Il Buffone


Door: Dick Gilsing

In documenten van WikiLeaks wordt een groot aantal wereldleiders in termen van diplomaten afgeserveerd als onbenullig of onbekwaam. Zo zou Poetin meedogenloos, cynisch en corrupt zijn. Sarkozy wordt gekenschetst als lichtgeraakt en autoritair. En Berlusconi gaat over de diplomatentong als te vermoeid door zijn voorliefde voor feestjes en zijn betrokkenheid bij  alle mogelijke schandalen. Dat wisten we natuurlijk allemaal al. Dat Poetin een onbehouwen, dictatorale judoka is. Dat Sarkozy het prototype is van het Franse haantje. En Berlusconi? Laten we zeggen: een tweederangs operettezanger,  een B-komiek in achterafzaaltjes. Maar hij paradeert als zodanig wel op het wereldtoneel. Curieus. En burlesk.

Van de zomer logeerde ik in het Italiaanse dorpje Baiardo. Niet zo mooi als het Italiaanse dorpje in The American van Anton Corbijn. Dat is dan ook gelegen in de streek Abruzzo, terwijl  Baiardo  17 km ten noorden van San Remo ligt. Maar toch, een mooi vestingstadje. Op een zondagmiddag installeerde zich naast de fancy fair bij de kerk een gepensioneerde Italiaanse professor van de universiteit van Genua. In een kraampje stalde hij affiches, foto’s en brochures uit, allemaal door hem zelf gemaakt of verzameld, betreffende Il Buffone. De professor beklom – gezien zijn leeftijd met gemak – een soort van zeepkist vanwaar hij schimpende woorden sprak over handel en wandel van BB. Buffone Berlusconi. Het publiek keek en luisterde eerder geamuseerd dan geboeid naar de spreker die zelf


gaandeweg zijn betoog wel iets kreeg van een buffone.  Een grappenmaker.

De professor gebruikte il buffone in pejoratieve zin. Een potsierlijke hansworst die met zijn belachelijke gedrag een bron voor algemeen vermaak is. De presentator van de Italiaanse talkshow L’infidele (De ontrouwe) gebruikte onlangs dezelfde term, toen B woedend en tierend in het programma inbrak.  De show was op dat moment gewijd aan Rubygate, het schandaal rond de minderjarige Marokkaanse nachtclubdanseres ‘Ruby’ die door de premier zou zijn betaald op seksfeesten in zijn villa in Arcore bij Milaan. Via de telefoon bestempelde B op geagiteerde toon het programma als walgelijk en weerzinwekkend en als een ‘tv-hoerenkast’. De presentator repliceerde met: Gaat u liever naar de magistraten in plaats van mensen te beledigen, buffone. U bent een onwetende sukkel.

Martin Simek en Anne Branbergen hebben BB een jaar lang, van zijn 73e tot zijn 74e verjaardag, gevolgd en daar van – zonder over hem te oordelen, zeggen ze zelf – verslag gedaan in hun boek Silvio. Modern leiderschap. In een interview in de NRC verklaarde Simek:  Berlusconi past in een wereld waar bankier en crimineel op elkaar zijn gaan lijken. Wat mij betreft zou je  ook kunnen zeggen: we leven in een wereld waar de koning  hofnar is geworden en de hofnar koning is. In één en dezelfde persoon. Of is BB zo mediageniek, of zo mediageniek gemaakt door zijn spindoctors, dat hij in staat is om met zijn gedrag te refereren aan (kunsthistorische) beelden die in het collectieve bewustzijn van Italianen ergens een plaats hebben gekregen, zoals Joost Zwagerman in zijn net uitgekomen essaybundel Alles is gekleurd met de nodige ironie oppert? In die zin zou BB’s flauw vallen op een verkiezingstournee (het was nog in zijn eerste termijn) gemodelleerd zijn naar een meesterwerk van de schilder Bellini uit 1470.

Ooit had  buffoni of bouffon nog een positieve betekenis. Het was de aanduiding voor de knechten of zanni in de commedia dell’arte , het geïmproviseerde toneel in het Italië van de 16e en 17e eeuw, en de opera buffa (begin 18e eeuw), zoals Arlecchino (Harlekijn), Pedrolino (Pierrot) en Pulcinella (Punch/Jan Klaassen), de voorlopers van de typetjes van Chaplin en Bean in de 20e eeuw. Met name de laatste hanteert met verve het instrument van de lazzi, geïmproviseerde tussenstukjes, of het nu gaat om het doodslaan van een vlieg, het ophangen van een schilderij of het parkeren van een Mini. Ook de meesters van de zanni, zoals il pantalone (de koopman), il dottore(de professor) en il capitano (de militair), zijn lachwekkende figuren. Maar de werelden van knechten en meesters zijn duidelijk van elkaar onderscheiden, zoals ook nog in De knecht van twee meesters (1739) van Goldoni, die de oude volkse commedia dell’arte omvormde tot een karakterkomedie voor het Venetiaanse theater. Nobelprijswinnaar Dario Fo herschiep de arlecchino in dit stuk van Goldoni tot een  politieke clown, in België en Nederland in de jaren zeventig gespeeld door Charles Cornette, die met Jan Decleir in diezelfde tijd ook furore maakte in Mystero Buffo, eveneens van Dario Fo.  Arlecchino was een opstandige rebel geworden. Maar het waren nog altijd twee gescheiden werelden. Die van Pantalone en Arlecchino. Die van meester en knecht. Berlusconi lijkt zowel de één als de ander te spelen. Op hetzelfde moment. Als televisiemagnaat belt hij zich als boze kijker in een programma in, waarnaar op dat moment  7 miljoen medemensen kijken. Tv-gigant en simpele kijker tegelijk. De enige echte vijand van B kan alleen maar B zijn.

Het prototype van de Italiaanse clown anno nu  is Roberto Benigni.  Chaplin en Fellini zijn z’n grote voorbeelden. Hij had al allerlei rollen gespeeld (o.a samen met de veel te vroeg overleden Massimo Troisi) in de Italiaanse cinema  en in films van Jim Jarmusch (bv als taxichauffeur in Night on earth), toen hij wereldbekend werd met z’n hoofdrol in het door hem zelf geregisseerde La vita ѐ bella. Ook daarin zijn de wereld van meester en knecht duidelijk van elkaar gescheiden. En wel in een gruwelijke setting. Maar het lukt Benigni als een soort ober door te dringen in de wereld van de heersers. En hij weet te overleven door fantasie en humor. Niet hijzelf  maar zijn zoontje en zijn vrouw dankzij hem  wel. Hij gaat gebukt onder de gruwelen van het kamp. Toch blijft hij lachen en geloven in zijn zelf bedachte spel. Misschien is dat het wezen van de clown. Van binnen huilen. Van buiten lachen.
In die zin is Berlusconi geen echte clown. Naar verluidt heeft hij hartelijk moeten lachen om de onthullingen van WikiLeaks over zijn persoon. Hij kan niet anders. Hij heeft geen traan van binnen. Uiteindelijk lacht hij zich dood. Daar kan iedereen, inclusief hijzelf,  mee leven.

Dick Gilsing

3 opmerkingen:

  1. En dan een standbeeld, met priemende erectie op het Piazza del Duomo in Milaan...

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Roberto Benigni speelt ook een ijzersterke rol in de film
    'Asterix & Obelix tegen Caesar'. Een film die je vaker kunt zien dan 'La vita ѐ bella'.

    BeantwoordenVerwijderen