vuile was wordt nooit buitengehangen, het nest niet bevuild!

    Ik heb het voorrecht om vaak ergens bij te kunnen zitten (ook in mannengroepjes) omdat gedacht wordt dat ik het arabisch niet versta. Moslims kennen verschillende waarheden, algelang de intimiteit van de betrokkenen. Het zijn de ware diplomaten en politici by heart!

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Als men beseft dat Wafa Sultan er maatschappelijk gezien èn wat intelligentie betreft er goed bij zit, ze is tenslotte psychiater, en als men dan ziet hoeveel jaar het gekost heeft om haar gedachten omtrent de islam op een rij te krijgen. Dan moet het voor haar minder gelukkige zusters wel haast onmogelijk zijn om zichzelf te bevrijden.

    Ik weet niet hoe het gedaan moet worden maar het zou nuttig zijn we moslima's zouden steunen om tot inzicht te komen en zich daarna te bevrijden. Hoe dit het beste kan weet ik niet, maar ik weet wel dat het klakkeloos accepteren van alle islamitische kolder en bullshit geen oplossing is.

    BeantwoordenVerwijderen
  3. Nog even wat doorlezen over de "mindset "van moslims Kees want dan smelten jouw kritiek punten als sneeuw voor de zon.

    Barbary corsair >>

    In 1786, Thomas Jefferson, then the ambassador to France, and John Adams, ambassador to Britain, met in London with Sidi Haji Abdul Rahman Adja, a visiting ambassador from Tripoli. The Americans asked Adja why his government was hostile to American ships, even though there had been no provocation. They reported to the Continental Congress that the ambassador had told them "it was written in their Koran, that all nations which had not acknowledged the Prophet were sinners, whom it was the right and duty of the faithful to plunder and enslave," but he also told them that for what they considered outrageous sums of money they could make peace.


    En mijn persoolijke ervaring is niet anders. >> stelen van christen honden is geen stelen "
    Uitgesproken door mijn zeer gewaardeerde Turkse collega die het milieu is ontglip hetgeen een zware persoonlijke beproevig was.

    BeantwoordenVerwijderen
  4. De mohammedaanse fundamentalisten houden alle gelovigen, extreem, gematigd of gezapig, in gijzeling. De koran speelt daarbij een doorslaggevende rol. God zelf dus.

    Volgens Irshad Manji gaat dat aldus:
    "Only within Islam today is literalism mainstream world wide. (.) Even moderate Muslims believe as an article of faith that the Qu’ran is not like any other sacred text, it is ‘God 3.0’ – and none shall come after it. [Torah=’God 1.0’; Bible=’God 2.0’]
    Now this is a supremacy complex.
    And a supremacy complex is dangerous. Why dangerous?
    (.) I argue that this supremacy complex because when abuse happens under the banner of Islam today, even those of us with fancy titles and formal educations do not yet know how too debate and to dissent with jihadists. (.) And that’s because we have not yet been introduced to the possibility of asking questions about our “perfect holy book”. The same cannot be said today for moderate Christians and Jews. And this holds the key to explaining why there has been such a thundering silence among moderate Muslims in the face of islamist’s terror. The jihadists are so expert at quoting from the Qu’ran and because we Muslims have been told that we cannot question the Qu’ran we are left with the feeling that to question the jihadists out loud is to question the Qu’ran itself . And that is supposed to be off limits."

    Wafan Sultan zegt dat zo:
    "Islam is a closed market.
    From its earliest beginnings Islam has forcibly defended its teachings. I resorted to force because it needed power. It used its might to stamp out any ideas that did not fit into its program, and kept its people firmly locked up in prison. It rejected the principle of excellence and the laws of supply and demand. No merchandise but its own was allowed into its marketplace. The Koran and the life, actions, and saying of the Prophet Muhammed were the sole source of knowledge and the only basis for legislation. Islam imposed these sources by force and allowed not others to compete with them. With time these others lost authority, as they could no longer compete with the concepts of the new era.
    When an idea is no longer appropriate to its time, it loses its excellence and becomes fragile. The more fragile it becomes, the more it deprives its adherents of the ability to keep abreast of the times. Muslims became the hostage of their own doctrinal prison whose teachings had made them feel helpless. The sense of helplessness, in turn, made them all the more dependent on these teachings."

    Als gevolg van die onfeilbaarheid van de koran constateert Frans Groenendijk deze catch 22:
    “Wanneer de extremisten zich manifesteren of wanneer ‘de jeugd’ amok maakt, laten de gewonen weten dat ze daar niets mee te maken hebben. Zij hebben ‘hun eigen islam’ die heel, heel anders is. Bij de meesten van hen hoeft ook helemaal niet getwijfeld worden aan hun oprechtheid. Vervolgens treden echter de fundamentalisten naar voren ‘ter verdediging’ van de gewonen. Zij weten wel hoe zij de uitingen van de extremisten en de arrogante gefrustreerden kunnen terugdringen: door islamisering van de maatschappij. Islamisering in de vorm van meer ruimte voor de hoofddoek en uitingsvormen van mohammedaans fundamentalisme en van minder ruimte voor de vrijheid van meningsuiting wanneer die betrekking heeft op de mohammedaanse ideologie.”

    BeantwoordenVerwijderen
  5. Er is een heel absurd maar tekenend fragment uit dat boek in mijn hoofd blijven hangen. Na een feestje met mede Arabisch-Amerikanen moest er opgeruimd worden. Afval scheiden was een normaal verschijnsel in de staat waar het plaatsvond. Maar Wafa's pogingen om inderdaad op die manier te werk te gaan werden meteen ongedaan gemaakt. Ik parafraseer even : F*ck the Americans and their environment ". Dat ze zelf ook deel uitmaakten van die omgeving was nooit tot hun denken doorgedrongen.
    Obstructie for the sake of it.

    BeantwoordenVerwijderen
  6. Bedankt voor je mooie en goed gedocumenteerde boekverslag. Wafa Sultan is een islam-critica die wel eens veel invloed zou kunnen krijgen bij kritische arabische geesten, omdat ze de taal en de discussieaard van dat gebied goed kent. Dat kan figuren zoals in het Trouw-artikel, waar naar toe wordt gelinkt in dit artikel, bijzonder inspireren. Van figuten als deze Mohammed Tanani zullen we het uiteindelijk moeten hebben. Laat de vrijheid zegevieren boven de duisternis van het mohammedaanse totalitarisme en intolerantie.

    BeantwoordenVerwijderen
  7. Goed dat je over haar schrijft. Ze is een belangrijke getuige in het Wilders-proces maar krijgt nauwelijks aandacht in de media. Behalve dan van het dagblad De Pers

    BeantwoordenVerwijderen
  8. zoals ook Belle8 al vertelt, zijn mijn ervaringen met islam binnen (en buiten) mijn familie niet anders, en niet anders dan die van Wafa Sultan. Mijn nichtje werd bijna gedwongen met haar neef in Egypte te trouwen, gedwongen een hoofddoekje te dragen, enz. Met veel strijd binnen de familie en steun vanuit de hollandse tak (en, ik moet er bij zeggen, 1 gelukkig verlichtte geest binnen de Egyptenaren, haar biologische vader) is dat afgewend. Maar die Egyptenaar is dan ook zo'n beetje de enige die ik ooit tegen mij en zijn dochter heb horen zeggen dat er allemaal tegenstrijdigheden in de koran staan. Dit, met Wafa Sultan zijn de uitzonderingen, niet andersom.

    BeantwoordenVerwijderen