Durchfall

Ellen_small
Het is nog steeds vakantie voor velen.
Gisteren ontving ik een sms’je van mijn zoon - die momenteel in Toscane verblijft. Heb de hele nacht overgegeven. Verdacht ijsje gegeten.”
Vorig jaar (ook in Italië) was zoonlief zo ziek (ook na het eten van ijs) dat de hotelier een ambulance liet komen. Twee engelachtige zustertjes wisten hem ter plekke op te lappen.
Verdacht ijsje.
Ga ik terug naar de jaren zestig - naar die heerlijke familievakanties aan het Lago d’Iseo, dan hoor ik de waarschuwingen van mijn moeder weer luid en duidelijk.
“Geen schepijs. Geen ongeschild fruit. Geen water uit de kraan.”
Ik zag iedereen op de camping gretig happen in die heerlijke sappige Italiaanse perziken of een tros druiven uit het vuistje verorberen. Voor ons was dat verboden fruit.
Mijn moeder was onverbiddelijk. Perziken (als ze rupsvrij waren) – oké. Maar eerst wassen en dan schillen.

Ook mochten wij tot een half uur na het eten niet zwemmen. En daarna een droog zwempak aan.
Dat laatste vond ik misschien nog wel het ergste. In de bloedhete meisjestent (mijn broer had zijn eigen tentje), waarin ik niet rechtop kon staan en ik de slaapzakken van de zussen niet nat mocht maken, worstelde ik me uit een nat badpak. Tegen de tijd dat ik me in een droog badpak had gehesen en alles op zijn plaats zat was ik alweer aan een verkoelende duik toe.
Maar mijn moeder zag er streng op toe dat haar regels werden nageleefd. Waren er geen droge badpakken meer, dan werd er niet gezwommen.

Wij liepen niet alleen met een wc-rol over het campingpad. Nee – er kwam ook een fles Dettol aan te pas. “En niet op de bril gaan zitten!”
Overdreven zult u misschien denken.
Toch niet.
Campingbaas Luigi liet de wc’s maar drie keer per week “schoonmaken.” Hij beloofde – wanneer moeders weer eens kwam klagen – verbetering. Maar het bleef bij: “domani, domani” en mama kreeg een fles wijn in haar armen geduwd.

Een uitbraak van diarree was niet uitzonderlijk.
Dan klopte Luigi op het tentdoek om te vragen of dottore Broekenkaate even naar wat zieke gasten wilde kijken.
“Durchfall?”
‘Si, durchfall.’
Gezien de hoeveelheid medicijnen die vanuit Nederland meeging was ze goed voorbereid. Leuk was anders maar mijn moeder vond het haar plicht die mensen bij te staan.

Na de durchfall kwamen de oorontstekingen, de insektenbeten, de zonnesteken, de bloedneuzen, eczemen, de vieze wondjes en ga zo maar door.
Niet bepaald levensbedreigende aandoeningen. Wel een inbreuk op onze privacy. Ook raakte ze schrikbarend snel door haar voorraad medicijnen en verbandspullen heen.
Bovendien vonden wij het belachelijk dat ze gratis medische hulp gaf.
Mijn moeder, verzetsvrouw in de oorlog, hielp misselijke Duitsers. Voor niets.
We konden er ook vreselijk om lachen. Vooral wanneer ze “een bierbuik uit Beieren” op een streng dieet van crackers en mineraalwater zette. “Eine ganze Woche,” klonk het streng.

Later raakte ze bevriend met de plaatselijke apotheker die haar recepten accepteerde. Het was zo leuk om die twee met elkaar te zien communiceren. Grotendeels in Latijn met wat flarden Frans. Ze kwamen er altijd uit.
Sindsdien stuurde ze de durchfallers (zo noemden wij iedereen die aanklopte voor medische hulp) door naar de apotheker.
Opvallend snel nam de animo voor een consult bij frau doctor af.

Zojuist sms’te mijn zoon: “Voel me weer prima. Het is warm. Ga zwemmen.”
Even reageren. ‘Droge broek aan!’

1 opmerking: